Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 november 2020
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 4 juni 2021.
2.De feiten
- [bedrijf3] ,
- [bedrijf 1] .,
- [bedrijf2] ,
- hun ervaring, kennis, contacten en reeds ontwikkelde ideeën omtrent allerlei aspecten van de [eis.conv./ged.reconv.2] inbrengen in de samenwerking;
- naar elkaar op geen enkele wijze een exclusieve aanspraak zullen maken op de intellectuele eigendommen die in en uit de samenwerking zijn ontstaan;
- elkaar garanties wil geven voor bedrijfsmatige realisatie van de [eis.conv./ged.reconv.2] (ontwikkeling, ontwerp, bouw en vermarkting)
- [betrokkene2] 30 ½ %
- [bedrijf 1] 57 ½ %
- [betrokkene3] 12 %
- dat zij op 27 december 2017, mede in andere hoedanigheden, een overeenkomst met elkaar hebben gesloten;
- dat de juridische fusie waarover in deze overeenkomst wordt gesproken, inmiddels geëffectueerd is;
- dat de licenties en octrooien waarover in de overeenkomst wordt gesproken nog niet overgedragen/ingebracht
- dat de uitgifte van aandelen [eis.conv./ged.reconv.2] . aan [ged.conv./eis.reconv.] . op dit moment nog niet gerealiseerd is;
- dat zij, als wijziging op deze overeenkomst, bij deze overeenkomen dat zij de uitgifte van de aandelen en
vervallen ontbindende voorwaarde” in de overeenkomst van 27 december 2017 bepaald dat de aan de verkoop en levering van jouw aandelen verbonden ontbindende voorwaarde dat jij uiterlijk op het moment van de fusie géén 30,5% van de aandelen [eis.conv./ged.reconv.2] BV terug geleverd heb gekregen, vervalt als jij niet uiterlijk op het moment van die fusie aan jouw verplichting tot de overdracht van de IP en de overige rechten hebt voldaan.
“alle rechten en overeenkomsten, waaronder begrepen octrooien en IP licenties die betrekking hebben op de activiteiten die [bedrijf6] en/of [eis.conv./ged.reconv.2] BV worden uitgeoefend” gaat voldoen. (…)
binnen 14 dagen na hedenover te maken op de bankrekening (…) van
[eis.conv./ged.reconv.2] BV(…)
’
3.Het geschil
In conventie
4.De beoordeling
€ 122.131,99 (de hoofdsommen van de geldleningen met daarin de vervallen contractuele rente begrepen) voor toewijzing gereed liggen. Ook zal de gevorderde contractuele rente van 7% op jaarbasis over € 50.000,00 en de gevorderde contractuele rente van 5% op jaarbasis over € 100.000,00 worden toegewezen, beide te rekenen vanaf 1 februari 2020 tot aan de dag van volledige betaling.
€ 214.000,00 is bepaald. In de notariële akte ‘levering aandelen [bedrijf7] ’ staat dat deze verschuldigde koopprijs naar een geldlening is omgezet en bij het effectueren van de juridische fusie tussen [bedrijf6] en [eis.conv./ged.reconv.2] . in aandelenkapitaal en/of agio ten behoeve van [ged.conv./eis.reconv.] wordt omgezet. Overwogen wordt dat in de ‘Overeenkomst met betrekking tot [bedrijf6] ’ staat dat [betrokkene2] dan wel een aan hem gelieerde onderneming verplicht is om,
voordat[ged.conv./eis.reconv.] de aandelen in [eis.conv./ged.reconv.2] . krijgt, eerst alle rechten en overeenkomsten, waaronder de octrooien en IP-licenties die betrekking hebben op de activiteiten die door [bedrijf6] en/of [eis.conv./ged.reconv.2] . worden uitgeoefend aan [eis.conv./ged.reconv.2] . over te dragen. Niet in geschil is dat ten tijde van de fusie geen uitvoering aan de vierde en vijfde stap is gegeven. Partijen zijn na de fusie met elkaar in gesprek gegaan, waarbij is afgesproken dat voor de uitgifte van de aandelen uitstel wordt verleend tot 30 juni 2019. Dat in de periode na de fusie tot en met juni 2019 volgens [ged.conv./eis.reconv.] nadere onderhandelingen zijn gevoerd over essentiële aspecten binnen [eis.conv./ged.reconv.2] ., zoals de zeggenschapsverhouding, de statuten en het directiestatuut, de onderlinge eindafrekening tot en met 2017 en de op basis daarvan te bepalen winstverhouding, en die onderhandelingen uiteindelijk door [ged.conv./eis.reconv.] zijn afgebroken omdat partijen er onderling niet uitkwamen, doet geen afbreuk aan de overeengekomen verplichtingen van partijen om uitvoering te geven aan de vierde en vijfde stap van het stappenplan. Vaststaat dat [betrokkene2] de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de [eis.conv./ged.reconv.2] niet heeft ingebracht en dat nakoming van deze verplichting inmiddels ook blijvend onmogelijk is. Niet in geschil is dat [betrokkene2] deze intellectuele eigendomsrechten destijds in zijn onderneming [bedrijf9] . heeft ingebracht en dat die vennootschap later gefailleerd is. De curator heeft vervolgens de intellectuele eigendomsrechten verkocht aan een vennootschap waar de broer van [betrokkene2] aandeelhouder is. Aangenomen moet worden dat de waarde van de aandelen van [bedrijf2] destijds is bepaald aan de hand van de waarde van de intellectuele eigendomsrechten die toen nog in [bedrijf2] zaten. Een aanwijzing hiervoor is te vinden in de Buiten Statutaire Verklaring van 13 mei 2014 waarin staat dat ieder van partijen de door hem of zijn bedrijf ontwikkelde intellectuele eigendommen in het kader van de ontwikkeling van de [eis.conv./ged.reconv.2] in [bedrijf6] zal inbrengen ‘zonder enige kosten en/of daaraan verbonden rechten’, waarna het intellectuele eigendom het bezit is van [bedrijf6] . Dat de waarde van de aandelen van [ged.conv./eis.reconv.] in [bedrijf2] op andere wijze zou zijn bepaald, is onvoldoende gemotiveerd gesteld en onderbouwd. Bovendien is niet gebleken dat de vennootschap nog enig ander actief zou bevatten dat de vastgestelde waarde voor de aandelen zou kunnen verklaren. Aangezien de intellectuele eigendomsrechten niet in [eis.conv./ged.reconv.2] . zijn ingebracht, behoeft de geldlening nog niet te worden afgelost in de vorm van het verstrekken van aandelenkapitaal en/of agio aan [ged.conv./eis.reconv.] . Dit betekent dat [ged.conv./eis.reconv.] geen beroep toekomt tot inroeping van de ontbindende voorwaarde in de ‘Overeenkomst met betrekking tot [eis.conv./ged.reconv.2] (Holding) B.V.’ en dat er ook voor de gevorderde betaling van de koopprijs in geld geen grond is. Deze vordering zal de rechtbank dan ook afwijzen.
7.473,00(3 punten × factor 1 × tarief € 2.491,00)