ECLI:NL:RBGEL:2021:4353

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2021
Zaaknummer
05/880996-17 en 05/720122-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachten voor babbeltrucs en bijstandsfraude

De rechtbank Gelderland heeft op 19 maart 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen, van 56 en 58 jaar, die betrokken waren bij een reeks babbeltrucs. De verdachten werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van vijf jaar voor hun rol in deze misdaden, waarbij ze zich voordeden als politieagenten om oudere slachtoffers te bedriegen. Een derde man, 54 jaar oud, kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een werkstraf van 150 uur voor zijn beperkte betrokkenheid. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich op een kwetsbare doelgroep richtten, wat leidde tot ernstige gevolgen voor de slachtoffers, waaronder financiële verliezen en een gevoel van onveiligheid. De rechtbank verwierp de bewijsverweren van de verdediging, die stelden dat de aangiftes niet bruikbaar waren. De rechtbank achtte de aangiftes, ondersteund door andere bewijsmiddelen, voldoende betrouwbaar. De verdachten werden ook schuldig bevonden aan bijstandsfraude, omdat ze hun criminele inkomsten niet hadden gemeld. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die in lijn is met straffen in soortgelijke zaken, en benadrukte het gebrek aan respect en moreel besef van de verdachten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/880996-17 en 05/720122-19
Datum uitspraak : 19 maart 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaken van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1961 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] ,
thans gedetineerd te P.I. Achterhoek – Ooyerhoekseweg 21 te Zutphen,
raadsman: mr. A.S. van der Biezen, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 december 2017, 27 februari 2018, 17 april 2018, 4 juli 2019, 18 september 2019, 4 december 2019, 19 februari 2020 en 19 maart 2020.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt (samengevoegd onder twee parketnummers) verweten dat hij zich in de periode van 25 oktober 2016 tot en met 31 augustus 2017 al dan niet samen met één of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan zeven diefstallen, elf pogingen tot diefstal dan wel oplichting en één oplichting van aangevers tussen de 68 en 92 jaar. Verder wordt verdachte verweten dat hij zich in de periode van 8 augustus 2016 tot en met 3 september 2017 schuldig heeft gemaakt aan bijstandsfraude.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De verdediging heeft de volgende (algemene) bewijsverweren gevoerd.
Met betrekking tot de aangiftes is aangevoerd dat deze niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. De aangevers vormen de enige bron en er zijn geen (F-)Osloconfrontaties gehouden om dit te compenseren. Daarmee heeft verdachte geen eerlijk proces gekregen.
De verdediging heeft verzocht de fotoconfrontaties alsnog uit te voeren. Zij verzoekt hierbij prof. dr. P.J. van Koppen te betrekken.
Verder is verzocht de herkenningen van de verbalisanten met betrekking tot de camerabeelden uit te sluiten van het bewijs. Hiertoe is aangevoerd dat sprake is geweest van het creëren van bewijs, het verstrekken van voorkennis en van aandachtsvestiging op [medeverdachte] en [verdachte] . De herkenningen zijn, aldus de verdediging, gestuurd en beïnvloed. Gelet daarop zijn de herkenningen onbetrouwbaar.
Ten derde is opgemerkt dat de OVC-gesprekken niet bruikbaar zijn voor het bewijs. Omdat verdachte zichzelf niet in de gesprekken herkent, wordt de stemherkenning betwist.
Tot slot is voor wat betreft de modus operandi opgemerkt dat deze onvoldoende onderscheidend is. Verder kan een schakelredenering in veel gevallen geen toepassing vinden. Hiertoe is aangevoerd dat alle feiten zelfstandig met voldoende bewijsmateriaal moeten worden gefundeerd. [verdachte] heeft in zijn algemeenheid verklaard dat hij wel eens met [medeverdachte] weg is geweest voor een klus. Hij heeft betrokkenheid bij de babbeltrucs ontkend.
Beoordeling door de rechtbank:
Verweren
De rechtbank zal voorafgaand aan de bespreking van het bewijs eerst ingaan op enkele algemene verweren van de verdediging.
Aangiftes
Met betrekking tot het gebruik van de aangiftes overweegt de rechtbank dat de aangevers niet (alsnog) met foto’s in de vorm van (F-)Osloconfrontaties zijn geconfronteerd of naar aanleiding daarvan zijn gehoord. Nu de aangiftes in belangrijke mate worden ondersteund door andere – hierna te noemen – bewijsmiddelen, staat dit onder deze omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank niet aan het gebruik van deze aangiftes voor het bewijs in de weg. Het verweer wordt daarom verworpen. Voor wat betreft het verzoek deze confrontaties alsnog (met daarbij een bijdrage van prof. P.J. van Koppen) te laten verrichten, overweegt de rechtbank dat haar, mede gelet op de leeftijd van aangevers en de verstreken tijd, onvoldoende van een belang voor enige in de strafzaken te nemen beslissing is gebleken. Zij zal het verzoek dan ook afwijzen.
Herkenningen camerabeelden
Met betrekking tot de herkenningen overweegt de rechtbank dat deze niet op zichzelf staan. De herkenningen worden in diverse zaken door de verdachten zelf dan wel door bekenden van de verdachten (bijvoorbeeld [getuige 1] en [getuige 2] ) bevestigd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de herkenningen met betrekking tot de Paaltjesweg in Eindhoven en de Rubensstraat in Papendrecht. In geval de herkenningen niet door de verdachten en/of bekenden worden bevestigd, vinden zij steun in overige bewijsmiddelen die ook naar [medeverdachte] en [verdachte] wijzen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de observatie op 8 augustus 2017 dan wel de reisbewegingen op 9 augustus 2017. Gelet op al het voorgaande, acht de rechtbank de herkenningen dan ook voldoende betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
OVC-gesprekken
Met betrekking tot de OVC-gesprekken gaat het om een relatief korte periode waarin de gesprekken in de [auto 1] – zoals volgt in gebruik bij [verdachte] – zijn opgenomen. De stemmen worden telkens, zoals hierna ook nog aan de orde komt, herkend als de stemmen van [medeverdachte] en [verdachte] . Nu vervolgens in de gesprekken van die betreffende dagen ook herhaaldelijk de voornamen van de verdachten worden genoemd – en ook deze OVC-gesprekken steun vinden in overige bewijsmiddelen –, ziet de rechtbank geen reden om aan de herkenningen te twijfelen.
Modus operandi
Voor wat betreft de modus operandi overweegt de rechtbank dat het – zoals nog volgt – veelal gaat om één of twee mannen die aanbellen en die zich voordoen als politieagent. Veelal wordt aangegeven dat er is ingebroken en wordt er gevraagd/gecontroleerd of aangevers/aangeefsters geld en/of waardevolle goederen missen. Hoewel deze modus operandi wellicht vaker wordt toegepast zijn er ook andere details die bij de feiten terugkomen. Er wordt bijvoorbeeld vaak een specifiek zwart mapje/identiteitsbewijs beschreven, een blauwe jas genoemd en bijvoorbeeld ook een raam open gezet. Verder is meermalen een zelfde telefoon gebruikt en komen bijvoorbeeld de ‘Bulgaren’ vaker terug in de gesprekken met de aangevers/aangeefsters. Naast dat deze details de modus operandi specifieker maken, overweegt de rechtbank ook dat de modus operandi niet op zichzelf staat. De aangiftes met daarin de modus operandi vinden ook steun in overige bewijsmiddelen, zoals bijvoorbeeld de registraties van de [auto 1] , de [auto 2] (kenteken [kenteken 1] en kenteken [kenteken 2] ) en de [auto 3] , in gebruik bij [verdachte] of [medeverdachte] . De rechtbank zal bij de feiten dan ook de onderlinge samenhang en modus operandi in ogenschouw nemen.
Voertuigen en telefoonnummers
De rechtbank zal voorafgaand aan de bespreking van de feiten ingaan op de verschillende telefoonnummers en voertuigen van de verdachten [medeverdachte] (
hierna: [medeverdachte]) en [verdachte] (
hierna: [verdachte]).
Er zijn twee auto’s op naam van [getuige 2] gesteld, een zwarte [auto 3] met kenteken [kenteken 3] vanaf 6 april 2012 tot en met 13 april 2017 en een zwarte [auto 2] met kenteken [kenteken 2] vanaf 13 april 2017 tot en met 25 juli 2017. [3]
[medeverdachte] , geboren op [geboortedag 2] 1963, heeft verklaard dat hij gebruik maakt van [naam 1] ’s auto. [naam 1] , zijn partner, heeft een [auto 3] gehad. [4] Over de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] – waarvoor ze de [auto 3] hebben ingeruild – heeft [medeverdachte] verklaard dat hij het meest gebruik maakt van de auto. [medeverdachte] heeft zelf geen voertuigen op zijn naam en is ingeschreven op de [adres 2] in Arnhem. Thuis is hij bij [naam 1] [getuige 2] (
rechtbank: [adres 3] in Arnhem), aldus [medeverdachte] . [5]
De zwarte [auto 2] met kenteken [kenteken 1] heeft in de periode van 14 maart 2017 tot en met 22 juli 2017 op naam van [naam 2] , de partner van [getuige 1] , gestaan. [getuige 1] heeft verklaard dat hij de auto heeft uitgeleend aan [medeverdachte] . [6] Over de [auto 2] wordt op 27 juni 2017 gerelateerd dat zich in de achterportieren en achterruit getint glas bevindt. [7]
Gelet op al het voorgaande en ook de omstandigheid dat onder meer [medeverdachte] bij verschillende feiten aan deze auto is te linken, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat zowel de [auto 3] met kenteken [kenteken 3] , de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] als de [auto 2] met kenteken [kenteken 1] door [medeverdachte] zijn gebruikt.
De [auto 1] met kenteken [kenteken 4] is vanaf 24 maart 2016 op naam van [naam 3] , de schoonmoeder van [verdachte] , gesteld. [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1961 en wonend in Arnhem, verklaart over de [auto 1] dat hij niet gelooft dat er afluisterapparatuur in zijn auto heeft gezeten. Op de vraag of het dus inderdaad zijn auto is, verklaart [verdachte] dat hij gebruik heeft gemaakt van de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] . [8] In het dashboardvakje van de [auto 1] is ook het rijbewijs van [verdachte] aangetroffen. [9] Op 8 augustus 2016 zijn [verdachte] (bestuurder) en [medeverdachte] (bijrijder) samen in de zwarte [auto 1] met kenteken [kenteken 4] gezien. [10] Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte] , ook samen met [medeverdachte] , gebruik heeft gemaakt van de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] .
Voor wat betreft de telefoonnummers overweegt de rechtbank dat op 4 september 2017 een Nokia toestel met telefoonnummer [telefoonnummer 1] in beslag is genomen. Tijdens het beluisteren van de opgenomen communicatie, gevoerd via het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 1] , is één persoon als gebruiker naar voren gekomen. Deze persoon is tijdens de gesprekken door onder meer [naam 1] [getuige 2] en [verdachte] “ [medeverdachte] ” genoemd. [11] Het nummer [telefoonnummer 1] klinkt [medeverdachte] bekend. [12] Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 1] is vanaf 9 maart 2017 tot en met 30 mei 2017 en vanaf 26 juni 2017 tot en met 4 september 2017 getapt. [13]
Verder is onderzoek gedaan naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Tijdens het beluisteren van de opgenomen communicatie is de telefoon hoofzakelijk door één persoon gebruikt. Deze persoon is door onder meer [naam 5] en [medeverdachte] aangesproken met de naam “ [verdachte] ”. Een enkele keer is de telefoon beantwoord door [naam 5] . De stem van de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2] is herkend als de stem van [verdachte] . Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2] is vanaf 3 mei 2017 tot en met 30 mei 2017 en vanaf 26 juni 2017 tot en met 4 september 2017 getapt.
Er is tijdens de opnames van de telecommunicatie – naar wat de rechtbank begrijpt – 1272 keer telefonisch contact geweest tussen [medeverdachte] en [verdachte] . [14] Uit al dit voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de telefoonnummers eindigend op [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] zijn gebruikt door [medeverdachte] ( [telefoonnummer 1] ) en [verdachte] ( [telefoonnummer 2] ). Verder kan uit het voorgaande worden afgeleid dat [medeverdachte] en [verdachte] veel contact met elkaar hebben gehad.
De rechtbank zal nu eerst ingaan op de feiten waarin veelal live sprake is geweest van OVC-gesprekken.
Met betrekking tot feit 9 (zaak 27: [adres 5] Nijmegen) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 9 primair tenlastegelegde kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is opgemerkt dat, indien een bijdrage wordt aangenomen, niet kan worden bewezen dat deze van voldoende gewicht is geweest om medeplegen aan te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedag 3] 1949, heeft verklaard dat zij op 7 augustus 2017 omstreeks 09:45 uur, zoals altijd, met haar hond is gaan wandelen.
Omstreeks 11:30 uur kwam aangeefster thuis, waarna er rond 11:45 uur bij haar woning aan de [adres 5] in Nijmegen – met intercomsysteem (inclusief camera) – werd aangebeld. Via het scherm van het intercomsysteem zag aangeefster een man voor de deur staan. Op de vraag van aangeefster wie hij was en wat hij kwam doen, antwoordde de man: “politie”. De man liet een pasje met een metalen logo zien. Aangeefster opende de voordeur. Het betrof een blanke man van rond de 55 jaar met grijs haar, een stevig postuur, een lengte van ongeveer 1.75 meter en een jas (lichtblauw of lichtgrijs). De man liet op verzoek van aangeefster nogmaals een opengeklapt mapje met daarin een metalen logo en een pasje met foto zien. Aangeefster liet de man binnen. De man vertelde dat de politie twee Bulgaren had gearresteerd die meerdere inbraken hadden gepleegd. De man vroeg aangeefster of er bij haar was ingebroken. Hij keek de woonkamer en keuken in en vroeg of zij een kluis in haar woning had. De man vertelde dat zijn collega er zo aan kwam.
Er kwam inderdaad een tweede man. Het betrof een blanke man van ongeveer 55 jaar, kleiner dan man 1 met een gedrongen postuur en een blouse met “fijne streepjes” (lichtblauw of lichtgrijs). Toen de zwarte bus van de getuige [getuige 6] aan kwam rijden, vroeg één van de mannen of de man in de zwarte bus bij haar hoorde. Aangeefster bevestigde dit. Vervolgens zei man 1 tegen zijn collega: “dit huis niet”. Ze verlieten de woning. [15]
Door aangeefster is verder verklaard over een oplichting in 2015. Het betrof [naam 7] die diverse klussen voor zijn rekening zou nemen. Aangeefster gaf hem hier geld voor. [naam 7] had ook een keer een jeep op haar naam gehuurd om aangeefster naar haar dochter in Zwitserland te brengen. Alles had aangeefster, al met al, € 60.000,-, gekost. Ze hoorde dat [naam 7] tegenover de Blueband Bajes op het woonwagenkamp (ofwel het woonwagenkamp op de Ir. Molsweg te Arnhem) woonde. [16]
Intercom
Door aangeefster werden de beelden zoals gemaakt door de camera van haar intercomsysteem aan de voordeur (onder meer bestand 122546) verstrekt. Hierop was, aldus aangeefster, de man te zien die zich bij haar als politieman heeft voorgedaan. Het betreft een opname
van 12:25:46 tot 12:25:53 uur (
rechtbank: met correctie naar de werkelijke tijd een tijdstip van omstreeks 11:40 uur). [17] De beelden zijn door onder meer verbalisant [verbalisant 1] , wijkagent en bekend met [medeverdachte] , bekeken. Zij heeft daarbij [medeverdachte] aan zijn opvallende postuur, haardracht en gezicht herkend. [18] De rechtbank verwijst hierbij naar wat zij eerder over de herkenningen heeft overwogen.
[auto 1]
Door de politie is een registrerend baken onder de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] – welke zoals hierna ook volgt in verband kan worden gebracht met diverse babbeltrucs – geplaatst. Geregistreerd is dat dat de [auto 1] op maandag 7 augustus 2017 omstreeks 11:39 t/m 11:46 uur – omstreeks het tijdstip van het plegen van het feit – ter hoogte van de [adres 6] in Nijmegen heeft stil gestaan. Dit adres bevindt zich op ongeveer zestig meter afstand van de woning aan de [adres 5] in Nijmegen. Verder heeft het baken geregistreerd dat de [auto 1] op 7 augustus 2017 om 09:22:46 uur, 09:24:22 uur, 09:33:02 uur, 09:41:37 uur, 09:42:23 uur, 09:53:19 uur, 09:54:07 uur, 10:54:00 uur en 11:38:13 uur in de Vossenlaan is geweest. [19]
Op onder meer 7 augustus 2017 zijn diverse gesprekken in de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] opgenomen. De inzittenden van de [auto 1] spreken elkaar daarbij aan bij elkaars voornaam: [medeverdachte] en [verdachte] . De stem van [medeverdachte] wordt door de verbalisant herkend als de stem van ( [medeverdachte] ) [medeverdachte] . De stem van [verdachte] is herkend als de stem van [verdachte] . [20] Zoals al is overwogen, maakt dit voorgaande en in het bijzonder het herhaaldelijk noemen van elkaars voornaam, dat naar het oordeel van de rechtbank kan worden bewezen dat de volgende gesprekken door [medeverdachte] en [verdachte] zijn gevoerd.
Op 7 augustus 2017 zijn onder meer de volgende gesprekken opgenomen:
“(…) 09:02 uur tot 09:07 uur (…) [medeverdachte] = [medeverdachte] en [verdachte] = [verdachte] (…).
[medeverdachte] :............(ntvs) hij was klaar in ieder geval dus. Staat die daar ........(ntvs)ofniet?
...... .(ntvs) een grijs autootje?
[verdachte] : Ja. Dan(fon) is ie dat.
[medeverdachte] : Ja.
[verdachte] : Ja dat is tie. Ja Renaultje(fon)
[medeverdachte] : ..........(ntvs) krijg(fon)je die los?
Hoorbaar is het omlaag of omhooggaan van een autoruit.
Hoorbaar is een NN-man die kennelijk bij de auto van [verdachte] en [medeverdachte] is gekomen. (…)
[verdachte] : Ja maar ik zal je even vertellen dat geloof je niet [naam 8] toch heb ik hier goed de kost verdiend.
NN-man: Hier?
[verdachte] : Een half meiertje aftrekken meer niet.
NN-man: Ja rij maar achter me aan.
[verdachte] : He [naam 8] . Luister es.
NN-man: Ja.
[verdachte] : is ze aardig gek?
NN-man: Ja dat moet je zelf aanvoelen, wij kregen alles voor elkaar bij der dus eh.
[verdachte] : Zou ze nog LOBIE binnen hebben liggen?
NN-man: Ik denk het wel dus. Ze had een gloednieuwe hoe heet zo’n ding, een Jeep (…). Ja die kreeg ik maar zo, daar had ik papieren alles van, kenteken compleet, die heb ik zo teruggeven die auto. Want we hadden later een hele andere een veel mooiere he he. Dat weet jij wel [medeverdachte] , daar heb ik bijna 3 maanden mee gereden met die auto.
[verdachte] : Laten we maar kijken wat het is.
NN-man: Ja.
[verdachte] : Nooit geschoten is nooit raak.
NN-man: Ja.
[medeverdachte] : En na deze [naam 8] ?
NN-man: He?
[medeverdachte] : En na deze dan Nunspeet nog(fon) of?
[verdachte] ; Als dit goed is dan.
NN-man: Dan hoef je voorlopig niks meer te doen als deze goed is. Als er in zit wat ik denk dat er in zit, ik heb er nooit ingekeken. Mijn schoonzoon deed altijd de betalingen weet je niet. Maar wij konden afrekenen wat we wouden. 20, 30 ruggen hebben we daar laten afrekenen in een poep en een scheet. We hebben der wet voor gewerkt maar het werk dat we gedaan hebben....
[verdachte] ; Dat pakte, dat pakte ze gewoon uit de kluis? (…)
Kennelijk is NN-man weg gegaan (…). [21]
De stem van NN-man, die ook [naam 8] en [naam 8] wordt genoemd, wordt door de verbalisant [verbalisant 2] herkend als de stem van [naam 8] . [22] [naam 8] , de partner van de zus van [medeverdachte] , heeft een schoonzoon met de naam [naam 7] , [23] waarover ook aangeefster heeft verklaard. [naam 8] woont op het woonwagenkamp aan de [adres 7] in Arnhem en rijdt wel eens in een grijs busje ( [auto 4] ). [24] Uit dit voorgaande leidt de rechtbank af dat [naam 8] , al dan niet gedeeltelijk via zijn schoonzoon, al bekend is met de situatie van aangeefster en op 7 augustus 2017 met [medeverdachte] en [verdachte] heeft afgesproken (en daar met de grijze [auto 4] is gekomen).
De gesprekken worden vervolgd:
09:17 uur tot 09:22 uur (…)
[verdachte] : Ik heb der zin in jongen. (…)
[verdachte] : der zin in weer. Lekker effen. Ik hoop dat we een beetje goed zitten, kunnen we lekker een maandje stoppen.
[medeverdachte] : He?
[verdachte] : Een rug of 60 pakken en een maandje stoppen.
Hierna even stilte. [25] (…)
09.22 uur tot 09.27 uur
“(…) NN-man: .......(ntvs) [verdachte] .
[medeverdachte] : Naar voren?
Hoorbaar is dat wederom een autoportier wordt geopend en dichtgeslagen.
[verdachte] : Heb Je em hier goed staan [naam 8] ?
NN-man: He?
[verdachte] : Heb je em hier wel goed staan de auto?
NN-man: Ik rij hier zo toch(fon) weg maar et is effe dat ik et aan wijs he(fon)
[medeverdachte] : Maar waar wacht jij op [naam 8] ?
NN-man: .......... (ntvs) kennen ze me niet maar de rest kennen ze me overal, ik heb in alle ......(ntvs) gewerkt, ..........(gedeelte niette verstaan). Hierzo(fon) links(fon) af. Rustig aan doen. Dat huis is het dat grote dat rooie huis hier links en aan de linkerkant woont zij en aan de rechterkant hebben we ook gewerkt, alle twee. De
rechterkant zit een kerel in met 2 of 3 dochters.
[medeverdachte] : Is het deze waar je zo tegen aan kijkt?
NN-man: Ja.
[medeverdachte] : En welk huis is het dan?
NN-man: De linker.
[medeverdachte] : Deze?
NN-man: De linker waar dat grijze autootje op de oprit staat. Hier daar loopt ze.
[medeverdachte] : ....(ntvs) ze gaat der uitohh ze gaat weg met de ,....(ntvs)wateen kankerzooi he.
Ze laat de hond uit. Rij der eens 1 keer langs [naam 8] .
NN-man: Daar mag je niet in. Daar mag je niet in. Nee ze letten overal op hier, je moet geen foutje maken Jongens hoor.
[medeverdachte] : Nee(fon) ik wil ze even zien. (…)
NN-man: Een Indo is het.
[medeverdachte] : Ik wil ze even zien ...... ..(ntvs). Ach als ze terug komt is het goed, als ze terug komt
is het goed. ...... .(ntvs) niet ver weg.
NN-man: Nee ze gaat altijd lopends de hond uitlaten. Ga hier maar link, links, dan komen we
der misschien nog wel tegen. (…)
NN-man: De hond is alles voor haar. Als je die hond grijpt (fon) geeft (fon) ze ook alles.
[medeverdachte] : Oh ze loopt net weg wat zonde he, iets eerder en we hebben ze...... .(ntvs) [naam 8] .
(…) NN-man zegt nogmaals een paar maanden die auto van die vrouw te hebben gehad. 48 duizend die auto, zegt NN-man. Hierna weer letterlijk:
NN-man: Deze moetje in de gaten houden, hier links .......(ntvs) hekke(fon) los, deze links
hiernaast die moet je in de gaten hoouden.
[medeverdachte] : Deze kiet he?
NN-man: Deze kiet hier. Kijk ze heb zo'n dingetje met een cameraatje er op en voor de rest niks he.
[verdachte] : Kut ding jongens we hadden moeten blijven staan daar.
[medeverdachte] : Waar is ze nou eigenlijk, kun je haar zien (…)
[verdachte] ; Staat ze daar niet, nee nee. .......... .(ntvs). We hadden moeten blijven staan daar. ...... .(ntvs) precies gezien waar ze heen gegaan was. Had je der op kunnen vangen, wachten. Ja nou is ook mooi.
[medeverdachte] : Als ze terugkomt met een half uurtje is het goed.
[verdachte] : Dalijk(fon) zeggen(fon) ze(fon) der zijn inbrekers. (…)
[verdachte] : ......... .(ntvs) hier blijven wachten [medeverdachte] .
[medeverdachte] : Ja. (…). [26]
Zoals overwogen is de [auto 1] onder meer om 09:22:46 en 09:24:22 uur – tijdens dit gesprek – in de Vossenlaan geregistreerd. Dit in samenhang met details uit het gesprek, zoals onder meer het altijd ’s ochtends uitlaten van de hond en het genoemde “cameraatje”, en de geschiedenis van [naam 8] met aangeefster, maakt dat de rechtbank bewezen acht dat hier wordt gesproken over aangeefster [slachtoffer 10] . Door [naam 8] wordt in de Vossenlaan aangewezen om welke woning het gaat en waar [medeverdachte] en [verdachte] op moeten letten (zoals de camera en de buurtbewoners).
De gesprekken gaan verder:
09:27 uur tot 09:32 uur (…)
[verdachte] : ik had moeten staan daar dan had je der kunnen volgen...... ..(ntvs) draaien.
NN-man: Ja ik dacht dat gaat wel ze moet de hekken nog los doen.
[medeverdachte] : Die is niet vooruit te branden dat wijf. (…)
[medeverdachte] : Ja jongens wachten of niet wachten, ja he?
NN-man: Weet ik niet.....,......(ntvs)
[medeverdachte] : Ja dan vind ik het zonde om naar een ander...........(nfvs).
NN-man: Ja dan moet je hier weer weg. (…)
NN-man; Jaja. Ze heb alleen familie in Zwitserland dan weet jij het wel, kennissen in Zwitserland. [naam 7] is met der in Zwitserland geweest alles een heel weekend(fon).
[medeverdachte] : Een hele dure kiet waar ze woont hoor. (…). [27] Dit betreft opnieuw een overeenkomst met de hiervoor onder de aangifte opgenomen zeer specifieke verklaring van aangeefster over een mogelijke oplichting door [naam 7] .
Vervolgens wordt besproken:
“(…) 09.32 uur tot 09.35 uur (…)
[medeverdachte] : Heb ze dat kluisje onder de trap he?
NN-man: In de kelder links onder de trap.
[verdachte] : Een grote?
NN-man: Ja, zo zo(fon) hij zit vast hoor, hij zit vast.
[verdachte] : Ja in de muur. (…)
[verdachte] : Een koevoet der achter zetten wel. (…)
NN-man: Nee volgens mij een sleutel hoor…. (ntvs) is ook al weer een tijd geleden.
[verdachte] : Dat moeten we zeker weten [naam 8] . (…)
[verdachte] : Als je die goed overvalt, je klopt aan, je zegt zo en zo en zo (…)
[medeverdachte] : Want zij zegt gewoon ik heb de loper niet dan zeg ik ja namaakloper mevrouw… (ntvs) Bulgaarse (fon) … (ntvs)
[verdachte] : Dat is een type de hond is voor haar alles (…). [28] (…)
Maandag 7 augustus 2017 van 09.35 uur tot 09.40 uur
(…)NN-man: Of je moet vanmiddag teruggaan.
[medeverdachte] : Hier heb je een hele dinge(fon) hier heb je ook een barbecue achter hier. Hier heb ik er 1 gepoot(fon) volgens mij nummer 17. Nummer 17, die heb ik gehad. (…)
[medeverdachte] : Ja wij kunnen der toch heen gaan gewoon.
NN-man: Ja je mag der van mij heen gaan.
[medeverdachte] : Ga jij je dingen maar doen.
NN-man: Als je me maar niet vergeet. (…)
(…) [verdachte] : Wat wou je doen [medeverdachte] .
[medeverdachte] : Effen wachten die komt zo weer terug (…)
[verdachte] : Ja had ik er maar achteraan gereden ja dan blijft hij der bij maar dat maakt niet uit.
[medeverdachte] : Wat een maf he wat een sufferd he.
[verdachte] : Ais er maar een mooi... ..(ntvs) ligt dan komt ie(fon) der wel achter. Hier iigt geld
hoor.
[medeverdachte] : He?
[verdachte] : Hier ligt geld.
[medeverdachte] : Ja 100 duizend procent dat is een kapitaal huis [verdachte] dat meen ik echt.
[verdachte] : We moeten wel snel werken hier [medeverdachte] hoor (…). [29]
Uit het voorgaande volgt dat [naam 8] tips geeft voor wat betreft onder meer de kluis. Verder roept [naam 8] in herinnering dat als ze er toch heen gaan, ze hem niet moeten vergeten.
Dit wordt gevolgd door:
“(…) 10.53 uur tot 10.58 uur
(…) [medeverdachte] (…) Ja rij nog maar 1 keer langs die andere op, zien of die andere der is … (ntvs) (…) [verdachte] geeft aan dat die vrouw al anderhalf uur weg is en gewoon 10 kilometer met die hond gaat lopen. (…)
[verdachte] : Ik wil actie zien [medeverdachte] ik wil actie zien. Ik wil geld zien nou.
[medeverdachte] : Ja wat denk je van mij [verdachte] ik zit der nou(fon) door heen. Die 2 weken dat jij weg
bent geweest heeft me een rooitje of 6, 7 gekost [verdachte] . ......(ntvs). [30] (…)
11.00 uur tot 11.05 uur (…)
[verdachte] : Nou der heen [medeverdachte] nou, nou der heen, NU.
[medeverdachte] : Nu?
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte] : En de buurt(fon) dan. (…)
[verdachte] : Dan moet je nou doen [medeverdachte] , pak de jas.
[medeverdachte] : ....(ntvs) mijn jas ja.
[verdachte] : Ja, ja, .....(ntvs) dan moetje opschieten. Ja nou is het dicht.
[medeverdachte] : Wou ze poten?
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte] : Ho effen, wacht effen.
[verdachte] : !k kom der meteen aan.
Hoorbaar is het dichtslaan van het autoportier, omstreeks 11.04 uur. Omstreeks 11.05 uur is weer het dichtslaan van het autoportier hoorbaar. [medeverdachte] stapt in de auto. (…)
[medeverdachte] : Ja je verpest het [verdachte] , rij maar naar die andere gauw. (…)
[verdachte] : Hier moeten we der in.
[medeverdachte] : 100 duizend procent jongen, mevrouw [naam 9] . [naam 9] .
[verdachte] : Ja die had LOBIE binnen. Die heb LOBIE binnen liggen. [31] Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat ze nog altijd wachten op aangeefster [slachtoffer 10] . Tussentijds gaan ze naar een ander adres voor LOBIE . Dit is, aldus het delictenwoordenboek Bargoens (wat de mannen in de [auto 1] spreken), geld. [32] In dit kader wordt ook gesproken over “poten” en het pakken van een jas.
Maandag 7 augustus 2017 van 11.36 uur tot 11.41 uur (…)
[medeverdachte] : Rij der eens een keer langs. Dan moet je effen 1 keer langs dat wijf rijden.
[verdachte] : Waar was dat?
[medeverdachte] ; Hier rechtsaf hier rechtsaf hier. (…)
[medeverdachte] : Hij is der mee naar Zwitserland geweest met dat wijf...... (ntvs)
[verdachte] : Met deze vrouw?
[medeverdachte] : Ja...............(ntvs)
[verdachte] : ............ (ntvs) De kluis staat onder de trap he?
[medeverdachte] : Onder de trap.
[verdachte] : ........... (ntvs)
[medeverdachte] : ...........(ntvs) autootje toch,ja...........(ntvs)
[verdachte] : Was dat die auto?
[medeverdachte] : He?
[verdachte] : Ja grijze. (…)
De motor van de auto wordt uitgeschakeld. (…)
[medeverdachte] : Wacht jij?
[verdachte] : Ja, zo gauw Jij naar binnen tippelt...... (ntvs) ik doe eerst de jas aan.
Omstreeks 11.39 uur 30 seconden is hoorbaar dat het autoportier wordt dichtgegooid. Omstreeks 11.40 uur is het sluiten van een rits hoorbaar en het dichtslaan van een portier. Kennelijk zijn [verdachte] en [medeverdachte] uitgestapt. [33] (…)
Omstreeks het tijdstip van het feit – waarbij de [auto 1] ook om 11:38:13 uur in de Vossenlaan wordt geregistreerd – vindt dit gesprek plaats. Dit duidt op het gaan naar de woning van aangeefster [slachtoffer 10] . [medeverdachte] gaat eerst naar de woning, waar hij vervolgens ook op de camerabeelden is te zien. [verdachte] volgt, na het aantrekken van de jas, als tweede man.
Tot slot wordt het volgende besproken:
“(…) 11.46 uur tot 11.51 uur
[medeverdachte] : (…) Misschien rijdt ie weg jongen, misschien rijdt ieweg.......(ntvs)ach jongen.
[verdachte] ; .....(ntvs) terug ...... (ntvs) die pakken we.
[medeverdachte] : Nee, die kun je nou niet pakken jongen, . .. ..(ntvs) afkankeren, dat zegt ze tegen hem, dat is een hele slimme vrouw jongen.
[verdachte] : Wat zei ze.
[medeverdachte] : Meent u dat nou oh kijk boven dan effen gauw meneer(fon) zei ze.
[verdachte] : Wat een kankerpech he. (…)
[medeverdachte] : ............. .(ntvs) goh wat zonde, ben der overstuur van, hier had je goed gezeten. (…)
[medeverdachte] : ............ .(ntvs) Dat klopt wel wat [naam 8] zegt, die vrouw mag graag praten jongen.
(…) [verdachte] : Wat zei je heb je hier een kluisje beneden?
[medeverdachte] : !k zeg nou we hebben net 2 Bulgaren aangehouden. Oh oh oh helemaal niet
overstuur of zo. Nou kijk maar even dan(fon). ......... (ntvs) kluisje was. Oh oh oh
beneden he ik wel een kluisje zegtze........(ntvs) neploper...... (ntvs).
[verdachte] : Gewoon een kwartiertje eerder dan was het goed. ….. (ntvs) Heb je 5 minuten voor nodig. (…) Beiden geven aan vandaag nog wel wat te willen verdienen en door te gaan. (…)
[verdachte] : Die heb LOBIE binnen liggen hoor. Denk jij van niet?.......(ntvs)
[medeverdachte] : Wat een kankerzooi.....(ntvs) Kwam die bus in een keer aanrijden [verdachte] ?
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte] : Wat een kankerzooi joh. Ja die heb dat gezegd ik moet morgen tot half 12 weg of
zo. ...........(ntvs)
[verdachte] : Die is het bos in geweest met de hond. Kom je daar om half 11 dan is het goed dan
ben Je er om 10 over half 11 weer uit. (…)”. [34]
Dit voorgaande past naar het oordeel van de rechtbank opnieuw bij de aangifte van aangeefster [slachtoffer 10] , waarbij de mannen werden ‘gestoord’ door de komst van getuige [getuige 6] .
Voor wat betreft de telecom overweegt de rechtbank dat het laatste contact van het telefoonnummer van [medeverdachte] , eindigend op [telefoonnummer 1] , voor het incident om 08:25:35 uur is geweest. Het eerste contact erna is om 14:58:57 uur. Tussenliggende oproepen worden niet beantwoord. Het eerste gesprek van [verdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 2] , op deze dag is om 18:18:11 uur met [medeverdachte] . [35]
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder de herkenning van [medeverdachte] op de camerabeelden (als de persoon die zich heeft voorgedaan als politieagent) en vervolgens de gesprekken in de [auto 1] , acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] samen met [verdachte] heeft geprobeerd de destijds 68-jarige [slachtoffer 10] te bestelen (feit 9 primair onder parketnummer 05/880996-17).
Voor wat betreft het medeplegen zal zij daar na de bespreking van de verschillende feiten nader op ingaan.
Met betrekking tot feit 10 (zaak 28: [adres 8] Bunnik), feit 11 (zaak 29: [adres 9] Amsterdam), feit 12 (zaak 30: [adres 10] Amsterdam) en feit 13 (zaak 31: [adres 11] Amsterdam) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 10 primair, 11 primair, 12 en 13 primair kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is opgemerkt dat, indien een bijdrage wordt aangenomen, niet kan worden bewezen dat deze van voldoende gewicht is geweest om medeplegen aan te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal ingaan op de reeks aan feiten op 8 augustus 2017, waartussen naar haar oordeel een samenhang bestaat.
Vooraf
Zoals overwogen, is er een registrerend baken onder de voornoemde [auto 1] met kenteken [kenteken 4] geplaatst. Van belang is dat het voertuig op 8 augustus 2017 omstreeks 08:30 uur vanuit Arnhem – de woonplaats van [medeverdachte] en [verdachte] – is vertrokken. Vervolgens is het voertuig op 8 augustus 2017 tussen 09:13 en 09:19 uur op het terrein van het tankstation Total aan de A12 ter hoogte van Woudenberg geregistreerd. Op de camerabeelden van het tankstation aan de noordzijde van de A12 (
rechtbank: heenweg) is omstreeks 09:13 uur te zien dat twee personen – herkend als [medeverdachte] en [verdachte] – uit de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] stappen. Om 09:19 uur verlaten zij het terrein. Vervolgens is de auto via Bunnik en Utrecht naar Amsterdam gereden. Op 8 augustus 2017 omstreeks 15:40:16 tot en met 15:46:40 uur is de auto vervolgens bij de Shell aan de A12 – schuin tegenover het tankstation Total aan de zuidzijde (
rechtbank: terugweg) – ter hoogte van Woudenberg geregistreerd. [medeverdachte] en [verdachte] worden opnieuw op de camerabeelden bij de [auto 1] herkend. Omstreeks 16:05 uur is de [auto 1] weer in Arnhem waargenomen. [36] Voor wat betreft de herkenningen verwijst de rechtbank naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
Naast deze registraties en camerabeelden zijn [medeverdachte] en [verdachte] op 8 augustus 2017 ook door meerdere verbalisanten geobserveerd. Hierbij zijn [medeverdachte] en [verdachte] tussen 11:55 uur en 11:42 uur herhaaldelijk in of nabij de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] gezien. De verbalisanten relateren dat zij herhaaldelijk naar woningen kijken en ook aanbellen. Hierbij hebben zij [medeverdachte] ook diverse keren met een telefoon tegen zijn oor waargenomen. [37]
Dit is opvallend, nu het eerste contact met de telefoon van [medeverdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 1] , op 8 augustus 2017 pas om 16:18:05 uur – ongeveer tien minuten nadat de [auto 1] in Arnhem wordt geregistreerd – is. Daarvoor is de telefoon tot inkomende oproepen omstreeks 16:00 uur (welke niet zijn beantwoord) inactief. Voor wat betreft [verdachte] geldt ook dat op 8 augustus 2017 pas om 16:15 uur – nadat de [auto 1] in Arnhem is geregistreerd – sprake is van een eerste daadwerkelijk gesprek van [verdachte] zelf. [38]
Uit het voorgaande volgt dat zowel [medeverdachte] als [verdachte] op 8 augustus 2017 meermalen – zowel op de heenweg, terugweg als tussentijds – bij de [auto 1] is waargenomen. De rechtbank is van oordeel dat de auto deze dag onomstotelijk aan zowel [medeverdachte] als [verdachte] kan worden gelinkt.
[adres 8] Bunnik
Het begint met aangever [slachtoffer 11] , geboren op 13 april 1940, die verklaart over een incident omstreeks 8 augustus 2017 – de datum weet hij niet helemaal zeker – om ongeveer 11:00 uur. Op dat moment werd er “ongeduldig” bij hun woning aan de [adres 8] in Bunnik aangebeld. Aangever keek op de eerste verdieping uit het raam en zag een voor hem onbekende man staan. Het was een man van naar schatting veertig tot vijftig jaar met een krachtig breed postuur en 1.80-1.85 meter lang. Aangever zag dat de man door het raam naar binnen keek en zowel hij als zijn vrouw kreeg er een onprettig gevoel van. De man drukte opnieuw langdurig de bel in. Aangever en zijn vrouw openden de deur niet.
Even later zag aangever de man samen met een andere man het tuinpad af lopen en linksaf slaan. Zeven tot tien dagen ervoor was er, aldus aangever, ook iemand aan de deur geweest om te vragen of hij de dakgoten kon schoonmaken. [39]
De [auto 1] met kenteken [kenteken 4] , welke zoals overwogen kan worden gelinkt aan [medeverdachte] en [verdachte] , is op 8 augustus 2017 omstreeks 10:49 tot en met 10:52 uur stilstaand ter hoogte van het adres [adres 12] in Bunnik geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer dertig meter afstand van de woning van aangever en zijn vrouw. [40]
In de [auto 1] hebben op 8 augustus 2017 diverse gesprekken plaatsgevonden. Tijdens de gesprekken gebruikten de mannen veelal elkaars voornaam: [medeverdachte] en [verdachte] . De stemmen werden door de verbalisant herkend als de stemmen van ( [medeverdachte] ) [medeverdachte] en [verdachte] . [41] De rechtbank verwijst naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
In de [auto 1] vinden vervolgens de volgende gesprekken plaats:
“(…) 8-8-2017 10.02
[medeverdachte] komt terug en zegt dat het twee kieten in één zijn .. .ntv. Volgens [medeverdachte] zijn het mooie poten. 5 en 7 zijn allebei van hem, zegt [medeverdachte] . Ze rijden verder en ze zien weer iets moois. Het is een hele mooie en [verdachte] zegt dat hij die niet alleen kan. Ze overleggen en [medeverdachte] vraagt of ze deze een andere keer zullen pakken. [verdachte] vindt van niet en zegt dat ze moeten zeggen dat ze van de politie zijn. Dat hebben ze helemaal niet in de gaten, volgens hem. Volgens [medeverdachte] is hij niet achterlijk. [medeverdachte] noemt het adres, [adressen 1] en zijn beide huizen van hem en is hij helemaal alleen, tenminste hij heeft alleen hem gezien. [medeverdachte] zegt dat hij het gaat navragen.
[medeverdachte] belt kennelijk een informatienummer en krijgt iemand aan de lijn die hij Wendy noemt. Hij vraagt naar het nummer van de [adressen 2] in Bunnik van [slachtoffer 11] (fon). (…)
[medeverdachte] zegt dat hij moet zeggen dat zijn collega zojuist aan de deur was geweest en dat er iets was met de dakgoten en dat ze iemand aangehouden hebben. Hij wil dan kijken hoe die reageert. [verdachte] vindt dat een goed plan, kijken hoe die reageert. (…)
8-8-2017 10.07
Ze balen dat er niet opgenomen wordt en [medeverdachte] zegt dat [verdachte] moet aanbellen. [verdachte] weet niet wat hij moet zeggen. [medeverdachte] zegt dat hij iets moet zeggen dat zijn collega net geweest is. [medeverdachte] belt nog een keer, maar er wordt niet opgenomen. (…) [verdachte] wil naar Amsterdam rijden, maar [medeverdachte] wil er eerst eentje pakken en ze blijven rondrijden. (…)
8-8-2017 10:25 (…)
[verdachte] : ja hé, maak open [medeverdachte] (…)
[medeverdachte] : nee, is niet goed. Ja [verdachte] (…)
[medeverdachte] vraagt of hij het nummer nogmaals op zou vragen van de [adres 8] . [verdachte] vindt het goed en als het beltegoed op is moeten ze maar 2 tientjes opladen. [verdachte] vraagt of het wel de goede straat is. Ze rijden er naar toe en [medeverdachte] belt nogmaals met een informatienummer en vraagt het nummer van de [adres 8] in Bunnik van de familie [slachtoffer 11] .
8-8-2017 10.30
[medeverdachte] krijgt kennelijk het nummer en volgens [verdachte] gaat hij hetzelfde nummer krijgen. De motor wordt uitgezet en [verdachte] zegt dat [medeverdachte] duidelijk onderaan moet schrijven. [medeverdachte] belt en [verdachte] zegt dat die hij het misschien niet meer vertrouwt. De auto wordt gestart en ze rijden verder. Er wordt niet opgenomen en ze blijven in de buurt rondrijden. [verdachte] zegt dat ze er toch maar weer een gevonden hebben. Ze weten het niet meer en [verdachte] vraagt of ze naar Amsterdam zullen gaan. [medeverdachte] vindt het goed. (…)
8-8-17 10:58 (…)
[medeverdachte] : wat een kankerzooij joh, hier is wat gebeurd jongen
[verdachte] : hij maakt niet meer open
[medeverdachte] : he?, nee jongen hij staat boven aan het raam te kijken, ik zie hem daar staan
[verdachte] : hij heb lobie binnen liggen
[medeverdachte] : achjazeker jongen
[verdachte] : we hebben het verkeerd aangepakt (…)
[verdachte] : hij maakt niet meer open, ...ntv, die is bang geworden van de dakdekkers,
[medeverdachte] : dakgoten
[verdachte] : die hebben hem te pakken gehad dakgoters (…)”. [42]
Uit dit voorgaande volgt dat [medeverdachte] en [verdachte] beschikken over een prepaid telefoon en daarmee telefoonnummers opvragen. Verder wordt door [medeverdachte] en [verdachte] – net als door aangever – gesproken over ‘dakgoters’ en over geld dat in de woning van aangever en zijn vrouw zou liggen.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu het adres van aangever wordt genoemd en de details overeenkomen met de verklaring van aangever, acht de rechtbank bewezen dat dit gesprek van [medeverdachte] en [verdachte] – die opnieuw elkaars naam noemen – betrekking heeft op het incident bij aangever [slachtoffer 11] . [medeverdachte] en [verdachte] balen dat aangever niet open doet, hij heeft namelijk lobie (geld) binnen liggen. Gelet op de inhoud van de OVC-gesprekken en in het bijzonder dit laatste, is naar het oordeel van de rechtbank – ook tegen de achtergrond van de overige feiten – sprake van een begin van uitvoering van een gezamenlijke diefstal. Gelet op al het voorgaande, ook in samenhang bezien met de andere feiten (waaronder op 8 augustus 2017), kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging tot diefstal.
[adres 9] Amsterdam
Op 8 augustus 2017 heeft zich ook een incident bij aangever [slachtoffer 12] , geboren op [geboortedag 4] 1937, voorgedaan. Aangever heeft verklaard over twee mannen die bij zijn woning aan de [adres 9] in Amsterdam aanbelden. De mannen waren van de politie.
Het bezoek was kort daarvoor ook telefonisch door een man van de politie, [naam 10] , aangekondigd. [naam 10] vertelde dat er de laatste tijd veel was ingebroken en dat hij daarom langs wilde komen. Aangever was gebeld op zijn huistelefoon met nummer [telefoonnummer 3] . Aangever vroeg de mannen (beiden met een grijs-blauw jack) dan ook niet meer om hun legitimatie en liet ze binnen. Toen de mannen eenmaal binnen waren, liepen ze de hele woning rond. De kleine man vroeg of aangever een groot geldbedrag in huis had. De forse man liep naar de slaapkamer en haalde het haakje van de deur om deze open te doen. Aangever zei tegen de mannen dat ze de woning moesten verlaten. Hij schreeuwde dat ze weg moesten gaan. De mannen verlieten daarop de woning. Vervolgens belde aangever 112. Deze melding kwam op 8 augustus 2017 omstreeks 13:23 uur binnen. [43]
Zoals overwogen heeft een baken de bewegingen van de [auto 1] – welke ook in verband kan worden gebracht met het feit in Bunnik – met kenteken [kenteken 4] geregistreerd. Het voertuig is op 8 augustus 2017 omstreeks 12:58 uur tot en met 13:10 uur stilstaand ter hoogte van het adres [adres 13] in Amsterdam geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer honderd meter van de woning aan de [adres 9] in Amsterdam. [44] Met betrekking tot de in de [auto 1] opgenomen gesprekken op 8 augustus 2017 heeft de rechtbank zoals overwogen geconcludeerd dat het hierbij gaat om [medeverdachte] en [verdachte] .
In de auto is onder meer het volgende besproken:
“(…) 8-8-2017 12:43
[medeverdachte] stapt weer in en zegt tegen [verdachte] dat hij de woning goed moet bekijken, deze is helemaal verrot.
[verdachte] begint te lachen en zegt: “ [medeverdachte] , dat gaat weer geen handgeld worden, dat wordt weer niks vandaag”. (…)
8-8-2017 13.11 (…)
[verdachte] en [medeverdachte] komen bij de auto en stappen in. (…) [medeverdachte] zegt dat ze bij nummer 61 moeten zijn, maar hij weet de straat niet meer. Dan zegt hij Amsterdamseweg. (…) Kennelijk belt [medeverdachte] een informatiedienst en vraagt hij het nummer van de [adres 14] te Amsterdam. Hier blijkt geen nummer van te zijn. [medeverdachte] zegt dan sorry en dat [adres 9] bedoelde. (…)
Vervolgens belt [medeverdachte] een nummer. (…..)
[medeverdachte] : 02061......
[verdachte] : we hebben nog geen knoop
[medeverdachte] : met wie?
[medeverdachte] : [naam 11] ?, hallo met [naam 12] politie Amsterdam (…)
[medeverdachte] : nee, we waren bezig we hadden een melding gekregen dat ze in de buurt aan het inbreken waren op de Aalsmeerseweg, dus dus
[medeverdachte] : bent u nog weggeweest vandaag?
[medeverdachte] : nee, o we kijken (…)
13.16
[medeverdachte] : het even na voor de prioriteit
[medeverdachte] : u woont daar toch alleen?
[medeverdachte] : is beter dat we het even nakijken he achterlangs he (…)
[medeverdachte] : nou dan goed, als mijn collega even kijkt, snapt u
[medeverdachte] : hij komt wel even langs dan he (…)
Ze stoppen vervolgens en stappen beiden uit
8-8-2017 13.22
[verdachte] en [medeverdachte] komen terug bij de auto. (…)
[medeverdachte] : wat een kankeradres zeg, wat een kankerleven
[verdachte] : waarom bel je dan? (…)
[medeverdachte] : Jazeker jongen, ...,ntv, geld ....ntv, slaapkamer ....ntv, zeg ik nou wel, wat een kankerzooi, wat een kankerleven he, ....ntv
[medeverdachte] : heb je telefoon bij je
[verdachte] : ja hier
[medeverdachte] : hier 3 meldingen jongen
Ze rijden weer weg. (…)
[verdachte] : je hebt geen legimitatie laten zien, zei die
[medeverdachte] : he?
[verdachte] : jullie hebben helemaal geen legimitatie laten zien (…)”.
13:56 (…)
[medeverdachte] (…) Rij alsjeblieft weg [verdachte] . [45]
Uit dit voorgaande gesprek – waarin [medeverdachte] en [verdachte] elkaar opnieuw [medeverdachte] en [verdachte] noemen – volgt dat [medeverdachte] het telefoonnummer van aangever heeft opgevraagd en zich daaropvolgend voordoet als zijnde van de politie. Er wordt, zoals aangever ook heeft verklaard, inderdaad gesproken over inbraken. Verder wordt een bezoek van een collega aangekondigd. Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder het genoemde adres en de details die overeenkomen met de verklaring van aangever, acht de rechtbank bewezen dat het hier gaat om het incident bij aangever [slachtoffer 12] .
Door de politie is nader onderzoek gedaan naar het telefoongesprek wat zowel in de aangifte als in het OVC-gesprek terugkomt. Hieruit komt naar voren dat aangever alleen op 8 augustus 2017 om 13:14:23 uur door het telefoonnummer [telefoonnummer 4] is gebeld. Tijdens dit gesprek heeft de telefoon met het nummer eindigend op [telefoonnummer 4] – evenals om 12:32 uur – gebruik gemaakt van de zendmast aan de [adres 15] in Amsterdam. Deze mast bevindt zich op ongeveer tweehonderd meter van de woning aan de [adres 9] . [46]
Zoals voornoemd is – hoewel de telefoon van [medeverdachte] zelf niet actief is geweest – [medeverdachte] tijdens de observatie herhaaldelijk met een telefoon tegen zijn oor gezien. Verder is ook omstreeks dit tijdstip (13:14 uur) in de auto te horen dat [medeverdachte] zich voorstelt als zijnde van de politie.
Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 4] is op drie dagen (in één toestel) gebruikt, te weten op 12 juli 2017, 14 juli 2017 en 8 augustus 2017. Op zowel 12 en 14 juli als 8 augustus 2017 is gebeld naar het informatienummer van KPN (1888). Aldus het onderzoek van de politie betreffen alle (overige) gebelde personen oudere/bejaarde mensen die al dan niet eerder zijn bestolen/opgelicht. [47] Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien en in het bijzonder ook de observatie en het gesprek in de [auto 1] (waarin herhaaldelijk telefoonnummers worden opgevraagd en [medeverdachte] ook daadwerkelijk omstreeks het tijdstip van 13:14 uur belt als politieagent), acht de rechtbank bewezen dat deze telefoon op 8 augustus 2017 – en gelet op hetzelfde patroon op de eerdere dagen –, ook op 12 en 14 juli 2017 is gebruikt door [medeverdachte] en [verdachte] .
Uit al het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [medeverdachte] en [verdachte] samen bij de destijds 80-jarige aangever [slachtoffer 12] hebben geprobeerd geld weg te nemen. De omstandigheid dat de [auto 1] ‘slechts’ tot 13:10 uur stilstaand is geregistreerd, doet daar niet aan af.
[adres 11] Amsterdam
Verder is aangifte gedaan door aangeefster [slachtoffer 14] , geboren op [geboortedag 5] 1932 in Suriname. Zij verklaart dat er op 8 augustus 2017 omstreeks 14:30 uur – nadat zij eerder op de dag boodschappen had gedaan bij de Albert Heijn – bij haar woning aan de [adres 11] in Amsterdam werd aangebeld. Er stond een man voor de toegangsdeur en een man op de trap. Beide mannen hadden een blauw uniform aan. Eén van de mannen zei: “we komen voor controle, we zijn met een onderzoek bezig”. Aangeefster dacht dat de mannen politieagenten waren en liet de mannen binnen. Aangeefster zag dat de kleine man meteen naar haar keuken liep en daar wat zocht. De lange man liep naar de woonkamer. Aangeefster liep met hem mee. Aangeefster zag daarop dat de kleine man terug uit de keuken kwam en naar de slaapkamer ging. De lange man vroeg: “heb je goud, heb je geld?”. Aangeefster antwoordde dat zij dit niet had. De mannen waren ongeveer tien minuten in haar woning. Vervolgens vertrokken de mannen. Er was niets uit de woning van aangeefster weggenomen. Tot slot verklaart aangeefster nog over een zwart mapje dat de lange man liet zien. Het was een pasje met een foto en een goudkleurig embleem zoals bij de politie. [48] Ook dit past bij de door verdachten [medeverdachte] en [verdachte] gebruikte modus operandi.
Opnieuw wordt ook de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] – zoals in gebruik bij [verdachte] – omstreeks het tijdstip van het feit nabij de woning geregistreerd. Op 8 augustus 2017 stond het voertuig omstreeks 14:16 tot en met 14:20 uur ter hoogte van de [adres 16] in Amsterdam stil. Dit was op ongeveer 35 meter van de woning aan de [adres 11] in Amsterdam. [49] Op dit tijdstip werd het volgende in de [auto 1] besproken:
“(…) 8-8-2017 14.16
[medeverdachte] ziet iets, waar de deur los is. [verdachte] weet het niet en ze rijden verder. [medeverdachte] wil de situatie bekijken en vindt dat [verdachte] eigenwijs is. Ze stoppen en stappen beiden uit.
8-8-2017 14.25
[medeverdachte] en [verdachte] stappen in. [medeverdachte] begint direct te vloeken dat het een kankerzooi is en wil een pilsje gaan pakken. [verdachte] wil naar Bunnik en niet aan het bier.
(vervolgens hard piepgeluid)
[verdachte] vraagt wat ze had gezegd. [medeverdachte] zegt dat het een Hindoestaande was geweest en gevraagd had wie zij waren verder . . .ntv. Volgens [medeverdachte] was ze in ieder geval wel geschrokken. [verdachte] ziet dan weer wat moois lopen en ze draaien om. Ze zijn haar kwijt en plotseling ziet [verdachte] haar weer lopen. Volgens [verdachte] heeft zij lobie (fon) en ze blijven haar volgen. (…)”. [50] De rechtbank overweegt dat dit past bij de verklaring van aangeefster.
Op grond van al het voorgaande, ook in samenhang bezien met de andere feiten, acht de rechtbank bewezen dat de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] zich ook hier schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging tot diefstal. De omstandigheid dat de [auto 1] slechts tot 14:20 uur bij de woning wordt geregistreerd, doet daar niet aan af.
[adres 10] Amsterdam
Tot slot is melding gedaan van een incident bij aangeefster [slachtoffer 13] , geboren op [geboortedag 6] 1937 in Suriname. Aangeefster verklaart dat zij op 8 augustus 2017 ’s middags boodschappen heeft gedaan bij de Albert Heijn en met haar scootmobiel naar huis is gegaan.
Toen ze omstreeks 14:30 uur bij de centrale toegangsdeur van haar portiekwoning aan de [adres 10] in Amsterdam was, stonden er ineens twee mannen naast haar. De eerste man duwde de mevrouw met wie aangeefster een gesprek wilde beginnen opzij en liep naar boven. De tweede man vertelde dat hij bij de recherche werkte en liet een legitimatiebewijs van de politie zien. Het betrof een zwarte pas met een zwart/wit foto links in de hoek, politie onder de foto en rechts onderaan een glanzend politieteken. Aangeefster vroeg waar de mannen voor kwamen. De eerste man kwam weer naar beneden.
De mannen vertelden aangeefster dat er in haar woning was ingebroken. De mannen volgden aangeefster naar boven. In haar woning vertelden de mannen dat er een dikke portemonnee met veel geld was gevonden. Aangeefster liep naar de la waar zij haar geld bewaarde en liet zien dat alles er nog lag. De eerste man liep toen naar het balkon om te laten zien dat ze via het balkon waren binnengekomen. De tweede man pakte, toen de eerste man aangeefster riep, een sieraad (liggend op dezelfde kast als het geld) en vroeg of dit echt goud was. Aangeefster zei dat dat niet het geval was en vertrouwde het niet. Ze begon in de woonkamer te schreeuwen dat haar kinderen zo zouden komen en dat ze weg moesten gaan. De eerste man gaf nog aan dat hij heel nodig moest plassen. Hij rende de WC in en daarna weg. De tweede man rende vanaf het balkon naar de voordeur en vertrok. Ze zag de mannen in een kleine auto wegrijden. Het was een blauwe auto ter grootte van een hatchback. [51] Weggenomen was een (neppe) goudkleurige ketting. Het betroffen meerdere kettingen in elkaar gedraaid. Na de melding omstreeks 14:45 uur kwamen de verbalisanten ter plaatse. Naar aanleiding van de verklaring van aangeefster keken de verbalisanten naar het toilet. Ze zagen daar dat er een urinedruppel op de rand lag. Aangeefster gaf aan dat deze druppel niet van haar was. [52] Omstreeks 15:45 uur werd vervolgens urine van deze druppel op de voorzijde van de toiletbril veiliggesteld (
SIN: AAKV0061NL). [53] DNA-onderzoek naar dit spoor levert een match met het DNA-profiel van [medeverdachte] op. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [54]
Dit is niet het enige dat ten aanzien van dit feit belastend is voor [medeverdachte] en [verdachte] . De voornoemde [auto 1] met kenteken [kenteken 4] is omstreeks 14:36 tot en met 14:41 uur ook stilstaand ter hoogte van de [adres 17] in Amsterdam geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer vijfentwintig meter afstand van de woning aan de [adres 10] in Amsterdam. [55] In de [auto 1] hebben zoals genoemd op 8 augustus 2017 verschillende gesprekken tussen [medeverdachte] en [verdachte] plaatsgevonden.
Het gaat daarbij onder meer ook om het volgende:
“(…) 8-8-17 14:30 (…) Dan ziet [medeverdachte] een mooie, een Indo. (…)
14:35 (…) Ze volgen de vrouw. [verdachte] zegt dat hij door moet rijden anders kan hij niks zien. Plotseling stoppen ze en zetten ze de motor uit. Ze zien de vrouw dan niet meer en rijden een stukje verder. [verdachte] vraagt of [medeverdachte] haar kan zien en [medeverdachte] zegt dat hij haar ziet staan. Volgens [verdachte] woont ze op de hoek. [medeverdachte] zegt tegen [verdachte] dat hij zijn jas dicht moet doen en direct mee moet. Hierna stappen ze beiden uit.
14:46 (…) [medeverdachte] en [verdachte] komen terug bij de auto (…)
[verdachte] : ik wil omdraaien om die lobie (Fon) te pakken, komt ze meteen terug, zag je dat niet?
[medeverdachte] : (met verdraaide stem) nee, nee, nee, mijn kleinzoon is er al, die is er al
[verdachte] : je had het mee moeten nemen man
[medeverdachte] …ntv, laten ze de kanker er bij krijgen (…)
[verdachte] vindt dat hij wel wat moet hebben vandaag.
14:51 (…) Ze rijden rond, maar zien niets. Dan zegt [medeverdachte] dat hij wat ziet, maar dat wordt ook niets. [verdachte] wil naar Bunnik rijden, maar [medeverdachte] wil nog blijven (…)”. [56]
Gelet op het tijdstip van het gesprek in samenhang met de verklaring van aangeefster, acht de rechtbank bewezen dat dit over het feit aan de [adres 10] gaat. Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien kan ook hier de gezamenlijke diefstal van de nep gouden kettingen van de destijds 79-jarige [slachtoffer 13] worden bewezen.
Voor wat betreft het medeplegen zal de rechtbank daar na de bespreking van de verschillende feiten nader op ingaan.
Met betrekking tot feit 14 (zaak 32: [adres 18] in Veghel), feit 15 (zaak 33: [adres 19] in ’s-Hertogenbosch), feit 16 (zaak 34: [adres 20] Arnhem) en feit 17 (zaak 35: [adres 21] Arnhem) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de feiten 14 primair, 15, 16 en 17 primair kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is opgemerkt dat, indien een bijdrage wordt aangenomen, niet kan worden bewezen dat deze van voldoende gewicht is geweest om medeplegen aan te nemen. Voor wat de herkenningen in zaak 33 wordt opgemerkt dat niet kan worden bewezen dat verdachte op de beelden staat. Er zijn onvoldoende persoon onderscheidende kenmerken zichtbaar (welke ook niet zijn beschreven). Een herkenning op basis van de vage beelden is dan ook niet mogelijk geweest.
Beoordeling door de rechtbank
Op 9 augustus 2017 hebben zich meerdere feiten voorgedaan. De rechtbank zal deze gelet op hun onderlinge samenhang samen bespreken en hierbij eerst ingaan op de registraties van de [auto 1] en de camerabeelden die op deze dag hebben plaatsgevonden dan wel zijn gemaakt.
Op deze dag is (zoals nog volgt) de [auto 1] niet alleen omstreeks de tijdstippen van de feiten in de nabijheid van de desbetreffende woningen geregistreerd, maar daarvoor ook onder meer op 9 augustus 2017 tussen 09:50 uur en 10:00 uur op het terrein van het Texaco tankstation in Schaijk. Op de screenshots van de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] en vervolgens de inzittenden van deze [auto 1] (09:51 uur-09:53 uur) zijn [medeverdachte] en [verdachte] herkend. [57] De [auto 1] met kenteken [kenteken 4] is op 9 augustus 2017 tussen 12:50 uur en 13:05 uur – na het incident in ’s-Hertogenbosch – stilstaand op de Bossestraat/Runstraat in Schaijk geregistreerd. Op de [adres 22] in Schaijk is een cafetaria gevestigd, genaamd cafetaria [naam 13] . Op de beelden van de cafetaria omstreeks 12:50 uur – de beelden lopen ongeveer 36 minuten voor – zijn twee mannen te zien. De mannen zijn herkend als zijnde [medeverdachte] en [verdachte] . [58] Voor wat betreft de herkenningen verwijst de rechtbank naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] zowel voorafgaand aan het incident in Veghel als na het incident in ’s-Hertogenbosch aan de [auto 1] kunnen worden gelinkt.
[adres 18] Veghel
Aangeefster [slachtoffer 15] , geboren op [geboortedag 7] 1924 in Duitsland en wonend aan de [adres 18] in Veghel (gemeente Meierijstad), heeft verklaard dat zij in een hoekwoning met een voorraam uitgestrekt over de gehele voorpui en een voortuin met veel bosschages woont. Op 9 augustus 2017 omstreeks 10:30 uur ging de deurbel. Aangeefster opende de gordijnen en zag dat er iemand richting het raam kwam lopen. De man liet een politiepas zien en gebaarde dat zij de deur open moest doen. Toen aangeefster vervolgens de deur opende, stonden er twee mannen voor de deur. De mannen vertelden dat er in de buurt was ingebroken en dat ze met een buurtonderzoek bezig waren. De mannen praatten zichzelf naar binnen toe, aldus aangeefster.
De tweede man liep direct door naar de keuken, waar aangeefster minder zicht op hem had.
Aangeefster liep met de eerste man naar de woonkamer. Daar vroeg de man de hele tijd of aangeefster veel geld of sieraden had. Ze vertelde dat zij geen geld in haar woning had en dat haar sieraden bij haar kinderen lagen. De man vroeg aangeefster of zij bang was. Aangeefster antwoordde dat zij niet bang was, omdat er ook iemand van de politie in de straat woonde. De man zei meermalen dat zij niet bang hoefde te zijn. Nadat de eerste man tegen de andere man zei dat er iemand uit de buurt bij de politie werkte, verlieten de mannen de woning.
Aangeefster beschrijft tot slot onder meer de blauwe kleding (inclusief gewatteerde jas in augustus) en het politiepasje (een pasje in een zwart leren mapje met een vage foto, alles in het zwart wit en de naam politie) van de mannen. Er is niets uit haar woning weggenomen. [59]
De [auto 1] met kenteken [kenteken 4] is op 9 augustus 2017 omstreeks 10:23 tot en met 10:28 uur stilstaand geregistreerd ter hoogte van het adres [adres 23] . Dit adres bevindt zich op ongeveer dertig meter afstand van de woning aan de [adres 18] in Veghel. [60]
Op 9 augustus 2017 zijn gesprekken in de [auto 1] opgenomen. Op deze dag noemen de inzittenden opnieuw herhaaldelijk elkaars voornaam: [medeverdachte] en [verdachte] . De stemmen zijn door de verbalisant herkend als de stemmen van [medeverdachte] en [verdachte] . [61] De rechtbank verwijst naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
In de [auto 1] wordt het volgende besproken:
“(…)
10:12 uur (…)
Ze rijden verder naar Veghel (…)
09-08-2017 10.17 uur
[verdachte] vraagt of ze over de snelweg komen, [medeverdachte] mompelt wat. [verdachte] zegt dat ze klaar zijn deze week, maandag weer. ...ntv. [medeverdachte] noemt de plaatsnamen op Uden, Veghel, Erp. (…) Ze zien een indo of chinees persoon. [verdachte] zegt dat hij denkt dat ze heel snel moeten zijn. (…)
[medeverdachte] : dit is r, dit is r
[verdachte] : deze ook hoor [medeverdachte] , deze ook, dikke vogel jongen, dat wil niks zeggen maar
...ntv
[medeverdachte] : die op de hoek daar he, die op de hoek daar [verdachte]
: draaien draaien draaien
...ntv
[medeverdachte] : Dat is er één, bij die hoge bomen daar, dat is er één honderd (100) procent [verdachte] .
...ntv
[medeverdachte] : het raam staat los
[verdachte] :ja duizend (1000) procent ik rij even iets verder, dan kan ik mijn jas even pakken
[verdachte] ; stop stop, moet even mijn jas pakken, achterin (…)
Deuren slaan dicht
[medeverdachte] zegt nog iets maar dat is niet te verstaan. Er blijft iemand achter in de auto.
Er stapt iemand uit de auto.
09-08-2017 10.31 uur
[medeverdachte] : ze zei eerst politie en later Marechaussee
[verdachte] : haar buurman is politieagent
[medeverdachte] : Marechaussee zei ze later
[verdachte] : ik zei heb u sieraden, ze zei nee mijn dochter heeft alles meegenomen, zegt ze (…)
[verdachte] : zag je hoe ze aan het loeren was
[medeverdachte] : ze was zeker aan het loeren [verdachte]
: nee die had niks in huis, ik heb alleen geld voor boodschappen zegt ze. Ik zeg maar heb u geen geld en sieraden, nee dat heeft mijn dochter allemaal mee. (…)
[verdachte] zegt dat ze de vrouw niet kon verstaan. [medeverdachte] zegt dat ze Duitse was, het was een Duitse jood.
[verdachte] : dat vrouwtje had niets in de gaten joh
[medeverdachte] : nee ze vertrouwde mij niet (…)”. [62]
De rechtbank overweegt dat niet alleen het tijdstip van dit gesprek, maar ook de inhoud past bij zowel het tijdstip als de details uit de aangifte (onder meer de hoekwoning, het Duitse en de politieagent in de buurt). Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank niet alleen bewezen dat deze mannen bij aangeefster binnen zijn geweest, maar ook dat het – nu ze ook elkaars namen noemen – [medeverdachte] en [verdachte] zijn geweest.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] de mannen zijn geweest die de destijds 92-jarige aangeefster hebben geprobeerd te bestelen.
[adres 19] ‘s-Hertogenbosch
Op 9 augustus 2017 is verder aangifte gedaan door [slachtoffer 16] , geboren op [geboortedag 8] 1934 en wonende op de vierde verdieping aan de [adres 19] in ’s-Hertogenbosch. Op 9 augustus 2017 omstreeks 12:15 uur kwam aangeefster thuis na het boodschappen doen. Toen zij ongeveer vijf minuten binnen was, ging de deurbel. Een mannelijke stem gaf via de intercom aan van de politie te zijn. De man zei dat er was ingebroken bij haar achterburen en ze wilden onderzoeken of dat ook bij aangeefster het geval was. Aangeefster opende de deur en de man kwam naar haar woning, naar boven, gelopen. De man was gekleed in een marineblauw pak en legitimeerde zich met een kaart (met een foto en een politielogo). Aangeefster liet de mannen binnen. De man vertelde in de hal dat zijn collega ook zo zou komen om eventuele vingerafdrukken veilig te stellen. Vervolgens kwam enkele minuten later een tweede man die zich legitimeerde. De tweede man was hetzelfde gekleed, aldus aangeefster.
De mannen liepen, gescheiden van elkaar, rond. De eerste man vroeg daarbij: “bij uw achterburen hebben ze vierduizend euro weggenomen, wat mist u?”. Aangeefster gaf aan dat zij niet meer geld dan het wekelijkse geld voor boodschappen in huis had. De man vroeg of aangeefster iets anders met veel waarde in huis had. Aangeefster liep toen naar haar vitrinekast en haalde een gouden armband uit een schaal tevoorschijn. Ze liet dit de mannen zien en legde de armband vervolgens weer terug. Nadat de mannen vervolgens alle kamers hadden bekeken, vertrokken ze en reden in een zwarte middenklasse auto weg. Na het vertrek van de mannen ging aangeefster naar haar buurvrouw. Aangeefster ontdekte toen dat haar armband weg was. Het betrof een geelgouden armband met een waarde van ongeveer € 2.000,-. [63]
De genoemde [auto 1] is omstreeks het tijdstip van een feit in de nabijheid van de betreffende woning waargenomen. De [auto 1] met kenteken [kenteken 4] werd op 9 augustus 2017 omstreeks 12:08 tot en met 12:17 uur stilstaand ter hoogte van het adres [adres 24] te ’s-Hertogenbosch geregistreerd. Het adres bevond zich op ongeveer 75 meter afstand van de woning van aangeefster. [64] Te zien was dat het voertuig weg reed via Rosmalen en Heesch naar Schaijk. [65] Daar vond, zoals overwogen, het bezoek aan de cafetaria plaats.
In de [auto 1] vond het volgende gesprek, zoals overwogen tussen [medeverdachte] en [verdachte] , plaats:
“(…)
10:39 uur (…)
[verdachte] : Waar ga je nou heen dan
[medeverdachte] : Den Bosch (…)
12.01 uur
(…) [medeverdachte] ziet iets moois lopen, de auto wordt gekeerd. [medeverdachte] schat in dat ze haar zo op één van die galerijen gaan zien. [medeverdachte] zegt tegen [verdachte] dat ze moeten blijven zitten. [verdachte] zegt dat ze ook door kan lopen. [medeverdachte] zegt dat dat niet zo is. De flat is vier hoog.
09-08-2017 12.07 uur
[medeverdachte] : ik zie haar niet meer
[verdachte] : ja [medeverdachte]
: kijken op wat voor nummer ze er in gaat
Er slaat een autodeur dicht en korte tijd later nog een.
Er komt iemand de auto in en de motor wordt gestart. Het lijkt er op dat de auto ergens anders neer wordt gezet.
De persoon stapt de auto uit en de autodeur slaat dicht.
09-08-2017 12.19 uur
Deur gaat open.
Te horen is dat [medeverdachte] roept: trippel door!. Vervolgens wordt er motor gestart en rijdt de auto. Het alarm van de autogordel piept
[verdachte] stapt in en zegt : 50 gram hoor
[medeverdachte] : he
[verdachte] ; 50 grammetjes
[medeverdachte] : we moeten hier weg nou hè (…)
[verdachte] : we hebben toch handgeld aju
[medeverdachte] : wat een kankerlijer hè, die heb lobie (fon) hoor
[verdachte] ; nee
[medeverdachte] : die heb wel een paar meier of een rooitje hoor .geloof mij maar, doe je gordel om
[verdachte] : ze vertrouwde ons al meteen niet meer
[medeverdachte] : hè ...(ntv)
[medeverdachte] : waarheen [verdachte] ... (ntv)
[verdachte] ; ergens anders heen
[medeverdachte] : ja ik moet hier weg, linksaf?
Ze moeten daar weg. [verdachte] zegt dat [medeverdachte] rustig moet rijden. [medeverdachte] vroeg of ze buiten stond. [verdachte] zegt van niet, ze stond binnen bij de buurvrouw. [medeverdachte] zegt dat de wouten hier zo zijn. [verdachte] zegt dat de wouter daar al rijden. voor hen, in een busje. [medeverdachte] zegt wat een kankerzooi he, waar gaan ze heen.
[verdachte] : doe de jas even uit,
[medeverdachte] : ja ik doe hem uit
[verdachte] : signalement, zeggen ze blauwe jas, dezelfde Jas, daarom zeg ik altijd, doe even de jas uit.
[medeverdachte] : dat klopt, dat klopt
[medeverdachte] : doe jij hem ook uit
[verdachte] : ja rijden ...hou die auto in de gaten, stop hier even zo direct
[medeverdachte] : nee jongen stap uit, trek hem uit kerel, je kan hem toch uit trekken.
[verdachte] : stop even hier
[medeverdachte] : Waarom
[medeverdachte] en [verdachte] trekken allebei de jas uit. Volgens [verdachte] staan de wouten nog bij de stoplichten. [medeverdachte] ziet ze rijden en zegt dat hij dezelfde kant op moet Ze nemen een andere weg.
[verdachte] : je bent er toch geweest [medeverdachte] , dan kun je best een armbandje mee nemen van 40 gram of 50 gram, das niet veel maar toch handgeld effe.
[medeverdachte] zegt dat er een motoragent aan komt, maar die heeft geen aandacht voor hun. [verdachte] zegt. Ja die gaaf nu bellen, die mist het armbandje. [verdachte] zegt 40 gram, wat denk jij [medeverdachte] . [medeverdachte] denkt 400 de man. (…)”. [66]
De rechtbank overweegt hier dat het gesprek niet alleen qua tijdstip, maar opnieuw ook op detailniveau aansluit bij de aangifte. Er wordt onder meer gesproken over vier hoog en de armband. Gelet op dit voorgaande acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] – welke voornamen ook opnieuw terugkomen – zich samen schuldig hebben gemaakt aan diefstal van de destijds 83-jarige [slachtoffer 16] .
De rechtbank wijst nog op een opvallend detail uit dit gesprek, namelijk de blauwe jassen die ze uit moet trekken. Er wordt namelijk bij het signalement altijd een blauwe jas genoemd, aldus [verdachte] .
[adres 20] en [adres 21] Arnhem
Vervolgens heeft bij de aangeefsters [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] een tweetal incidenten plaatsgevonden.
Aangeefster [slachtoffer 17] , geboren op [geboortedag 9] 1933, heeft verklaard dat zij samen met haar bovenbuurvrouw [slachtoffer 18] ) aan de [adres 25] in Arnhem woont. Aangeefster [slachtoffer 17] woont op [adres 26] , [slachtoffer 18] ) op [adres 21] . Ze hebben een gezamenlijke voordeur.
Op 9 augustus 2017 omstreeks 15:00 uur kwamen [slachtoffer 18] en aangeefster thuis. Aangeefster stond haar boodschappen uit te ruimen, toen vervolgens de bel van de voordeur ging. Aangeefster deed de deur open en zag twee mannen van rond de vijftig jaar oud staan. Ze hadden een flink postuur en droegen allebei dezelfde soort jas. Eén van de twee mannen was groter dan de ander.
De grotere man zei dat ze van de politie waren en dat er bij hen was ingebroken. De mannen zeiden dat ze vingerafdrukken wilden komen nemen. Aangeefster [slachtoffer 17] liet daarop de mannen binnen. De grotere man bleef beneden, de kleinere man liep naar boven. De grotere man vroeg aangeefster [slachtoffer 17] of zij haar waardevolle spullen – sieraden en geld – nog had. Aangeefster liep met de man naar de kast in de gang, waar onder een stapel boeken een envelop met geld lag. In die envelop bevond zich € 4.500,-, aangeefster had het de avond ervoor nog geteld. Toen aangeefster zag dat de envelop er nog lag, zei ze dat ze haar spullen nog had. De grotere man pakte de boeken vast en legde deze weer terug op de stapel. Hij zei dat aangeefster goed moest kijken of de deuren nog goed werkte. Ineens riep de man zijn “kameraad” die boven was. Aangeefster kreeg een raar gevoel en vond de mannen zenuwachtig. Ineens liepen de mannen naar de voordeur en renden ze samen de woning uit. Ze zag dat de grote man de envelop met haar geld bij zich had. De envelop was weg. [67]
Later verklaarde aangeefster [slachtoffer 17] nog dat zich in de envelop nog twee of drie opgevouwen enveloppen bevonden. Het waren enkel bankbiljetten van vijftig euro. Aangeefster zag de mannen in een auto stappen. In het kenteken zat volgens aangeefster een X, [68] wat ook past bij de [auto 1] .
Aangeefster [slachtoffer 18] , geboren op [geboortedag 10] 1925, heeft verklaard dat er op 9 augustus 2017 omstreeks 14:45 uur twee mannen door haar benedenbuurvrouw
( [slachtoffer 17] -) [naam 6] binnen waren gelaten. De dove aangeefster [slachtoffer 18] stond voor de trap die naar boven, naar haar woning, gaat en zag ineens een man langs haar heen naar boven lopen. Aangeefster [slachtoffer 18] vroeg de man of hij een fles druivensap voor haar wilde openen, wat hij ook deed. Vervolgens zag [slachtoffer 18] de man naar de eerste etage en naar de zolder lopen. Vrij snel daarna zag ze hem weer naar beneden gaan. De benedenbuurvrouw van aangeefster vertelde aangeefster dat de mannen hadden aangegeven van de politie te zijn. Bij aangeefster [slachtoffer 18] aan de [adres 21] in Arnhem was niets weggenomen. [69] Door [slachtoffer 17] werd nog aanvullend verklaard dat haar buurvrouw, [slachtoffer 18] , van Joodse komaf was. Ze verklaarde verder dat haar bovenbuurvrouw heel veel zilverwerk in huis had en de buurvrouw zeer doof was. De verbalisant nam zelf nog waar dat [slachtoffer 18] een pruik droeg. [70]
De [auto 1] met kenteken [kenteken 4] werd op 9 augustus 2017 omstreeks 14:44 uur tot en met 14:51 uur als stilstaand ter hoogte van het adres [adres 27] in Arnhem geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer vijfendertig meter van de woning aan de [adres 20] en [adres 21] in Arnhem. [71] Opnieuw wordt de [auto 1] omstreeks het tijdstip van een feit in de nabijheid van de woning(en) aangetroffen.
In de [auto 1] zijn op 9 augustus 2017 – zoals overwogen met [medeverdachte] en [verdachte] als inzittenden – de volgende gesprekken opgenomen:
“(…) 14.04 uur ... (ntv)
[verdachte] : al die ouwelui he, ze wonen allemaal alleen hè, allemaal een kluisje thuis hè. ...(ntv) (…)
14.14 uur
[verdachte] : die heb ook lobie (ton) binnen, die heb lobie binnen hé
[medeverdachte] : kijk hier twee oudjes aan komen ahhhhh
[verdachte] : ahhh [medeverdachte]
: ahhhh, ja dat is een Jodinnetje. Wat een joekel er bij. Ook twee gekken [verdachte] (ntv). Ze heb een pruik op die achterste.
[verdachte] : rij er langs op, rij er langs op.
Motor gaat aan. Door de ruis is niet te verstaan wat er gezegd wordt.
De motor gaat uit
[verdachte] : ja wat wil je nou
[medeverdachte] : ik pak die andere twee
[verdachte] : stappen ze nou in de auto of niet
[medeverdachte] : ja ze gaat al naar huis, maar volgens mij woont dat kleintje bij ons daar hoor. Dat kleintje, weet je waar
dat kleintje woont? Die woont dicht bij de [naam 14] (fon), dat denk ik dat zij dat is, die heb ik een paar keer in de stad zien lopen
[verdachte] : zou het?
[medeverdachte] : ik denk het haast wel(ntv)
[verdachte] : wie wil je nou hebben, die Volvo of die andere
[medeverdachte] : nee deze jongen
De motor wordt weer gestart. (ntv)
[verdachte] : ze gaan rijden, ze gaan rijden, deur dicht
Autoportieren gaan open en dicht.
Deels niet te verstaan door de ruis op de achtergrond.
[verdachte] zegt dat ze lbie (fon) thuis hebben. [medeverdachte] ziet er weer twee aan komen. [verdachte] ziet ze ook.
09-08-2017 14.19 uur
[medeverdachte] : dan is ze zo doof als een kwartel
[verdachte] : ja dat is zij, dat is zij, ja dat is zij, die woont daar, weet je waar die woont, op Sonsbeek,dat is haar toch, die jij zei, boven, in dat bovenhuis
[medeverdachte] : ja (ntv)
[verdachte] : ja, dat is zij, dat is ze
[medeverdachte] : Ja, bij de [naam 14] (fon) (ntv)
[verdachte] : ja dat is zij (…) Er is motorgeluid te horen en een richtingaanwijzer die aan en uit gaat.
[verdachte] : Die heeft wel een hoop boodschappen gedaan zeg, die woont op d’r eige
09-08-2017 14.24 uur
[verdachte] zegt, richting Sonsbeek. De rest van het gesprek is niet te verstaan door de ruis op de achtergrond. [verdachte] zegt dat het ook een vriendin kan zijn van haar. [verdachte] zegt dat ze lobie (fon) binnen heeft. [verdachte] zegt, als het twee zusters (ntv) dan is het mooi. (…)
09-08-2017 14.33 uur
De motor wordt gestart. [verdachte] zegt dat ze moeten kijken waar ze heen gaan. (…)
[verdachte] : Ja maar ze hebt (ntv) voorkant (ntv)achterkant
[medeverdachte] : ik heb ze toen een keer gebeld en dat wijf woont beneden en die andere woont boven, luister eens, woont die ene wijf beneden, meneer, mevrouw mevrouw heb zoveel zilver boven staan voor een kapitaal dat wilt u niet weten meneer. Dat wilt u niet weten. (…)
14:40 uur (…)
[verdachte] : rij maar weg [medeverdachte]
: nee, ik wil hem nou poten, ik weet hoe ze zijn, hier ligt een kapitaal dat weet ik zeker
[verdachte] : wat zijn die (ntv) aan het doen daar jongen
[medeverdachte] : zijn ze er nog, wat zijn ze aan het doen dan [verdachte]
Er gaat een portier open en dicht (…)
[verdachte] : ja ze woont boven
[medeverdachte] : die ene woonde boven [verdachte] , zal ik de kanker krijgen, ik lieg, ik zei toch dat ik ze ken, ik ben toch niet
achterlijk of wel. ik heb ze toch gebeld met [naam 15] . Voor een kapitaal aan zilver staat daar boven [verdachte] , voor tonnen
[verdachte] : en woont zij beneden
[medeverdachte] : dat denk ik dat zij beneden woont ja, voor tonnen aan juwelen staat er, zij kwam, zij was net zo doof die vrouw als (ntv) (…)
09-08-2017 14.43 uur
(…) Ze zoeken een plek om de auto neer te zetten. [medeverdachte] zegt dat ze niet te lang moeten wachten. [medeverdachte] vraagt of ze er daar nog uit kunnen. [medeverdachte] vraagt of er een camera staat. [medeverdachte] zegt tegen [verdachte] dat de achterdeur nog los staat, kom. De motor wordt uitgezet en de portieren gaan open.
09-08-2017 14.52 uur
Portier gaat open. [medeverdachte] stapt in en roept naar [verdachte] .
De motor wordt gestart
[medeverdachte] : (ntv) nou door! (…)
[verdachte] : voor hetzelfde geldt, schrijven ze het nummer op jongen
[medeverdachte] : jongen ze gaan het nummer toch niet op nemen of niet, die vrouw is 80 jaar (…)
[medeverdachte] : één envelop of wel, twee enveloppen
Ntv
[medeverdachte] : hier zit er nog één, hier zit er nog één in jongen
[verdachte] denkt dat 'ze' de auto heeft gezien. (…) [medeverdachte] zegt dat 'ze het niet op had kunnen nemen omdat 'ze' te oud is. [verdachte] hoorde' haar' nog iets zeggen van "pak hem pak hem". [verdachte] is aan het tellen.
[verdachte] : 71
[medeverdachte] : hoeveel is dat 3600
[verdachte] : hoe zag je dat?
[medeverdachte] : ze liet het zien [verdachte] , nou, toen zeg ik nou, dan loop ik even naar boven, nou, (ntv) toen vertrouwde ze
het niet meer. Nee, jij gaat het pakken zegt ze, nee toen zeg ik, (ntv) ga naar beneden
[verdachte] : ze liep achter jou (ntv)
[medeverdachte] : bij dat wijf boven ligt nog tien keer meer, daar ligt zoveel goud daarboven zegt ze (ntv)
[verdachte] : (ntv) doe niet zo zenuwachtig, die vrouw werd zenuwachtig
[medeverdachte] : ach jongen, ik weet toch waar het ligt (…)
[verdachte] : (ntv) er lag veel meer (…)
[verdachte] : Lag d'r niet meer dan een (1) envelopje
[medeverdachte] : Een (1) envelopje [verdachte] (ntv) (…)
[medeverdachte] : hoeveel waren het er nou,70?
[verdachte] : volgens mij 71
[medeverdachte] :71,60 is 3ruggen, 10 is 5, ja 20 is 1000, 40, 60 is 3, dat is ehh
[verdachte] ; ja drie en een halve rug
[medeverdachte] : hè, ja drie en een halve rug, tel eens gewoon zo dan (…)”. [72]
Gelet op het tijdstip van het gesprek en de details die overeenkomen met de aangiftes – twee “oudjes”, een “jodinnetje”, een pruik, doofheid, het beneden en boven wonen van de dames, het zilverwerk en tot slot de enveloppen (zoals weggenomen bij aangeefster [slachtoffer 17] ) – acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] over de incidenten aan de [straat] hebben gesproken. Hierbij is de term “poten” in relatie tot babbeltrucs gebruikt.
Op 9 augustus 2017 omstreeks 16:15 uur is nader forensisch onderzoek in de woning(en) aan de [straat] gedaan. Hierbij is een spoor aan het randje van het kastdeurtje met daarin ook boeken – waar je het deurtje kon vastpakken – in de gang van de benedenwoning van [slachtoffer 17] veiliggesteld (SIN: AAFJ1092NL). In de koelkast van de bovenwoning is een fles druivensap aangetroffen. Op de buitenzijde van deze schroefdop is eveneens een spoor veiliggesteld en gewaarmerkt (SIN: AAFJ1105NL). [73] De rechtbank overweegt dat het hier gaat om contact- en dadersporen, nu de man boven deze fles op verzoek van aangeefster [slachtoffer 18] heeft geopend en de envelop(pen) uit het genoemde kastje – dat via de rand kan worden geopend – in de benedenwoning zijn weggenomen.
Er is nader DNA-onderzoek naar deze sporen verricht. Van de bemonstering eindigend op 1092#01 (kastdeurtje gang, randje rechterdeur) is een Y-chromosaal DNA-profiel verkregen. Dit profiel matcht met [medeverdachte] . Het gaat om een relatief geringe hoeveelheid mannelijk DNA naast een relatief grote hoeveelheid DNA van een onbekende vrouw. Er is gekeken naar de bewijskracht van de match. Daarbij zijn de resultaten, aldus het NFI, zeer veel waarschijnlijker (10.000 tot 1.000.000 keer) als het mannelijk DNA in de bemonstering afkomstig is van [medeverdachte] of een in de mannelijke lijn aan hem verwante man dan van een willekeurig (niet in de mannelijke lijn verwant) gekozen man. Het DNA-profiel op de schroefdop van de fles matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard, [74] de hoogste mate van zekerheid.
Tot slot gaat de rechtbank in op het gebruik van de telefoons van [medeverdachte] en [verdachte] . In geval van [medeverdachte] , het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 1] , is het laatste contact voor de incidenten op 9 augustus 2017 om 09:14:08 uur geweest. Hierbij is de telefoonmast aan de [adres 28] in Arnhem aangestraald. Het eerste contact na de incidenten is om 15:06:34 met [naam 1] (telefoonmast [adres 29] Arnhem). Voor [verdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 2] , geldt dat het laatste contact voor de incidenten om 08:39:20 uur is geweest. Het eerste contact na de incidenten is om 16:34:25 uur. Tussentijds wordt de telefoon door een ander, naar waarschijnlijkheid [naam 5] , opgenomen. [75]
Gelet op al dit voorgaande en in het bijzonder:
  • de modus operandi (met onder andere ook de telefoons die thuis blijven en dan uit worden gezet);
  • de [auto 1] die omstreeks het tijdstip van de feiten in de nabijheid van de woningen wordt geregistreerd;
  • het gesprek van [medeverdachte] en [verdachte] waarin er zowel voor als na de feiten over de uitvoering wordt gesproken en waarbij ook geld wordt geteld;
  • de dadersporen met daarop het DNA van zowel [medeverdachte] (kastdeurtje) als [verdachte] (fles);
acht de rechtbank bewezen dat de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] zich ook schuldig hebben gemaakt aan de diefstal van de destijds 84-jarige aangeefster [slachtoffer 17] en de poging daartoe bij de destijds 92-jarige [slachtoffer 18] . De omstandigheid dat er een tweede auto is gezien, doet daar naar het oordeel van de rechtbank niets aan af.
Voor wat betreft het medeplegen zal zij daar na de bespreking van de verschillende feiten nader op ingaan.
Met betrekking tot feit 18 (zaak 37: [adres 30] Deventer) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 18 primair tenlastegelegde kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is opgemerkt dat, indien een bijdrage wordt aangenomen, niet kan worden bewezen dat deze van voldoende gewicht is geweest om medeplegen aan te nemen. Voor wat betreft de herkenning is verwezen naar eerdere opmerkingen op dit punt.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer 19] , geboren op [geboortedag 11] 1933, woont samen met zijn vrouw [slachtoffer 20] , geboren op 22 november 1936, aan [adres 30] in Deventer. Aangever verklaart over twee mannen die op 31 augustus 2017 omstreeks 11:00 uur bij hen zijn geweest. Kort ervoor was naar de vaste telefoonlijn van aangever, [telefoonnummer 5] , gebeld. Het was een inspecteur van de politie die zei dat er was ingebroken en dat hij even langs wilde komen. Het was een verhaal over een kluis, een sleutel en Bulgaren, aldus aangever.
Ongeveer twee minuten later werd er bij de woning aan [adres 30] in Deventer aangebeld. De man vertelde dat ze van de politie waren. Zijn collega stond buiten en had een soort portefeuille met een penning en een pasje met zijn foto erop. De mannen van in de 50 hadden allebei een donkerblauwe (uniform)jas aan en hadden een zwarte auto bij zich die op de hoek stond geparkeerd.
Aangever ging voor de zekerheid bij de kluis kijken. Over de kluis in de kelder heeft aangever verklaard dat hier niets van waarde in lag. Dit had hij ook meermalen richting de mannen aangegeven. Eén van de mannen was met aangever meegelopen, maar was op verzoek van aangever boven blijven staan. De andere man bleef bij zijn vrouw en liep zenuwachtig heen en weer. Deze man droeg donkerblauwe gympen met een witte rand langs de zool. Het waren allebei “normale stevige kerels”. Aangeefster [slachtoffer 20] verklaart nog dat de man bij haar meermalen zei: “Rustig maar, u hoeft niet bang te zijn”. Hij keek daarbij veel rond, met name naar het kastje met het zilver. Ze kreeg er een onbestemd gevoel van. De ene man drong zich echt in de woning, langs hun heen, aldus aangeefster. Hij was niet binnen gevraagd. De mannen waren ongeveer tien minuten in de woning geweest. Er was niets weggenomen. Na het vertrek van de mannen belden ze de politie. [76]
De rechtbank overweegt dat in de voorgaande aangiftes ook meermalen blauwe jassen terugkomen. Uit de OVC-gesprekken volgt ook dat deze jassen aan dan wel uit worden getrokken. Verder is bijvoorbeeld ook aangever [slachtoffer 12] ( [adres 9] Amsterdam) kort voor het bezoek van de mannen telefonisch gebeld. Opvallend is verder dat
ook door aangeefster [slachtoffer 15] ( [adres 18] Veghel) is verklaard over een man die herhaaldelijk zei dat zij niet bang hoefde te zijn. Tegenover aangeefster [slachtoffer 10] ( [adres 5] Nijmegen) is ook gesproken over Bulgaren. Daarmee is niet alleen sprake van dezelfde modus operandi, maar ook van een aantal zeer specifieke overeenkomsten met de overige feiten.
De woning van aangevers is gelegen aan [adres 30] in Deventer. De eerste zijstraat van de rij woningen – met onder meer de woning van aangevers – is De Otter. Langs de rijbaan van De Otter zijn parkeervakken. [77] Niet alleen onder de [auto 1] , maar ook onder de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] is een baken geplaatst. Zoals overwogen, is deze auto onder meer door [medeverdachte] gebruikt.
Op 31 augustus 2017 is de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] omstreeks 10:57 tot en met 11:03 uur stilstaand ter hoogte van [adres 31] in Deventer geregistreerd. Dit adres bevindt zich op ongeveer vijftig meter afstand van de woning aan [adres 30] in Deventer. [78] Door het baken is de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] op 31 augustus 2017 ook eerder, van 10:04 tot en met 10:08 uur, stilstaand bij het Shellstation [adres 32] aan de A50 geregistreerd. De bestuurder van deze auto is op de camerabeelden te zien en herkend als [medeverdachte] . [79] Voor wat betreft de herkenningen verwijst de rechtbank naar wat zij hierover eerder heeft overwogen.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] ook kort voor het feit in gebruik is geweest bij [medeverdachte] .
De rechtbank overweegt verder dat de voornoemde [auto 2] met kenteken [kenteken 2] op 31 augustus 2017 van 12:19 tot 12:34 uur ook stilstaand is geregistreerd nabij het plein Oranjeweg/Groenestraat in Rheden. Op de [adres 33] in Rheden bevindt zich [naam 16] , voorzien van een bewakingscamera met zicht op voornoemd plein. Op de beelden is te zien dat omstreeks dit tijdstip een donkerkleurige auto, mogelijk een [auto 2] , komt aanrijden en vervolgens parkeert. Zowel de bijrijder als de bestuurder stapt uit. Omstreeks 12:34-12:35 uur (de camerabeelden lopen één tot twee minuten voor) stappen de lange man (aan de bestuurderszijde) en de kleinere man (aan de bijrijderszijde) weer in. [80] Hoewel hier geen herkenningen hebben plaatsgevonden passen de beschrijvingen van deze mannen – ook in samenhang met de registratie van het baken – wel bij de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] .
Er is niet alleen onderzoek gedaan naar de auto, maar ook naar het telefoonnummer dat aangever heeft gebeld. Het gaat hierbij om het telefoonnummer [telefoonnummer 6] , een informatienummer van KPN, dat om 10:56 uur – enkele minuten voor het bezoek van de mannen – naar het nummer van aangever eindigend op 0048 heeft gebeld. De informatiedienst van KPN kan telefoonnummers bij adressen zoeken en verstrekken.
Vervolgens is bekeken welk nummer zich door het voornoemde KPN-informatienummer met aangever heeft laten doorverbinden. Het gaat hierbij om het prepaid telefoonnummer [telefoonnummer 7] van aanbieder Lebara. Met deze telefoon is op 31 augustus 2017 veelvuldig naar de informatiedienst 1888 van KPN gebeld. Gedurende de dag straalt het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 7] verschillende masten aan, achtereenvolgens betreft het: Arnhem, Velp, Heteren, Deventer, Rheden, Arnhem, Velp en Arnhem. Over de dag verspreid wordt er meerdere keren naar telefoonnummers behorend bij verschillende adressen, waaronder aangever, gebeld. Het gaat telkens om bewoners van adressen die bejaard zijn. Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 7] is alleen op 31 augustus 2017 gebruikt. [81] Dit past bij de eerdere werkwijze van [medeverdachte] en [verdachte] met de telefoon eindigend op [telefoonnummer 4] . Verder past het ook bij de reisbeweging van de telefoon bij de registraties van de [auto 2] , welke aan [medeverdachte] en [verdachte] is te linken.
Tot slot overweegt de rechtbank over de telefoonnummers van [medeverdachte] , eindigend op [telefoonnummer 1] , en [verdachte] , eindigend op [telefoonnummer 2] , het volgende. Voor [medeverdachte] geldt dat er om 08:41:19 uur een gesprek plaatsvindt met [verdachte] , waarin [verdachte] doorgeeft precies om 09:05 uur bij [medeverdachte] te zijn. Het eerste contact daarna is dat [medeverdachte] om 15:32:20 uur zijn voicemail afluistert. In geval van [verdachte] is het eerste contact na het gesprek met [medeverdachte] om 15:51:04 uur met een NN-man. [82] Dit past vervolgens ook bij het feit dat [medeverdachte] en [verdachte] ongeveer een uur later samen bij het tankstation in Klarenbeek zijn gezien en hebben gereisd.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
  • het gaat om een soortgelijke modus operandi met naast de blauwe jas als veelvoorkomend onderdeel van het signalement ook opvallende overeenkomsten met de feiten aan de Aalsmeerweg in Amsterdam, de Vijverweg in Veghel en bijvoorbeeld de [adres 5] in Nijmegen;
  • de [auto 2] met kenteken [kenteken 2] omstreeks het feit in de nabijheid van de woning is geregistreerd;
  • deze auto aan [medeverdachte] kan worden gelinkt;
  • de telefoon met het nummer eindigend op [telefoonnummer 7] op dezelfde wijze wordt gebruikt als de telefoon eindigend op het nummer [telefoonnummer 4] (incident aan de Aalsmeerweg) en via de reisbewegingen ook aan de [auto 2] is te linken;
  • deze personen vervolgens bij de aangevers zijn geweest en actief op zoek zijn geweest naar geld of waardevolle goederen; en tot slot
  • een alternatieve verklaring niet aannemelijk is geworden,
acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] zich ook hier schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging diefstal van de destijds 84-jarige [slachtoffer 19] en 80-jarige [slachtoffer 20] . Op het medeplegen zal de rechtbank nog nader ingaan.
Vanaf hier zal de rechtbank de volgorde van de feiten hanteren.
Met betrekking tot feit 1 (zaak 5: [adres 4] Amsterdam) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van de verdachten voldoende uit de aangifte – de modus operandi en signalementen – en de OVC-gesprekken volgt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat zich bij de betreffende woning aan de Admiraal de Ruijterweg in Amsterdam drie incidenten hebben voorgedaan (p. 789 e.v.). Hoewel bij het incident op 25 oktober 2016 dezelfde modus operandi is gebruikt en in de OVC-gesprekken wordt gesproken over de Admiraal de Ruijterweg, het geld in huis blijven houden en de vorige keer (p. 1943 e.v.), kan naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende worden vastgesteld dat [medeverdachte] en [verdachte] bij dit specifieke incident op 25 oktober 2016 betrokken zijn geweest. De genoemde (niet zeer specifieke) signalementen maken dit niet anders. De rechtbank zal de verdachten van dit feit vrijspreken.
Gelet op dit voorgaande zal de rechtbank niet nader ingaan op de opmerkingen van de verdediging met betrekking tot het niet kunnen horen van aangeefster [slachtoffer 1] (als gevolg waarvan de verklaring bij gebrek aan compensatie niet voor het bewijs mag worden gebruikt).
Met betrekking tot de feiten 2 (zaak 8: [adres 34] Eindhoven) en 3 (zaak 9: [adres 35] Best) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 2 en 3 primair kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld.
Verder is voor wat betreft het feit aan de [adres 34] in Eindhoven aangevoerd dat de herkenningen van de verbalisanten onvoldoende betrouwbaar en onderscheidend zijn en niet voor het bewijs dienen te worden gebruikt. Voor beide feiten is aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat het hier gaat om een wezenlijke bijdrage die van voldoende gewicht is geweest.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 3] (- [getuige 3] ), geboren op [geboortedag 12] 1932, heeft verklaard over twee mannen die op 11 april 2017 in haar woning aan de [adres 35] in Best zijn geweest. Op 11 april 2017 belde omstreeks 12:45 uur, aldus aangeefster, een man bij haar woning aan. Hij vertelde dat er bij aangeefster was ingebroken en vroeg of hij binnen mocht komen om te controleren of er geen waardevolle spullen waren weggenomen. De man toonde haar een (politie-)identiteitsbewijs in een zwart lederen mapje met een goudkleurig politielogo. Aangeefster liet de man binnen en de man vertelde dat er dieven door een openstaand raam naar binnen waren geklommen. Hij vroeg aangeefster waar haar waardevolle spullen lagen. Aangeefster gaf aan dat zij niets van waarde in haar woning had liggen. Ze wist ook zeker dat er geen raam open stond. Aangeefster zag dat er een tweede man binnen kwam. Nadat ze met de eerste man de achtertuin in liep en vervolgens weer binnen was, vroegen de mannen nogmaals waar haar waardevolle spullen lagen. Zij waren op zoek naar vingerafdrukken of sporen. Aangeefster gaf nogmaals aan dat zij geen waardevolle spullen had. Vervolgens vertrokken de mannen. Er was niets weggenomen. Aangeefster kan de mannen als volgt omschrijven:
“Man l: (…) Blank (…) Kort grijs haar (…) tussen de 45/55 jaar oud (…) normaal postuur (…) ca 1.90 meter lang (…) Droeg een blauwe gewatteerde jas, blauwe broek en zwarte glimmende lakschoenen (…) Zag er netjes en verzorgt uit (…) sprak accentloos ABN Nederlands
Man 2: (…) Blank (…) kort haar, niet duidelijk wat voor kleur (…) tevens tussen de 45/55 jaar oud (…) normaal postuur - iets kleiner dan man l, vermoedelijk 1.80/1.85 meter lang – droeg soortgelijke kleding als de 1e man, blauwe kleding. (…)”. [83]
De getuige [getuige 3] , de dochter van aangeefster, heeft verklaard dat zij op 11 april 2017 om 12:49 uur door haar dochter werd gebeld. Aangeefster zou, aldus de dochter van de getuige, een vreemd verhaal hebben gehad over twee mannen die bij haar waren geweest. De getuige verklaart vervolgens dat het tijdstip in de aangifte van 12:45 uur daarom niet kan kloppen, [84] het moet eerder zijn geweest.
De verklaring van aangeefster [slachtoffer 3] ) vindt onder meer steun in de verklaring van de [getuige 7] , bewoner van de [adres 36] in Best. De getuige verklaart dat hij op 11 april 2017 thuis kwam en een auto in de straat zag. Dit betrof een nieuwe [auto 2] 7. Als automonteur herkende de getuige het type auto direct. De ramen in de achterste portieren en in de achterklep van de auto waren getint. De getuige zag een man achter het stuur zitten. Ook zag hij een man bij de buren van [adres 35] – aangeefster [slachtoffer 3] – naar buiten komen. [85]
Zoals nog zal volgen kan de [auto 2] 7 met (kenteken [kenteken 1] en) getinte ruiten bij de achterportieren en de achterruit worden gerelateerd aan meerdere incidenten met babbeltrucs, zoals bijvoorbeeld in Papendrecht. Uit het voorgaande volgt dat zowel het type auto als de modus operandi past bij de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] . Dit geldt nog te meer nu het specifieke kenteken [kenteken 1] van de [auto 2] 7 op 11 april 2017 om 09:19:08 uur op de A59, ter hoogte van Rosmalen, rijdend in de richting van ’s-Hertogenbosch is geregistreerd. [86] Verdachten [medeverdachte] en [verdachte] wonen, zoals overwogen, beiden in Arnhem.
Op 11 april 2017 is verder aangifte gedaan van een incident bij [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 13] 1945. Zij verklaart dat op 11 april 2017 omstreeks 12:45 uur meermalen bij haar woning aan de [adres 34] in Eindhoven werd aangebeld. Ze deed de voordeur open en zag twee mannen van ongeveer vijftig jaar voor de deur staan. Ze zeiden: “vlug vlug er wordt ingebroken bij u en de ramen zijn geopend, waar liggen uw waardevolle spullen?”. De mannen zeiden dat er spullen zouden zijn weggenomen en aangeefster snel moest gaan kijken. De mannen liepen naar binnen om samen met aangeefster te kijken naar wat zij miste. De mannen vertelden over een Marokkaan en een Algerijn die aan het inbreken zouden zijn en hadden het over vingerafdrukken. Aangeefster dacht dat het rechercheurs waren.
Aangeefster gaf aan dat zij beneden geen waardevolle spullen had, maar dat er boven iets kon liggen. Ze liepen naar boven, waarbij zij er door één van de mannen op werd gewezen dat het raam open stond. Na het incident kwam aangeefster erachter dat de kleinere man het raam had geopend. Op dat moment had deze man ook twee ringen meegenomen.
De handtas van aangeefster stond op haar slaapkamer. De mannen vroegen naar geld en goud. Aangeefster zei dat zij in haar handtas een envelop met € 2.650,- contant geld had. Ze gaf het aan de lange man. Ze zei dat ze misschien ook nog wat geld onder de vloerbedekking van de kleine kamer had liggen, het zou gaan om een paar honderd euro. De mannen bleven maar zeggen: “vlug vlug vlug! Want anders krijgt u het niet terug”. Daarop wees aangeefster nog een plek in de tuin aan waar zij een aanzienlijk bedrag aan contant geld en sieraden begraven had liggen. Het betrof ongeveer € 8.000,-. Hierna liep aangeefster nog met de mannen naar de kelder. Ze gaf aan dat er daar ook iets lag, maar zij het niet zo snel kon pakken. De mannen bleven aandringen om het vlug te doen. Hierna verlieten de mannen de woning. Na het vertrek van de mannen waren onder meer de envelop en het geld/de sieraden in de tuin verdwenen. Het ging om meerdere kettingen, ringen en een totaalbedrag van € 14.650,- aan contant geld. [87] De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de berekening van aangeefster te twijfelen.
Aangeefster [slachtoffer 2] omschrijft de mannen tot slot als volgt:
“Man 1: blanke man, ongeveer 50 tot 55 jaar oud, lange man van ongeveer 1,85 meter, donker grijs haar, (…) stevig/getraind postuur (…) net gekleed, vest/jasje, grijs/blauw (…). Man 2: blanke man, ongeveer 50 jaar oud (…) Iets kleiner dan man 1 (…) droeg een trui, grijs/blauw, stevig getraind postuur (…) praatte in een apparaatje (…)”. [88] Zowel de signalementen als de modus operandi sluiten aan bij de verklaring van aangeefster [slachtoffer 3] ).
De woning aan de [adres 34] grenst aan de kruising met de Venstraat. De [adres 37] betreft daarbij de eerste woning die grenst aan de Paaltjesweg. Op de beelden van de bewoner aan de [adres 37] waren omstreeks 13:04 uur (in plaats van 12:04 uur) – bestand VID-20170412-WA0000.mp4 – twee mannen te zien die uit de richting van de Paaltjesweg liepen. De verbalisant [verbalisant 3] relateert dat de personen op deze beelden voldeden aan het signalement dat aangeefster had gegeven. [89] Het gaat hierbij om beelden omstreeks het tijdstip van het feit bij aangeefster [slachtoffer 2] . De reisafstand tussen de woning aan de [adres 35] in Best en de woning aan de [adres 34] in Eindhoven bedroeg negen minuten. [90]
Aan [getuige 1] zijn foto’s van de beelden van de buurman van aangeefster getoond (bijlage 6). Hij herkent de personen op de beelden van de [adres 37] als [medeverdachte] en [verdachte] . [91] Dit geldt ook voor onder meer de verbalisant [verbalisant 4] , die als wijkagent [verdachte] aan zijn gelaat en postuur en [medeverdachte] aan zijn postuur en zijaanzicht (met zijn grijze haar) heeft herkend. [92] Voor wat betreft de herkenningen door verbalisanten verwijst de rechtbank naar wat zij hier eerder over heeft overwogen.
Op de beelden is verder nog te zien dat [verdachte] dezelfde soort (
rechtbank: een blauwe gewatteerde) jas droeg als bij een observatie op 21 maart 2017. [93] Deze jas is ook specifiek door aangeefster [slachtoffer 3] ) genoemd. Verder verwijst de rechtbank ook naar het eerdere OVC-gesprek tussen [medeverdachte] en [verdachte] over de blauwe jassen als vast onderdeel van ‘hun’ signalement.
Tot slot overweegt de rechtbank dat op 11 april 2017 pas om 14:05:39 uur het eerste (uitgaande) contact met de telefoon van [medeverdachte] (nummer eindigend op [telefoonnummer 1] ) plaatsvindt. Het eerste (uitgaande) contact van de telefoon van [verdachte] , het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2] , is op 11 april 2017 om 15:17:39 uur. [94] Dit ondersteunt opnieuw de bevindingen van de verbalisanten dat de verdachten ten tijde van de feiten telkens de eigen telefoon niet bij zich hebben gehad.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
- het gaat om een soortgelijke modus operandi;
- de reisbeweging van de [auto 2] – die bij meer babbeltrucs is gebruikt –past bij een ‘reis’ richting het zuiden;
- de incidenten in Best en Eindhoven kort na elkaar hebben plaatsgevonden;
- in Best ook een [auto 2] met dezelfde specifieke kenmerken als de [auto 2] van de verdachten is gezien;
- de feiten kort na elkaar hebben plaatsgevonden en de reisafstand tussen de genoemde woningen in Best en Eindhoven slechts negen minuten heeft bedragen;
- bij het incident in Eindhoven vervolgens omstreeks het tijdstip van het feit [medeverdachte] en [verdachte] komend uit de richting van de Paaltjesweg zijn gezien en zij passen in de signalementen zoals aangeefster [slachtoffer 2] heeft omschreven; en,
- een alternatieve verklaring hiervoor niet aannemelijk is geworden;
acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke diefstal van de 71-jarige [slachtoffer 2] (zaak 8: [adres 34] Eindhoven) en een gezamenlijke poging tot diefstal van de 85-jarige [slachtoffer 3] (zaak 9: [adres 35] Best). Voor wat betreft het medeplegen overweegt de rechtbank dat zij hier na de bespreking van de verschillende feiten op terugkomt.
Met betrekking tot feit 4 (zaak 11: [adres 38] Papendrecht) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 4 kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld, omdat de éénpersoonsconfrontatie van aangeefster met een foto van de beelden niet betrouwbaar kan worden geacht. Verder is opgemerkt dat niet kan worden bewezen dat het hier gaat om een wezenlijke bijdrage die van voldoende gewicht is om medeplegen aan te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 14] 1929, heeft verklaard dat zij op 18 april 2017 omstreeks 14:10 uur thuis kwam bij haar woning aan de [adres 38] in Papendrecht. Ongeveer vijf minuten later werd aangebeld en stond er een man met grijs haar voor de deur. Hij liet een pasje met daarop politie zien en vertelde haar dat er op haar adres zou zijn ingebroken. Er zouden sieraden zijn weggenomen. Aangeefster antwoordde dat zij boven wilde kijken of haar sieraden inderdaad waren gestolen. Hierop zag zij de man naar binnen stappen en mee naar boven lopen. De man riep iets wat leek op “kom maar hoor John!”. Boven zag aangeefster dat er al iemand in de slaapkamer stond. In de slaapkamer waren al haar sieraden van de commode verdwenen. Vervolgens keek aangeefster in haar nachtkastje, waar ze niets bijzonders aan zag. Aangeefster wilde naar beneden lopen om de mannen uit haar woning te laten, maar zij besloot nog eerst even naar de kluis op het kleine kamertje te lopen. De mannen liepen met haar mee en op hun aanraden maakte aangeefster de kluis open. De mannen wilden zeker weten dat er niets uit de kluis miste. In de kluis bevond zich het geld dat aangeefster en haar man gedurende hun leven voor hun kinderen hadden gespaard. Eén van de mannen pakte in één keer al het geld, een bedrag van € 16.000,-, uit de kluis. Nog voordat aangeefster er wat over kon zeggen, gaf de man aan dat hij dit nodig had voor onderzoek. Ze hadden het ook over vingerafdrukken. Toen aangeefster daarna achter de mannen aan naar beneden liep, waren ze ineens allebei weg. Ze kreeg door dat het helemaal mis was en belde vervolgens de politie. Naast het geld uit de kluis werden diverse sieraden weggenomen, waaronder horloges, hangers, armbanden, kettingen en ringen. [95]
Op 18 april 2017 om 14:36 uur werd het voornoemde incident bij de politie gemeld. Hierbij verklaart het slachtoffer (
de rechtbank begrijpt: aangeefster [slachtoffer 4]) nog het volgende:
“(…)
Slachtoffer (Vrouw 2}: Ja ze zijn al een minuut of 20 weg. Twee flinke grote mannen. Maar het was politie, helemaal in het uniform. (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Nou een blauwe jas. Blauw. Ja blauwe was het eigenlijk. (…)
Centralist: Hebben ze allerlei sieraden meegenomen mevrouw?
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja (…)
Centralist: Hee die mannen hoe zagen die eruit. Hoe oud waren ze ongeveer? (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja rond de 50. (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja alle twee. Flinke mannen. (…)
Slachtoffer (Vrouw 2): Grote flinke mannen.
Centralist: Oké. Waren het blanke mannen?
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja. (…)
Centralist: Heeft u nog gezien hoe dat ze weg gingen?
Slachtoffer (Vrouw 2): Nee want toen waren ze gelijk weg. Ze zijn gelijk naar beneden, toen ze de kluis leeg hadden, gelijk naar beneden gehold. Denk ik ze hebben wel gehold. Ik ging er achterna. Ik riep nog:? meneer waar bent u?. En ze waren weg. (…)
Centralist: Is er ook nog geld meegenomen?
Slachtoffer (Vrouw 2): Ja. En mijn raam staat open aan de voorkant.
Centralist: Dat was, heeft u niet zelf gedaan?
Slachtoffer (Vrouw 2): Nee dat heb ik niet zelf gedaan. (…)”. [96]
Na de melding werd de verbalisant die zich inmiddels ter plaatse bij aangeefster [slachtoffer 4] bevond gebeld door een collega met de mededeling dat een getuige twee verdachte personen in de richting van de Rubensstraat had zien lopen. Het betrof de getuige [getuige 5] die ook over camerabeelden van deze mannen beschikte. [97]
De getuige [getuige 5] , wonende aan de [adres 39] in Papendrecht, heeft verklaard dat via het voetpad voor zijn woning een soort pleintje kan worden bereikt en je vervolgens zo bij de achterzijde van de woningen gelegen aan de Rubensstraat in Papendrecht komt.
Op 18 april 2017 omstreeks 14:10 uur zag de getuige twee onbekende mannen in de Hans Memlingstraat lopen. Zij kwamen uit de richting van de brandgang en het pleintje en liepen in de richting van de Pieter de Hooghstraat. Vervolgens stapten zij in een personenauto die bijna aan het einde van de Hans Memlingstraat stond geparkeerd. De getuige zag dat het een donkergekleurde [auto 2] , zwart of donkergrijs van kleur, was. Voor zover de getuige zich kon herinneren, bevond zich de cijfercombinatie 57 in het kenteken. De Volkswagen was verder voorzien van een donker getinte achterruit en donker getinte ruiten in de achterportieren. [98] De rechtbank overweegt dat zowel de eigenschappen als de cijfercombinatie 57 aansluit bij de eerder genoemde [auto 2] op naam van de partner van [getuige 1] .
De camerabeelden van de getuige [getuige 5] , wonende aan de [adres 39] in Papendrecht, zijn nader onderzocht. Hierop is onder meer het volgende waargenomen:
“18-04-2017 14;12:14. Op deze beelden is zichtbaar dat een vrouw links het beeld in komt gelopen, komende uit de richting van de Paulus Potterstraat. Deze vrouw loopt door de steeg in de richting van de Rubensstraat. Ik, verbalisant de [verbalisant 5] , kan deze vrouw als volgt omschrijven: (…) Oudere vrouw. (…) Grijs haar tot in haar nek. (…) Donkerkleurige rollator met daaraan vast een blauwe tas. (…) Deze vrouw zal (…) “Vrouw 1” worden genoemd. (…) 18-04-2017 14:12:42. Op deze beelden is zichtbaar dat een man links het beeld in komt
gelopen. Deze man komt tevens uit de richting van de Paulus Potterstraat. Deze man loopt ook via de steeg in de richting van de Rubensstraat. Ter verduidelijking, dit betreft dezelfde looprichting als eerder genoemde Vrouw l. Op de beelden is zichtbaar de deze man zich met versnelde looppas verplaatst. Ik, verbalisant de [verbalisant 5] kan deze man als volgt omschrijven:
Man l: (…) Blanke man. (…) Kort haar, licht van kleur. Zijkanten korter dan bovenop het hoofd. (…) Donkere jas tot over de heupen. Op deze jas zitten grote zakken met opvallende knopen. (…) Onder de donkere jas draagt de man een licht overhemd. (…) Donkere lange broek. (…) Donkere schoenen zonder veters. (…)
18-04-2017 14:13:17. Op deze beelden is zichtbaar dat Man l rechts het beeld weer komt inlopen. De man loopt wederom in de steeg komende uit de richting van de Rubensstraat en lopende in de richting van de Paulus Potterstraat. (…)
18-04-2017: 14:13:32 (…) kort nadat man 1 het beeld uitloopt (…)
18-04-2017 14:13:46. Op deze beelden is zichtbaar dat er links een tweede voertuig het beeld in komt rijden. Ook dit voertuig komt vanuit de Paulus Potterstraat en rijdt, via de openbare weg van de Hans Memlingstraat, in de richting van de Pieter de Hooghstraat. Ik, verbalisant de [verbalisant 5] , kan dit voertuig als volgt omschrijven. Voertuig 2: Donker van kleur (…) Station hatchback (…) Gele kentekenplaten aan de voor- en achterzijde van. het voertuig. (…) Raam rechtsachter is donkerder gekleurd dan de ramen aan de voorzijde. (…)
18-04-2017 14:16:02. Op deze beelden is zichtbaar dat bovenin het beeld twee mannen het beeld in komen lopen, komende vanuit de richting van de Pieter de Hooghstraat. Beide mannen lopen via de eerder omschreven steeg in de richting van de Rubensstraat. Ik, verbalisant de [verbalisant 5] , herken de achterste man als de eerder omschreven Man l. Ik, verbalisant de [verbalisant 5] , kan de andere man als volgt omschrijven: Man 2 (…) Blanke man (…). Qua lengte langer dan Man l. (…) Kort haar, licht van kleur. (…) Donkere wenkbrauwen. (…) Donkerblauwe jas tot op de heupen. Op deze jas zitten zilveren accenten op de borst. (…) Donker grijze lange spijkerbroek. (…) Licht grijze schoenen met witte zolen. (…)
18-04-2017 14:17:09. Op deze beelden is te zien dat Man l en Man 2 rechts het beeld weer in lopen. Te zien is dat zij via de steeg, komende uit de Rubensstraat, het trottoir van de Hans Memlingstraat oplopen in de richting van de Pieter de Hooghstraat. (…)”. [99] Deze beelden sluiten aan bij de tijdstippen waarover aangeefster met betrekking tot de mannen in haar woning heeft verklaard.
Er zijn foto’s van deze beelden aan de ex-partner van [medeverdachte] , [getuige 2] , getoond (bijlage 26). Zij herkent hierop [medeverdachte] . [100] Dit geldt ook voor [getuige 1] , die op foto’s van dezelfde beelden van de Hans Memlingstraat/Rubensstraat (bijlage 4), zowel [medeverdachte] als [verdachte] herkent. [101]
De rechtbank overweegt dat de verbalisant, met getuige [getuige 5] , ter plaatse de beelden heeft gezien en relateert dat de personen zeer goed voldeden aan het signalement dat aangeefster [slachtoffer 4] had gegeven. Vervolgens werden de beelden getoond aan aangeefster [slachtoffer 4] .
Zij gaf daarop aan dat dit de mannen waren die haar zojuist hadden bestolen. Aangeefster verklaart zelf nog dat ze de gezichten onmiddellijk van de foto herkende. [102] Gelet op het feit dat deze herkenning zeer kort na het feit heeft plaatsgevonden en ook steun vindt in de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] , ziet de rechtbank – ondanks de verklaring van aangeefster bij de rechter-commissaris – geen reden aan deze verklaring te twijfelen.
Gelet op al dit voorgaande en in het bijzonder de herkenningen van [getuige 2] en [getuige 1] zal de rechtbank hier verder niet meer op de herkenningen van de verbalisanten ingaan.
De voorgaande bevindingen vinden ook nog steun in de registraties met betrekking tot de [auto 2] 7 met kenteken [kenteken 1] (en getinte ruiten), die ook vaker bij babbeltrucs is gebruikt. De [auto 2] is op 18 april 2017 om 13:44:25 uur aan het IJsselmondseplein in Rotterdam geregistreerd. Het betreft hier de toerit van de Rijksweg A16 richting Ridderkerk. Op het overzicht van ARS-registraties van de [auto 2] is te zien dat dit ook richting Papendrecht is. [103] De reistijd van het IJsselmondseplein in Rotterdam naar de Rubensstraat in Papendrecht bedraagt bij normaal verkeer tussen de 12 en 18 minuten. Vanaf 15:25 uur is het kenteken in Arnhem geregistreerd. [104] Zoals overwogen wonen de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] in Arnhem.
Tot slot overweegt de rechtbank dat er op 18 april 2017 vanaf 08:58 uur tot 15:41 uur geen activiteiten op de telefoon van [medeverdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 1] , plaatsvinden.
Het eerstvolgende gesprek is op 18 april 2017 om 15:41:55 uur. Voor de telefoon van [verdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 2] , geldt dat het eerste (inkomende) contact om 17:09:18 uur met [medeverdachte] is. [105]
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
- het gaat om een soortgelijke modus operandi;
- de reisbeweging van de [auto 2] – die bij meer babbeltrucs is gebruikt – past bij een route naar Papendrecht;
- een [auto 2] met dezelfde specifieke kenmerken als de [auto 2] van de verdachten is gezien (getinte ruiten en de cijfercombinatie 57);
- de verdachten passen in de signalementen; en vooral nu,
- [medeverdachte] en [verdachte] omstreeks het tijdstip van het feit nabij de woning zijn aangetroffen – immers op de camerabeelden te zien – en ook door aangeefster zijn herkend,
acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke diefstal van de destijds 87-jarige [slachtoffer 4] . Voor wat betreft het medeplegen overweegt de rechtbank dat zij hier na de bespreking van de verschillende feiten op terugkomt.
Met betrekking tot de feiten 5 (zaak 23: [adres 40] Blaricum), 6 (zaak 24: [adres 41] Blaricum), 7 (zaak 25: [adres 42] Huizen) en 8 (zaak 26: [adres 43] Hilversum) onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de feiten 5 primair, 6 primair, 7 en 8 kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Voor wat betreft aangeefster [slachtoffer 22] en haar buurman heeft de verdediging opgemerkt dat zij deze getuigen niet heeft kunnen horen. De verklaringen zijn dan ook, aldus de jurisprudentie, voor het bewijs niet bruikbaar. Verder is opgemerkt dat, indien een bijdrage wordt aangenomen, niet kan worden bewezen dat deze van voldoende gewicht is geweest om medeplegen aan te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Op 14 juli 2017 hebben er vier incidenten plaatsgevonden, te beginnen met het feit aan de [adres 40] in Blaricum. Aangeefster [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 15] 1934, heeft verklaard dat er op 14 juli 2017 omstreeks 10:00 uur bij haar woning aan de [adres 40] werd aangebeld. Er stond een man voor de deur. De man vertelde dat hij van de politie was en liet een kaartje met daarop de tekst “politie” zien. Het betrof een man met een blanke huidskleur, tussen de 40 en 50 jaar, grijs haar, een flink postuur en een grijs jack. De man vertelde dat ze twee inbrekers hadden aangehouden en hij wilde kijken of ze ook bij aangeefster waren geweest. Aangeefster opende de poort. Toen de man in de tuin was, opende hij de poort nogmaals en riep naar voren. Vervolgens kwam er een tweede man de tuin ingelopen. Deze man had een blanke huidskleur, was ongeveer vijftig jaar en was iets kleiner dan de eerste man. Ze vroegen aangeefster om te kijken of zij iets kwijt was. Aangeefster ging naar binnen en de mannen liepen gelijk achter haar aan. De mannen vroegen of zij geld en juwelen in huis had. Aangeefster vertelde dat zij geen geld in huis had, maar dat zij wel wat juwelen op haar slaapkamer had. Ze liet de juwelen onder de zitting van het stoeltje aan de mannen zien. Aangeefster zag op dat moment een paar sieradendoosjes liggen. In de doosjes bevonden zich de trouwringen van haar ouders en een ketting. Toen ze vervolgens op de overloop stonden, toonde één van de mannen aangeefster twee sieradendoosjes en vroeg of die van haar waren. Men had de sieradendoosjes aangetroffen bij de mannen die waren aangehouden. Aangeefster herkende de sieradendoosjes als de doosjes die zij kort daarvoor nog in het stoeltje had zien liggen. De man gaf de sieradendoosjes terug, alles zat er nog in. Eén van de mannen keek de voorkamer in en deed snel de deur – waarschijnlijk toen de politie-emblemen werden gezien – dicht. Hierna verlieten de mannen de woning. Er werden geen goederen weggenomen. [106]
Aangeefster [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 16] 1938, heeft verklaard dat op 14 juli 2017 omstreeks 11:00 uur bij hun woning aan de [adres 41] in Blaricum werd aangebeld. Er stond een man voor de deur. Hij vertelde dat hij van de politie was en liet een “kaartje” met daarop politie zien. Het betrof een man met een blanke huidskleur, een leeftijd van ongeveer vijftig jaar, een lengte van ongeveer 1,85 meter, een normaal postuur, een behoorlijk volle bos grijs haar en een donkerblauw jack. De man vertelde dat er twee mensen waren aangehouden voor een diefstal uit een woning waarbij geld en juwelen waren gestolen. Er zou vermoedelijk ook bij aangeefster en haar man zijn ingebroken, wat maakte dat de man graag in hun woning wilde kijken of dat het geval was. Aangeefster liet de man binnen en ging vervolgens, via de keuken, met de man naar de achtertuin. In de achtertuin gaf de man aan dat aangeefster wel naar binnen kon gaan. Hij zou om het huis lopen om te kijken. Toen aangeefster weer in de keuken stond, werd er opnieuw aan de voordeur gebeld. Haar man opende de voordeur. Er stond wederom een man voor de deur. Hij vertelde aan haar man dat hij van Gooilandbeveiliging was en dat hij bij de man hoorde die zij eerder hadden binnengelaten. De man toonde geen legitimatie. Terwijl aangeefster en haar man in gesprek waren met de tweede man, kwam de eerste man vanuit de zijkant van de woning aanlopen. Aangeefster en haar man liepen met de mannen naar de eerste etage. De mannen bleven steeds vragen waar zij het geld en de juwelen bewaarden. Aangeefster had geantwoord dat zij alles in een kluis op de bank bewaarden. Hierna verlieten beide mannen hun woning. Ze stapten in een donkergrijze/zwarte personenauto en reden weg in de richting van Huizen. Het kenteken begon met 48 en eindigende op een 8 of 9, aldus aangeefster. Er waren geen goederen gestolen. [107] Bij de rechter-commissaris verklaart aangeefster nog dat de mannen naar schatting ongeveer tien minuten binnen zijn gebleven. De melding aan de politie is om 11:15 uur geweest. [108]
Vervolgens is aangifte gedaan van een incident op 14 juli 2017 omstreeks 11:35 uur. Aangeefster [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedag 17] 1929, heeft verklaard dat er op 14 juli 2017 omstreeks 11:35 uur bij haar woning aan de [adres 42] in Huizen werd aangebeld. Ze zag vervolgens twee mannen staan. Ze vroegen aangeefster of zij hun politielegitimatiebewijs wilde zien. Aangeefster liet de mannen binnen. Eén van de mannen vroeg of zij sieraden in huis had. Aangeefster gaf aan dat zij dat niet had. Ze liep nog wel met één man naar de zolderverdieping. De andere man bleef achter, naar alle waarschijnlijkheid in de woonkamer. Na het vertrek van mannen ontdekte aangeefster dat uit het kantoortje naast de woonkamer een portefeuille en portemonnee met inhoud van haar inwonende zoon [slachtoffer 8] zijn gestolen. Aangeefster omschrijft de mannen als zijnde tussen de 30 en 50 jaar met een blank uiterlijk, een normaal postuur, een lengte van ongeveer 1.75-1.80 meter, kort haar en donkere kleding. [109] De zoon van aangeefster, [slachtoffer 8] bevestigt dat uit het kantoortje naast de woonkamer zijn portefeuille en portemonnee met inhoud zijn gestolen. [110]
Zoals overwogen werd de telefoon met nummer [telefoonnummer 4] gebruikt door [medeverdachte] en [verdachte] . Op 14 juli 2017 om 11:48 uur werd met deze telefoon de mast aan de [adres 44] in Huizen aangestraald, [111] wat past in de reeks aan incidenten op 14 juli 2017.
Tot slot heeft aangeefster [slachtoffer 22] , geboren op [geboortedag 18] 1942, aangifte gedaan van oplichting. Zij heeft verklaard dat op 14 juli 2017 omstreeks 13:30 uur de deurbel ging en er twee mannen voor de deur van haar woning aan de [adres 43] in Hilversum stonden. Eén van de mannen gaf aan dat zij van de politie waren. De man zei dat er afgelopen nacht bij aangeefster was ingebroken. Ze liet de mannen binnen. Aangeefster ging naar boven en zag dat er geen sieraden waren weggenomen. Beneden stonden de mannen nog op haar te wachten. Eén van de mannen zei dat ze naar de bank moest gaan om geld op te nemen. Er werd voorgesteld om samen naar de bank te gaan. De mannen waren beleefd en zagen er netjes uit. Ze kwamen betrouwbaar op aangeefster over. Aangeefster stapte bij de mannen in de auto, waar ze naar de ’s Gravenlandweg reden. Daar pinde aangeefster om 13:51 uur een bedrag van € 1.500,- van haar rekening. Daarna pinde zij nogmaals een bedrag van € 2.000,-, en daarmee totaal € 3.500,-, bij de geldautomaat. Ze liep terug naar de mannen in de auto. Ze gaf het geld aan één van de mannen. Daarna reden ze weg. De bestuurder gaf aan dat aangeefster uit moest stappen. Ze zouden over tien minuten terugkomen. Aangeefster ging bij een bushalte zitten, omdat het regende. De mannen kwamen niet terug. [112]
De buurman van aangeefster liet de verbalisanten nog weten dat de mannen hun auto hadden geparkeerd in de Ludenstraat te Hilversum. Het was om de hoek van de Erfgooiersstraat. Het betrof een zwarte personenauto van het merk [auto 1] , voorzien van het kenteken [kenteken 4] . Hij zag zijn buurvrouw in de auto stappen en hoorde de kleine man steeds roepen dat ze op moest schieten. [113]
Zoals hiervoor is aangegeven, kan de [auto 1] met kenteken [kenteken 4] in verband worden gebracht met diverse incidenten met babbeltrucs. Deze specifieke [auto 1] met kenteken [kenteken 4] is op 14 juli 2017 om 09:22 uur op de locatie A1 Apeldoorn-Amersfoort ter hoogte van Hoevelaken geregistreerd. [114] In de [auto 1] zijn gedurende enkele weken gesprekken opgenomen, waaronder op 7 augustus 2017. Tijdens dit gesprek enkele weken na het feit, wordt het volgende – zoals overwogen – door [medeverdachte] en [verdachte] besproken:
“(…)
Maandag 7 augustus 2017 van 09.02 uur tot 09.07 uur
Maandag 7 augustus 2017 van 09.07 uur tot 09.12 uur (…)
[medeverdachte] ; ...(ntvs) zo'n wijf als de laatste keer als die der een rooitje of 2(fon) op heeft
staan(fon) je brengt het gewoon terug dan ken je ze ook(fon) na(fon) 2 dagen laten
gaan.
[verdachte] : Ja zo 1 wel.
[medeverdachte] : Die zet je gewoon netjes thuis af.
[verdachte] : Dat hadden we wel moeten doen. Die hadden we eigenlijk thuis af moeten zetten.
[medeverdachte] : Maar ze wist zelf de weg niet meer terug [verdachte] .
[verdachte] : Nee ik ook niet meer.
[medeverdachte] : Nou ja doei(fon) (…)”.
Gelet op al het voorgaande in samenhang bezien en in het bijzonder nu deze specifieke auto ook bij het incident met aangeefster [slachtoffer 22] enkele weken ervoor is gebruikt en het gaat om een soortgelijke modus operandi (onder meer het voordoen als politieagenten), acht de rechtbank bewezen dat hier nog wordt ‘nagepraat’ over het incident met aangeefster [slachtoffer 22] .
Voor wat betreft de telefoons van [medeverdachte] en [verdachte] overweegt de rechtbank dat om 00:39 uur [medeverdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 1] , wordt gebeld. Om 8:19:43u belt [medeverdachte] (stemherkenning), vanaf [telefoonnummer 8] , naar [verdachte] / [verdachte] , er wordt afgesproken over een kwartier. Voor wat betreft [verdachte] , het nummer eindigend op [telefoonnummer 2] , geldt dat na dit gesprek het nummer gedurende dag wordt beantwoord door [naam 5] . Tussentijdse oproepen worden ook door [medeverdachte] niet meer beantwoord. Om 15:49:02u neemt [verdachte] / [verdachte] zelf weer een inkomende oproep op. Om 15:51 uur belt [medeverdachte] weer naar [naam 1] . [115] Dit past opnieuw bij de modus operandi, waarbij [medeverdachte] en [verdachte] zich niet alleen voordoen als politieagenten, maar ook telkens hun telefoons thuis laten dan wel uitzetten. Op 14 juli 2017 is daarbij ook gebruik gemaakt van de telefoon met het nummer eindigend op [telefoonnummer 4] .
Uit al het voorgaande volgt dat de bewezenverklaring niet alleen of in beslissende mate steunt op de verklaring van aangeefster [slachtoffer 22] en/of haar buurman. Voor wat betreft het niet horen van deze getuigen, hoeft dit naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet te leiden tot bewijsuitsluiting.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder nu:
  • de rijrichting van de [auto 1] past bij een reis richting Blaricum;
  • verdachten [medeverdachte] en [verdachte] passen in het signalement zoals door aangeefster [slachtoffer 5] is genoemd;
  • het zowel bij aangeefster [slachtoffer 5] als aangeefster [slachtoffer 6] gaat om een soortgelijke modus operandi;
  • door aangeefster [slachtoffer 6] een zwarte personenauto wordt gezien met 48 in het kenteken, wat past bij het kenteken van de [auto 1] van [medeverdachte] en [verdachte] ;
  • de auto, aldus [slachtoffer 6] , vertrekt naar Huizen en vervolgens ook het volgende feit in Huizen wordt gepleegd;
  • rondom het tijdstip van het feit in Huizen de telefoon eindigend op nummer [telefoonnummer 4] , in gebruik bij [medeverdachte] en [verdachte] (zoals nog volgt), een telefoonmast in Huizen aanstraalt;
  • vervolgens op dezelfde dag opnieuw twee mannen zich als politieagenten melden bij aangeefster [slachtoffer 22] en daarbij wordt gezien dat aangeefster daadwerkelijk in de [auto 1] stapt, en tot slot
  • [medeverdachte] en [verdachte] vervolgens enkele weken praten over het “wijf “ dat ze thuis af had moeten afzetten, wat naar het oordeel van de rechtbank past bij aangeefster [slachtoffer 22] ,
kan naar het oordeel van de rechtbank – alles in onderlinge samenhang bezien – worden bewezen dat [medeverdachte] en [verdachte] zich schuldig hebben gemaakt aan een gezamenlijke poging van diefstal van de destijds 82-jarige [slachtoffer 5] (feit 5 primair onder parketnummer 05/880996-17), een gezamenlijke poging van diefstal van de destijds 78-jarige [slachtoffer 6] (feit 6 primair onder parketnummer 05/880996-17), de diefstal in vereniging van de destijds 88-jarige [slachtoffer 7] en/of haar zoon (feit 7 onder parketnummer 05/880996-17) en tot slot de gezamenlijke oplichting van de destijds 74-jarige [slachtoffer 22] (feit 8 onder parketnummer 05/880996-17). Het gaat hierbij naar het oordeel van de rechtbank niet enkel om schakelbewijs.
Voor wat betreft het laatste feit, de oplichting overweegt de rechtbank nog dat verdachten door zich voor te doen als politieagenten (onder meer door zich zo te identificeren) en een inbraak te verzinnen, aangeefster met behulp van het oplichtingsmiddel valse hoedanigheid, hebben bewogen tot het opnemen en afgeven van een geldbedrag van € 3.500,-. Gelet daarop kan ook de oplichting (feit 8 onder parketnummer 05/880996-17) worden bewezen.
Met betrekking tot het feit onder parketnummer 05/720122-19:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primaire feit kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte onvoldoende kan worden vastgesteld. Verder is opgemerkt dat, indien een bijdrage wordt aangenomen, niet kan worden bewezen dat deze van voldoende gewicht is geweest om medeplegen aan te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer 21] , geboren op [geboortedag 19] 1926, heeft verklaard dat op 12 april 2017 omstreeks 13:45 uur een man voor het raam van zijn woning aan de [adres 45] in Velp, gemeente Rheden, stond. Hij tikte tegen het raam en gaf aan dat aangever naar de toegangspoort moest komen. Aangever vroeg “wie is daar?”, waarop de man iets riep van “politie”. Aangever opende de toegangspoort. De man zei: “Ik ben namens de politie hier. De politie komt straks nog, maar ze hebben vannacht bij u ingebroken”. Terwijl aangever door de eerste man aan de praat werd gehouden, kwam er een tweede man bij. De eerste man vroeg of deze tweede man toch – aangever had aangegeven dat men niet binnen was geweest – even in de woning mocht kijken. Aangever had daar geen bezwaar tegen en de tweede man liep de woning in. Hij keek rond en ging zelfs naar boven.
Aangever liep met de (
de rechtbank begrijpt: eerste) man de woning in. Hij wees de man op de kluis. De man wilde dat aangever de kluis zou openen. Aangever zei tegen de man dat hij geen waardevolle spullen in de kluis had liggen en opende de kluis niet. De tweede man verliet vrij snel de woning. Aangever liep nog met de eerste man naar boven. Weer beneden gekomen, voelde de eerste man aan een achterdeur die ineens niet afgesloten was. De man zei toen: “zie je wel, ze zijn toch binnen geweest”. Deze deur was altijd afgesloten, aldus aangever. De man bleef aandringen dat aangever de kluis zou openen, maar aangever bleef zeggen dat er niets in zat en duwde de man weg. Hierna vertrok de man. Opvallend vond aangever de gehaaste indruk die de man maakte. De mannen waren ongeveer tien minuten in de woning van aangever. Uit de woning was niets weggenomen, aldus aangever. [116]
Aangever beschrijft op de dag van het feit de eerste man als een blanke man van circa vijftig jaar oud, een fors postuur, circa 1.85 meter lang met een bruine dunne jas/meer een soort vest. De tweede man droeg qua kleding hetzelfde als de eerste man. [117]
Op de genoemde [auto 3] (kenteken [kenteken 3] ) – welke onder meer werd gebruikt door [medeverdachte] – was een baken geplaatst. De auto werd op 12 april 2017 op de volgende plaatsen geregistreerd:
  • 13:30 uur: [adres 46] Velp;
  • 13:52 uur: [adres 47] Velp;
  • 13:56 uur: [adres 48] Velp;
  • 13:57 uur: [adres 49] Velp;
  • 13:58 uur: [adres 50] Velp;
  • 13:59 uur: [adres 51] Velp,
  • 13:59, 14:00 uur: [adres 52] Velp;
  • 14:01 uur: [adres 53] Velp;
  • 14:05 uur: [adres 54] Velp.
Om 14:01 uur staat het voertuig vier minuten stil op de Bergweg te Velp. Tussen 13:30 uur en 13:52 uur heeft het voertuig tweeëntwintig minuten op de Hoofdstraat in Velp stilgestaan.
Op de [adres 55] in Velp is Automatiek [naam 17] gevestigd. Op de camerabeelden van Automatiek [naam 17] , ook wel aangeduid als ‘ [naam 17] ’, is om 13:28:02 (in plaats van 12:28:02) uur een man bij de kassa te zien. Deze persoon wordt herkend als [medeverdachte] . Om 13:28:24 (in plaats van 12:28:24) uur komt een tweede man in beeld. Deze man draagt onder meer een bruin/rode bodywarmer (over de breedte gestikt) en zwarte schoenen met een witte zool. Deze man wordt herkend als [verdachte] . Om 12:48:12 uur lopen [medeverdachte] en [verdachte] uit beeld. Tussen de [adres 55] en de [adres 45] in Velp ligt hemelsbreed een afstand van zeshonderd meter. [118] Verdachte heeft erkend de persoon op de beelden te zijn. [119] Dit geldt nog daargelaten wat de rechtbank eerder over de herkenningen van de verbalisanten heeft overwogen.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder:
  • de modus operandi die ook eerder door [medeverdachte] en [verdachte] is toegepast;
  • de [auto 3] omstreeks het tijdstip van het feit in de Bergweg is geregistreerd;
  • [medeverdachte] en [verdachte] kort daarvoor (met hun bezoek aan ‘ [naam 17] ’) aan deze auto kunnen worden gelinkt; en tot slot,
  • [medeverdachte] en [verdachte] in de omschrijving van aangever passen,
acht de rechtbank bewezen dat de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] zich ook samen schuldig hebben gemaakt aan de poging tot diefstal van de destijds 90-jarige [slachtoffer 21] (primair). Op het medeplegen zal de rechtbank vervolgens ingaan.
Medeplegen
Voor wat betreft het medeplegen, voor zover bewezenverklaard bij de hiervoor genoemde feiten (onder beide parketnummers), overweegt de rechtbank als volgt. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte] en [verdachte] een vergelijkbare en in die zin onderling inwisselbare rol hebben vervuld. In een aantal gevallen belt één van de twee aan en volgt de ander kort daarna. In andere gevallen staan ze beiden voor de deur en gaan ze gezamenlijk naar binnen. Vervolgens onderscheiden de feiten zich erin dat of de mannen gezamenlijk met de aangever/aangeefster – bijvoorbeeld in Eindhoven en Papendrecht – door de woning lopen dan wel dat de rollen zijn verdeeld. In dat laatste geval blijft één van de mannen bij de aangever/aangeefster, vraagt onder meer naar geld of waardevolle spullen, en loopt de tweede man (uit het zicht) rond (bijvoorbeeld aan de Maasstraat en Holendrechtstraat in Amsterdam, in Veghel, Best en Velp). Dit laatste doet zich bijvoorbeeld ook voor in de [straat] in Arnhem, waar de eerste man bij de aangeefster in de benedenwoning blijft en de tweede man naar boven – naar de aangeefster van de bovenwoning – loopt.
Daarnaast komt uit de OVC-gesprekken, observaties en registraties van de [auto 1] , [auto 2] (in twee varianten) en [auto 3] ook een beeld naar voren van twee mannen die samen op zoek gaan naar ‘kansrijke’ woningen met (hoog) bejaarde bewoners (met geld/sieraden). Zij herinneren elkaar hierbij ook aan het uit dan wel aan doen van hun jassen.
Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat hoewel niet is vast te stellen welke handelingen door [medeverdachte] dan wel [verdachte] elk afzonderlijk zijn verricht – zij hebben hier zelf ook niets over verklaard –, wel van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking (en een bijdrage van voldoende gewicht van beiden) kan worden gesproken. Zij verwerpt dan ook het verweer op dit punt.
Met betrekking tot feit 19 onder parketnummer 05/880996-17:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat verdachte betrokkenheid bij de babbeltrucs heeft ontkend. Dit maakt dan ook dan ook dat van werkzaamheden, genoten inkomsten dan wel vermogen (wat gemeld had moeten worden) geen sprake is.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat zij diverse voltooide diefstallen, pogingen tot diefstal en een oplichting bewezen heeft verklaard. Hierbij zijn omvangrijke geldbedragen en waardevolle sieraden weggenomen. De eerste bewezenverklaarde diefstal is op 11 april 2017. De rechtbank zal daarom ook voor wat betreft dit feit deze begindatum tot uitgangspunt nemen.
Verdachte heeft vanaf 25 september 2013 tot en met 3 september 2017 onafgebroken een bijstandsuitkering ontvangen. Hiertoe is door onder meer verdachte een aanvraag- en/of inlichtingenformulier over de desbetreffende regeling ingevuld, gedagtekend en ondertekend op 1 oktober 2013. Vervolgens is de genoemde uitkering uitbetaald. Het gaat daarbij in de periode van oktober 2013 tot en met augustus 2017 om een maandbedrag met zijn partner conform de gehuwdennorm. Vanaf 1 januari 2015 is de grondslag van deze uitkering gewijzigd naar de Participatiewet. Ook op grond van de Participatiewet is verdachte verplicht om van al datgene wat van belang is voor de verlenging/voortzetting van de verleende bijstandsuitkering mededeling te doen. Hiertoe wordt onder meer een wijzigingsformulier beschikbaar gesteld. Bij een wijziging in de situatie moet dit formulier worden ingevuld, ondertekend en bij de uitkeringsinstantie worden ingeleverd. Verdachte is per brief d.d. 23 december 2014 – gestuurd naar zijn adres aan de [adres 1] in Arnhem – geïnformeerd over de invoering van de Participatiewet met bijgevoegd een aangepast wijzigingsformulier. Hierbij is ook vermeld dat dezelfde plichten blijven gelden. Op onder meer 26 september 2016 is ook een brief naar dit adres van verdachte gestuurd, waarin nogmaals expliciet is vermeld dat alles wat van invloed kan zijn op een uitkering moet worden gemeld. Daarbij wordt ook genoemd dat wijzigingen in de financiële situatie dienen te worden doorgegeven. Dit wordt ook herhaald in de brief zoals verzonden d.d. 24 oktober 2016. [120]
Uit al het voorgaande volgt dat omvangrijke bedragen met strafbare feiten zijn ‘verdiend’.
De gemeente Arnhem is nooit over werkzaamheden, inkomsten of vermogen (in bijvoorbeeld de vorm van een motorvoertuig of het verblijf in het buitenland) geïnformeerd. Vanwege het gegeven dat er sprake is van criminele activiteiten/inkomsten is er geen recht op een bijstandsuitkering geweest. [121] Op 4 september 2017 is in verband met de voorlopige hechtenis van verdachte de uitkering van een gehuwdennorm gewijzigd in een alleenstaande norm, [122] ofwel is de uitkering van [verdachte] vooralsnog beëindigd.
Verdachte heeft verklaard dat hij in verband met zijn uitkering één keer per maand zijn handtekening moet zetten op een formulier dat terug moest naar de gemeente Arnhem. [123]
Voor wat betreft de levensstijl van [verdachte] wenst de rechtbank nog te verwijzen naar een tweetal tapgesprekken:
Tapgesprek d.d. 17 juli 2017 tussen [verdachte] ( [telefoonnummer 2] ) en NNman (stichting [naam 18] , 5909):
“(…) NN-man vraagt of hij ( [naam 19] ) niet naar Thailand toe gaat. [verdachte] zegt
dat hij twee weken daarna gaat. Oh oh wat een leven heeft die he, zegt NN-man. Dat zeg ik, IK SCHOEP ME EIGEN DE TERING OVERAL VOOR, zegt [verdachte] . Niet normaal man, zegt NN-man. NN-man zegt voor 4 man geboekt te hebben en dan zien ze daar wel hoe ze reageren. [verdachte] zegt dat ze geen slapende honden wakker moeten maken, dat mokkel kan er ook niets meer aan doen denkt [verdachte] . [verdachte] zegt het is gewoon een foutje geweest dan, nn-man zegt ja misschien moetje dan gewoon bijbetalen daar. [verdachte] zegt dat maakt me niet uit. (…)”. Schoepen betekent volgens het Bargoens woordenboek "stelen" (bron: http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Bargoens). [124]
Gesprek d.d. 26 augustus 2017 tussen [verdachte] ( [telefoonnummer 2] ) en [medeverdachte] ( [telefoonnummer 1] ):
“(…) [medeverdachte] : Scooter
[verdachte] : ja
[medeverdachte] : heb je hem al
[verdachte] : ja en de klok ook (…)
[medeverdachte] : ah dat is wel te gek [verdachte] wat jij allemaal koopt
[verdachte] : ik heb hem toevallig net om, ik heb hem net om
[medeverdachte] : he ja, dat is wel te gek wat Jij allemaal koopt he
[verdachte] : ik blijf aan het kopen, maakt mij het uit jongen
[medeverdachte] : ja wat moet je er anders mee he
[verdachte] : ik merk er toch niks
[medeverdachte] : ja natuurlijk niet... nee natuurlijk niet
[verdachte] lacht
[medeverdachte] : en vooral niet als je .... naar binnen snuift
[verdachte] : wat zeg je
[medeverdachte] : als Je bij mensen binnen snuift, dat je op bent van de slaap
[verdachte] : ja
[medeverdachte] : he ja toch
[verdachte] : ja, wat zeg je nou
[medeverdachte] : dat je bij mensen, als je bij mensen binnen komt ergens en je neemt bij mensen binnen een snuifie omdat je op bent van de slaap (…)”. [125]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit meerdere gesprekken ook dat verdachte wist dat dergelijke inkomsten/bezittingen van invloed konden zijn op zijn uitkering. Dit volgt onder meer uit een gesprek op 21 augustus 2017:

Het probleem was dat zij de auto niet op naam konden hebben, zegt [verdachte] , daar ging het om. [naam 5] zegt dat het niet anders kon, maar volgens [verdachte] had het ook op haar moeders naam gekund. Dat kon ook niet, zegt [naam 5] , want zij had toen ook alleen een
uitkering.(…)”. [126]
Het volgt ook uit het gesprek van 18 augustus 2017:
“(…)
[verdachte] ; ik geef hem gewoon hand geld....500, ja toch! (…)
[verdachte] : Weetje wat het is, . ....ik betaal hem liever dan kan ik.... ..(ntv)......opmaken.
[naam 5] : maar ik heb dan liever als ik dat geld..... (ntv)........ heb. Snap je? Want
het is toch drie rooie wat je r neerlegt. En dat is heel veel geld voor als je soos
hebt, begrijp je? (…)”. [127]
Het is een feit van algemene bekendheid dat met de SOOS ook wel de sociale dienst wordt bedoeld.
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte (met een ander) in strijd met de Participatiewet heeft gehandeld door opzettelijk na te laten gegevens die van belang zijn voor de verstrekking van zijn uitkering door te geven. Daarmee kan ook de bijstandsfraude in de periode van 11 april 2017 tot en met 3 september 2017 worden bewezen. Van de overige periode zal verdachte worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het met betrekking tot parketnummer 05/880996-17 onder 2, 3 primair, 4, 5 primair, 6 primair, 7, 8, 9 primair, 10 primair, 11 primair, 12, 13 primair, 14 primair, 15, 16, 17 primair, 18 primair en 19 tenlastegelegde en met betrekking tot parketnummer 05/720122-19 het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Met betrekking tot parketnummer 05/880996-17:
2
(zaak 8)
hij op
of omstreeks11 april 2017 te Eindhoven
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 34] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 14650 euro en
/of
-
een of meerderesieraden (te weten: kettingen en
/ofringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 2]
(destijds 71 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
3
(zaak 9)
hijop
of omstreeks11 april 2017 te Best
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 35] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3]
(destijds 85 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededader
s:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- zich heeft/hebben voorgedaan als politieagenten en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben gevraagd waar zij haar waardevolle spullen bewaarde en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
(zaak 11)
hij op
of omstreeks18 april 2017 te Papendrecht
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 38] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 16000 euro en
/of
-
een of meerderesieraden (te weten: horloges, hangers, armbanden,
kettingen en
/ofringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 4]
(destijds 87 jaar
oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
5
(zaak 23)
hijop
of omstreeks14 juli 2017 te Blaricum
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 40] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5]
(destijds 82 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededader
s:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6
(zaak 24)
hijop
of omstreeks14 juli 2017 te Blaricum
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 41]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6]
(destijds 78 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- heeft/hebben aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en
/of
- heeft/hebben voornoemde woning betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7
(zaak 25)
hij op
of omstreeks14 juli 2017 te Huizen
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 42] heeft weggenomen:
-een of meerdere portemonnees,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7]
(destijds 88 jaar oud
)en/of [slachtoffer 8]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
8
(zaak 26)
hij op
of omstreeks14 juli 2017 te Hilversum,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/ofvan een valse
hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 22]
(destijds 74 jaar oud
)heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,te weten:
-een geldbedrag van
(ongeveer)3500 euro, door:
-zich voor te doen als politieagenten en
/of
-tegen die [slachtoffer 22] te zeggen dat er is ingebroken in haar woning en
/of
-tegen die [slachtoffer 22] te zeggen dat zij naar de bank moet gaan om geld
op te nemen en
/of
-samen met die [slachtoffer 22] naar de bank te gaan en
/of
-die [slachtoffer 22] in totaal een geldbedrag van 3500 euro
op te laten nemen
en/ofte laten pinnen;
9
(zaak 27)
hijop
of omstreeks7 augustus 2017 te Nijmegen
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 5] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 10]
(destijds 68 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10
(zaak 28)
hijin
of omstreeksde periode van 7 augustus 2017 tot en met 9 augustus 2017 te Bunnik
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 8]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11]
(destijds 77 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
(zaak 29)
hijop
of omstreeks8 augustus 2017 te Amsterdam
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 9] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 12]
(destijds 80 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- heeft/hebben gebeld naar de bewoner en zich daarbij uitgegeven als zijnde van de
politie en een huisbezoek aangekondigd en
/of
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
(zaak 30)
hij op
of omstreeks8 augustus 2017 te Amsterdam
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 10] heeft weggenomen:
-
een of meerderesieraden (te weten: kettingen),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 13]
(destijds 79 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
13
(zaak 31)
hijop
of omstreeks8 augustus 2017 te Amsterdam
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 11] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 14]
(destijds 85 jaar
oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben gevraagd of zij goud of geld in huis had en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
(zaak 32)
hijop
of omstreeks9 augustus 2017 te Veghel, gemeente Meierijstad
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 18] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en
/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 15]
(destijds 92 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- meerdere malen heeft/hebben gevraagd of ze veel geld en sieraden in huis had en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
15
(zaak 33)
hij op
of omstreeks9 augustus 2017 te ‘s-Hertogenbosch
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 19]
heeft weggenomen:
-een (gouden) armband
(met een waarde van 2000 euro
),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 16]
(destijds 83 jaar
oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
16
(zaak 34)
hij op
of omstreeks9 augustus 2017 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 20] heeft weggenomen:
-een geldbedrag van
(ongeveer)4500 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 17]
(destijds 84 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
17
(zaak 35)
hijop
of omstreeks9 augustus 2017 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 21] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 18]
(destijds 92 jaar oud
), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij de woning van benedenbuurvrouw mevrouw [naam 6] ( [adres 20]
) heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- na door mevrouw [naam 6] te zijn toegelaten de woning aan de [adres 21] heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
18
(zaak 37)
hijop
of omstreeks31 augustus 2017 te Deventer
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres 30] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 19]
(destijds 84 jaar oud
)en
/of[slachtoffer 20]
(destijds 80 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
hebbende hij,verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
19
hij in
of omstreeksde periode van 11 april 2017 tot en met 3 september 2017 te
Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen,
(telkens
)in strijd met een hem verdachte en
/ofmedeverdachte bij
of krachtens
wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de inlichtingenverplichting op grond van
artikel 17 van de Wet werk en bijstand en/ofde Participatiewet,
(telkens
)opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander,
terwijl hij, verdachte en
/ofmedeverdachte wisten
, althans redelijkerwijze moesten
vermoedendat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens
anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een Wwb-uitkering,
dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming,door aan de
Gemeente Arnhem geen mededeling te doen van
(alle
)door:
- hem, verdachte
en/of medeverdachte, verrichte werkzaamheden en
/of
- hem, verdachte
en/of medeverdachtegenoten inkomsten en
/of
- hem, verdachte
en/of medeverdachte, toebehorend vermogen.
Met betrekking tot parketnummer 05/720122-19:
hijop
of omstreeks12 april 2017 te Velp, gemeente Rheden
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 45] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 21]
(destijds 90 jaar oud
),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, hebbende hij,verdachte en/of zijn mededader
s:
- bij voornoemde woning heeft/hebben aangebeld en
/of
- heeft/hebben aangegeven van de politie te zijn en
/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en
/of
- heeft/hebben zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Met betrekking tot parketnummer 05/880996-17:
Ten aanzien van de feiten 2, 4, 7, 12, 15 en 16 telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 3 primair, 5 primair, 6 primair, 9 primair, 10 primair, 11 primair, 13 primair, 14 primair, 17 primair en 18 primair telkens:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 8:
Medeplegen van oplichting.
Ten aanzien van feit 19:
Medeplegen van in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl dat kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, en terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op een verstrekking, meermalen gepleegd.
Met betrekking tot parketnummer 05/720122-19 primair:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van (ten aanzien van beide parketnummers) zeven diefstallen, elf pogingen tot diefstal, één oplichting en bijstandsfraude zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar met aftrek van het voorarrest. Hiertoe is aangevoerd dat het gaat om ernstige respectloze feiten, die veel impact op de diverse oudere slachtoffers hebben gemaakt. Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte bewust gericht op een kwetsbare doelgroep en daarvan zijn ‘beroep’ gemaakt. Voor wat betreft de hoogte van de straf heeft de officier van justitie tot slot aansluiting gezocht bij soortgelijke zaken. Verder stelt de officier van justitie zich op het standpunt, aldus zo begrijpt de rechtbank, dat er geen strafvorderlijk beslag meer ligt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft in geval van een strafoplegging verzocht een maximale voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [medeverdachte] en naar wat de rechtbank begrijpt een behandelverplichting voor zijn problematiek.
Hiertoe is opgemerkt dat een gevangenisstraf psychisch ernstige schade bij verdachte zal aanrichten. De verdediging verzoekt rekening te houden met de bevindingen van de reclassering. Opgemerkt is dat verdachte een “psychisch zwak mens” en een beïnvloedbaar persoon is. Het is ook voor de samenleving van belang dat verdachte intensief en langdurig wordt behandeld. Verder is aangevoerd dat het ook gaat om tien pogingen waar uiteindelijk niets is weggenomen. Met betrekking tot de bijstandsfraude is opgemerkt dat het gaat om een geringe periode en een beperkt nadeelbedrag. [verdachte] heeft verklaard dat het psychisch niet goed met hem gaat en hij onder behandeling is bij een psycholoog en psychiater. Hij is bereid zich aan eventuele voorwaarden te houden.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd [geboortedag 12] 2020;
- voorlichtingsrapportages van de reclassering, gedateerd 7 december 2017, 29 juli 2019, 17 september 2019 en 14 februari 2020;
- een rapport van R. Janssen, gezondheidszorgpsycholoog (Kairos), gedateerd 7 november 2018.
[verdachte] heeft zich in de periode van 11 april 2017 tot en met 31 augustus 2017 schuldig gemaakt aan zes diefstallen, één oplichting, elf pogingen tot diefstal en bijstandsfraude. Het betreft slachtoffers tussen de 68 en 92 jaar. De verdachten hebben zich (veelal) samen schuldig gemaakt aan een groot aantal zogenoemde ‘babbeltrucs’. Door de mannen werd aangebeld bij woningen van (hoog) bejaarde, veelal alleenstaande, personen waarbij ze erin slaagden om zich met een verzonnen verhaal de woning in te praten. De verdachten deden zich daarbij als politieagent voor. Ze legitimeerden zich veelal met een vals identiteitsbewijs en vertelden over inbraken dan wel aanhoudingen in verband met inbraken. Er werd aan deze bejaarde slachtoffers gevraagd waar hun geld en/of sieraden lagen en of ze wat misten. Om dit verhaal kracht bij te zetten werden bijvoorbeeld ook ramen open gezet om een (poging) inbraak in scene te zetten. Vervolgens ‘hielpen’ ze mee met het controleren van het geld en de sieraden en gingen er uiteindelijk in veel gevallen juist met dit geld – gespaard voor de kinderen of onverwachtse uitgaven – en/of de sieraden vandoor.
Uit de observaties, registraties en gesprekken in de [auto 1] volgt dat de verdachten doelbewust op zoek zijn gegaan naar woningen waar wat te halen is. Er wordt in het hele land gezocht naar ouderen, bij voorkeur extra kwetsbaar, die geld/sieraden in huis hebben liggen. Ze gaan hierbij net zo lang door tot ze ‘succes’ hebben. [verdachte] zegt hier in de [auto 1] ook over: “
Ik heb der zin in jongen. (…)Ik hoop dat we een beetje goed zitten, kunnen we lekker een maandje stoppen”.Dit is kort voor het feit aan de Vossenlaan in Nijmegen, waarbij de verdachten net zo lang wachten tot ze hun slag kunnen slaan. Als het vervolgens niet lukt om geld/sieraden weg te nemen, balen de verdachten hoorbaar. Ze gaan ook naar een andere plaats/woning om te kijken of ze ‘daar iets moois zien lopen”, welk slachtoffer ze dan gaan volgen. Naast dat uit de gesprekken in de [auto 1] de doelbewustheid – met ook voorbereidingen in de vorm van het aantrekken van jassen en het opvragen van telefoonnummers van aangevers – volgt, wordt hierin ook zeer respectloos over de slachtoffers gesproken. Dit is vervolgens bijvoorbeeld ook terug te zien bij aangeefster [slachtoffer 22] , die, nadat ze was overgehaald door [medeverdachte] en [verdachte] met hen mee te gaan in hun auto om geld te pinnen, hen daarna 3500 euro had gegeven, en vervolgens in een kwetsbare toestand helemaal alleen in de regen buiten ergens door [medeverdachte] en [verdachte] werd achtergelaten.
De gevolgen voor de slachtoffers zijn ingrijpend geweest. Niet alleen hebben zij geld en kostbaarheden verloren, waaronder sieraden met een sterke emotionele waarde, maar zijn zij ook het gevoel van veiligheid in hun eigen woning en vertrouwen in de medemens kwijtgeraakt. Het gaat hierbij ook om slachtoffers, veelal (hoog)bejaard, die vanwege hun leeftijd al kwetsbaarder en afhankelijker zijn. Verdachten hebben hier doelbewust misbruik van gemaakt, met uitsluitend eigen belang en winstbejag als drijfveer. De feiten getuigen naar het oordeel van de rechtbank van een vergaand gebrek aan respect en moreel besef. Daar komt nog bij dat verdachten in het geheel ook geen verantwoordelijkheid voor hun handelen hebben genomen en hun betrokkenheid hebben ontkend.
Verdachte is eerder voor soortgelijke feiten tot langdurige gevangenisstraffen veroordeeld. Opnieuw is verdachte gedurende maanden van woning naar woning gegaan om geld te ‘verdienen’. Daar komt nog bij dat hij niet alleen geld van ouderen steelt, maar vervolgens ook profiteert van de maatschappij door maandelijks onterecht een uitkering te innen. Voor wat betreft de veelheid aan pogingen overweegt de rechtbank dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en het gevoel van veiligheid hierbij niet minder is. Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat alleen een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend kan zijn.
Al het voorgaande en vooral het dagenlang op zoek gaan naar woningen en het zich daarbij respectloos en gewetenloos richten op één van de meest kwetsbare doelgroepen in de samenleving maakt dat een voorwaardelijk strafdeel naar het oordeel van de rechtbank niet meer aan de orde kan zijn. Een eventuele behandeling dient in dit geval binnen het kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling plaats te vinden. Nu verdachten telkens bewust samen op pad zijn gegaan om ouderen te beroven, ziet de rechtbank aanleiding – ondanks dat het in de zaak van verdachte gaat om drie diefstallen minder (met wel extra de bijstandsfraude) – om vanuit het principe ‘samen uit samen thuis’ over te gaan tot oplegging van een gelijke straf.
Zij acht gelet op al het voorgaande een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek van het voorarrest passend. Deze straf is lager dan de door de officier van justitie gevorderde straf maar in lijn met de straffen die in soortgelijke gevallen wordt opgelegd.
Met betrekking tot het beslag
Voor wat betreft het beslag overweegt de rechtbank dat zij, gelet op het standpunt van de officier van justitie, tot haar uitgangspunt neemt dat er geen strafvorderlijk beslag meer ligt.
Met betrekking tot het conservatoir beslag is de rechtbank gelet op onder meer artikel 103 Wetboek van Strafvordering van oordeel is dat het niet aan de rechtbank is om zich daarover uit te laten.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de na te noemen bewezenverklaarde feiten:
- [slachtoffer 2] : €13.450,00 (zaak 8, feit 2 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 4] : € 22.945,00 (zaak 11, feit 4 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 22] : € 3.500,00 (zaak 26, feit 8 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 17] - [naam 6] : € 3.250,00 (zaak 34, feit 16 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 13] : € 400,00 (zaak 30, feit 12 onder parketnummer 05/880996-17).
Hierbij is gevorderd de genoemde bedragen toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is door de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 17] - [naam 6] en [slachtoffer 13] om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 22] en [slachtoffer 17] - [naam 6] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen kunnen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente. Hierbij is oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd. Voor wat betreft de vordering van de benadeelde [slachtoffer 13] heeft de officier van justitie geen standpunt ingenomen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen af te wijzen. Hiertoe is aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld welke bijdrage verdachte heeft geleverd.
Beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Voor wat betreft de materiële schade is door de benadeelde partijen het volgende gevorderd:
- [slachtoffer 2] : € 13.000,-;
- [slachtoffer 4] : € 22.695,-;
- [slachtoffer 22] : € 3.500,-;
- [slachtoffer 17] - [naam 6] : € 3.250,-.
Voor wat betreft deze posten overweegt de rechtbank dat deze schadeposten niet dan wel onvoldoende zijn betwist. Deze schadeposten komen voor toewijzing in aanmerking.
Immateriële schade
Door de benadeelden [slachtoffer 13] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] is (ook) immateriële schade gevorderd. Hoezeer ook invoelbaar is dat deze feiten een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer vormen en voor gevoelens van angst en onveiligheid hebben gezorgd, kan – aldus vaste rechtspraak – niet worden gezegd dat sprake is van enige vorm van aantasting in de persoon op andere wijze zoals wettelijk is vereist. Naar het oordeel van de rechtbank dienen de benadeelde partijen om die reden kennelijk niet-ontvankelijk in de vordering ( [slachtoffer 13] ) dan wel in dit gedeelte van de vordering ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] ) te worden verklaard.
Concluderend
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de volgende benadeelde partijen schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorderingen dienen tot deze bedragen te worden toegewezen:
- [slachtoffer 2] € 13.000,- (zaak 8, feit 2 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 4] € 22.695,- (zaak 11, feit 4 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 22] : € 3.500,- (zaak 26, feit 8 onder parketnummer 05/880996-17);
- [slachtoffer 17] - [naam 6] : € 3.250,- (zaak 34, feit 16 onder parketnummer 05/880996-17).
Wat betreft het meer of anders gevorderde zullen de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk in de vorderingen worden verklaard. Dit geldt ook voor de gehele vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] . De benadeelde partijen kunnen derhalve de vordering dan wel het betreffende deel daarvan slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld welke bijdrage [verdachte] heeft geleverd. De rechtbank overweegt dat dit, nu ten aanzien van de genoemde feiten telkens het medeplegen bewezen is verklaard, niet is vereist. Gelet hierop zal de rechtbank ook overwegen dat de verdachte niet meer tot vergoeding gehouden is, indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
Tot slot ziet de rechtbank gelet op al het vorenstaande aanleiding om – ook ten aanzien van de benadeelde [slachtoffer 22] – aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van de benadeelde partijen.
De gevorderde en toegewezen vergoeding voor proceskosten is daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf:
- [slachtoffer 2] : 11 april 2017;
- [slachtoffer 4] : 18 april 2017;
- [slachtoffer 22] : 14 juli 2017;
- [slachtoffer 17] - [naam 6] : 9 augustus 2017.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 227b, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het met betrekking tot parketnummer 05/880996-17 onder 1 tenlastegelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
  • een gevangenisstraf voor de duur van
  • beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
wijst het verzoek tot het alsnog uitvoeren van fotoconfrontaties met alle
aangevers en het daarbij betrekken van prof. P.J. van Koppen af.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2 onder parketnummer 05/880996-17):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 05/880996-17 tot betaling van
  • verklaart de
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 4 onder parketnummer 05/880996-17):

  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 4 onder parketnummer 05/880996-17 tot betaling van
  • verklaart de
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 22] (feit 8 onder parketnummer 05/880996-17):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 8 onder parketnummer 05/880996-17 tot betaling van
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] - [naam 6] (feit 16 onder parketnummer 05/880996-17):
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 16 onder parketnummer 05/880996-17 tot betaling van
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] (feit 12 onder parketnummer 05/880996-17):
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 13] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.P.M. Kester-Bik (voorzitter), mr. M.A. Jansen -van Leeuwen en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier, en uitgesproken op de griffie van deze rechtbank door mr. M.A. Jansen -van Leeuwen op 19 maart 2020.
Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak met ingang van 17 maart 2020 genomen maatregelen is de rechtbank gesloten. Hierdoor kan het vonnis niet op een openbare terechtzitting worden uitgesproken.
Mrs. Kester-Bik en Venema zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE
Met betrekking tot parketnummer 05/880996-17:
Aan verdachte is na een toegewezen vordering nadere omschrijving ten laste gelegd dat:
1.
(zaak 5)
hij op of omstreeks 25 oktober 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 4]
heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 2500 euro en/of
-een of meerdere sieraden (te weten: armbanden, kettingen, broches en/of ringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] (destijds 85 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
2
(zaak 8)
hij op of omstreeks 11 april 2017 te Eindhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 34]
heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 14650 euro en/of
-een of meerdere sieraden (te weten: kettingen en/of ringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] (destijds 71 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
3
(zaak 9)
hij op of omstreeks 11 april 2017 te Best, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 35] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] (destijds 85 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
--bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich heeft voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd waar zij haar waardevolle spullen bewaarde en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 11 april 2017 te Best, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 3] (destijds 85 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- hij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd waar zij haar waardevolle spullen bewaarde en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
(zaak 11)
hij op of omstreeks 18 april 2017 te Papendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 38]
heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 16000 euro en/of
-een of meerdere sieraden (te weten: horloges, hangers, armbanden, kettingen en/of
ringen),
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] (destijds 87 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
5
(zaak 23)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 40] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] (destijds 82 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechteljk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 5] (destijds 82 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6
(zaak 24)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 41] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] (destijds 78 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14juli 2017 te Blaricum, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 6] (destijds 78 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- hij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- zich voorgedaan als medewerker van Gooilandbeveiiging en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- meerdere keren gevraagd waar zij het geld en juwelen bewaarden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7
(zaak 25)
hij op of omstreeks 14juli 2017 te Huizen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 42] heeft weggenomen:
-een of meerdere portemonnees,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] (destijds 88 jaar oud)
en/of [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
8
(zaak 26)
hij op of omstreeks 14 juli 2017 te Hilversum, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechteljk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 22] (destijds 74 jaar oud) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een geldbedrag van (ongeveer) 3500 euro,
door:
-zich voor te doen als politieagenten en/of
-tegen die [slachtoffer 22] te zeggen dat er is ingebroken in haar woning en/of
-tegen die [slachtoffer 22] te zeggen dat zij naar de bank moet gaan om geld op te nemen
en/of
-samen met die [slachtoffer 22] naar de bank te gaan en/of
-die [slachtoffer 22] in totaal een geldbedrag van 3500 euro op te laten nemen en/of te
laten pinnen;
9
(zaak 27)
hij op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 5] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] (destijds 68 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- aangegeven van Gooilandbeveiliging te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 7 augustus 2017 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 10] (destijds 68 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- hij voornoemde woning aangebeld en/of
zich voorgedaan als politieagent en/of
- zich voorgedaan als medewerker van Gooilandbeveiliging en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10
(zaak 28)
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2017 tot en met 9 augustus 2017 te Bunnik, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 8]
weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11] (destijds 77 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2017 tot en met 9 augustus 2017 te
Bunnik, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 11] (destijds 77 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
(zaak 29)
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 9] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] (destijds 80 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- gebeld naar de bewoner en zich daarbij uitgegeven als zijnde van de politie en een
huisbezoek aangekondigd en/of
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 12] (destijds 80 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- gebeld naar de bewoner en zich daarbij uitgegeven als zijnde van de politie en een
huisbezoek aangekondigd en/of
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
(zaak 30)
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 10] heeft weggenomen:
-een of meerdere sieraden (te weten: kettingen),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13] (destijds 79 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
13
(zaak 31)
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 11] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14] (destijds 85 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd of zij goud of geld in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 8 augustus 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 14] (destijds 85 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- gevraagd of zij goud of geld in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
(zaak 32)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Veghel, gemeente Meierijstad, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 18] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15] (destijds 92 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- meerdere malen gevraagd of ze veel geld en sieraden in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Veghel, gemeente Meierjstad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een
valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel
van verdichtsels, [slachtoffer 15] (destijds 92 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- meerdere malen gevraagd of ze veel geld en sieraden in huis had en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
15
(zaak 33)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te ‘s-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 19]
heeft weggenomen:
-een (gouden) armband (met een waarde van 2.000 euro),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 16] (destijds 83 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
16
(zaak 34)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 20]
heeft weggenomen:
-een geldbedrag van (ongeveer) 4500 euro,
in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 17] (destijds 84 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
17
(zaak 35)
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 21] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 18] (destijds 92 jaar oud),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij de woning van benedenbuurvrouw mevrouw [naam 6] ( [adres 20]
) aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- na door mevrouw [naam 6] te zijn toegelaten de woning aan de [adres 21]
betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 18] (destijds 92 jaar oud) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
- een of meerdere waardevolle goederen en/of
- een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij de woning van benedenbuurvrouw mevrouw [naam 6] ( [adres 20]
) aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- na door mevrouw [naam 6] te zijn toegelaten de woning aan de [adres 21]
betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
18
(zaak 37)
hij op of omstreeks 31 augustus 2017 te Deventer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening,
in/uit een woning gelegen aan [adres 30] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 19] (destijds 84 jaar oud) en/of [slachtoffer 20]
(destijds 80 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- hij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 31 augustus 2017 te Deventer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 19] (destijds 84 jaar oud) en/of [slachtoffer 20] (destijds 80 jaar oud) te bewegen
tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen
van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagent en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
19
Hij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2016 tot en met 3 september 2017 te
Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
(telkens) in strijd met een hem verdachte en/of medeverdachte bij of krachtens
wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de inlichtingenverplichting op grond van artikel 17 van de Wet werk en bijstand en/of Participatieweg, (telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander,
terwijl hij, verdachte en/of medeverdachte wisten, althans redelijkerwijze moesten
vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens
anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een Wwb-uitkering,
dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, door aan de
Gemeente Arnhem geen mededeling te doen van (alle) door:
- hem, verdachte en/of medeverdachte, verrichte werkzaamheden en/of
- hem, verdachte en/of medeverdachte genoten inkomsten en/of
- hem, verdachte en/of medeverdachte, toebehorend vermogen;
Met betrekking tot parketnummer 05/720122-19:
hij op of omstreeks 12 april 2017 te Velp, gemeente Rheden, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [adres 45] weg te nemen:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 21] (destijds 90 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- aangegeven van de politie te zijn en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 12 april 2017 te Velp, gemeente Rheden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 21] (destijds 90 jaar oud)te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
-een of meerdere waardevolle goederen en/of
-een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
- bij voornoemde woning aangebeld en/of
- zich voorgedaan als politieagenten en/of
- voornoemde woning betreden en/of
- zoekend in voornoemde woning rondgekeken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in de bijlage te vinden.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Districtsrecherche Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017312563 (ON4R016163 07GLM KADARKA), gesloten op 19 januari 2018 en het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Sociale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, in onderzoek ON4R016163 07GLM KADARKA, gesloten op 9 maart 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2620.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 190-191.
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 189, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 194, het proces-verbaal van bevindingen, p. 2050 t/m 2055 en het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [getuige 2] ), p. 529 (met betrekking tot haar adres).
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [getuige 1] ), p. 467-468, het proces-verbaal van bevindingen, p. 2575 en het proces-verbaal van verhoor getuige ( [naam 2] ), p. 2548 (met betrekking tot de tenaamstelling).
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2543.
8.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 325 t/m 327, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 333, het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 341-342 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2620.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2428.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 746-747.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1706 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 2383 t/m 2385.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte] ), p. 190-191.
13.Het methodieken proces-verbaal, p. 1432.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1803 en het methodieken proces-verbaal, p. 1432.
15.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 10] ), p. 1191-1192 en het proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris ( [slachtoffer 10] ), p. 3.
16.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 10] ), p. 1192-1193.
17.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 10] ), p. 1192 en het proces-verbaal van bevindingen omtrent camerabeelden, p. 1197-1198.
18.Het proces-verbaal van herkenning, p. 1202 en p. 1204.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1205 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1208.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1207 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1901.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1903 t/m 1905.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1237-1238.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1239.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1239 en het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [naam 8] ), p. 510.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1906.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1907-1908.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1908-1909.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1909-1910.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1910-1911.
30.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1921.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1921 t/m 1923.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1943.
33.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1924-1925.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1925 t/m 1927.
35.Rapport telecomanalyse, p. 1699.
36.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1247-1248, het proces-verbaal van bevindingen, p. 1270 en het proces-verbaal bevindingen camerabeelden, p. 1272 t/m 1280.
37.Het proces-verbaal van observatie, p. 1886 t/m 1890.
38.Rapport telecomanalyse, p. 1700 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1249.
39.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 11] ), p. 1242-1243.
40.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1245.
41.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1943.
42.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1959 t/m 1952.
43.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 12] ), p. 1252-1253 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1255-1256.
44.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1257.
45.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1957 t/m 1960.
46.Het proces-verbaal van bevindingen,, p. 1269 en het stamproces-verbaal, p. 103.
47.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2633 t/m 2635 en p. 2640.
48.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 14] ), p. 1318-1319.
49.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1334.
50.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1961.
51.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 13] ), p. 1283-1284.
52.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 13] ) met bijlage, p. 1286 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1289.
53.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1291-1292.
54.NFI-rapport, p. 1293 t/m 1296.
55.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1314.
56.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1961-1962.
57.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1357 t/m 1360.
58.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1361 t/m 1363.
59.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 15] ), p. 1338 t/m 1340 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1345.
60.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1343.
61.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1965.
62.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1967-1968.
63.Het proces-verbaal van aangifte met bijlage ( [slachtoffer 16] ), p. 1348-1349 en p. 1351.
64.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1355.
65.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1361.
66.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1969 en p. 1981-1982.
67.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 17] ), p. 1365-1366.
68.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [slachtoffer 17] ), p. 1367.
69.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 18] ), p. 1380.
70.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1382.
71.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1371.
72.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1987 t/m 1990.
73.Het proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 1385-1386.
74.NFI-rapport d.d. 16 februari 2018, p. 1 t/m 4.
75.Rapport telecomanalyse, p. 1701.
76.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20] ), p. 1399 t/m 1402 en de processen-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris ( [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20] ), telkens p. 2.
77.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1404.
78.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1408.
79.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1413 t/m 1419.
80.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1410-1411.
81.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1420-1421.
82.Rapport telecomanalyse, p. 1702-1703.
83.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 3] ), p. 855-856.
84.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [getuige 3] ), p. 862-863.
85.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [getuige 7] ), p. 860-861.
86.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 848.
87.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 2] ) met bijlage goederen, p. 822 t/m 826 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 852.
88.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 2] ), p. 823.
89.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 847-848, het proces-verbaal van bevindingen, p. 831 en het proces-verbaal van herkenning, p. 836-836.
90.Het stamproces-verbaal, p. 54.
91.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [getuige 1] ) met bijlagen, p. 471-472 en p. 480.
92.Het proces-verbaal van herkenning, p. 841-842.
93.Het proces-verbaal van herkenning, p. 837 en de eigen waarneming van de rechtbank met betrekking tot de foto’s op p. 838 en p. 1875.
94.Rapport telecomanalyse, p. 1693.
95.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 4] ) met bijlagen, p. 887 t/m 892, het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [slachtoffer 4] ), p. 897-898 en het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [slachtoffer 4] ), p. 900.
96.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 881 t/m 884.
97.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 885-886.
98.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [getuige 5] ), p. 907-908.
99.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 921 t/m 923.
100.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [getuige 2] ) met bijlagen, p. 605-606 en p. 616 t/m 618.
101.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [getuige 1] ) met bijlagen, p. 471-472 en p. 478.
102.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 885-886 en het proces-verbaal van verhoor aangeefster ( [slachtoffer 4] ), p. 900.
103.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 943-944, het proces-verbaal van bevindingen, p. 946 t/m 948 en de eigen waarneming van de rechtbank met betrekking tot de afbeelding op p. 948.
104.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 943-944, het proces-verbaal van bevindingen, p. 946 en het stamproces-verbaal, p. 63.
105.Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 949 t/m 951 en het rapport telecomanalyse, p. 1694.
106.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 5] ), p. 1157-1158.
107.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 6] ), p. 1164-1165 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1168.
108.Het proces-verbaal van verhoor getuige ( [slachtoffer 6] ) bij de rechter-commissaris, p. 2 en p. 5 inzake het tijdstip en de tijdsduur.
109.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 7] ), p. 1170-1171.
110.Het proces-verbaal van verhoor benadeelde ( [slachtoffer 8] ), p. 1172.
111.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2637.
112.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 22] ), p. 1177-1178.
113.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1185.
114.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1161.
115.Rapport telecomanalyse, p. 1698-1699.
116.Het proces-verbaal van aangifte ( [slachtoffer 21] ), p. 866-867.
117.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 869.
118.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 872 t/m 876.
119.De verklaring van verdachte ( [verdachte] ) ter terechtzitting d.d. 19 februari 2020.
120.Stamproces-verbaal, p. 2-3 en de brieven van de gemeente, p. 234, 289 en 298,
121.Stamproces-verbaal, p. 21-22.
122.Brief gemeente Arnhem, p. 314.
123.Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [verdachte] ), p. 32.
124.Tapgesprek, p. 1815 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 1804.
125.Tapgesprek, p. 1829.
126.Stamproces-verbaal, p. 9.
127.Stamproces-verbaal, p. 11.