ECLI:NL:RBGEL:2021:4420

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
12 augustus 2021
Zaaknummer
C/05/391059 / KG RK 21-539
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak

Op 20 juli 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. Y. van Wezel, rechter in deze rechtbank. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter eerder een verdachte bij verstek had veroordeeld, maar het gerechtshof had deze uitspraak vernietigd. De zaak was opnieuw ingepland voor 22 juli 2021. De verschoningskamer beoordeelde het verzoek op basis van de mogelijkheid van schade aan de rechterlijke onpartijdigheid. De kamer stelde vast dat de rechter niet had aangegeven dat zij niet onpartijdig kon zijn, maar dat er geobjectiveerde redenen waren voor de verdachte om aan de onpartijdigheid van de rechter te twijfelen. Gezien de omstandigheden en de uiterlijke schijn, werd het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing houdt in dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/391059 / KG RK 21-539
Beslissing van 20 juli 2021
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. Y. van Wezel,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.
in haar hoedanigheid van rechter in de zaken met zaaknummers 05-187943-19 en 05-239343-19 tussen het Openbaar Ministerie en [… 1] (hierna: verdachte).

1.De procedure

De rechter heeft op 20 juli 2021 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft aan haar verschoningsverzoek ten grondslag gelegd dat zij verdachte eerder bij verstek heeft veroordeeld. Het gerechtshof heeft die uitspraak vernietigd (omdat de dagvaarding zou zijn ingetrokken, hetgeen niet bleek uit het systeem en door de Officier van Justitie ter terechtzitting is ontkend) en de zaak terugverwezen. Nu is de zaak op 22 juli 2021 wederom bij de rechter ingepland.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, als geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de zaak de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn (de objectieve toets). Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend.
3.3.
De verschoningskamer stelt voorop dat de rechter niet heeft aangevoerd dat zij van oordeel is dat zij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.4.
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat de rechter gegeven de geschetste feiten en omstandigheden (geobjectiveerde) redenen voor verdachte ziet om aan haar onpartijdigheid te twijfelen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van mr. Y. van Wezel toe, en verstaat dat in de zaak een andere rechter zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, voorzitter, mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en mr. M.J.M. Verhoeven, leden, in tegenwoordigheid van de griffier [… 2] en in openbaar uitgesproken op 20 juli 2021.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.