ECLI:NL:RBGEL:2021:3811

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 maart 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
C/05/382675 / KG ZA 21-11
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over contractuele verplichtingen en vorderingen inzake betaling en informatieverstrekking

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben de eiseressen, Sunshine Group B.V. en U2BGL B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, Luxetenten B.V. De eiseressen vorderen betaling van openstaande bedragen en informatie over earn out-verkopen. De zaak draait om een overeenkomst tot koop en verkoop van activa en passiva, waarbij Luxetenten verplicht was om een koopprijs in termijnen te betalen en een earn out-vergoeding te verstrekken. De eiseressen stellen dat Luxetenten haar verplichtingen niet is nagekomen, terwijl Luxetenten zich beroept op mogelijke vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling en bedrog. De voorzieningenrechter oordeelt dat Luxetenten niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de overeenkomst kan vernietigen en dat de vorderingen van Sunshine Group c.s. toewijsbaar zijn. De rechter wijst de vorderingen tot betaling van de openstaande bedragen en de verstrekking van informatie toe, met dwangsommen voor het niet nakomen van de verplichtingen. De kosten van het geding worden ook aan Luxetenten opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/382675 / KG ZA 21-11
Vonnis in kort geding van 29 maart 2021
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUNSHINE GROUP B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
U2BGL B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Doetinchem,
eiseressen,
advocaten mrs. E.R. Koster en E.W.M. Rinnooy Kan te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LUXETENTEN B.V.,
statutair gevestigd te gemeente Noordoostpolder en kantoorhoudende te Emmeloord,
gedaagde,
advocaten mrs. R.Q. Potter en M.J.J.E. Jongh te Amsterdam.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Sunshine Group c.s. en afzonderlijk Sunshine Group en U2BGL genoemd worden. Gedaagde zal hierna met Luxetenten worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 8
  • de conclusie van antwoord van de zijde van Luxetenten met producties 1 tot en met 4
  • de aanvullende producties 9 en 10 van de zijde van Sunshine Group c.s.
  • de mondelinge behandeling op 15 maart 2021
  • de pleitnota van Sunshine Group c.s.
  • de pleitnota van Luxetenten
  • de door Sunshine Group c.s. ter zitting overgelegde aanvullende productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zowel Sunshine Group c.s. als Luxetenten is actief op de markt voor tent-gerelateerde recreatieartikelen, waaronder glampinglodges. Een glampinglodge betreft een accommodatie opgebouwd uit een tentdoek, een (pvc-) dak, een (houten) frame, houten wanden en een vlonder.
2.2.
U2BGL, voorheen handelend onder de naam Glampinglodges B.V., betreft een 100% dochtermaatschappij van Sunshine Group.
2.3.
Bij overeenkomst tot koop en verkoop van activa en passiva van 26 september 2019 (hierna: de overeenkomst) heeft Glampinglodges B.V. aan Luxetenten haar activa en passiva overgedragen. De leveringsdatum is gesteld op 1 oktober 2019. De overeenkomst is getekend door (de middellijk bestuurders van) Sunshine Group (mede namens Glampinglodges B.V.) en Luxetenten en bevat, voor zover thans van belang, de volgende bepalingen:
‘(…)
ARTIKEL 2. KOOP EN VERKOOP
(…)
2.3
Tot de Activa behoren de navolgende goederen:
(…)
b. het Klantenbestand;
(…)
e. de Voorraden;
(…)
g. de rechten van de Verkoper uit hoofde van de Arbeidscontracten;
(…)
ARTIKEL 3. KOOPPRIJS
3.1.
De Koopprijs voor de Activa en Passiva die op grond van deze Overeenkomst door Verkoper aan Koper wordt verkocht en geleverd, bestaat uit verschillende onderdelen:
a. een initieel vast bedrag van EUR 700.000 (zevenhonderd duizend euro) (de ‘
Initiële Koopprijs);
b. een vast bedrag van EUR 40.000 (veertigduizend euro) voor de Inventaris (de ‘
Koopprijs Inventaris’);
c. een bedrag van
EUR 656.064,41
( euro),
gelijk aan 60% (zestig procent) van de boekwaarde van de Voorraden per de Ondertekeningsdatum, gebaseerd op de prijs en waardering van de goederen in voorraad zoals overeengekomen tijdens het Due Diligence Onderzoek (de ‘
Koopprijs Voorraden’);
d. een resultaatafhankelijk bedrag van maximaal EUR 300.000 (driehonderd duizend euro) vast te stellen aan de hand van de voorwaarden als opgenomen in Artikel 3.3 (de ‘
Earn Out’);
(…)
Earn Out
3.3.
Indien in de twee (2) jaren volgend op de Leveringsdatum de Koper, of een aan haar Verbonden Partij, aan één van de klanten zoals opgenomen op de leadlist als aangehecht in
Bijlage 3.3(de ‘
Leadlist’) een Glampinglodge verkoopt, ongeacht wat voor type Glampinglodge dit betreft (…), is de Verkoper dan wel Sunshine Group B.V. gerechtigd tot een bedrag van EUR 1.500 (duizend vijfhonderd euro) per Glampinglodge, tot een maximum van EUR 300.000 (driehonderd duizend euro). De klanten zoals opgenomen in
Bijlage 3.3zijn partijen waar Verkoper concrete gesprekken mee voert ten behoeve van de verkoop van één of meer Glampinglodge(s), alsmede partijen waar Verkoper de afgelopen twee (2) jaren één of meerdere Glampinglodge(s) aan heeft verkocht.
Bijlage 3.3betreft op de Ondertekeningsdatum een geanonimiseerde lijst van klanten. Deze Bijlage zal op de Leveringsdatum worden vervangen door een niet-geanonimiseerde lijst van klanten. (…) Koper zal ervoor zorg dragen dat zij uiterlijk binnen twintig (20) kalenderdagen na het verstrijken van een kalenderkwartaal Verkoper schriftelijk zal informeren omtrent het aantal verkochte Glampinglodges aan de klanten opgenomen in de Leadlist gedurende het meest recent verstreken kwartaal en Koper zal vervolgens voor betaling zorgdragen overeenkomst artikel 4.3.
(…)
3.4.
Koper verbindt zich ervoor zorg te dragen dat de bedrijfsvoering van de Onderneming volgens de bestendige gedragslijn gecontinueerd wordt vanaf de Leveringsdatum tot en met de twee (2) jaren daaropvolgend. Gedurende de periode vanaf de Leveringsdatum tot en met twee jaren daarna, zal Koper geen (rechts)handelingen verrichten (waaronder begrepen wordt enig nalaten) die (mede) het doel hebben om op oneigenlijke wijze de Earn Out nadelig te beïnvloeden. Voornoemde verplichtingen eindigen automatisch zonder daartoe een nadere kennisgeving vereist is per het moment dat het maximum van EUR 300.000 (driehonderd duizend euro) als Earn Out betaald is.
(…)
ARTIKEL 18. SLOTBEPALINGEN
18.1
Partijen zien af van hun recht om deze Overeenkomst na de Levering geheel of gedeeltelijk te beëindigen of te ontbinden, of beëindiging of ontbinding van deze Overeenkomst in rechte te vorderen, en doen, voor zover rechtens mogelijk afstand van een beroep op dwaling. Partijen doen hierbij afstand van hun rechten uit hoofde van artikel 7:17 BW en artikel 7:21 BW.
(…)’
In de overeenkomst is het onder 3.1 onder c. genoemde bedrag met de hand ingevuld en door alle partijen bij de overeenkomst geparafeerd.
2.4.
Partijen zijn in artikel 4.2 van de overeenkomst voorts overeengekomen dat de koopprijs voor de voorraden door Luxetenten in zes gelijke termijnen (van elk € 65.606,45) zal worden betaald, waarbij de laatste termijn uiterlijk op 31 maart 2020 zou worden voldaan.
Voorts hebben partijen in artikel 4.3 van de overeenkomst neergelegd dat de earn out-vergoeding binnen dertig kalenderdagen na het verstrijken van ieder kwartaal zal worden voldaan.
2.5.
Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft Sunshine Group c.s. bij e-mailbericht van 23 september 2019 een (geanonimiseerde) leadlist aan Luxetenten verstrekt.
2.6.
Naar aanleiding van het verzoek van Luxetenten van 24 september 2019 om toezending van ‘stukslijsten of technische tekeningen’ heeft Sunshine Group c.s. bij e-mailbericht diezelfde datum aan Luxetenten een overzicht verstrekt dat Sunshine Group c.s. gebruikt voor de beoordeling van het omzetten van 95 tenten naar een complete glampinglodge.
2.7.
Luxetenten heeft vanaf oktober 2019 in totaal vijf van de zes termijnen van de koopprijs voor de voorraden aan U2BGL voldaan. Zij heeft de laatste termijn van € 65.606,45 tot op heden niet aan U2BGL dan wel Sunshine Group voldaan.
2.8.
Bij e-mailbericht van 11 februari 2020 heeft Luxetenten aan Sunshine Group c.s., een overzicht verstrekt met daarop de actuele stand van zaken met betrekking tot de verkopen naar aanleiding van de door Sunshine Group c.s. aan Luxetenten verstrekte leadlist.
2.9.
Sunshine Group c.s. heeft in de periode tussen 15 april 2020 en 14 augustus 2020 meermaals bij Luxetenten geïnformeerd naar de betaling van de zesde termijn van de koopprijs voor de voorraden en de earn out-vergoeding voor verkopen naar aanleiding van de leadlist.
2.10.
Partijen hebben vervolgens, al dan niet bij monde van hun advocaten, uitvoerig (per e-mailbericht dan wel brief) met elkaar gecorrespondeerd. Bij brief van 11 september 2020 heeft Luxetenten aan Sunshine Group c.s. laten weten de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst op te schorten in afwachting van een onderzoek naar de mogelijkheid om de overeenkomst te vernietigen wegens bedrog door Sunshine Group c.s. dan wel dwaling zijdens Luxetenten. Voorts kondigt Luxetenten in haar brief aan een voorlopig getuigenverhoor te zullen entameren. In reactie hierop heeft Sunshine Group c.s. bij e-mailbericht van 1 oktober 2020 aan Luxetenten laten weten het gesprek aan te willen gaan om tot een oplossing te komen. Luxetenten heeft hierop bij brief van 6 oktober 2020 aan Sunshine Group c.s. laten weten te volharden in haar standpunten.
2.11.
Bij brief van 23 oktober 2020 heeft Sunshine Group c.s. Luxetenten - kort gezegd - bericht zich niet in de beschuldigingen van Luxetenten te herkennen en opgemerkt dat Luxetenten nalaat haar verwijten te onderbouwen en het juist Luxetenten is die tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst. Voorts heeft Sunshine Group c.s. Luxetenten gesommeerd haar verplichtingen uit de overeenkomst na te komen door onder meer de laatste termijn van de koopprijs voor de voorraden aan Sunshine Group c.s. te voldoen, schriftelijk opgave te doen van het aantal tot dan verkochte glampinglodges en uitvoering te geven aan de continuïteitsverplichting.
2.12.
Luxetenten heeft op 15 december 2020 een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ingediend bij deze rechtbank. Hierop heeft Sunshine Group c.s. bij verweerschrift van 22 januari 2021 gereageerd. Vervolgens heeft op 1 februari 2021 de mondelinge behandeling inzake voornoemd verzoek van Luxetenten plaatsgevonden.
2.13.
Luxetenten heeft op enig moment alle modellen van het merk Glampinglodges uit haar assortiment gehaald en de Glampinglodge-showroom te Doetinchem gesloten.

3.Het geschil

3.1.
Sunshine Group c.s. vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Luxetenten te veroordelen tot betaling aan U2BGL van € 65.606,45, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de datum van de dagvaarding;
Luxetenten te veroordelen tot betaling aan U2BGL van € 4.500,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de datum van de dagvaarding;
Luxetenten te bevelen om aan Sunshine Group c.s. een deugdelijk onderbouwde opgave te verschaffen van earn out-verkopen over de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2020, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag indien Luxe Tenten in gebreke blijft om die opgave te verschaffen binnen twee weken na betekening van dit vonnis, met een maximum van € 150.000,00;
Luxetenten te bevelen om aan Sunshine Group c.s. een deugdelijk onderbouwde opgave te verschaffen van de earn out-verkopen over zowel het eerste, tweede als derde kalenderkwartaal van 2021 binnen twintig kalenderdagen na het verstrijken van het betreffende kalenderkwartaal, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag indien - mits betekening van dit vonnis reeds daarvoor heeft plaatsgevonden - Luxetenten in gebreke blijft om een opgave uiterlijk binnen die twintig kalenderdagen te verschaffen, met een maximum van € 150.000,00;
Luxetenten te bevelen om de op haar rustende continuïteitsverplichting na te komen, waarbij Luxetenten in ieder geval de onder randnummer 37 sub (iv) van de dagvaarding genoemde stappen dient te zetten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag als Luxetenten hiermee in gebreke blijft binnen twee weken na betekening van dit vonnis, met een maximum van € 150.000,00;
Luxetenten te veroordelen tot betaling aan Sunshine Group c.s. van € 1.576,07 aan buitengerechtelijke kosten;
Luxetenten te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Luxetenten voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde het spoedeisend belang bij de vorderingen gegeven.
dwaling en bedrog
4.2.
Sunshine Group c.s. vordert ten eerste dat Luxetenten wordt veroordeeld tot betaling van (i) de nog openstaande termijn van de koopprijs voor de voorraden van € 65.606,45 en (ii) de earn out-vergoeding met betrekking tot de drie door Luxetenten verkochte Glampinglodges van in totaal € 4.500,00. Sunshine Group c.s. vordert verder dat Luxetenten wordt bevolen een deugdelijk overzicht van de earn out-verkopen over de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2020 en tevens over de eerste drie kwartalen van 2021 aan Sunshine Group c.s. te verschaffen en dat Luxetenten wordt veroordeeld om de op haar rustende continuïteitsverplichting na te komen door in ieder geval de onder punt 37 sub iv. van de dagvaarding genoemde stappen te nemen.
4.3.
Vast staat dat Glampinglodges B.V. bij overeenkomst van 26 september 2019 haar activa en passiva aan Luxetenten heeft overgedragen. Glampinglodges B.V. en Luxetenten hebben onder meer afgesproken dat in zes termijnen een bedrag van in totaal € 393.638,65 (zijnde 60% van de boekwaarde van de voorraden zoals ingevuld in artikel 3.1. van de overeenkomst) voor de voorraden zou worden betaald en zij zijn verder een resultaatafhankelijke earn out-vergoeding van € 1.500,00 per verkochte Glampinglodge overeengekomen met een maximum van € 300.000,00. Luxetenten heeft niet betwist dat zij zowel de laatste termijn van de koopsom voor de voorraden van € 65.606,45 als een bedrag van € 4.500,00 aan earn out-vergoeding voor drie door haar verkochte Glampinglodges aan klanten op de leadlist nog niet aan Sunshine Group c.s. heeft voldaan, terwijl Sunshine Group c.s. daar wel recht op heeft. In zoverre staan de twee geldvorderingen van Sunshine Group c.s. op Luxetenten vast. Ook vloeit met zoveel woorden uit de overeenkomst voort dat Luxetenten gehouden is de gevorderde overzichten te verschaffen van de earn out-verkopen van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2021. Verder is niet in geschil dat de maximum earn out-vergoeding van € 300.000,00 thans (nog) niet is bereikt zodat op Luxetenten de onder 3.4 van de overeenkomst verwoorde continuïteitsverplichting rust.
4.4.
Luxetenten heeft voornoemde verbintenissen uit de overeenkomst op zichzelf ook niet betwist, maar zij meent dat zij haar verbintenissen kan opschorten. Luxetenten kan de overeenkomst naar eigen zeggen mogelijkerwijs vernietigen wegens bedrog dan wel dwaling met betrekking tot een drietal onderdelen, te weten de leadlist, de voorraden en de werknemers. Luxetenten heeft in dit kort geding echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij de overeenkomst zou kunnen vernietigen wegens dwaling dan wel bedrog en dat zij op grond daarvan een opeisbare vordering heeft op Sunshine Group c.s. In dit verband wordt als volgt overwogen.
4.5.
Allereerst moet worden vastgesteld dat partijen een beroep op vernietiging wegens dwaling (ex artikel 6:228 BW) in artikel 18.1 van de overeenkomst hebben uitgesloten. Luxetenten heeft gesteld dat zij heeft gedwaald ten aanzien van de reikwijdte en de toepassing van deze clausule. Luxetenten had er naar eigen zeggen bij het aangaan van de overeenkomst geen rekening mee hoeven houden dat Sunshine Group c.s. zich bij het bewust verkopen van een ‘lege huls’ ten bedrage van € 1.133.639,00 op deze contractuele uitsluiting van een beroep op dwaling zou kunnen beroepen. Als Luxetenten het voorgaande zou hebben geweten dan had zij nooit met de uitsluiting ingestemd. Aangezien onduidelijk is waar Luxetenten voor heeft betaald, is uitsluiting van een beroep op dwaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, zo stelt Luxetenten. Luxetenten kan hier echter niet in worden gevolgd. Nog daargelaten dat Luxetenten heeft nagelaten met stukken te onderbouwen dat aan haar bewust een ‘lege huls’ is verkocht, is er ook geen aanleiding om aan te nemen dat zij heeft gedwaald bij het aangaan van de overeenkomst. Daarbij speelt met name een rol dat bij het opstellen van de overeenkomst beide partijen werden bijgestaan door (een) advoca(a)t(en) en Luxetenten voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst een due diligence onderzoek heeft uitgevoerd. Luxetenten heeft ter zitting weliswaar gesteld dat zij van Sunshine Group c.s. slechts drie uur de tijd heeft gekregen voor het uitvoeren van voornoemd onderzoek maar dit wordt door Sunshine Group c.s. betwist en dit blijkt verder ook niet uit de door partijen in het geding gebrachte stukken. Maar ook indien hetgeen Luxetenten in dit verband stelt klopt, moet worden vastgesteld dat Luxetenten de door Sunshine Group c.s. geboden ruimte desalniettemin heeft geaccepteerd en zij ondanks het volgens haar te beperkte tijdsbestek de overeenkomst met Sunshine Group c.s. onder de daarin opgenomen condities is aangegaan. Dit een en ander leidt tot de conclusie dat voorshands niet aannemelijk is dat een beroep door Sunshine Group c.s. op artikel 18.1 van de overeenkomst met betrekking tot de uitsluiting van een beroep op dwaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht.
4.6.
Luxetenten heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan de vereisten voor een geslaagd beroep op bedrog als bedoeld in artikel 3:44 lid 3 BW. Zo is van de vereiste opzet zijdens Sunshine Group c.s. in het geheel niet gebleken. Weliswaar hebben de leads met klanten op de aan Luxetenten verstrekte leadlist niet tot de door Sunshine Group c.s. in de leadlist geïndiceerde waarde van ruim € 8.000.000,00 geleid, zoals Luxetenten ook stelt, maar Sunshine Group c.s. heeft in dit verband aangevoerd dat zij de leadlist naar eer en geweten heeft vastgesteld en meer in het bijzonder dat zij geen garantie heeft gegeven omtrent de uit de leadlist te genereren omzet. Dit heeft Luxetenten niet betwist. Het voorgaande geldt eveneens voor de overgedragen voorraden, waarvan Luxetenten stelt dat deze deels incourant zijn. Niet in geschil is dat Luxetenten tijdens het due diligence-onderzoek voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst de betreffende voorraden heeft onderzocht en vervolgens akkoord heeft bevonden. Bovendien heeft Sunshine Group c.s. onweersproken heeft gesteld dat partijen met betrekking tot de voorraden een korting van 40% zijn overeengekomen, een en ander in verband met incourantie en het feit dat een deel van de voorraden zag op showroommodellen. Ten aanzien van de werknemers geldt dat Luxetenten, ook desgevraagd ter zitting, niet aannemelijk heeft kunnen maken wat Sunshine Group c.s. zou hebben gedaan of nagelaten om te kunnen concluderen dat in dat verband sprake is van bedrog door Sunshine Group c.s. Uit de stellingen van partijen en de in het geding gebrachte stukken blijkt dat de werknemers van Glampinglodges B.V. conform de overeenkomst zijn overgegaan naar Luxetenten. Dat vervolgens meerdere werknemers, waaronder de salesmanager van Glampinglodges B.V., de heer H. Haans, en meerdere opbouwmedewerkers en medewerkers verkoop binnendienst, hun dienstverband met (inmiddels) Luxetenten hebben beëindigd, maakt nog niet dat deze werknemers nooit de intentie hebben gehad om over te gaan naar Luxetenten, zoals Luxetenten stelt. Maar ook indien wordt aangenomen dat deze werknemers inderdaad niet van plan zijn geweest om aan te blijven bij Luxetenten na de overgang van de onderneming, kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat dit Sunshine Group c.s. kan worden verweten. Overigens is ter zitting gebleken dat zowel de operationeel directeur van Glampinglodges B.V., de heer D. Aalders, als de commercieel directeur van Glampinglodges B.V., de heer R. Zweers, thans nog steeds bij Luxetenten werkzaam zijn. De slotsom is dat het door Luxetenten gevoerde verweer faalt.
geldvorderingen
4.7.
Met betrekking tot de betaling van de openstaande termijn van de koopprijs voor de voorraden en de earn out-vergoeding heeft Luxetenten nog aangevoerd dat een belangenafweging tussen de belangen van Sunshine Group c.s. enerzijds en Luxetenten anderzijds met zich brengt dat deze twee geldvorderingen moeten worden afgewezen. Ook hierin kan Luxetenten niet worden gevolgd. Het belang van Luxetenten bij afwijzing van de vorderingen van Sunshine Group c.s. lijkt er vooral in gelegen te zijn dat zij de uitkomst van het voorlopig getuigenverhoor mag afwachten, een en ander om te bezien of zij de overeenkomst kan vernietigen, maar dit belang weegt niet op tegen het belang van Sunshine Group c.s. bij nakoming van de overeenkomst door betaling van de laatste termijn van de koopprijs voor de voorraden en de earn out-vergoeding voor de drie verkochte Glampinglodges. In dit verband is mede van belang dat Luxetenten thans niet aannemelijk heeft kunnen maken dat zij de overeenkomst wegens bedrog dan wel dwaling kan vernietigen terwijl de genoemde geldvorderingen vaststaan en Sunshine Group c.s. al bijna een jaar wacht op betaling van de voornoemde bedragen. Bij dit alles speelt ook nog een rol dat Luxententen niet heeft gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat er sprake is van een restitutierisico. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het door Luxetenten gevoerde verweer faalt. Luxetenten zal worden veroordeeld tot betaling aan Sunshine Group c.s. van de laatste termijn van de koopsom voor de voorraden van € 65.606,45 en van € 4.500,00 aan earn out-vergoeding De wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over deze bedragen zal vanaf 19 februari 2021, de datum van de dagvaarding, worden toegewezen.
overzicht earn out
4.8.
Met betrekking tot de vorderingen tot het verstrekken van een overzicht van de earn out-verkopen over de periode van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2021 wordt overwogen dat uit artikel 3.3 van de overeenkomst volgt dat Luxetenten verplicht is om de door Sunshine Group c.s. gevorderde bescheiden uiterlijk binnen twintig kalenderdagen na het verstrijken van elk kalenderkwartaal aan Sunshine Group c.s. te verstrekken. Vast staat dat Luxetenten, ondanks herhaald verzoek daartoe, slechts één keer aan voornoemde verplichting heeft voldaan bij e-mailbericht van 11 februari 2020. Ook indien Luxetenten, zoals zij stelt, geen enkele Glampinglodge meer heeft verkocht na dit e-mailbericht, ontslaat dit haar evenwel nog niet van de verplichting om de contractueel overeengekomen opgave aan Sunshine Group c.s. te verstrekken gedurende twee jaren na de leveringsdatum. Luxetenten is dan ook gehouden de door Sunshine Group c.s. gevorderde overzichten ter zake de earn out-verkopen te verschaffen op de in de overeenkomst overeengekomen wijze tot 1 oktober 2021. De daartoe strekkende vorderingen zullen daarom worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal voor beide vorderingen worden gematigd en gemaximeerd zoals hierna zal worden bepaald.
continuïteitsverplichting
4.9.
Volgens Sunshine Group c.s. komt Luxetenten verder de onder artikel 3.4 van de overeenkomst opgenomen continuïteitsverplichting niet na. Zo is de bedrijfsvoering van Glampinglodges B.V. kort na de levering volledig opgegaan in die van Luxetenten, heeft Sunshine Group c.s. de Glampinglodge-showroom in Doetinchem gesloten zonder dat daarvoor een vergelijkbare showroom in de plaats is gekomen, zijn alle Glampinglodge modellen uit het assortiment gehaald en is het merk Glampinglodge door Sunshine Group c.s. volledig losgelaten. Hieromtrent geldt het volgende. Voorop staat dat het betreffende artikel bepaalt dat Luxetenten gehouden is de bedrijfsvoering van de onderneming volgens de bestendige gedragslijn te continueren gedurende twee jaren na leveringsdatum en dat Luxetenten gedurende deze periode geen (rechts)handelingen dient te verrichten die tot doel hebben om op oneigenlijke wijze de earn out te beïnvloeden. Geconstateerd moet worden dat uit voornoemd artikel echter niet zonder meer volgt dat, zoals Sunshine Group c.s. stelt, Luxetenten gehouden kan worden de door Sunshine Group c.s. in haar dagvaarding onder punt 37 sub iv. opgesomde stappen te nemen ter nakoming van deze continuïteitsverplichting. Dit wordt ook door Luxetenten betwist. Nu Sunshine Group c.s. heeft nagelaten te stellen en te onderbouwen op grond waarvan Luxetenten dan gehouden zou zijn de door haar genoemde stappen te ondernemen, kan de daartoe strekkende vordering niet worden toegewezen.
nevenvorderingen
4.10.
Sunshine Group c.s. maakt tot slot aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ex artikel 6:96 lid 2 sub c BW ter hoogte van € 1.576,07. Sunshine Group c.s. heeft naar eigen zeggen gepoogd om voldoening van haar vorderingen buiten rechte te bewerkstelligen en in dit verband meerdere uitgebreide sommatiebrieven aan Luxetenten gestuurd. De voorzieningenrechter stelt vast dat het Besluit voor vergoeding buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Sunshine Group c.s. heeft voldoende gesteld en onderbouwd zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht, hetgeen overigens ook niet door Luxetenten is betwist. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt voorts overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal als gevorderd worden toegewezen.
4.11.
Luxetenten zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen. De kosten aan de zijde van Sunshine Group c.s. worden tot op heden begroot op:
- betekening oproeping € 90,67
- griffierecht 2.076,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 3.182,67
4.12.
De nakosten zullen als gevorderd worden toegewezen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Luxetenten om aan U2BGL te betalen een bedrag van € 65.606,45, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 19 februari 2021 tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Luxetenten om aan U2BGL te betalen een bedrag van € 4.500,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 19 februari 2021 tot aan de dag van volledige betaling,
5.3.
beveelt Luxetenten om aan Sunshine Group c.s. binnen twee weken na betekening van dit vonnis een deugdelijk onderbouwde opgave te verschaffen van de earn out-verkopen over de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2020, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat Luxetenten niet aan dit bevel voldoet, tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt,
5.4.
beveelt Luxetenten om aan Sunshine Group c.s. een deugdelijk onderbouwde opgave te verschaffen van de earn out-verkopen over zowel het eerste, tweede als derde kalenderkwartaal van 2021 binnen twintig kalenderdagen na het verstrijken van het betreffende kalenderkwartaal, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag indien -mits betekening van dit vonnis reeds daarvoor heeft plaatsgevonden - Luxetenten in gebreke blijft om een opgave uiterlijk binnen die twintig kalenderdagen te verschaffen, een en ander tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt,
5.5.
veroordeelt Luxetenten om aan Sunshine Group c.s. te betalen een bedrag van € 1.576,07 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.6.
veroordeelt Luxetenten in de proceskosten, aan de zijde van Sunshine Group c.s. tot op heden begroot op € 3.182,67, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.7.
veroordeelt Luxetenten in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Luxetenten niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2021.