ECLI:NL:RBGEL:2021:4711

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 september 2021
Publicatiedatum
1 september 2021
Zaaknummer
9277228
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens herhaaldelijk grensoverschrijdend gedrag van werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter op 1 september 2021 uitspraak gedaan over het ontslag op staande voet van een werknemer, aangeduid als [verzoeker], door zijn werkgever, Sanderijn B.V. Het ontslag vond plaats op 16 april 2021, na herhaaldelijk grensoverschrijdend gedrag van de werknemer. De rechter heeft vastgesteld dat de werknemer meerdere keren explosief is uitgevallen tegen collega's en leidinggevenden, wat heeft geleid tot een dringende reden voor ontslag. De werkgever had de werknemer eerder gewaarschuwd voor zijn gedrag, maar deze waarschuwingen leken geen effect te hebben. De rechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was, omdat de gedragingen van de werknemer niet alleen ongepast waren, maar ook de bedrijfsvoering in gevaar brachten. De kantonrechter heeft de verzoeken van de werknemer afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van een professionele houding op de werkvloer en de gevolgen van herhaaldelijk ongepast gedrag.

Uitspraak

proces-verbaal
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 9277228 \ HA VERZ 21-113 \ 42693 \ 28195
uitspraak van 1 september 2021
proces verbaal van mondelinge uitspraak, gegeven op 1 september 2021
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
gemachtigde D.D.E. Katwijk
en
de besloten vennootschap
Sanderijn B.V.
gevestigd te Amersfoort
verwerende partij
gemachtigde mr. V. Hofman-Back
Partijen worden hierna [verzoeker] en Sanderijn genoemd.

1.Beslissing

De kantonrechter
1.1.
wijst de verzoeken af;
1.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

2.Gronden

2.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [verzoeker] terecht is ontslagen op staande voet. Dit moet worden getoetst aan de hand van de artikelen 7:677 lid 1 en 678 lid 1 BW. Hierin staat dat voor de werkgever als dringende redenen worden beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
2.2.
In dit geval was er sprake van een dringende reden. Het ontslag op staande voet is terecht. Het volgende is daarvoor van belang.
2.3.
Ter zitting en uit de onder de feiten (rechtsoverwegingen 3.1 tot en met 3.4) geciteerde brieven volgt dat [verzoeker] meerdere keren in korte tijd explosief is uitgevallen in de richting van collega’s en leidinggevenden. Samengevat is het volgende gebeurd:
- [verzoeker] is op 21 februari 2021 uitgevallen tegen [collega/leidinggevende 1] ;
- [verzoeker] is op 16 maart 2021 uitgevallen tegen [collega/leidinggevende 2] ;
- [verzoeker] is op 3 april 2021 uitgevallen tegen [collega/leidinggevende 1] , waarna hij zonder toestemming van zijn werkplek is vertrokken;
- [verzoeker] heeft op 6 april 2021 met [directeur Sanderijn] (de directeur van Sanderijn ) een gesprek gehad, waarbij hij is gewaarschuwd voor zijn grensoverschrijdende gedrag;
- [verzoeker] heeft op of kort na 6 april 2021 een schriftelijke waarschuwing per e-mail ontvangen;
- [verzoeker] heeft op 16 april 2021 tegen [directeur Sanderijn] geschreeuwd en hem gevraagd: ‘ben je scheel ofzo?’.
2.4.
Deze repeterende grensoverschrijdende gedragingen binnen korte tijd, zonder dat daarvoor een gegronde verklaring of rechtvaardiging bestaat, hebben tot gevolg dat Sanderijn - toen [verzoeker] de vierde keer tegen een ander is uitgevallen op de werkvloer - [verzoeker] op staande voet mocht ontslaan.
2.5.
Volgens [verzoeker] is er geen sprake van een dringende reden omdat hij geen woedeaanval had op 16 april 2021 en als dat al zo was omdat ontslag een te vergaande maatregel oplevert. [verzoeker] vindt dat er hooguit sprake was van disfunctioneren, zonder dat hem een verbetertraject is gegund.
2.6.
In voldoende mate staat vast dat [verzoeker] op 16 april 2021 explosief is uitgevallen tegen [directeur Sanderijn] . Dat is door Sanderijn terecht bestempeld als een woedeaanval. Verder is het ontslag op staande voet in dit geval niet een te vergaande maatregel. [verzoeker] was al meerdere keren gewaarschuwd, zowel mondeling als schriftelijk. Uitvallen tegen collega’s is ongepast en onprofessioneel, zeker in een dienstverlenend beroep. Verder hebben de uitlatingen van [verzoeker] zich afgespeeld binnen een kort tijdsbestek en duurde het dienstverband bij Sanderijn ook nog niet lang.
2.7.
De gedragingen van [verzoeker] worden niet aangemerkt als disfunctioneren. Disfunctioneren gaat over hoe een werknemer zijn werk uitvoert, maar de gedragingen van [verzoeker] hebben te maken met de grondhouding van een werknemer ten opzichte van de werkgever en de collega’s op de werkvloer.
2.8.
De eindconclusie is dat de vorderingen van [verzoeker] worden afgewezen.
2.9.
De proceskosten worden gecompenseerd gezien de aard van het geschil
.

3.De feiten

3.1.
Sanderijn geeft [verzoeker] op 6 april 2021 een schriftelijke officiële waarschuwing met de volgende inhoud.
Op dinsdag 6 april 2021 hebben wij een gesprek gehad naar aanleiding van een aantal recente gebeurtenissen. Hieronder bevestig ik schriftelijk hetgeen wij tijdens dit gesprek hebben besproken.
Gedurende de afgelopen maanden ben jij meerdere malen (21-2-2021, 16-3-2021 en
3-4-2021) uitgevallen op jouw werkplek tegen jouw assistent manager en stationsmanager. Tijdens deze uitvallen ben jij niet voor rede vatbaar en communiceer jij op een onacceptabele manier. Tijdens jouw dienst van 3 april 2021 ben jij zelfs tijdens het werk vertrokken en heb jij meerdere malen aangegeven jouw ontslag in te dienen. Hetgeen voor veel onrust heeft gezorgd en hierdoor zijn de assistent manager en stationsmanager langer gebleven/gekomen aangezien er anders een bezettingsprobleem ontstond. Door jouw handelen heb je dus de directe bedrijfsvoering in gevaar gebracht.
Na ongeveer een uur ben jij teruggekomen en heb jij aangegeven het werk te willen hervatten. Dit is geaccepteerd, maar de gebeurtenissen kunnen, zoals je zult begrijpen, niet zonder consequenties blijven.
Tijdens ons gesprek op 6 april 2021 heb jij aangegeven privé onder veel stress te staan en het met een aantal zaken op je werk niet eens te zijn. Ik heb aangegeven dit te snappen, maar de manier waarop je dit communiceert volstrekt ongepast en onacceptabel te vinden.
Ik heb je erop gewezen, dat indien jij een probleem hebt met een directe collega, met jouw stationsmanager of met mij, jij dit rechtstreeks dient op te nemen met de persoon die het betreft. Vanzelfsprekend dien je dit dan aan te kaarten op een nette, opbouwende manier die bevorderlijk is voor de samenwerking. Ik heb je nadrukkelijk verzocht roddelen op de werkvloer in het vervolg achterwege te laten en je hiervan te onthouden als jij dit om je heen ziet gebeuren.
Op grond van al het bovenstaande ontvang jij, zoals ik je tijdens ons gesprek heb laten weten, hierbij een officiële waarschuwing.
Ik heb je er tijdens ons gesprek op gewezen, dat indien jij dit gedrag niet per direct aanpast en een meer positieve, constructieve houding laat zien, waarbij jij communiceert op de juiste plek en manier dit uiteindelijk zal leiden tot een onwerkbare samenwerking en een ontslag op staande voet.
3.2.
Op 16 april 2021 ontslaat Sanderijn [verzoeker] op staande voet. In de daarop volgende bevestigingsbrief van 16 april 2021 licht [directeur Sanderijn] , algemeen directeur van Sanderijn , het gegeven ontslag als volgt toe.
Op vrijdag 16 april 2021 heb ik jouw arbeidsovereenkomst met Sanderijn B.V. met onmiddellijke ingang beëindigd op grond van een dringende reden die ik hieronder nader aan jou zal toelichten.
Jij stond op vrijdag 16 april 2021 ingeroosterd voor een dienst op station Kempke van 06.00 uur tot 13:00 uur. Ik was op dat moment ook aanwezig op het station. Op enig moment kwam jij mij voorbijgelopen. In het voorbijlopen vroeg ik jou het ging met je schouder. In eerste instantie negeerde je mij en mijn vraag compleet en liep je door.
Ik heb jou vervolgens even bij mij geroepen om te vragen wat er met je aan de hand was. in reactie hierop ben je in woede uitgebarsten. Je bent gaan schreeuwen en schelden en deed uitlatingen richting mij als ‘ben je scheel ofzo?’, ‘als je dat niet ziet ben je echt scheel!’ en ‘jij deelt alleen maar opdrachten uit en doet zelf niks!’.
In reactie hierop heb ik jou geïnformeerd jouw woede-uitbarsting met de bijbehorende uitlatingen absoluut niet te accepteren. Dit geldt te meer, nu jij op 6 april 2021 nog een officiële waarschuwing hebt ontvangen voor jouw eerdere woede-uitbarstingen op de werkvloer.
(…)
Dat een gewaarschuwd mens voor twee telt, blijkt echter voor jou niet het geval te zijn.
Jouw handelswijze, zoals hierboven beschreven, is voor mij zoals gezegd niet acceptabel en vormt een dringende reden op grond waarvan ik jouw arbeidsovereenkomst met Sanderijn B.V. met onmiddellijke ingang heb beëindigd.
Per 16 april 2021 wordt een eindafrekening opgesteld van hetgeen Sanderijn B.V. jou nog verschuldigd is op grond van de arbeidsovereenkomst.
Vanwege het feit dat jij mij een dringende reden hebt gegeven om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, ben je Sanderijn B.V. op grond van de wet een schadevergoeding verschuldigd. Deze gefixeerde schadevergoeding (het bedrag in vastgesteld loon voor de periode dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging nog had voortgeduurd) zal met de eindafrekening worden verrekend.
(…)
Ik wijs je er daarnaast op, dat de hierboven omschreven dringende reden als ‘ernstig verwijtbaar handelen’ wordt beschouwd, zodat voor jou geen aanspraak bestaat op de wettelijke transitievergoeding.
3.3.
[verzoeker] maakt bij brief van 17 april 2021 bezwaar tegen het ontslag op staande voet. In deze brief staat, onder meer, het volgende.
U beschrijft dat ik in woede ben uitgebarsten en gaan schreeuwen. Dit is onjuist, ik ben niet in woede uitgebarsten. Het was een ongelukkige timing, dat u een gesprekje met me wou beginnen, daar ik met vele taken bezig was. Ik was op dit moment prikkelbaar en derhalve een verkeerde opmerking geuit. Ik nam echter aan dat u ook zag, dat ik erg druk was en een gesprek beter op een ander moment kon plaatsvinden.
3.4.
De gemachtigde van Sanderijn bericht de voormalig gemachtigde van [verzoeker] bij brief van 9 juni 2021 het volgende.
Gedurende het -overigens zeer korte- dienstverband van uw cliënt bij cliënte hebben zich meerdere incidenten voorgedaan waarbij de houding, het gedrag en de wijze van communiceren van uw cliënt ver onder de maat was en haaks stond op wat van een goed werknemer mag worden verwacht.
Op 21 februari 2021 is uw cliënt -zonder enige aanleiding- uitgevallen tegen de assistent stationsmanager van cliënte, [assistent stationsmanager] . Uw cliënt was tijdens voornoemde tirade niet voor rede vatbaar. Nadat uw cliënt weer tot bedaren was gekomen heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [assistent stationsmanager] en uw cliënt. Er is tijdens dit gesprek uitvoerig over het gedrag van uw cliënt gesproken en er zijn afspraken gemaakt om herhaling te voorkomen.
Echter nog geen maand later, te weten op 16 maart 2021, is uw cliënt tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden opnieuw stevig uitgevallen tegen een (andere) collega, zonder dat hiertoe enige aanleiding bestond. Na deze uitbarsting is opnieuw met uw cliënt gesproken over zijn houding en gedrag op de werkvloer en is uw cliënt gewezen op het feit dat zijn explosieve gedrag niet acceptabel is.
(…)
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. S.E. Sijsma, kantonrechter, in het openbaar uitgesproken op 1 september 2021 en vastgelegd op 1 september 2021.