In deze zaak vordert eiseres, die een konijn heeft gekocht van gedaagde, schadevergoeding na het overlijden van het konijn. Eiseres heeft op 11 juli 2020 een konijn, genaamd [Konijn X], gekocht voor € 50,00. Na aankoop vertoonde het konijn ziekteverschijnselen, waarna eiseres contact opnam met gedaagde. Ondanks de toezegging van gedaagde om een vervangend konijn aan te bieden, is [Konijn X] op 22 juli 2020 overleden. Eiseres vordert nu € 100,00 voor het aankoopbedrag, € 404,00 aan dierenartskosten en € 100,00 aan immateriële schadevergoeding, stellende dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt dat het konijn niet voldeed aan de verwachtingen die eiseres op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De kantonrechter stelt vast dat het konijn al ziek was ten tijde van de verkoop, wat leidt tot non-conformiteit. Gedaagde heeft niet aangetoond dat het konijn gezond was bij verkoop. De vordering tot terugbetaling van het aankoopbedrag en de dierenartskosten wordt toegewezen, terwijl de vordering tot immateriële schadevergoeding wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres.
De beslissing van de kantonrechter is als volgt: gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 454,00 aan eiseres, en in de proceskosten van eiseres, die in totaal € 595,88 bedragen. De proceskosten in het incident worden aan eiseres opgelegd, begroot op € 62,00. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.