In deze zaak vordert de eiser, vertegenwoordigd door Leon Aal Management Ondersteuning, betaling van buitengerechtelijke kosten van de schadeverzekeraar N.V. Noordhollandsche van 1816 (NH1816) na een aanrijding op 3 juli 2017 in Lathum. De eiser heeft de vordering van de gedupeerden overgenomen en stelt dat de gemaakte kosten redelijk zijn. NH1816 heeft echter verweer gevoerd en betwist dat de kosten redelijk zijn, aangezien het om een eenvoudige schadeclaim ging waarbij de aansprakelijkheid al was erkend. De kantonrechter heeft de feiten en de correspondentie tussen partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de vergoeding van € 60,00 die NH1816 heeft betaald voor buitengerechtelijke kosten voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets. De rechter oordeelt dat de vordering van de eiser wordt afgewezen, omdat de gemaakte kosten niet als redelijk kunnen worden aangemerkt in deze specifieke situatie. De eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van NH1816, die zijn begroot op € 74,00 aan gemachtigdensalaris. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. S.E. Sijsma op 6 augustus 2021.