Uitspraak
1.De inhoud van de tenlasteleggingen
05.097456.19is aan verdachte ten laste gelegd dat:
05.009236.21is aan verdachte ten laste gelegd dat:
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De bewezenverklaring
05.079456.19subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
of omstreeks20 april 2019 te Apeldoorn aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
, te weten (ernstig) hoofdletsel,heeft toegebracht, immers heeft hij -verdachte-
althans met een slagwapen, op/tegen het hoofd en,
althanshet (boven)lichaam geslagen;
05.009236.21
of omstreeks12 juli 2020 te Apeldoorn, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattendecocaïne,
zijnde cocaïneeen middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
of omstreeks12 juli 2020 te Apeldoorn, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver (merk onbekend, kaliber .22), zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer,revolver
en/of pistoolvoorhanden heeft gehad;
of omstreeks12 juli 2020 te Apeldoorn, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 8 randvuur kogelpatronen (kaliber .22), voorhanden heeft gehad.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
05.079456.19:
05.009236.21:
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf)maanden;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen.