In deze zaak heeft eiseres, een vrouw die een Spaar Groei Polis bij Achmea heeft afgesloten, een geschil met Achmea over de verlenging van haar verzekering. De polis had een einddatum van 1 november 2014, maar eiseres heeft in 2014 een verlenging tot 1 november 2020 aangevraagd. Eiseres stelt dat zij recht heeft op een verlenging van de polis tot haar 80e levensjaar, met handhaving van het garantierendement van 4% en een overlijdensdekking van 115%. Achmea betwist dit en stelt dat de verzekering op 1 november 2020 eindigt, zonder recht op verlenging onder dezelfde voorwaarden.
De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij eiseres en Achmea hun standpunten hebben toegelicht. Eiseres heeft diverse e-mails en brieven overgelegd waarin zij vraagt naar de mogelijkheden voor verlenging van haar polis. Achmea heeft in haar correspondentie aangegeven dat verlenging mogelijk is, maar niet onder dezelfde voorwaarden als voorheen. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat Achmea haar had toegezegd dat de verzekering onbeperkt kon worden verlengd onder de oude voorwaarden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat Achmea niet verplicht was om de verzekering te verlengen tot het 80e levensjaar van eiseres onder de oude voorwaarden. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van Achmea. Dit vonnis is op 22 september 2021 uitgesproken.