ECLI:NL:RBGEL:2021:3753

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
15 juli 2021
Zaaknummer
C/05/359686 / HA ZA 19-41
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Koopovereenkomst aandelen en rechtsgebrek met betrekking tot bijzondere lasten en beperkingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil over een koopovereenkomst van aandelen tussen twee besloten vennootschappen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M. Roepel, vordert schadevergoeding van de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.N. Brugge, omdat de gedaagde niet in staat was de aandelen vrij van bijzondere lasten en beperkingen te leveren, zoals vereist door artikel 7:15 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde tekort is geschoten in haar verplichtingen, omdat zij de eiseres niet tijdig heeft geïnformeerd over de beperkingen die verbonden waren aan de aandelen, zoals vastgelegd in een akte van economische eigendomsoverdracht. De eiseres heeft hierdoor schade geleden, die door de rechtbank is begroot op € 14.137,00, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de beslagkosten en proceskosten aan de zijde van de eiseres toegewezen. De vorderingen in reconventie van de gedaagde zijn afgewezen, waardoor deze in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan op 14 juli 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/359686 / HA ZA 19-41
Vonnis van 14 juli 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eis.conv/ged.reconv.],
gevestigd te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.M. Roepel te Berkel en Rodenrijs,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.conv./eis.reconv.],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.N. Brugge te Doetinchem.
Partijen zullen hierna [eis.conv/ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 november 2019
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 april 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv/ged.reconv.] is een vennootschap die zich bezighoudt met onder meer het beleggen in onroerende zaken. [eis.conv/ged.reconv.] is een zustervennootschap van de besloten vennootschap [betrokken BV3] . (hierna: [betrokken BV3] ), een vennootschap die zich eveneens bezighoudt met onder meer het beleggen in onroerende zaken. De heer [bestuurder1] is middellijk bestuurder van beide vennootschappen.
2.2.
[ged.conv./eis.reconv.] is een financiële holding die deel uitmaakt van een groep vennootschappen in handen van [stichting] . De groepsvennootschappen houden zich bezig met het beleggen in onroerende zaken en projectontwikkeling. [ged.conv./eis.reconv.] is enig aandeelhouder van de besloten vennootschap [betrokken BV1] (hierna: [betrokken BV1] ).
2.3.
De heer [bestuurder2] is middellijk bestuurder van [ged.conv./eis.reconv.] en [betrokken BV1] . Zijn zoon, [zoon] , is notaris en verbonden aan [notariskantoor] in [plaats] .
2.4.
[betrokken BV1] is bestuurder van [betrokken BV2] (hierna: [betrokken BV2] ). De activa van [betrokken BV1] bestaan uit een deelneming in het kapitaal van [betrokken BV2] en een complex onroerende zaken gelegen aan het adres [adres1] en [adres2] in [plaats] , omvattende negentien appartementsrechten.
2.5.
Artikel 10 van de statuten van [betrokken BV2] (productie 5 bij dagvaarding) bevat een blokkeringsregeling. Artikel 10 lid 12 van de statuten bepaalt kort gezegd en onder meer dat in geval van overdracht of andere overgang van aandelen de blokkeringsregeling in werking treedt.
2.6.
Bij e-mail van 6 februari 2019 (productie 2 bij dagvaarding) deelt [makelaar] te [plaats] (hierna: de makelaar) aan [eis.conv/ged.reconv.] mee dat zij is gestart met de verkoop van het voornoemde complex onroerende zaken. In de bij die e-mail gevoegde beleggingsinformatie staat onder meer vermeld:
“(…)
Verkoper wenst het beleggingscomplex te verkopen via een aandelentransactie.
Verkocht worden alle aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap waar het vastgoed het enige vermogensbestanddeel van is.
(…)”
2.7.
In de periode februari-maart 2019 treden [betrokken BV3] en [ged.conv./eis.reconv.] met elkaar in onderhandeling over de verkoop van de aandelen in [betrokken BV1] . De makelaar opent een dataroom met daarin relevante informatie. In dit kader wordt aan [betrokken BV3] melding gemaakt van de deelneming van [betrokken BV1] in [betrokken BV2] .
2.8.
Partijen komen voor de aandelen in [betrokken BV1] een koopprijs van € 6.025.000,00 overeen. Als overdrachtsdatum voor de aandelen wordt 1 mei 2019 overeengekomen.
2.9.
Op 27 maart 2019 ondertekenen partijen – [ged.conv./eis.reconv.] als verkoper en (niet [betrokken BV3] maar) [eis.conv/ged.reconv.] als koper – de door de makelaar opgestelde koopovereenkomst (productie 3 bij dagvaarding). Binnen de overeengekomen termijn stort [eis.conv/ged.reconv.] de waarborgsom van € 602.025,00 op de derdengeldenrekening van [notariskantoor] .
2.10.
De koopovereenkomst luidt onder meer als volgt:
“(…)
Garanties
(…)
3.In de akte van levering van aandelen zullen uitsluitend de volgende garanties ten aanzien van het vermogen van [betrokken BV1] worden opgenomen.De Verkoper garandeert jegens de Koper dat het navolgende ten aanzien van het vermogen van [betrokken BV1] op heden juist is:
a.door [betrokken BV1] zijn geen garanties verleend en [betrokken BV1] heeft zich op generlei wijze verbonden voor schulden van derden;
(…)
f. [betrokken BV1] is eigenaar/rechthebbende van de activa, die op de Balans zijn vermeld; de activa zijn niet met (beperkte) zekerheidsrechten bezwaard en [betrokken BV1] kan vrij over de activa beschikken, behoudens het Koper genoegzaam bekende recht van hypotheek ten behoeve van ING Real Estate Finance;
(…)
l. Ten laste van [betrokken BV1] bestaan geen verplichtingen en zijn de Verkoper en [betrokken BV1] geen feiten of omstandigheden bekend, waarvan de Verkoper in redelijkheid kan aannemen dat zij voor de Koper van belang kunnen zijn, noch zijn dergelijke verplichtingen, feiten en omstandigheden, voor zover Verkoper en [betrokken BV1] bekend, te verwachten.
(…)
p.[betrokken BV1] heeft geen deelnemingen of samenwerkingsverbanden, anders dan de juridische gerechtigdheid tot vijfendertig procent (35%) van de geplaatste aandelen in het kapitaal van
[betrokken BV2] Beleggingen B.V., welke juridische gerechtigdheid zo spoedig mogelijk, zal worden overgedragen aan Verkoper en waaraan Koper zo nodig alle medewerking zal verlenen.
(…)”
2.11.
Op 18 april 2019 stuurt een kantoorgenoot van [zoon] , mr. O.A.J..H. [kantoorgenoot] , een concept leveringsakte toe aan [eis.conv/ged.reconv.] .
2.12.
Bij e-mail van 19 april 2019 (overgelegd als bewijsmiddel bij antwoord) vraagt de accountant van [eis.conv/ged.reconv.] in het kader van due diligence bij [zoon] diverse stukken op met betrekking tot [betrokken BV1] en haar vermogen, waaronder jaarstukken, aangiften vennootschapsbelasting, kolommenbalansen, overeenkomsten inzake aflossingen en cessie van vorderingen en schulden in 2018 en overeenkomsten inzake de eventuele aan- en verkoop van deelnemingen in de afgelopen vijf jaar.
2.13.
Op 20 april 2019 stuurt [zoon] aan de accountant van [eis.conv/ged.reconv.] onder meer een niet ingevulde maar wel ondertekende, door [notariskantoor] opgemaakte akte economische eigendomsoverdracht van de aandelen in het kapitaal van [betrokken BV2] door [betrokken BV1] als verkoper aan [ged.conv./eis.reconv.] als koper. De akte (productie 4 bij dagvaarding) dateert van 28 december 2018. Enkele uren daarna stuurt [zoon] alsnog een ingevulde versie van die akte (eveneens productie 4 bij dagvaarding). De akte bevat onder meer de volgende bepalingen:
“(…)
Artikel 10.
Levering Juridische eigendom, bijzondere bepalingen.
(…)
2. De Juridische eigendom van de Aandelen zal nog tot uiterlijk 31-12-2025 of tot een zodanig eerder tijdstip als de Koper dat wenst, bij de Verkoper verblijven, behoudens het hierna bepaalde.
De Koper is verplicht met inachtneming van het hierna bepaalde tot medewerking aan de levering van de Juridische eigendom, uiterlijk op gemelde datum.(…)
4. Verkoper zal zich met ingang van heden, anders dan op verzoek van Koper, onthouden van het verrichten van enige (rechts)handeling met betrekking tot de Aandelen.Verkoper zal op eerste vordering van Koper onverwijld op Verkopers eigen naam medewerken aan het verlenen als onderzetter van pandrecht op de Aandelen tot meerdere zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen, voortvloeiende uit (een) door Koper te zijnen name of (een) door Koper aan te wijzen derde(n) te diens/hunner namen aan te gane lening(en) of te sluiten overeenkomsten van andere aard, een en ander op Kopers kosten.
Artikel 11.
Pandrecht.
Tot zekerheid voor de nakoming door Verkoper van al hetgeen Koper uit hoofde van deze overeenkomst van hem te vorderen heeft, al welke verplichtingen door partijen wordt gesteld op een waarde gelijk aan € 1.000.000,-, zal Verkoper, op eerste schriftelijk verzoek van Koper, een eerste recht van pand op de Aandelen verlenen ten behoeve van Koper welke inpandgeving alsdan door Koper wordt aanvaard.
(…)”
2.14.
[ged.conv./eis.reconv.] had tot dan toe aan [eis.conv/ged.reconv.] nog niet eerder melding gemaakt van het bestaan van deze akte van economische eigendomsoverdracht. Het stuk maakte ook geen deel uit van de informatie die in de dataroom aan [eis.conv/ged.reconv.] ter beschikking was gesteld.
2.15.
Bij e-mail van 23 april 2019 (productie 6 bij dagvaarding) deelt [eis.conv/ged.reconv.] naar aanleiding van de concept leveringsakte aan notaris [kantoorgenoot] mee dat zij een volledige vrijwaring verlangt van alle mogelijk nadelige gevolgen die het overdragen van de deelneming in [betrokken BV2] aan [ged.conv./eis.reconv.] voor haar kan hebben.
2.16.
Bij e-mail van 26 april 2019 (eveneens productie 6 bij dagvaarding) schrijft notaris [kantoorgenoot] terug dat volgens [zoon] de akte van levering niet hoeft te worden aangepast, omdat het in de bedoeling ligt de aandelen [betrokken BV2] zo spoedig mogelijk uit [betrokken BV1] over te dragen, mogelijk al vóór de overdracht van de aandelen [betrokken BV1] aan [eis.conv/ged.reconv.] .
2.17.
Op 1 mei 2019, de overeengekomen leveringsdatum, neemt [eis.conv/ged.reconv.] de aandelen [betrokken BV1] niet af. Bij e-mail van die datum (productie 7 bij dagvaarding) bevestigt [eis.conv/ged.reconv.] aan [zoon] hun telefonisch contact van eerder die dag. De e-mail vermeldt onder meer dat is afgesproken dat de overdracht van de aandelen [betrokken BV1] een maand wordt verschoven zodat [ged.conv./eis.reconv.] meer tijd heeft om alsnog toestemming te krijgen van de medeaandeelhouder in [betrokken BV2] om de aandelen [betrokken BV2] te “verhangen”. Mocht dat niet lukken, dan zullen partijen met elkaar in overleg treden om alsnog tot een oplossing te komen, aldus de e-mail van [eis.conv/ged.reconv.] . Daarnaast verwijt [eis.conv/ged.reconv.] [ged.conv./eis.reconv.] in deze e-mail dat zij stukken heeft achtergehouden, dat zij haar niet heeft geïnformeerd over problemen met een huurder, dat zij een terugkoopverplichting met betrekking tot het vastgoed probeert te omzeilen door de verkoop van de vennootschap en dat informatie over al deze kwesties niet was opgenomen in de dataroom.
2.18.
Bij brief van 2 mei 2019 van haar advocaat (productie 8 bij dagvaarding) betwist [ged.conv./eis.reconv.] het bestaan van de afspraak die [eis.conv/ged.reconv.] noemt in haar bovengenoemde e-mail van 1 mei 2019. [eis.conv/ged.reconv.] wordt in de brief gesommeerd om binnen acht dagen haar verplichting tot afname van de aandelen alsnog na te komen. Voor het geval [eis.conv/ged.reconv.] daaraan niet voldoet, ontbindt [ged.conv./eis.reconv.] “reeds nu voor alsdan” de koopovereenkomst en acht zij zich daaraan niet meer gebonden. Verder betwist [ged.conv./eis.reconv.] dat zij [eis.conv/ged.reconv.] niet volledig zou hebben geïnformeerd. Zij wijst [eis.conv/ged.reconv.] erop dat zij er zelf voor heeft gekozen om niet voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst een uitgebreid due diligence-onderzoek te doen.
2.19.
Bij brief van 8 mei 2019 van haar advocaat (productie 9 bij dagvaarding) verweert [eis.conv/ged.reconv.] zich tegen het beroep van [ged.conv./eis.reconv.] op ontbinding van de koopovereenkomst. De brief luidt onder meer als volgt:
“(…)
De verplichtingen uit de akte van economische eigendomsoverdracht en het eveneens verzwegen conflict met de andere aandeelhouder van [betrokken BV2] maken dat het verkochte niet die eigenschappen bezit die [eis.conv/ged.reconv.] op grond van de koopovereenkomst redelijkerwijze mocht verwachten en kan verkoper dus niet leveren wat hij heeft verkocht.
Uit uw brief d.d. 2 mei 2019 moet worden afgeleid dat verkoper in de nakoming van de koopovereenkomst tekort zal schieten, zodat verkoper op grond van artikel 6:83 BW zonder ingebrekestelling in verzuim is.
[eis.conv/ged.reconv.] maakt aanspraak op nakoming van de koopovereenkomst hetgeen volgens hem inhoudt dat hij de aandelen Sub Rosa geleverd krijgt met in die vennootschap uitsluitend activa waarover hij vrij kan beschikken en dus zonder dat Sub Rosa gebonden is aan allerlei langdurige en knellende verplichtingen die zouden volgen uit de akte van economische eigendomsoverdracht.
(…)”
2.20.
Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank laat [eis.conv/ged.reconv.] op 8 mei 2019 ten laste van [ged.conv./eis.reconv.] conservatoir beslag leggen op de aandelen in [betrokken BV1] (productie 10 bij dagvaarding).
2.21.
Bij brief van 9 mei 2019 (overgelegd als bewijsmiddel bij antwoord) stelt [ged.conv./eis.reconv.] [eis.conv/ged.reconv.] aansprakelijk voor alle schade die uit de beslaglegging voortvloeit en sommeert zij [eis.conv/ged.reconv.] om de beslaglegging per omgaande te laten doorhalen. Daarnaast deelt [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv/ged.reconv.] mee dat, nu [eis.conv/ged.reconv.] de aandelen in het kapitaal van [betrokken BV1] niet binnen de termijn van ingebrekestelling afneemt, [eis.conv/ged.reconv.] in verzuim is en [ged.conv./eis.reconv.] de koopovereenkomst ontbindt. [ged.conv./eis.reconv.] stelt voor om af te spreken dat indien op grond van de blokkeringsregeling niet zou kunnen worden geleverd, [betrokken BV1] niet aan [ged.conv./eis.reconv.] zou hoeven leveren.
2.22.
Op 17 juli 2019 levert [betrokken BV1] de aandelen [betrokken BV2] aan [ged.conv./eis.reconv.] .
2.23.
Op 9 augustus 2019 levert [ged.conv./eis.reconv.] de aandelen [betrokken BV1] aan [eis.conv/ged.reconv.] .

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Na vermindering van eis vordert [eis.conv/ged.reconv.] – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt tot het betalen aan [eis.conv/ged.reconv.] van een schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
II. [ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt in de proceskosten, waaronder de beslagkosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
[eis.conv/ged.reconv.] legt aan haar vorderingen – samengevat – ten grondslag dat de verplichtingen die voor haar uit de akte van economische eigendomsoverdracht van 28 december 2018 voortvloeien, bijzondere lasten en beperkingen zijn als bedoeld in artikel 7:15 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Volgens die bepaling is de verkoper verplicht het verkochte in eigendom over te dragen vrij van alle bijzondere lasten en beperkingen met uitzondering van die welke koper uitdrukkelijk heeft aanvaard. In dit geval heeft [ged.conv./eis.reconv.] voor of bij het sluiten van de koopovereenkomst geen melding gemaakt van deze bijzondere lasten en beperkingen. Zij zijn in de koopovereenkomst ook niet genoemd. [eis.conv/ged.reconv.] heeft deze lasten en beperkingen dus niet uitdrukkelijk aanvaard, zo voert zij aan.
Subsidiair geldt volgens [eis.conv/ged.reconv.] dat gelet op de hierboven bedoelde lasten en beperkingen sprake is van strijd met de door [ged.conv./eis.reconv.] gegeven contractuele garanties, inclusief de informatiegarantie. Door de schending van deze garanties schiet [ged.conv./eis.reconv.] toerekenbaar tekort in de nakoming van de koopovereenkomst en handelt zij ook onrechtmatig jegens [eis.conv/ged.reconv.] , aldus [eis.conv/ged.reconv.] . Het willens en wetens niet meedelen van de verplichtingen uit de akte van economische eigendomsoverdracht levert volgens [eis.conv/ged.reconv.] ook een zelfstandige onrechtmatige daad op.
[eis.conv/ged.reconv.] maakt aanspraak op vergoeding van de schade die zij lijdt als gevolg van de tekortkoming dan wel de onrechtmatige daad van [ged.conv./eis.reconv.] . De schade bestaat volgens [eis.conv/ged.reconv.] uit gederfde winst, namelijk de gemiste huuropbrengst uit het verkochte over de periode van drie maanden dat zij te laat geleverd heeft gekregen (door [eis.conv/ged.reconv.] begroot op € 77.814,75) minus de rentelast over diezelfde periode van drie maanden (door [eis.conv/ged.reconv.] begroot op € 17.743,00).
3.3.
[ged.conv./eis.reconv.] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eis.conv/ged.reconv.] in haar vorderingen, althans tot afwijzing van die vorderingen, met veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na het vonnis en onder de voorwaarde dat [eis.conv/ged.reconv.] niet binnen veertien dagen na het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening.
3.4.
De rechtbank zal hierna nader ingaan op de stellingen van partijen, voor zover voor de beoordeling van belang.
in reconventie
3.5.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat [eis.conv/ged.reconv.] jegens [ged.conv./eis.reconv.] aansprakelijk is voor de schade die [ged.conv./eis.reconv.] heeft geleden als gevolg van de door [eis.conv/ged.reconv.] pas op 9 augustus 2019 afgenomen en betaalde aandelen van [betrokken BV1] en als gevolg van het door [eis.conv/ged.reconv.] ten onrechte gelegde conservatoire beslag op de aandelen;
[eis.conv/ged.reconv.] veroordeelt tot vergoeding aan [ged.conv./eis.reconv.] van de schade, tot op heden begroot op € 30.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te begroten schadebedrag, meer subsidiair tot vergoeding aan [ged.conv./eis.reconv.] van die schade, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van veertien dagen na betekening van het vonnis;
[eis.conv/ged.reconv.] veroordeelt in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na het vonnis en onder de voorwaarde dat [eis.conv/ged.reconv.] niet binnen veertien dagen na het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening.
3.6.
[ged.conv./eis.reconv.] legt aan haar vorderingen – samengevat – ten grondslag dat [eis.conv/ged.reconv.] is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst doordat zij de aandelen [betrokken BV1] te laat heeft afgenomen. [ged.conv./eis.reconv.] stelt dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden, die bestaat uit gederfde winst uit de herbelegging van de koopsom die [ged.conv./eis.reconv.] op 1 mei 2019 had moeten ontvangen tot aan de datum van de vertraagde levering en betaling van de koopsom. [ged.conv./eis.reconv.] begroot deze schade op € 30.000,00.
3.7.
[eis.conv/ged.reconv.] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten.
3.8.
De rechtbank zal hierna nader ingaan op de stellingen van partijen, voor zover van belang voor de beoordeling.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, zal de rechtbank deze gezamenlijk behandelen.
4.2.
Het primaire standpunt van [eis.conv/ged.reconv.] komt erop neer dat [ged.conv./eis.reconv.] , als gevolg van de beperkingen die op grond van de akte economische eigendomsoverdracht van 28 december 2018 (zie 2.13) aan de aandelen [betrokken BV1] waren verbonden, is tekortgeschoten in haar verplichting de aandelen vrij van bijzondere lasten en beperkingen te leveren overeenkomstig artikel 7:15 BW.
4.3.
Artikel 7:15 BW bepaalt dat de verkoper verplicht is de verkochte zaak in eigendom over te dragen vrij van alle bijzondere lasten en beperkingen, met uitzondering van de lasten en beperkingen die de koper uitdrukkelijk heeft aanvaard. Ter beantwoording van de vraag of [ged.conv./eis.reconv.] deze verplichting heeft geschonden overweegt de rechtbank het volgende.
4.4.
Partijen zijn het er op zichzelf over eens dat [ged.conv./eis.reconv.] voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst aan [eis.conv/ged.reconv.] melding heeft gedaan van de deelneming van [betrokken BV1] in [betrokken BV2] . Dit staat dus vast. Partijen zijn het er ook over eens dat zij niet zijn overeengekomen dat de juridische levering van de aandelen [betrokken BV2] zou plaatsvinden vóór de levering van de aandelen [betrokken BV1] aan [eis.conv/ged.reconv.] , maar dat de mogelijkheid was opengelaten dat de aandelen [betrokken BV2] op een later moment zouden worden geleverd. Ook dit staat dus vast. Dit strookt met de garantie die is neergelegd in artikel 3 onder p van de koopovereenkomst, dat inhoudt dat de deelneming in [betrokken BV2] “zo spoedig mogelijk” zal worden overgedragen aan [ged.conv./eis.reconv.] en dat [eis.conv/ged.reconv.] daaraan als koper zo nodig alle medewerking zal verlenen. In zoverre is [ged.conv./eis.reconv.] dus niet tekortgeschoten in haar verplichting op grond van artikel 7:15 BW.
4.5.
Een kleine maand na het sluiten van de koopovereenkomst, op 20 april 2019, ontving [eis.conv/ged.reconv.] echter van notaris [zoon] de akte economische eigendomsoverdracht van 28 december 2018. Daaruit bleek aan [eis.conv/ged.reconv.] voor het eerst dat de aandelen [betrokken BV2] nog tot eind 2025 juridisch eigendom zouden (kunnen) blijven van [betrokken BV1] , en verder dat [betrokken BV1] geen rechtshandelingen mocht verrichten ten aanzien van de aandelen en op eerste verzoek van [ged.conv./eis.reconv.] zou moeten meewerken aan het vestigen van een pandrecht op de aandelen. De overeenkomst tot economische eigendomsoverdracht met daarin opgenomen de voornoemde beperkingen had dus tot gevolg dat [eis.conv/ged.reconv.] niet de vrije beschikking zou krijgen over een deel van het actief van [betrokken BV1] . Daarmee is sprake van lasten en beperkingen die vallen onder het bereik van artikel 7:15 BW. Dat is tussen partijen op zichzelf ook niet in geschil.
4.6.
Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst was [eis.conv/ged.reconv.] van deze beperkingen niet op de hoogte. [ged.conv./eis.reconv.] voert in dit verband aan dat [eis.conv/ged.reconv.] de stukken met betrekking tot [betrokken BV1] nog vóór het sluiten van de overeenkomst – met daarin in artikel 3 onder p de vermelding dat de juridische levering nog moest plaatsvinden – had kunnen opvragen dan wel dat zij de overeenkomst niet had hoeven accepteren. Indien [eis.conv/ged.reconv.] een due diligence-onderzoek zou hebben verricht vóór het sluiten van de koopovereenkomst, dan had zij voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst op basis daarvan haar besluit kunnen nemen en eventuele nadere stukken of bepalingen kunnen verlangen of kunnen afzien van de koop. Het komt voor risico van [eis.conv/ged.reconv.] dat zij dat niet heeft gedaan, aldus [ged.conv./eis.reconv.] .
4.7.
Dit verweer slaagt niet. Anders dan bij feitelijke gebreken als bedoeld in artikel 7:17 BW geldt bij rechtsgebreken dat de verplichting van de verkoper om vrij van deze rechtsgebreken te leveren door de wetgever als zo fundamenteel wordt beschouwd, dat op de koper geen onderzoeksplicht rust (vgl. TM, Parl. Gesch. InvW 7, p. 113 en MvA II, Parl. Gesch. InvW 7, p. 116 (artikel 7:15 BW)). In dit geval hoefde [eis.conv/ged.reconv.] de betreffende verplichtingen op grond van de koopovereenkomst overigens ook niet te verwachten. De koopovereenkomst had immers betrekking op de aankoop van de aandelen [betrokken BV1] , met daarbij de bepaling dat [betrokken BV1] een deelneming had in [betrokken BV2] en dat deze zo spoedig mogelijk zou worden overgedragen. Dat daaraan de voor [eis.conv/ged.reconv.] beperkende verplichtingen, genoemd in de akte van economische eigendomsoverdracht, zouden zijn verbonden, kon [eis.conv/ged.reconv.] niet weten en zij hoefde daarop ook niet bedacht te zijn. Zij kende die akte ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst namelijk niet. Dit terwijl de koopovereenkomst de garantie bevat dat alle relevante informatie aan [eis.conv/ged.reconv.] ter beschikking was gesteld en dat die informatie ook juist was. De beperkingen die zijn opgenomen in de akte van economische eigendomsoverdracht zijn aan te merken als relevante informatie, omdat zij in het nadeel zijn van [eis.conv/ged.reconv.] als koper van de aandelen en dus van invloed hadden kunnen zijn op haar beslissing om tot aankoop over te gaan. Ook in het licht hiervan kan [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv/ged.reconv.] niet tegenwerpen dat zij niet heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht en dat zij een due diligence-onderzoek had moeten verrichten vóór het sluiten van de koopovereenkomst. In de regel kan ervan worden uitgegaan dat de verkoper, beter dan de koper, op de hoogte is van specifiek op de door hem verkochte zaak betrekking hebbende lasten en beperkingen. Het had daarom op de weg van [ged.conv./eis.reconv.] als verkopende partij en wederpartij van [betrokken BV1] gelegen om [eis.conv/ged.reconv.] tijdig over het bestaan en de inhoud van de akte van economische eigendomsoverdracht te informeren, bijvoorbeeld door de akte in de dataroom op te nemen, zodat [eis.conv/ged.reconv.] daarvan op voorhand kennis had kunnen nemen. Dat heeft [ged.conv./eis.reconv.] echter nagelaten.
4.8.
[ged.conv./eis.reconv.] voert nog aan dat [eis.conv/ged.reconv.] ten onrechte niet is ingegaan op de oplossing die zij had voorgesteld, namelijk dat indien [betrokken BV1] op grond van de blokkeringsregeling de aandelen [betrokken BV2] niet aan [ged.conv./eis.reconv.] zou kunnen leveren omdat zij aan één of meer andere aandeelhouders zou moeten leveren, door [betrokken BV1] niet aan [ged.conv./eis.reconv.] zou hoeven te worden geleverd. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] zou het eventuele probleem hiermee eenvoudig kunnen worden opgelost. De rechtbank gaat hieraan echter voorbij, aangezien [eis.conv/ged.reconv.] in de door [ged.conv./eis.reconv.] voorgestelde situatie met aandelen zou blijven zitten die zij niet wilde hebben, met alle onvoorziene nadelen van dien, zoals mogelijke discussies met andere aandeelhouders.
4.9.
De slotsom is dat [ged.conv./eis.reconv.] is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis doordat zij op 1 mei 2019 niet de aandelen kon leveren aan [eis.conv/ged.reconv.] zonder in strijd met artikel 7:15 lid 1 BW te handelen.
4.10.
[eis.conv/ged.reconv.] maakt aanspraak op vergoeding van de schade – bestaande uit gedefde winst – die zij lijdt als gevolg van de tekortkoming van [ged.conv./eis.reconv.] , nader op te maken bij staat. Als de eiser schadevergoeding op te maken bij staat heeft gevorderd, maar de rechter het niettemin mogelijk oordeelt de schade(vergoeding) te begroten, dan is hij vrij daartoe over te gaan (Hoge Raad 8 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7435). Naar het oordeel van de rechtbank doet deze situatie zich voor, gelet op het navolgende.
4.11.
De meest zuivere benadering om de schade te bepalen, zo stelt [ged.conv./eis.reconv.] , is een vergelijking van de overnamebalans van 1 mei 2019 met die van 1 augustus 2019, respectievelijk de datum waarop de aandelen hadden moeten worden geleverd en de datum, waarop de koopprijs bij de levering van 9 augustus 2019 is vastgesteld. Het eigen vermogen per 1 mei bedroeg € 3.057.104,00 en per 1 augustus € 3.071,241,00. Een verschil van € 14.137,00, dat naar mening van [ged.conv./eis.reconv.] als uitgangspunt geldt bij de berekening van de schade die [eis.conv/ged.reconv.] zegt te hebben geleden.
4.12.
[eis.conv/ged.reconv.] heeft, hoewel zij een andere begroting van de schade voorstaat, de juistheid van de benadering van [ged.conv./eis.reconv.] niet bestreden. Wel voert zij aan dat [ged.conv./eis.reconv.] ten onrechte bepleit dat zij door het uitstel van drie maanden rendement had kunnen behalen op de koopsom. De rechtbank volgt [eis.conv/ged.reconv.] in dat standpunt. Dat de koopsom korte tijd ter beschikking is gebleven van [eis.conv/ged.reconv.] wil immers, gelet op de huidige rentes, geenszins zeggen dat [eis.conv/ged.reconv.] daarop enig rendement heeft kunnen halen, laat staan 5 tot 6% per jaar zoals [ged.conv./eis.reconv.] betoogt. Bovendien moest zij de koopsom ter beschikking houden voor het geval de levering wel zou plaatsvinden, zoals ook is gebeurd. Voor [eis.conv/ged.reconv.] was niet te voorzien op welk moment dat zou zijn.
4.13.
De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van [ged.conv./eis.reconv.] dat in de balansen geen rekening zou zijn gehouden met de normale beheerskosten, managementfees en dergelijke. Er moet van worden uitgegaan dat de balansen correct zijn opgesteld, nu de prijs van de aandelen daarop was gebaseerd. Als [ged.conv./eis.reconv.] al ‘vergeten zou zijn’ om normale bedrijfskosten te verwerken, komt dat voor haar rekening.
4.14.
De rechtbank begroot de schade van [eis.conv/ged.reconv.] gezien het voorgaande op € 14.137,00 en zal de vordering van [eis.conv/ged.reconv.] tot dat bedrag toewijzen, vermeerderd met wettelijke rente zoals vermeld onder de beslissing, en voor het overige afwijzen.
4.15.
[eis.conv/ged.reconv.] vordert [ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 942,09 voor verschotten en € 563,00 voor salaris advocaat (1 rekest × € 563,00), samen € 1.505,09.
4.16.
[ged.conv./eis.reconv.] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van [eis.conv/ged.reconv.] op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 86,39
- griffierecht 0,00 (want berekend in het kader van het beslag)
- salaris advocaat
1.407,50(2,5 punten × tarief € 563,00)
Totaal € 1.493,89
4.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als vermeld onder de beslissing, evenals de gevorderde nakosten en de wettelijke rente daarover.
4.18.
Gelet op de slotsom in conventie bestaat voor de in reconventie gevorderde verklaring voor recht dat [eis.conv/ged.reconv.] jegens [ged.conv./eis.reconv.] aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van, kort gezegd, het late afnemen en betalen van de aandelen [betrokken BV1] en de beslaglegging geen grond, evenmin als voor een veroordeling van [eis.conv/ged.reconv.] tot vergoeding van die schade. De vorderingen in reconventie zullen daarom worden afgewezen.
4.19.
[ged.conv./eis.reconv.] wordt in reconventie in het ongelijk gesteld, zodat zij de proceskosten in reconventie moet dragen. De rechtbank begroot deze kosten aan de kant van [eis.conv/ged.reconv.] op € 721,00 wegens salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 721,00).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] om aan [eis.conv/ged.reconv.] te betalen een bedrag van € 14.137,00 (veertienduizendéénhonderdzevenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 9 augustus 2019 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.505,09, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van [eis.conv/ged.reconv.] tot op heden begroot op € 1.493,89, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [ged.conv./eis.reconv.] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af,
5.8.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van [eis.conv/ged.reconv.] tot op heden begroot op € 721,00,
5.9.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2021.
JE/GM