ECLI:NL:RBGEL:2021:4475

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 augustus 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
05/880092-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor de aanslag op de woning van een Somalisch gezin met vuurwerk

Op 16 augustus 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 24-jarige man uit Pannerden, die werd beschuldigd van een aanslag op de woning van een Somalisch gezin. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, voor het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing met vuurwerk en bedreiging van de bewoners. De feiten vonden plaats op 17 december 2015, toen de verdachte samen met een medeverdachte een vuurwerkbom aan de woning van het gezin bevestigde en deze tot ontploffing bracht. Dit leidde tot schade aan de woning en een gevoel van onveiligheid voor de bewoners, die vreesden voor hun leven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van de feiten, waarbij de samenwerking met de medeverdachte cruciaal was. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en legde een aanzienlijke straf op. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de gevorderde schade niet eerder was vergoed. De rechtbank benadrukte de maatschappelijke onrust die door de daden van de verdachte was veroorzaakt, en de noodzaak om de rechtsorde te handhaven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/880092-16
Datum uitspraak : 16 augustus 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1996 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. G. Altena, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 2 augustus 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer ontploffing(en) teweeg heeft/hebben gebracht door een of meer stuk(ken) (zwaar)vuurwerk (Cobra ) op/tegen een raam, van de woning (gelegen aan [adres 2] ), in gebruik bij [slachtoffer] , althans een ander dan verdachte(n ) en/of diens mededader(s) te plakken/bevestigen en/of (vervolgens) die vuurwerkbom heeft/hebben aangestoken/afgestoken, althans tot ontploffing heeft/hebben gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die woning en/of in de woning aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of zich levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer] en/of haar kinderen en/of andere personen die zich in en/of rondom de woning bevonden, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een woning (gelegen aan [adres 2] ), in gebruik bij [slachtoffer] , althans een ander dan verdachte(n) en/of diens mededader(s) heeft/hebben vernield en/of beschadigd door een of meer stuk(ken) (zwaar)vuurwerk(Cobra) op/tegen een raam (van die woning voornoemd) te bevestigen en/of (vervolgens) aan te steken/tot ontploffing te brengen, waarbij gemeen gevaar voor de goederen die zich in de directe nabijheid van dat raam bevonden was te duchten en/of waarbij levensgevaar voor de personen die zich op dat moment in en/of rondom de woning bevonden (in de directe nabijheid van dat raam voornoemd), te duchten was;
2.
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] , althans een ander dan verdachte en/of diens mededader(s) op schrift heeft/hebben bedreigd onder bepaalde voorwaarden en/of heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte(n) en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend een vuurwerkbom (Cobra) (die was bevestigd aan het raam naast de voordeur), aangestoken/afgestoken, althans tot ontploffing gebracht en/of heeft/hebben verdachte(n) en/of zijn mededader(s) daarbij twee pamfletten op (ramen van) de woning (gelegen aan [adres 2] ) bevestigd met daarop een afbeelding van [naam 1] en de tekst: "Blank is beter, eigen volk eerst!!! Allochtonen moeten weg hier!! Dit is pas het begin!!!", althans woorden van soortgelijke strekking en/of inhoud, op (de ramen van) die woning (van die woning voornoemd) en/of op die barak(ken) heeft/hebben bevestigd;
3.
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zich in het openbaar, namelijk op een woning (gelegen aan [adres 2] ), danwel op een barak en/of barakken in de buurt van die woning, bij geschrift en/of afbeelding opzettelijk beledigend heeft/hebben uitgelaten over een groep mensen, te weten Somaliërs en/of allochtonen en/of buitenlanders en/of vreemdelingen, wegens hun ras, doordat verdachte(n) opzettelijk twee (2) pamfletten met daarop een afbeelding van [naam 1] en de tekst: "Blank is beter, eigen volk eerst!!! Allochtonen moeten weg hier !! Dit is pas het begin!!!", althans woorden van soortgelijke strekking en/of inhoud op/tegen (de ramen van) die woning (van die woning voornoemd) en/of die barak(ken) heeft/hebben bevestigd;
en/of
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zich in het openbaar, namelijk op een woning (gelegen aan [adres 2] ), danwel op een barak en/of barakken in de buurt van die woning, bij geschrift en/of afbeelding opzettelijk heeft aangezet tot haat en gewelddadig optreden van mensen wegens hun ras, te weten Somaliërs en/of allochtonen en/of buitenlanders en/of vreemdelingen, wegens hun ras, doordat verdachte(n) opzettelijk twee(2) pamfletten met daarop een afbeelding van [naam 1] en de tekst: "Blank is beter, eigen volk eerst!!! Allochtonen moeten weg hier!! Dit is pas het begin!!!", althans woorden van gelijke strekking en/of inhoud, op/tegen (de ramen van) die woning (van die woning voornoemd) en/of die barak(ken) heeft/hebben bevestigd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op 17 december 2015 omstreeks 22.50 uur heeft een ontploffing plaatsgevonden aan de hoekwoning aan [adres 2] in Pannerden, gemeente Rijnwaarden. Na de ontploffing was het dubbele glas van de ruit in de zijgevel, rechts naast de voordeur, kapot. Ook het plafond van de carport was vernield; in de lichtkoepel was een gat zichtbaar. Op de buitendeur en de linker- ruit van de garage waren met grijze ducttape pamfletten bevestigd, met daarop een afbeelding van [naam 1] en daaronder de tekst: “Blank is beter eigen volk eerst !!! Allochtonen moeten weg hier!! Dit is pas het begin!!!”
Door de druk van de explosie werden delen van de ruit de hal ingeblazen. De woning werd ten tijde van de ontploffing bewoond door [slachtoffer] en enkele (ook kleine) kinderen, die daar op dat moment ook aanwezig waren. [slachtoffer] is afkomstig uit Somalië. [2]
[medeverdachte] was betrokken bij zowel de ontploffing als het ophangen van de pamfletten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van feit 1, 2 en het eerste deel van het cumulatief alternatief ten laste gelegde feit onder 3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet overtuigend blijkt dat verdachte betrokken is bij enig ten laste gelegd feit.
Beoordeling door de rechtbank
Medeverdachte [medeverdachte] , die is veroordeeld voor de feiten die de officier van justitie te bewijzen acht, heeft schriftelijk het volgende verklaard.
Op 17 december 2015 is hij samen met [verdachte] Zevenaar gegaan, naar cafetaria [naam 2] , rond 20.00 uur, waar zij wat hebben gegeten en gedronken. Na 15 à 30 minuten zijn ze naar [naam 3] in Zevenaar gegaan. Na een discussie over asielzoekers en opvangcentra zijn hij en [verdachte] , rond 22.00 uur in de auto van [medeverdachte] gestapt. In de auto werd verder gediscussieerd en ontstond het plan om een paar posters te printen en bij de familie [slachtoffer] aan te plakken, omdat dat de enige buitenlandse familie in Pannerden was. [verdachte] en [medeverdachte] hebben die posters bij [medeverdachte] uitgeprint.
Daarna kwam [verdachte] op het idee om twee cobra’s mee te nemen die hij thuis had liggen, en die af te steken. Die cobra’s zijn opgehaald bij [verdachte] . Daarna reed men naar de cafetaria om sigaretten te halen. Aanstekers hadden ze bij zich. Vervolgens zijn beiden naar [straat] in Pannerden gereden. De auto werd geparkeerd in de Van Harenstraat. Samen zijn ze uitgestapt en naar de woning van de familie [slachtoffer] gelopen. [medeverdachte] heeft posters op de garagedeur geplakt. Daarna staken ze ieder een van de cobra’s aan die op de voordeur waren geplakt. [verdachte] rende daarna meteen weg, [medeverdachte] moest de tape nog pakken en rende achter [verdachte] aan. Ze zijn weggereden in de auto van [medeverdachte] . Daarna heeft [medeverdachte] zijn auto aan de Kerkstraat geparkeerd en zijn hij en [verdachte] naar de cafetaria gelopen. Vanuit de cafetaria zijn ze naar [straat] gelopen. Daar stond de politie, die om hun legitimatiebewijs vroeg.
Daarna haalden ze de auto op, reden naar het huis van [verdachte] en zaten daar nog een tijd in het tuinhuisje, pratend over wat ze hadden gedaan. [3]
De verklaring van [medeverdachte] wordt ondersteund door de volgende bewijsmiddelen.
Bij de plaats van de explosie zijn restanten van vuurwerk gevonden met de tekst “Di Blasi” en een blauwe dop. Verbalisanten hebben deze combinatie herkend als restanten van het vuurwerk ‘Cobra’ van de fabrikant Di Blasi Elio. [4]
De verbalisanten die kort na de melding ter plaatse waren, zagen omstreeks 23.30 uur twee mannen aan komen lopen uit de brandgang naast de getroffen woning. Die brandgang komt uit op de Pastoor Brugmanstraat. Eén van hen sprak de mannen aan en noteerde hun gegevens: [medeverdachte] en [verdachte] . Op de vraag waar zij vandaan kwamen antwoordde [verdachte] dat ze hadden gegeten in de snackbar en toen naar zijn woning waren gegaan en dat ze net weer terug waren gelopen naar de snackbar maar dat die dicht was. [5]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij op 17 december 2015 omstreeks 23.00 uur op haar balkon op de derde verdieping stond en twee mannen zag lopen op [straat] naar de voordeur van het hoekhuis. Eén van de mannen had een wit pakketje in handen en nam een hijs van de sigaret om daarmee iets aan te steken. Daarna renden ze weg en toen zij bij de hoek afsloegen, hoorde de getuige twee enorme knallen en zag zij een enorme vlam. [6] Bij een aanvullend verhoor hebben verbalisanten een foto gemaakt van het uitzicht vanaf het balkon van de getuige en heeft zij op die foto aangegeven welke route beide mannen liepen en bij welke woning zij zijn geweest. Dat was de woning van aangeefster [slachtoffer] . [7]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op 17 december 2015 omstreeks 23.00 uur twee harde knallen hoorde. Zijn woning is gelegen achter de woningen aan [straat] . Van daaruit zag hij witte rook en kort daarop zag hij twee mannen de hoek om rennen naar de Pastoor Brugmanstraat. [8]
Uit het vorenstaande concludeert de rechtbank het volgende:
  • de ontploffingen zijn veroorzaakt door vuurwerk van het soort Cobra;
  • er waren twee ontploffingen dus is er gebruik gemaakt van twee cobra’s.
  • bij de ontploffing waren twee mannen betrokken.
Door de verdediging is betoogd dat uit de verklaringen van getuige [getuige 3] bij de politie zou blijken dat [medeverdachte] het feit alleen heeft gepleegd. Die stelling wordt echter weerlegd door de verklaringen van de onafhankelijke getuigen [getuige 1] en [getuige 2] .
De rechtbank merkt ten overvloede op dat [getuige 3] niet heeft verklaard dat [medeverdachte] hem heeft verteld het alleen te hebben gedaan. [getuige 3] heeft bij de rechter-commissaris verklaard: “hij heeft het alleen gedaan, anders had hij me wel verteld dat hij het met iemand anders had gedaan”. Dat [medeverdachte] alleen handelde is dus slechts een invulling door [getuige 3] .
De vraag die de rechtbank dus moet beantwoorden is of de tweede persoon die bij de feiten was betrokken, verdachte is.
Verdachte heeft bij de politie een verklaring afgelegd.
Hij heeft verklaard dat [medeverdachte] bij hem langskwam die avond. Ze hebben een biertje gedronken, gedart en zijn daarna naar de snackbar in Pannerden gegaan, waar sigaretten werden gehaald en waar [medeverdachte] iets te eten nam. Daarna zijn ze richting [straat] gelopen, waar ze werden staande gehouden door de politie en hun ID-kaart moesten laten zien. [9]
De verklaring van verdachte komt overeen met de verklaring van [medeverdachte] voor wat betreft de tijd na het feit.
Met betrekking tot de tijd vóór het feit heeft verdachte verklaard dat hij thuis was en niet in Zevenaar is geweest. Aangezien [medeverdachte] heeft verklaard dat ze die avond samen in Zevenaar waren spreekt dus één van hen niet de waarheid.
De politie heeft de historische mastgegevens onderzocht van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van verdachte. Daaruit volgde dat die telefoon op 17 december 2015 tussen 19.56 uur en 20.46 uur masten heeft aangestraald in Zevenaar. Dit bevestigt de verklaring van [medeverdachte] dat hij samen met verdachte die avond in Zevenaar is geweest, en ontkracht de verklaring van verdachte dat hij die dag in het geheel niet in Zevenaar is geweest.
Het eerste moment dat verdachtes telefoon een mast buiten Zevenaar aanstraalt is om 22.20 uur, wanneer de mast [adres 3] in Pannerden wordt aangestraald.
De politie heeft ook de historische mastgegevens onderzocht van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] van [medeverdachte] . Daaruit volgt dat die telefoon tussen 20.02 en 21.50 masten in Zevenaar heeft aangestraald. De eerste mast buiten Zevenaar die de telefoon aanstraalt is [adres 3] in Pannerden, om 22.21 uur. [10]
Uit dit onderzoek concludeert de rechtbank niet alleen dat verdachte wel in Zevenaar is geweest, maar ook dat verdachte en [medeverdachte] tegelijk in Zevenaar waren, en dat de telefoons van beiden nagenoeg op hetzelfde moment begonnen dezelfde mast in Pannerden aan te stralen.
Dat de telefoon van verdachte, anders dan de telefoon van [medeverdachte] , tussen 20.46 en 22.20 niets heeft aangestraald doet daaraan niet af.
Verdachte heeft niet kunnen verklaren waarom zijn telefoon op de avond masten in Zevenaar heeft aangestraald. Het aanstralen van de masten bevestigt daarentegen de door [medeverdachte] afgelegde verklaring dat hij en verdachte die avond steeds samen zijn geweest.
De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [medeverdachte] , die ook zichzelf ernstig beschuldigt en die overigens ook door niets in het dossier wordt weerlegd.
Uit bovenstaande bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte de feiten 1, 2 en het eerste deel van het cumulatief alternatief ten laste gelegde feit onder 3 heeft gepleegd.
Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten, waarbij vanaf het smeden van het plan tot de uitvoering alles samen is gedaan, is er sprake van medeplegen.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het tweede deel van feit 3 niet kan worden bewezen. In de door verdachten gebruikte bewoordingen ontbreekt enige uitlating met een (tot iets) aanzettend karakter. Daarnaast blijkt uit het procesdossier niet dat met de gebezigde bewoordingen het opzet van de verdachten erop was gericht eventueel publiek (of anderen) aan te sporen, op te roepen of te stimuleren tot haat en/of gewelddadig optreden tegen derden, noch dat hij de aanmerkelijke kans dat het publiek (of anderen) daartoe zou(den) worden bewogen desbewust heeft aanvaard. De enkele omstandigheid dat de uitlating beledigend is te noemen voor derden doet, nu bij belediging de uitlating zelf centraal staat en het bij ‘aanzetten tot’ gaat om de beoogde effecten daarvan op anderen, aan het vorenstaande niet af. Verdachte zal van dat gedeelte worden vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 (eerste gedeelte) tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,opzettelijk
een of meerontploffing
(en
)teweeg heeft
/hebbengebracht door
een of meerstuk
(ken
)(zwaar) vuurwerk (Cobra ) op/tegen een raam, van de woning (gelegen aan [adres 2] ), in gebruik bij [slachtoffer]
, althans een ander dan verdachte(n ) en/of diens mededader(s)te plakken/bevestigen en
/of (vervolgens
)die vuurwerkbom
heeft/hebben aangestoken/afgestoken, althanstot ontploffing heeft
/hebbengebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die woning en
/ofin de woning aanwezige goederen,
, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of zich levensgevaaren
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer] en/of haar kinderen en/of andere personen die zich in en/of rondom de woning bevonden,
in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen,te duchten was;
en
/of
hij op
of omstreeks17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
opzettelijk een woning
(gelegen aan [adres 2]
), in gebruik bij [slachtoffer] ,
althans een ander dan verdachte(n) en/of diens mededader(s)heeft
/hebben vernield en/ofbeschadigd door
een ofmeer stuk
(ken
)(zwaar) vuurwerk (Cobra)
op/tegen een raam
(van die woning voornoemd
)te bevestigen en
/of (vervolgens
)aan te steken/tot ontploffing te brengen,
waarbij gemeen gevaar voor de goederen die zich in de directe nabijheid van dat raam bevonden was te duchten
en/of waarbij levensgevaar voor de personen die zich op dat moment in en/of rondom de woning bevonden (in de directe nabijheid van dat raam voornoemd), te duchten was;
2.
hij
op of omstreeks17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
[slachtoffer] ,
althans een ander dan verdachte en/of diens mededader(s)op schrift heeft
/hebbenbedreigd
onder bepaalde voorwaarden en/of heeft/hebben bedreigdmet enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,
immers heeft/hebben verdachte
(n)en/of zijn mededader
(s)opzettelijk dreigend een vuurwerkbom (Cobra)
(die was bevestigd aan het raam naast de voordeur
),
aangestoken/afgestoken, althanstot ontploffing gebracht en
/ofheeft/hebben verdachte
(n)en/of zijn mededader
(s)daarbij twee pamfletten op
(ramen van
)de woning
(gelegen aan [adres 2]
)bevestigd met daarop een afbeelding van [naam 1] en de tekst: "Blank is beter, eigen volk eerst!!! Allochtonen moeten weg hier!! Dit is pas het begin!!!",
althans woorden van soortgelijke strekking en/of inhoud, op (van die woning voornoemd)
en/of op die barak(ken) heeft/hebben bevestigd;
3.
hij op
of omstreeks17 december 2015 te Pannerden, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, zich in het openbaar, namelijk op een woning
(gelegen aan [adres 2]
),
danwel op een barak en/of barakken in de buurt van die woning,bij geschrift
en/of afbeeldingopzettelijk beledigend heeft/hebben uitgelaten over een groep mensen, te weten
Somaliërs en/ofallochtonen
en/of buitenlanders en/of vreemdelingen,wegens hun ras, doordat verdachte
(n) opzettelijk twee
(2)pamfletten met daarop een afbeelding van [naam 1] en de tekst: "Blank is beter, eigen volk eerst!!! Allochtonen moeten weg hier !! Dit is pas het begin!!!",
althans woorden van soortgelijke strekking en/of inhoudop/tegen
(de ramen van
)die woning
(van die woning voornoemd) en/of die barak(ken)
heeft/hebben bevestigd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
de eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten is;
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
medeplegen van opzettelijk beschadigen van een gebouw, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
feit 2:
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
feit 3:
medeplegen van het zich in het openbaar bij geschrift opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Daarnaast heeft de officier van justitie de gevangenneming ten tijde van de einduitspraak gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om in geval van strafoplegging rekening te houden met de omstandigheden dat verdachte zich indertijd als adolescent heeft laten meeslepen door het maatschappelijk debat dat destijds werd gevoerd over de komst van asielzoekers naar Nederland, dat zijn leven verder is gegaan en hij nu een tweejarige dochter heeft.
De raadsman heeft voorts verzocht de vordering gevangenneming af te wijzen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt verder het volgende.
Op 17 december 2015 werd een Somalisch gezin ’s avonds laat in hun woning opgeschrikt door een verwoestende klap, zoals de knal door een getuige is omschreven. De knal bleek te zijn veroorzaakt door een vuurwerkbom, twee Cobra’s, die aan het raam van de woning was bevestigd en aangestoken. Naast de ravage die mevrouw [slachtoffer] aantrof, zag zij dat op haar woning ook twee pamfletten waren opgehangen met daarop een afbeelding van [naam 1] en daaronder de tekst: “Blank is beter eigen volk eerst !!! Allochtonen moeten weg hier !! Dit is pas het begin !!!”. Verdachte is samen met zijn mededader verantwoordelijk voor de vuurwerkexplosie en het vervaardigen en ophangen van de pamfletten.
Door dit handelen ontstond gevaar voor ernstig letsel van personen en gevaar voor goederen. De woning is ook beschadigd geraakt. Het slachtoffer voelde zich daardoor en daarna ernstig bedreigd en vreesde voor haar eigen leven en dat van haar gezin. Verdachte heeft ook door zijn gedragingen een groep mensen beledigd. Hij heeft zijn eigen ongenoegen tegen de mogelijke huisvesting van asielzoekers in de buurt, op een volstrekt ongeoorloofde wijze geuit.
Het handelen van verdachte is bovendien respectloos. Het handelen van verdachte kan worden aangemerkt als een daad van agressie richting een groep mensen die volgens verdachte minderwaardig en niet welkom is in Nederland. Dit druist in tegen het in onze Grondwet verankerde gelijkheidsbeginsel.
Het maatschappelijk debat over het immigratie- en integratievraagstuk is in de afgelopen jaren steeds heftiger gevoerd. Dankzij het recht op vrijheid van meningsuiting is een scherp debat over dit onderwerp, waarbij de grenzen van dit recht regelmatig worden opgezocht, mogelijk. Het moge duidelijk zijn dat verdachte met zijn daad die grenzen ver heeft overschreden. Een Somalisch gezin, dat juist voor daden van geweld op de vlucht is geslagen en om hun veiligheid te garanderen naar Nederland is gekomen, is hiervan het slachtoffer geworden. Het voorval heeft een zeer grote impact gehad op het gezin. Door de enorme dreiging die uitging van de bewezenverklaarde feiten voelde het gezin zich genoodzaakt om opnieuw te vluchten en te verhuizen.
De door verdachte begane feiten hebben niet alleen gevolgen voor het getroffen gezin, maar zijn ook schadelijk voor de rest van de maatschappij. De dreiging van geweld en de beledigende en kwetsende uitlatingen veroorzaken grote onrust binnen diverse bevolkingsgroepen in Nederland en leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Naar het oordeel van de rechtbank doet alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur recht aan de ernst van de feiten.
Verdachtes mededader [medeverdachte] is op 24 september 2020 door het gerechtshof veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 18 maanden voorwaardelijk. Daarbij heeft het gerechtshof onder meer rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van mededader ten tijden van het plegen van het feit, en met het tijdsverloop. De rechtbank houdt bij [verdachte] rekening met dezelfde omstandigheden, en gaat uit van het beginsel ‘gelijke monniken, gelijke kappen’. Aan verdachte zal daarom een zelfde straf worden opgelegd als aan de mededader.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Ten aanzien van de vordering gevangenneming:
Het door de rechtbank bewezen verklaarde feit 1 betreft een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Aldus is voldaan aan artikel 67 Sv. Gelet op de beslissing van de rechtbank tot (in ieder geval gedeeltelijke) bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en oplegging van een gevangenisstraf, zijn ook de ernstige bezwaren, als bedoeld in artikel 67, derde lid, Sv tegen verdachte aanwezig. De ingevolge artikel 67a Sv benodigde grond voor de voorlopige hechtenis is gelegen in de omstandigheid dat het feiten betreft waarop een gevangenisstraf van minimaal 12 jaar is gesteld en de rechtsorde ernstig is geschokt door de bewezen verklaarde betrokkenheid van verdachte bij deze feiten.
De rechtbank overweegt daartoe dat de strafzaken tegen verdachte en zijn mededader ondanks het feit dat er inmiddels geruime tijd is verstreken grote lokale publiciteit hebben gegenereerd en maatschappelijke onrust hebben veroorzaakt. Bij afweging van de belangen van verdachte tegen de belangen van de samenleving en de slachtoffers, wegen de belangen van de samenleving en de slachtoffers zwaarder en rechtvaardigen daarmee een bevel tot gevangenneming van verdachte.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.600,00.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen, nu een gedeelte geen schade is (de borg) en het overige gedeelte reeds geheel is voldaan door de mededader.
De verdediging heeft zich op hetzelfde standpunt gesteld.
Overweging van de rechtbank
Ten aanzien van de post “extra huur” is het de rechtbank niet duidelijk waar die op ziet. Dit kan inderdaad borg zijn zoals de officier van justitie stelt, maar nu dit niet uit de vordering blijkt zal de rechtbank de benadeelde partij voor dit gedeelte niet-ontvankelijk verklaren.
Dat geldt ook voor de overige gevorderde kosten, nu de rechtbank uit de stukken niet kan opmaken of inderdaad, zoals gesteld door de officier van justitie, deze kosten reeds zijn voldaan door de medeverdachte.
De benadeelde partij kan de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 47, 55, 57, 137c, 157, 170 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder het eerste deel van het cumulatief alternatief ten laste gelegde feit onder 3.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 18 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering.

beveelt de gevangennemingvan de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink, voorzitter, mr. J.M.J.M. Doon en mr. A.S. Gaastra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 augustus 2021.

Voetnoten

1.Het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost- Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015616919 gesloten op 3 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 113, proces-verbaal van bevindingen, p. 233.
3.Aanvullende verklaring d.d. 10 juli 2019.
4.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 212.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 163.
6.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] , p. 129.
7.Proces-verbaal van bevindingen en foto, p. 131.
8.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 133.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 101.
10.Proces-verbaal van bevindingen histo’s verdachte, p. 180-182