ECLI:NL:RBGEL:2021:4805
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling wegens niet-naleving van voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 27 augustus 2021 uitspraak gedaan over de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van een veroordeelde. De veroordeelde, die in het verleden is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, was op 21 februari 2020 voorwaardelijk in vrijheid gesteld onder strikte voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten onder andere het niet plegen van strafbare feiten en het meewerken aan reclasseringstoezicht. Op 14 juni 2021 heeft de officier van justitie een vordering tot herroeping ingediend, omdat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden hield. Tijdens de zitting op 13 augustus 2021 is de vordering behandeld, waarbij de officier van justitie betoogde dat de veroordeelde niet meewerkte aan het toezicht en de behandeling, wat het recidiverisico verhoogde. De verdediging stelde dat de veroordeelde slechts één voorwaarde niet had nageleefd en dat dit te wijten was aan zijn psychische gesteldheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, ondanks eerdere waarschuwingen, niet openstond voor samenwerking met de reclassering en dat zijn houding de voortgang van zijn re-integratietraject belemmerde. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde niet voldeed aan de voorwaarde om een open en gemotiveerde houding te tonen ten aanzien van het toezicht en de behandeling. Gezien de ernst van de eerdere veroordelingen en het gewelddadige verleden van de veroordeelde, heeft de rechtbank besloten de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling toe te wijzen voor een periode van 365 dagen. Deze beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de maatschappij en de noodzaak om de veroordeelde te laten werken aan zijn problematiek.