Uitspraak
1.[gedaagde partij 1]
1.De procedure
2.De feiten
- U weigert meerdere malen te communiceren met uw werkgever, zo kunnen wij op geen manier contact met u leggen.
- Door het bewust weigeren en negeren van oproepen is er sprake van werkweigering.
3.De vordering en het verweer
€ 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van dit vonnis dat [gedaagde partijen] . niet voldoet aan dit vonnis;
4.De beoordeling
14 januari 2021 op 8 februari 2021 door [gedaagde partij 1] onvoorwaardeljk is ingetrokken, zodat van een ontslag geen sprake meer is. Dat [eisende partij] niet (binnen de vervaltermijn van twee maanden) in rechte tegen het ontslag is opgekomen, maakt dit niet anders. Het ontslag was er toen immers al niet meer.
5 februari 2021 (zie r.o. 2.4.) blijkt dat het juist [eisende partij] is die aandringt op intrekking van het ontslag op staande voet. Hieruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter reeds de instemming van [eisende partij] met de intrekking van het ontslag. Nu voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat het ontslag op staande voet is ingetrokken en er geen beëindigingovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, is voorshands eveneens aannemelijk geworden dat de kantonrechter in een bodemprocedure tot het oordeel zal komen dat de arbeidsovereenkomst in stand gebleven.
De gevorderde dwangsom wordt afgewezen, nu [gedaagde partij 1] daartegen onbetwist heeft aangevoerd dat [eisende partij] daarbij geen belang heeft.