Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks1 januari 2019 te Brakel,
althans een explosief
in elk geval tot ontploffing te brengen op ofaan Burgemeester Posweg,
althans op of aan de openbare weg,
/of (een)andere belendende woning
(en
)gelegen aan Burgemeester Posweg,
in elk geval gemeen gevaar voor goederenen
/of
[slachtoffer 1] ,[slachtoffer 2] ,
[slachtoffer 3] ,[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] ,
in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen,te duchten was;
of omstreeks1 januari 2019 te Zuilichem,
(telkens)een ontploffing teweeg heeft gebracht door (zwaar) vuurwerk,
althans een explosief (voorwerp)in aanraking te brengen met open vuur,
in elk geval tot ontploffing te brengen op ofaan de Nicolaas Hooijkaasstraat,
althans op of aan de
(telkens)gemeen gevaar voor de woning gelegen aan [adres 3]
/of[adres 4] en
/of (een)andere belendende woning
(en
)aan Nicolaas Hooijkaasstraat,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 3.501,40 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 40 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;