ECLI:NL:RBGEL:2021:4677

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
30 augustus 2021
Zaaknummer
C/05/386583 KG RK 21-270
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek van verzoekster tegen rechter mr. T.I. Spoor in onderbewindstellingzaak

Op 16 april 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster, wonende te Westervoort. Het verzoek was gericht tegen mr. T.I. Spoor, de rechter in een lopende procedure betreffende een verzoek tot onderbewindstelling van de verzoekster. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om over het verzoek te beslissen, aangezien de procedure aanhangig is gemaakt bij de rechtbank Gelderland.

Het wrakingsverzoek werd ingediend op 6 april 2021 en op 8 april 2021 ontvangen door de rechtbank Gelderland. De rechter heeft op 13 april 2021 schriftelijk gereageerd op het verzoek. In de beoordeling van het verzoek heeft de wrakingskamer vastgesteld dat een rechter alleen gewraakt kan worden indien er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De verzoekster heeft echter geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die zouden wijzen op een (schijn van) partijdigheid van de rechter.

De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot wraking, omdat zij enkel heeft gesteld dat zij tegen haar wil is uitgenodigd voor de zitting en inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen het verzoek tot onderbewindstelling. De wrakingskamer heeft op grond van artikel 4.2 sub c van het wrakingsprotocol van de rechtbank Gelderland besloten om af te zien van een mondelinge behandeling. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/386583 / KG RK 21-270
Beslissing van 16 april 2021
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster]
wonende te Westervoort
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. T.I. Spoor,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van 6 april 2021 gericht aan de rechtbank Midden-Nederland, dat op 8 april 2021 is ontvangen door de rechtbank Gelderland
  • de schriftelijke reactie van de rechter van 13 april 2021
De procedure waarin betrokkene procespartij is, gelet op woonplaats van verzoekster, aanhangig gemaakt bij de rechtbank Gelderland. Gelet hierop is de wrakingskamer van de rechtbank Gelderland bevoegd om over onderhavig verzoek te beslissen.

2.Het wrakingsverzoek

Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 9033020 BM 21-906, zijnde een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort tot onderbewindstelling van verzoekster.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
3.2.
Verzoekster stelt slechts dat zij tegen haar wil is uitgenodigd voor een zitting en voert inhoudelijk verweer tegen het verzoek tot onderbewindstelling. De rechter heeft reeds aan verzoekster te kennen gegeven dat zij dit verweer ter zitting kan voeren. Aan het verzoek tot wraking zijn geen (concrete) feiten of omstandigheden, althans niet ten aanzien van mogelijke (schijn van) onpartijdigheid van de rechter, ten grondslag gelegd. Verzoekster wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wraking. Daarbij is op grond van artikel 4.2 sub c van het wrakingsprotocol van de rechtbank Gelderland van het houden van een mondelinge behandeling afgezien.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoekster (kennelijk) niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door de mr. J.R. Veerman, mr. M.J.P. Heijmans en mr. R.M.H. Pennings, in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 16 april 2021.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.