Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
- is de hoofdverblijfplaats van [kind] bij de moeder vastgesteld,
- is een informatieregeling en consultatieregeling vastgesteld inhoudende dat de moeder de vader eens per maand schriftelijk moet informeren over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot [kind] en moet raadplegen over belangrijke aangelegenheden,
- is de Raad verzocht onderzoek te doen naar de mogelijkheden rondom een zorgregeling,
- zijn de overige verzoeken van de vader afgewezen,
- is iedere verdere beslissing over de zorgregeling aangehouden,
- is de procedure over de kinderalimentatie afgesplitst.
- het verweerschrift van de vader van 2 februari 2021,
- het F9-formulier van de moeder van 21 mei 2021 met productie 22 t/m 26,
- het F9-formulier van de moeder van 21 mei 2021 met productie 27,
- het F9-formulier van de vader van 25 mei 2021 met productie 40 t/m 43.
2.De verdere beoordeling over de zorgregeling
[kind], geboren op [geboortedag] 2019 in [geboorteplaats] . Beide ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind] . De vader heeft verzocht om een zorgregeling vast te stellen, inhoudende een week op week af regeling, alsmede een verdeling van de vakanties en feestdagen.
17 mei 2022 (pro forma), met het verzoek aan de advocaten om de rechtbank dan te informeren:
- of er overeenstemming is over de uiteindelijke regeling en hoe die overeenstemming luidt, waarna de rechtbank een beschikking zal geven zonder nieuwe mondelinge behandeling,
- of er geen overeenstemming is en er behoefte is aan een nieuwe mondelinge behandeling, onder opgave van verhinderdata voor de komende drie maanden. In dat geval wordt de advocaten verzocht om daarbij kort aan te geven hoe de zorgregeling is verlopen en wat hun huidige standpunt is over de hoe de uiteindelijke regeling eruit zou moeten zien.
3.De beoordeling over de kinderalimentatie
- de moeder niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel haar verzoeken af te wijzen,
- te bepalen dat de man met ingang van de datum van de beschikking, dan wel met ingang van datum indiening verzoek met € 311 per maand dient bij te dragen in de kosten van [kind] ,
- te bepalen dat de vrouw gehouden is het aandeel van de man in de netto kinderopvangkosten – over de periode waarover de overheid een vergoeding uitkeert – aan de man te voldoen binnen 14 dagen na ontvangst van deze vergoeding.
4.De beslissing
voorlopige zorgregelingvast: er wordt binnen 2 maanden toegewerkt naar een begeleide regeling tussen [kind] en de vader van 4 uur per week bij de vader thuis en vervolgens naar één dag per week bij de vader thuis, waarbij de regie voor het tempo waarin wordt uitgebreid in aantal uur en vorm (wel of niet begeleid) ligt bij de GI;
17 mei 2022 (pro forma)met het verzoek aan de advocaten om de rechtbank en de Raad uiterlijk dan te informeren zoals weergegeven in onderdeel 2.4.