Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 oktober 2020,
- het bericht van mr. Coehorst van 4 februari 2021, waarbij opnieuw de producties 10 en 14 tot en met 17 zijn overgelegd,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 18 februari 2021.
2.De beoordeling
- Factuurbedragen (€ 1.997,00 + € 1.656,00) : € 3.653,00
- Boete (tweemaal factuurbedragen) : € 7.306,00
- Buitengerechtelijke incassokosten (15% van factuurbedragen + boete) : € 1.643,85
- Verrekend op 6 september 2019 : -/- € 1.000,00
- Verrekend op 11 december 2019 :