11.De beslissing
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een taakstraf van 80 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 dagen;
beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag groot € 303,28 aan verdachte;
de beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [aangever 20] , [aangever 19] , [aangever 17] , [aangever 15] , [aangever 8] , [aangever 5] , [aangever 4] , [aangever 12] , [aangever 13] , [aangever 11] , [aangever 7] , [aangever 6] en [aangever 2] van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2018 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald);
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
1. [aangever 20] € 200,-;
2. [aangever 19] € 1.500,-;
3. [aangever 17] € 125,-;
4. [aangever 15] € 700,-;
5. [aangever 8] € 500,-;
6. [aangever 5] € 200,-;
7. [aangever 4] € 300,-;
8. [aangever 12] € 250,-;
9. [aangever 13] € 300,-;
10. [aangever 11] € 600,-;
11. [aangever 7] € 200,-;
12. [aangever 6] € 400,-;
13. [aangever 2] € 400,-;
legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2018 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [aangever 20] € 200,- 4 dagen;
2. [aangever 19] € 1.500,- 25 dagen;
3. [aangever 17] € 125,- 2 dagen;
4. [aangever 15] € 700,- 14 dagen;
5. [aangever 8] € 500,- 10 dagen;
6. [aangever 5] € 200,- 4 dagen;
7. [aangever 4] € 300,- 6 dagen;
8. [aangever 12] € 250,- 5 dagen;
9. [aangever 13] € 300,- 6 dagen;
10. [aangever 11] € 600,- 12 dagen;
11. [aangever 7] € 200,- 4 dagen;
12. [aangever 6] € 400,- 8 dagen;
13. [aangever 2] € 400,- 8 dagen;
bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
verklaart de benadeelde partij [aangever 7] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Wasmann (voorzitter), mr. R. Raat en mr. A.J.H. Steenweg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Roelfsema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2021.