Op 9 augustus 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking van mr. J.M.W. van de Sande afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was bij een belastingzaak, had zijn wrakingsverzoek ingediend naar aanleiding van een zitting die gepland stond op 13 juli 2021. Verzoeker had voorafgaand aan deze zitting aangegeven de rechter te willen wraken, maar zijn argumenten waren niet specifiek gericht op de rechter zelf, maar op de gehele rechtspraak. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 augustus 2021 was verzoeker niet verschenen, terwijl de rechter had laten weten niet te zullen verschijnen.
De wrakingskamer oordeelde dat wraking alleen mogelijk is op basis van concrete feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De stellingen van verzoeker waren te algemeen en niet onderbouwd met specifieke feiten die duiden op vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer concludeerde dat de verwachtingen van verzoeker over de uitkomst van de zaak en de agendering van de zitting geen aanwijzingen gaven voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat de agendering van zaken afhankelijk is van verschillende factoren en dat de rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de beschikking werd openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.