2.8.Bij brief van 26 mei 2020 heeft Noordhollandsche de verzekering met [gedaagde] met ingang van 27 mei 2020 beëindigd. Daarbij heeft Noordhollandsche aanspraak gemaakt op terugbetaling van de door haar betaalde verzekeringsuitkeringen. In de brief staat daarover:
Uw aanvraag
Op ons aanvraagformulier worden de volgende vragen gesteld:
“is u, uw gezinsleden en/of degenen met wie u in duurzaam gezinsverband of enige andere belanghebbende bij deze verzekering(en), in de afgelopen 5 jaar schade geleden door gebeurtenissen zoals die op de aangevraagde verzekering(en) word(t)(en) gedekt?”
“Is u, uw gezinsleden en/of degenen met wie u in duurzaam gezinsverband of enige andere belanghebbende bij deze verzekering(en). Gedurende de laatste 8 kaar een verzekering van welke aard dan ook, geweigerd of opgezegd danwel werden er beperkende of bezwarende voorwaarden vastgesteld?”
Beide vragen zijn met “nee” beantwoord, terwijl nadere informatie ons leert dat de belanghebbende bij deze verzekering, [naam 2] [geboortedag], eerder betrokken is geweest bij een aanrijding waarbij zijn voertuig niet verzekerd was en waarvan ook eerder een verzekering is beëindigd wegens het niet betalen van de premie.
Tevens stelde wij het volgende vast:
- [naam 2] is de persoon die de schades bij ons of de VHD meldt.
- [naam 2] is de persoon die het voertuig bestuurd ten tijde van de schades
- Dat de betalingen van een ander bankrekeningnummer dan welke aangegeven is op het aanvraagformulier worden gedaan. Het bankrekeningnummer staat op naam van [naam 2].
- Dat [naam 2] de kentekenhouder is van het voertuig, op het aanvraagformulier wordt hiervan geen melding gemaakt.
- Dat het opgegeven aantal te rijden kilometer te weten 12.000 per jaar ook niet correct opgegeven is. Op 25-03-2020 is de kilometerstand van het voertuig 208565 en op 22-04-2020 is de kilometerstand 213208. Gezien de hoeveelheid gereden kilometer is nog geen maand tijd lijkt het opgegeven kilometrage hoogst onwaarschijnlijk.
Op grond van onze vaststellingen hebben wij het ernstige vermoeden dat [naam 1] en [naam 2] een en dezelfde persoon zijn en dat er derhalve sprake is van identiteitsfraude.
Als wij op de hoogte waren geweest van de hoeveelheid eerdere schades en het betalingsgedrag van de belanghebbende [naam 2], de afwijkende kentekenhouder en de periode van geen verzekering vanaf de datum tenaamstelling van het kenteken per 18-02-2020 en onze ingangsdatum dan hadden wij uw aanvraag conform art. 7:928 BW, het niet nakomen van de mededelingsplicht, niet geaccepteerd.
Conclusie
Op grond van onze bevindingen stellen wij vast dat u ons opzettelijk heeft misleid door de slotvragen niet naar waarheid te beantwoorden. Dit heeft tot gevolg dat aan u onrechtmatig een verzekeringsdekking is afgegeven en als gevolg daarvan onterechte schadevergoedingen gedaan zijn.
U pleegt hiermee verzekeringsfraude als bedoel in art. 227a en 227 b Sr. Ingevolge artikel 7:941 lid 2 BW bent u verplicht om onze maatschappij alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor ons van belang zijn om de aanvraag en onze uitkeringsplicht te beoordelen. (…)
Dit betekent voor u en de belanghebbende dat wij
- Uw verzekering met ingang van
27 mei 2020beëindigen. In art. 7:929 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is bepaalt dat, indien wij bij ware kennis van zaken geen verzekeringsaanvraag van u zouden hebben geaccepteerd, wij gerechtigd zijn uw verzekering per direct te beëindigen. (…)
- (…)
- De door ons onterecht betaalde schadeclaims van u terugvorderen.
Hieronder treft u een overzicht van de ons onterechte betaalde schades
Schadenummer schade datum uitgekeerd bedrag
2173709 25-03-2020 € 130,66
2179511 02-04-2020 € 244,60
2182200 18-04-2020 € 4.324,16
2191158 04-05-2020
€ 495,30
€ 5.194,72