Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks13 maart 2021 te Zevenaar,
althans in Nederlandaan een ambtenaar gedurende of ter zake de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten aan [slachtoffer 1] (politieambtenaar van de politie Oost-Nederland) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
een ofmeerdere steekwonden in zijn gezicht, althans zijn hoofd, heeft toegebracht, door
een ofmeerdere keren op/tegen het gezicht, althans het hoofd, te slaan/stompen
/of
(daarbij
)die [slachtoffer 1] met die autosleutel
een ofmeerdere keren in het gezicht, althans het hoofd, te steken/prikken;
of omstreeks13 maart 2021 te Zevenaar,
althans in Nederlandzich met geweld
en/of bedreiging met geweldheeft verzet tegen een ambtenaar, te weten [slachtoffer 2] (politieambtenaar van de politie Oost-Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten het controleren van verdachte naar aanleiding van een ANPR hit en
/ofhet vorderen van verdachtes identiteitsbewijs, door
(terwijl verdachte zich in die personenauto bevond en
/ofterwijl die [slachtoffer 2] probeerde om hem, verdachte, uit die personenauto te halen/trekken
)te proberen zich los te rukken en
/ofte proberen zich in tegengestelde richting te bewegen, en
/of
(nadat verdachte uit die personenauto was gehaald/gekomen en
/ofterwijl die [slachtoffer 2] verdachte vast hield
)te proberen zich los te trekken/rukken en
/ofte proberen zich in tegengestelde richting te bewegen en
/ofschoppende en
/ofslaande bewegingen te maken,
/ofde daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten pijn in/aan de voet en
/ofbeen en
/ofhand en
/ofschouder bij die [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
€ 1.250,-vaststellen.
€ 400,-vaststellen. De rechtbank zal het overige deel afwijzen.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 1.250,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 1.250,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 22 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 400,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 400,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 8 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;