ECLI:NL:RBGEL:2021:5035
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van verzekeringsuitkering en onderzoekskosten na schadevergoeding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de kantonrechter op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een commanditaire vennootschap, aangeduid als eisende partij, en een gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. A.P.D.L. Vriends, vorderde terugbetaling van een verzekeringsuitkering en vergoeding van onderzoekskosten van de gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. I. van Bekkum. De procedure volgde op eerdere tussenvonnissen en een aantal processtukken, waaronder e-mails en akten van beide partijen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij, hoewel geen contractspartij bij de verzekeringsovereenkomst, door Bovemij Verzekeringen en Nationale Nederlanden Schade N.V. was gevolmachtigd om schade-uitkeringen te verrichten en regres te voeren. De rechter oordeelde dat de eisende partij ontvankelijk was in haar vordering, ondanks dat zij haar rol niet expliciet in de dagvaarding had vermeld. De gedaagde partij betwistte de motorproblemen van de auto die aanleiding gaven tot de schadevergoeding, maar de kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende bewijs had geleverd dat de motorproblemen bestonden vóór de brand.
De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij tot terugbetaling van € 3.206,00 toegewezen, evenals de gevorderde onderzoekskosten van € 2.460,25. Ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 796,56 werden toegewezen, omdat de gedaagde partij niet had betwist dat de aanmaningen waren ontvangen. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf 28 oktober 2016. De gedaagde partij werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten dragen. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.