Op 16 april 2021 ontslaat Sanderijn [verzoeker] op staande voet. In de daarop volgende bevestigingsbrief van 16 april 2021 licht [directeur Sanderijn] , algemeen directeur van Sanderijn , het gegeven ontslag als volgt toe.
Op vrijdag 16 april 2021 heb ik jouw arbeidsovereenkomst met Sanderijn B.V. met onmiddellijke ingang beëindigd op grond van een dringende reden die ik hieronder nader aan jou zal toelichten.
Jij stond op vrijdag 16 april 2021 ingeroosterd voor een dienst op station Kempke van 06.00 uur tot 13:00 uur. Ik was op dat moment ook aanwezig op het station. Op enig moment kwam jij mij voorbijgelopen. In het voorbijlopen vroeg ik jou het ging met je schouder. In eerste instantie negeerde je mij en mijn vraag compleet en liep je door.
Ik heb jou vervolgens even bij mij geroepen om te vragen wat er met je aan de hand was. in reactie hierop ben je in woede uitgebarsten. Je bent gaan schreeuwen en schelden en deed uitlatingen richting mij als ‘ben je scheel ofzo?’, ‘als je dat niet ziet ben je echt scheel!’ en ‘jij deelt alleen maar opdrachten uit en doet zelf niks!’.
In reactie hierop heb ik jou geïnformeerd jouw woede-uitbarsting met de bijbehorende uitlatingen absoluut niet te accepteren. Dit geldt te meer, nu jij op 6 april 2021 nog een officiële waarschuwing hebt ontvangen voor jouw eerdere woede-uitbarstingen op de werkvloer.
(…)
Dat een gewaarschuwd mens voor twee telt, blijkt echter voor jou niet het geval te zijn.
Jouw handelswijze, zoals hierboven beschreven, is voor mij zoals gezegd niet acceptabel en vormt een dringende reden op grond waarvan ik jouw arbeidsovereenkomst met Sanderijn B.V. met onmiddellijke ingang heb beëindigd.
Per 16 april 2021 wordt een eindafrekening opgesteld van hetgeen Sanderijn B.V. jou nog verschuldigd is op grond van de arbeidsovereenkomst.
Vanwege het feit dat jij mij een dringende reden hebt gegeven om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, ben je Sanderijn B.V. op grond van de wet een schadevergoeding verschuldigd. Deze gefixeerde schadevergoeding (het bedrag in vastgesteld loon voor de periode dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging nog had voortgeduurd) zal met de eindafrekening worden verrekend.
(…)
Ik wijs je er daarnaast op, dat de hierboven omschreven dringende reden als ‘ernstig verwijtbaar handelen’ wordt beschouwd, zodat voor jou geen aanspraak bestaat op de wettelijke transitievergoeding.