Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[naam eiser 3],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
[gedaagde 10],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende incidentele vordering ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
- de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 222 Rv tevens conclusie van antwoord in de hoofdzaak, tevens conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv.
2.De feiten
3.Het geschil in de hoofdzaak
Bonus 2019:Topparken en Tripple B Vastgoed hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [naam eiser 3] van een bedrag van € 100.000,00 netto ter zake van de bonus 2019, te betalen binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis en te vermeerderen met wettelijke rente;
Bonus 2020:Topparken en Tripple B Vastgoed hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [naam eiser 3] van de bonus over 2020 binnen vier weken nadat de jaarcijfers over 2020 van het Topparken-concern worden vastgesteld;
Meerwaarderegeling:Topparken en Tripple B Vastgoed hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [naam eiser 3] van een bedrag van € 110.000,00 ter zake van de meerwaarderegeling, te betalen binnen veertien dagen na betekening van eht te wijzen vonnis en te vermeerderen met wettelijke rente;
Aandelen:Continental, Tripple B Vastgoed en Tripple B Investments veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst ter zake van de levering van aandelen door binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis te verschijnen bij de notaris en mee te werken aan de levering van de aandelen door middel van ondertekening van de leveringsakte, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00;
Woonhuis:[gedaagde 5] veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst tot levering van het woonhuis door binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis te verschijnen bij de notaris en mee te werken aan de levering van het woonhuis, vrij van hypotheken en beslagen, door middel van ondertekening van de leveringsakte, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00;
Beslagkosten:[gezamenlijke gedaagden] hoofdelijk veroordeelt in de beslagkosten van € 47.660,19 althans € 34.944,51, te vermeerderen met wettelijke rente;
4.Het geschil in het incident ex artikel 843a Rv en de beoordeling daarvan
Afgifte:vaststelt dat [gezamenlijke eisers] toestemming wordt verleend, uitvoerbaar onmiddellijk na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, om afgifte te krijgen van de in beslag tot levering genomen documenten die in gerechtelijke bewaring worden gehouden door DigiJuris B.V., zoals omschreven in randnummer 5.7 van de dagvaarding;
Inzage:vaststelt dat [gezamenlijke eisers] toestemming wordt verleend, uitvoerbaar onmiddellijk na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, om inzage te krijgen in en afschriften te verkrijgen van de in beslag genomen en middels dataseparatie geselecteerde Bescheiden die in gerechtelijke bewaring worden gehouden door DigiJuris B.V., zoals omschreven in randnummers 5.31 en 5.33 (bedoeld zal zijn: randnummer 26) van de dagvaarding, althans in overeenstemming met een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen procedure;
6.De beoordeling in de hoofdzaak
7.De beslissing
28 juli 2021voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden augustus tot en met oktober 2021, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,