Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 april 2021
- B-8 formulier aan de zijde van TVM van 11 juni 2021, met twee producties
- B-8 formulier aan de zijde van [gedaagde] van 17 juni 2021, met vier producties
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 juli 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Ik kan het niet aan. Ik maak er een eind aan”. Nadat hij vergeefs had geprobeerd om in een bos zijn polsen door te snijden, is hij doelloos in zijn auto gaan rijden. Hij heeft zijn auto op een gegeven moment in een parkeerhaven geplaatst. Daar heeft hij nog een briefje met excuses aan zijn vrouw en kinderen geschreven. Toen hij een vrachtwagen zag aankomen, besloot hij in een opwelling om zich er voor te gooien. De vrachtwagenchauffeur heeft hierover verklaard dat [gedaagde] – toen de vrachtwagen hem dicht genaderd was – met zijn armen wijd de weg op sprong om voor de vrachtwagen te komen. Ondanks een rem- en stuuractie kon de vrachtwagenchauffeur [gedaagde] niet meer ontwijken.
“ja”.
“suïcidale impulsiviteit bij volgende schaamtevolle life-event met afwijzingsaspect (...)”. De behandeling vindt plaats aan de hand van zes kernprocessen, waaronder
“cognitieve defusie: het leren scheiden van cognities (kennis, ideeën of overtuigingen) en gedrag. Pt.[rechtbank: Patiënt]
kan iets anders doen dan zijn gedachten hem ingeven, wat hem de keuzevrijheid geeft om het ‘advies’ dat zijn brein hem geeft op te volgen, of niet”.
“Mijn hele wereld stortte in toen ik hoorde dat ik ontslagen zou worden. Ik durfde niet meer naar huis toe en voelde grote schaamte. Het enige wat ik kon denken was ik moet er een einde aan maken, ik moet dood. Vanaf dat moment is het net alsof ik er zelf niet meer bij was. Ik heb alles van een afstandje beleefd. Ik had maar één doel, ik moest dood.”
“ontbrekend ziekte-inzicht, reflexief- en introspectief vermogen bij een matig doorleefd ziektebesef”.
Schuld: het geobjectiveerde schuldbegrip”. Ook dit betoog kan TVM niet baten. Deze paragraaf ziet op verkeerssituaties waarin een betrokkene een wellicht menselijkerwijs begrijpelijke beslissing heeft genomen, die hem rechtens toch te verwijten valt. In de onderhavige zaak gaat het evenwel om een situatie waarin [gedaagde] afwijkend, onder invloed van een psychische stoornis, heeft gehandeld. In een dergelijke situatie speelt het subjectieve schuldbegrip een rol. Het ontbreken van schuld is in dat geval gelegen in omstandigheden die de persoon van de dader en/of zijn relatie tot zijn gedraging betreffen, zoals een psychisch defect.
€ 3.540,00(2 punten × tarief € 1.770,00)