ECLI:NL:RBGEL:2021:4914

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 september 2021
Publicatiedatum
16 september 2021
Zaaknummer
C/05/389205 / HA ZA 21-297
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in civiele procedure over ondeugdelijke levering van verf

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, is een bevoegdheidsincident aan de orde. De eiseres in de hoofdzaak, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Remmers B.V., wegens ondeugdelijke levering van verf. Remmers B.V. heeft in het incident een exceptie van onbevoegdheid ingediend, stellende dat de rechtbank Gelderland niet bevoegd is, maar dat rechtbank Noord-Nederland dat wel is, op basis van een forumkeuzebeding in haar algemene voorwaarden. De eiseres betwist de toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden en stelt dat de wettelijke competentie regels van toepassing zijn, waarbij de vestigingsplaats van het kantoor in Apeldoorn als woonplaats kan worden aangemerkt.

De rechtbank overweegt dat, volgens de wet, de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. In dit geval is de gedaagde een rechtspersoon, en wordt de woonplaats gedefinieerd als de plaats waar zij volgens haar statuten haar zetel heeft. De rechtbank concludeert dat, hoewel Remmers B.V. statutair gevestigd is in Hoogeveen, de vestiging in Apeldoorn ook als relevante vestigingsplaats kan worden aangemerkt voor de beoordeling van de bevoegdheid. De rechtbank komt tot de conclusie dat zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen, ongeacht de vraag of de algemene voorwaarden van Remmers B.V. van toepassing zijn.

De vordering van Remmers B.V. wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak wordt vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak, die op 3 november 2021 weer op de rol zal komen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/389205 / HA ZA 21-297 / 1571 / 1690
Vonnis in incident van 22 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats] , [gemeente] ,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. W.H.R. van Boetzelaer te Heerenveen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REMMERS B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.C.J. Freijters te Koekange.
Partijen zullen hierna [verweerster] en Remmers genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid,
  • de conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Remmers is leverancier van verf. Zij is statutair gevestigd te Hoogeveen en heeft een kantoor in Apeldoorn. Remmers heeft verf geleverd aan [verweerster] . [verweerster] stelt in de hoofdzaak dat de geleverde verf ondeugdelijk is en vordert schadevergoeding. In het incident vordert Remmers dat rechtbank Gelderland zich onbevoegd verklaart. [verweerster] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
Remmers meent dat rechtbank Gelderland onbevoegd is om kennis te nemen van de vordering van [verweerster] . Volgens Remmers is rechtbank Noord-Nederland bevoegd. Zij beroept zich hiervoor op het forumkeuzebeding in artikel 12 van haar algemene voorwaarden. In dat artikel is het volgende vermeld:
Tenzij partijen hun geschillen aan arbitrage mochten hebben onderworpen zullen alle geschillen (…), welk tussen partijen mochten ontstaan naar aanleiding van deze Uniforme Verkoop- en Leveringsvoorwaarden of van nadere overeenkomsten, bij uitsluiting berecht worden door de rechtbank in het arrondissement waarbinnen verkoper is gevestigd, voorzover het geschil tot de competentie van een rechtbank behoort en de wet niet bij regels van dwingend recht een andere rechtbank daarvoor bevoegd verklaard heeft.
Met het begrip “vestigingsplaats” in de algemene voorwaarden wordt volgens Remmers bedoeld: de woonplaats van de rechtspersoon, de plaats waar zij volgens haar statuten haar zetel heeft (art. 1:10 lid 2 BW). Daarom is volgens Remmers rechtbank Noord-Nederland bevoegd.
2.3.
Voorts is volgens Remmers rechtbank Noord-Nederland ook op grond van de wet bevoegd (art. 99 Rv jo. art. 1:10 lid 2 BW).
2.4.
[verweerster] betwist dat op de overeenkomst algemene voorwaarden van toepassing zijn. Volgens [verweerster] zijn daarom de wettelijke competentieregels van toepassing, meer in het bijzonder art. 1:14 BW. Op grond daarvan kan de vestigingsplaats van het kantoor (in dit geval Apeldoorn) mede dienen als woonplaats, waardoor rechtbank Gelderland bevoegd is van het geschil kennis te nemen.
2.5.
Ook als de algemene voorwaarden van Remmers wel van toepassing zouden zijn, leidt dit volgens [verweerster] niet tot onbevoegdheid van rechtbank Gelderland. In de algemene voorwaarden staat in artikel 12 vermeld dat het geschil dient te worden berecht door de rechtbank in het arrondissement waarbinnen verkoper is gevestigd. De uitleg van die bepaling stemt volgens [verweerster] overeen met de uitleg van art. 1:14 BW, zodat rechtbank Gelderland ook bevoegd is wanneer wordt aangenomen dat de algemene voorwaarden van Remmers wel van toepassing zijn.
2.6.
Voorop staat dat in beginsel volgens de wet de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is (art. 99 Rv). Wanneer gedaagde een rechtspersoon is, wordt met woonplaats bedoeld de plaats waar zij volgens haar statuten haar zetel heeft (art. 1:10 lid 2 BW), in dit geval Hoogeveen. Echter, eveneens als woonplaats in de zin van artikel 99 Rv kan worden aangemerkt de vestigingsplaats van een kantoor of filiaal van een persoon (tevens rechtspersoon) ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen (art.1:14 BW en ECLI:NL:PHR:1978:AC6392). Uit het in het geding gebrachte uittreksel uit het handelsregister blijkt dat Remmers een vestiging in Apeldoorn heeft. Voorts blijkt uit de overgelegde correspondentie, bijvoorbeeld productie 9 bij dagvaarding, dat Remmers in haar correspondentie over dit geschil als kantooradres de vestiging in Apeldoorn heeft gebruikt. Hiermee staat vast dat dit geschil betrekking heeft op aangelegenheden die de vestiging in Apeldoorn betreffen. Daarom is op grond van de wet rechtbank Gelderland bevoegd van het geschil kennis te nemen.
2.7.
Voor de beoordeling van de vordering in het incident kan in het midden blijven of de algemene voorwaarden van Remmers van toepassing zijn en of Remmers een beroep kan doen op het daarin opgenomen forumkeuzebeding. In het forumkeuzebeding van artikel 12 van de algemene voorwaarden van Remmers is bepaald dat bevoegd is de rechtbank in het arrondissement waarbinnen verkoper is gevestigd. Voor de uitleg van het begrip “gevestigd” dient aansluiting te worden gezocht bij de wet. Aangezien krachtens artikel 1:14 BW ook Apeldoorn als vestigingsplaats van Remmers kan worden aangemerkt, is ook in dat geval Rechtbank Gelderland bevoegd.
2.8.
De vordering van Remmers wordt dan ook afgewezen.
2.9.
Remmers zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

3.De hoofdzaak

3.1.
De rechter zal de zaak verwijzen naar de rol voor conclusie van antwoord.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
wijst het gevorderde af,
4.2.
veroordeelt Remmers in de kosten van het incident, aan de zijde van [verweerster] tot op heden begroot op € 563,00,
4.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
4.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
3 november 2021voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Braaksma en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2021.