Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 november 2019
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 april 2021.
2.De feiten
4. Verkoper zal zich met ingang van heden, anders dan op verzoek van Koper, onthouden van het verrichten van enige (rechts)handeling met betrekking tot de Aandelen.Verkoper zal op eerste vordering van Koper onverwijld op Verkopers eigen naam medewerken aan het verlenen als onderzetter van pandrecht op de Aandelen tot meerdere zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen, voortvloeiende uit (een) door Koper te zijnen name of (een) door Koper aan te wijzen derde(n) te diens/hunner namen aan te gane lening(en) of te sluiten overeenkomsten van andere aard, een en ander op Kopers kosten.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
1.407,50(2,5 punten × tarief € 563,00)