ECLI:NL:RBGEL:2021:3575

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
C/05/367941 / HA ZA 20-207
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van fee door Transparent Solutions B.V. aan Gemeente Apeldoorn na onderzoek naar onverschuldigde betalingen in jeugdzorg

In deze zaak vordert Transparent Solutions B.V. (hierna: Transparent) betaling van een fee van de Gemeente Apeldoorn (hierna: de Gemeente) naar aanleiding van een onderzoek naar onverschuldigde betalingen in de jeugdzorg. Transparent heeft in 2017 een aanbesteding gewonnen om een onderzoek uit te voeren naar mogelijke onverschuldigde betalingen en btw-onregelmatigheden over de periode van juli 2013 tot en met juni 2017. Na het uitvoeren van het onderzoek claimt Transparent een vergoeding van 23% over het door hen ontdekte bedrag van € 1.208.578,73, dat de Gemeente aan GGNet heeft betaald in de vorm van voorschotfacturen zonder dat daar creditfacturen tegenover stonden.

De Gemeente betwist de vordering van Transparent en stelt dat er geen onverschuldigde betalingen zijn gedaan, omdat de voorschotten verrekend zijn met de daadwerkelijk geleverde zorg. De Gemeente voert aan dat de facturen uit 2015 en 2016 al verrekend waren en dat er geen vordering meer op GGNet bestond. De rechtbank oordeelt dat Transparent niet heeft aangetoond dat er sprake was van onverschuldigde betalingen, omdat de Gemeente en GGNet afspraken hadden gemaakt over een totale afrekening na afloop van de tijdelijke factureringsperiode. De rechtbank wijst de vorderingen van Transparent af en veroordeelt hen in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken en communicatie tussen partijen in contractuele relaties, vooral in complexe situaties zoals de jeugdzorg, waar meerdere systemen en administraties betrokken zijn. De rechtbank concludeert dat de Gemeente niet tekort is geschoten in haar verplichtingen en dat de claims van Transparent ongegrond zijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/367941 / HA ZA 20-207 / 167/871
Vonnis van 31 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRANSPARENT SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. R.H. Boekhorst te Utrecht,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE APELDOORN,
zetelend te Apeldoorn,
gedaagde,
advocaat mr. J.M. Fluitsma te Arnhem.
Partijen zullen hierna Transparent en de Gemeente genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 15 juli 2020
  • de akte overlegging producties 13 tot en met 17 van de Gemeente
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 14 oktober 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Transparent houdt zich bezig met zogenaamde
Accounts Payable Recovery Audits, waarbij zij analyses uitvoert op door haar klanten aangeleverde data uit financiële administraties.
2.2.
De Gemeente is medio 2017 een aanbestedingsprocedure gestart voor het laten uitvoeren van ‘een onderzoek naar mogelijk door haar verrichte onverschuldigde betalingen en btw-onregelmatigheden over de periode juli 2013 tot en met 30 juni 2017’ (hierna verder: het onderzoek).
2.3.
Transparent, die ook in 2013 een dergelijk onderzoek bij de Gemeente heeft uitgevoerd, heeft op 4 september 2017 op de aanbesteding ingeschreven door het invullen van de offerteaanvraag (hierna: Offerte Opdrachtnemer).
2.4.
De Gemeente heeft de inschrijving van Transparent als meest voordelige aanbieding aangemerkt en de opdracht voor het uitvoeren van het onderzoek aan Transparent gegund.
2.5.
Partijen hebben op 7 en 11 september 2017 een overeenkomst getekend. In die overeenkomst staat, voor zover relevant, het volgende:
Artikel 1. Onderwerp van de Overeenkomst
1.1
Onderwerp van deze Overeenkomst is levering van diensten.
1.2
De Bijlagen zijn een integraal onderdeel van de Overeenkomst. (…)
I. Inhoud Nota van Inlichtingen offertefase d.d. 16 augustus 2017;
II. Inhoud Offerteaanvraag ten behoeve van de meervoudig onderhandse procedure d.d. 17 juli 2017;
III. Algemene Inkoopvoorwaarden Gemeente Apeldoorn;
IV. Inhoud Offerte Opdrachtnemer d.d. 4 september 2017;
Artikel 2. Duur van de Overeenkomst
2.1
Deze overeenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd. De overeenkomst eindigt op 30 november 2017.
2.2
Deze overeenkomst is eenmalig door Opdrachtgever voor de duur van maximaal 6 maanden te verlengen indien zich een situatie voordoet waarin beëindiging van de overeenkomst tot discontinuering van de dienstverlening leidt. Wanneer en of zich een dergelijke situatie voordoet wordt enkel door de Opdrachtgever bepaald en uiterlijk 30 dagen voor de voorziene beëindiging van de overeenkomst hetzij schriftelijk hetzij per e-mail onder opgaaf van redenen aan Opdrachtnemer medegedeeld. Het staat Opdrachtnemer niet vrij deze verlenging te weigeren.
Artikel 3. Prijzen en Betaling
3.1
De prijzen zoals geoffreerd door Opdrachtnemer in zijn inschrijving zijn van toepassing.
3.2
De geoffreerde percentage liggen vast gedurende de gehele looptijd van de Overeenkomst.
3.3
Indien Opdrachtnemer zijn verbintenissen voortvloeiend uit de Overeenkomst niet geheel of niet behoorlijk is nagekomen, heeft Opdrachtgever het recht de betaling op te schorten.
2.6.
De door Transparent geoffreerde prijs als bedoeld in artikel 3 van de overeenkomst blijkt uit het Aanmeldingsformulier en de Offerte Opdrachtnemer die door Transparent is uitgebracht. Bij vraag 2.1.2. over ‘Onderaanneming’ heeft Transparent vermeld:
Transparent besteedt geen van haar werkzaamheden uit. (…)
Gezien de goede resultaten en samenwerking van vorige audit (2013) zijn wij bereid een lager percentage te hanteren. Het vaste tarief voor dit onderzoek bedraagt 23% over het netto claimbedrag, exclusief btw.
En bij vraag 4.1.2.:
Percentage geïncasseerde bedragen
De prijsstelling voor de data-analyse, statements analyse en adviezen (inclusief toegang tot portaal) is gebaseerd op een vaste vergoeding (fee) van 23% per daadwerkelijke geïncasseerde onverschuldigde betaling en/of btw-onregelmatigheid.
2.7.
Transparent is medio september 2017 met haar onderzoek gestart op basis van de door de Gemeente aangeleverde (financiële) administratie uit het systeem ‘CODA’. Tijdens een kick-off bijeenkomst op 9 november 2017 heeft Transparent een lijst van te benaderen leveranciers aan de Gemeente voorgelegd, waaronder de door de Gemeente ingeschakelde (jeugd)zorgaanbieder GGNet. De Gemeente heeft deze lijst met een e-mail van 14 november 2017 goedgekeurd, behoudens leverancier Tribuut.
2.8.
Met een e-mail van 8 mei 2018 heeft Transparent namens de Gemeente aan GGNet verzocht een openstaande postenlijst toe te sturen.
2.9.
Op 22 mei 2018 reageert GGNet met het volgende bericht:
Per saldo staat een terug te betelen bedrag aan de Gemeente Apeldoorn open van € 373.424,74 voor jeugdzorg. Dit wordt veroorzaakt doordat in het begin van de jeugdzorg door GGNet voorschotfacturen zijn verstuurd.
Later zijn de werkelijke kosten voor jeugdzorg gefactureerd en de voorschotfacturen weer gecrediteerd.
Dit zijn de grote creditfacturen. De Gemeente Apeldoorn heeft blijkbaar op de werkelijke facturen een gedeelte steeds ingehouden welke op de voorschotfactuur vermeld stond. Vandaar dat er nog gedeelten van deze facturen open staan.
Per saldo moet GGNet € 373.424,74 aan de Gemeente Apeldoorn terug betalen voor de geleverde jeugdzorg tot en met 2017.
2.10.
Met een e-mail van 22 juni 2018 heeft Transparent aan de Gemeente bericht dat zij bij GGNet het verzoek gaat uitzetten om een creditsaldo van € 568.739,72 over 2015 en € 639.839,01 over 2016 (in totaal derhalve € 1.208.578,73) terug te storten.
Daarop heeft de Gemeente per e-mail van 23 juni 2018 gereageerd dat zij hierover eerst contact wil hebben voordat Transparent verdere actie uitzet.
Nadat telefonisch contact is geweest tussen Transparent en de Gemeente schrijft Transparent in een e-mail van 25 juni 2018 aan de Gemeente dat zij bij GGNet de vraag heeft uitgezet om de creditbedragen van 2015 en 2016 terug te storten en met een e-mail van 26 juni 2018 stuurt Transparent de openstaande postenlijst zoals zij die van GGNet heeft ontvangen (zie hiervoor onder 2.9.) door aan de Gemeente.
De Gemeente is vervolgens onderzoek gaan doen.
2.11.
Met een e-mail van 11 juli 2018 heeft de Gemeente aan Transparent laten weten dat contact en/of interventie bij de financiële administratie en afspraken met aanbieders niet wenselijk is. En met een e-mail van 16 augustus 2018 heeft de Gemeente aan Transparent verzocht het onderzoek naar dossiers van zorgaanbieders ‘on hold’ te zetten tot de Gemeente duidelijkheid heeft over de GGNet situatie.
2.12.
Op 2 augustus 2018 heeft GGNet een bedrag van € 354.090,57 aan de Gemeente voldaan onder de vermelding ‘
Afrekening GGNet 2015, 2016 en 2017’.
2.13.
De Gemeente heeft dit meegedeeld aan Transparent, waarop op 8 oktober 2018 overleg tussen partijen heeft plaatsgevonden.
2.14.
Bij e-mail van 24 oktober 2018 schrijft de Gemeente het volgende aan Transparent:
Dit was een reguliere werkwijze van afwikkeling DBC systematiek tussen Apeldoorn en GGNet. Zoals blijkt is dus een bedrag van € 1,2 miljoen als nog te betalen door GGNet niet aan de orde. In ons overleg van 8 oktober hebben we dat ook uitgelegd en laten zien aan de hand van de uitdraaien van de cliëntenadministratie.
Wij zijn -ik wil dat toch even herhalen- van mening dat er ook voor dat bedrag van € 354.090,57 geen sprake was van terugvorderen van onverschuldigde betalingen. Dit was ons bekend. (…) er is geen sprake van een ontdekking vanuit jullie kant. (…) Wij snappen dat jullie een door ons goedgekeurde crediteurenlijst hebben gehad als basis voor jullie werk en dat GGNet en nog andere zorgpartijen daar ten onrechte op zijn blijven staan. Dat hadden wij anders moeten aanpakken. Jullie hebben je tijd en energie er vervolgens in gestoken in de veronderstelling ons hiermee van dienst te zijn geweest. Ik betreur die gang van zaken. In ons volgend overleg moeten we toch -met een beroep op wederzijdse redelijkheid en billijkheid- er met elkaar uit zien te komen. We spreken elkaar dan.
2.15.
Nader overleg tussen partijen heeft niet tot een oplossing geleid. Met een brief van 19 maart 2019 heeft Transparent de Gemeente gesommeerd tot betaling van € 277.973,11 exclusief btw, te weten 23% van de door Transparent ontdekte voorschotnota’s 2015 en 2016.
2.16.
De Gemeente is niet tot betaling overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
Transparent vordert samengevat - veroordeling van de Gemeente tot betaling van primair € 336.347,46 aan fee (te weten € 277.973,11 vermeerderd met 21% btw), vermeerderd met € 11.656,20 als aanvullende schadevergoeding, dan wel subsidiair € 348.003,66 (€ 336.347,46 + € 11.656,20) aan schadevergoeding, vermeerderd met rente en (na)kosten.
3.2.
Transparent baseert haar primaire vordering op nakoming. Volgens Transparent is de Gemeente uit hoofde van de overeenkomst gehouden een vergoeding te betalen van 23% over het door Transparent tijdens haar onderzoek ontdekte claimbedrag van € 1.208.578,73. Dit betreft door de Gemeente aan GGNet vooruitbetaalde jeugdzorg over 2015 en 2016 door middel van voorschotfacturen van GGNet waar geen creditfacturen tegenover staan. De Gemeente heeft de claim verrekend met openstaande facturen voor door GGNet verleende zorg in 2017 en (een deel van) 2018. Daarnaast heeft GGNet het door de Gemeente teveel betaalde bedrag van € 354.090,57 op 2 augustus 2018 aan de Gemeente terugbetaald. Gelet hierop is volgens Transparent sprake van daadwerkelijke incassering als bedoeld in de overeenkomst en meent zij aanspraak te kunnen maken op de overeengekomen vergoeding van 23% over het claimbedrag. Dat de Gemeente het voeren van gesprekken met GGNet over de claim van Transparent heeft overgenomen, maakt dit volgens Transparent niet anders. Verder stelt Transparent dat de Gemeente in verzuim verkeert door haar mededeling tijdens een gesprek op 10 augustus 2018 dat zij de facturen van Transparent niet zal voldoen. De Gemeente is vanaf die datum dan ook wettelijke rente verschuldigd, aldus Transparent, maar in ieder geval vanaf de vervaldata van de facturen (29 maart 2019).
Subsidiair baseert Transparent haar vordering tot betaling van schadevergoeding op wanprestatie. Transparent stelt dat de Gemeente is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting tot het verlenen van medewerking bij het verifiëren en incasseren van de GGNet-claims door Transparent met de e-mail van 11 juli 2018 te verbieden contact op te nemen met GGNet (artikel 5.2. van de Algemene Voorwaarden dan wel artikel 6:248 BW). Daarnaast stelt Transparent dat zij kosten heeft moeten maken voor de vaststelling van de schade en aansprakelijkheid en maakt zij, zowel primair als subsidiair, aanspraak op € 11.656,20 aan (aanvullende) schadevergoeding.
3.3.
De Gemeente voert gemotiveerd verweer. Volgens haar is geen sprake van een vordering van de Gemeente op GGNet. De facturen uit 2015 en 2016 waren op het moment van ontdekking reeds lange tijd verrekend met de door GGNet in die jaren geleverde jeugdzorg, zoals ook blijkt uit de accountantsverklaringen van 29 april 2016 en 31 maart 2017. De geleverde jeugdzorg werd echter geregistreerd in een ander systeem (te weten GWS) dan het door Transparent onderzochte systeem CODA. Dit vindt zijn grondslag in de invoering van de Jeugdwet 2015. Gemeenten zijn per 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van jeugdzorg. Omdat een nieuw declaratiesysteem moest worden ontwikkeld, is landelijk besloten dat de GGZ instellingen drie jaar lang (dus in 2015, 2016 en 2017) de zogenaamde DBC (Diagnose Behandel Combinatie)-systematiek mochten toepassen. Deze systematiek houdt in dat aan ieder DBC (of behandeltraject) een vergoeding is gekoppeld die achteraf - dus na voltooiing van de behandeling - door de zorgaanbieder ineens kan worden gedeclareerd via het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgezette Gemeentelijk GegevensKnooppunt (GGK). Dit systeem was gelinkt aan een door gemeenten gezamenlijk gehanteerd apart administratiesysteem voor de gezondheidszorg, het GWS. Declareren eerst na afloop van een geheel behandelingstraject was nieuw voor de (jeugd)zorgaanbieders en zij hadden te weinig liquide middelen om een jaar lang zorg te leveren zonder daarvoor vergoedingen te ontvangen. De Gemeente heeft daarom met haar zorgaanbieders afgesproken dat zij voorschotten zou betalen waarna zou worden afgerekend op basis van daadwerkelijk geleverde zorg, te declareren via GWS. De voorschotten konden echter niet in GWS worden betaald en liepen via het centrale administratiesysteem van de Gemeente, CODA. Er was dus sprake van een dubbele, gescheiden boekhouding. Verder was in het gescheiden systeem GWS sprake van kinderziekten, waardoor niet goed inzichtelijk was op welke periode van zorg de declaratieberichten van de zorgaanbieders betrekking hadden en sprake was van onjuiste datering van de declaraties. Deze kinderziektes zijn niet verholpen nu het een tijdelijke wijze van declareren betrof. Omdat uit de accountantsverklaringen blijkt dat in 2015 en 2016 meer zorg is geleverd dan aan voorschotbedragen is betaald, is volgens de Gemeente geen sprake van een vordering die nog bij GGNet kon worden geïncasseerd. De verrekening die eind 2018 tussen de Gemeente en GGNet heeft plaatsgevonden betrof een credit over de jaren 2017/2018 dat werd ontdekt bij de afrekening over de totale periode van 2015 tot en met 2017 en een stukje van 2018. Dit betreft echter niet het credit dat Transparent stelt te hebben ontdekt tijdens haar onderzoek over de periode 2015 en 2016, aldus steeds de Gemeente. Verder betwist de Gemeente dat zij een schadevergoeding voor onderzoeks-kosten verschuldigd is nu de opgevoerde kosten op grond van de artikelen 237-241 Rv voor vergoeding in aanmerking komen.
Ten aanzien van de subsidiaire vordering voert de Gemeente aan dat zij met haar besluit om zelf het contact met GGNet te onderhouden over de eventuele vordering niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen of in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld. De Gemeente wijst er op dat zij eerst goedkeuring diende te geven alvorens Transparent tot invordering mocht overgaan. Met goedkeuring van de lijst met te onderzoeken leveranciers heeft de Gemeente niet alle invloed op het invorderingsproces aan Transparent afgestaan. Tot slot betwist de Gemeente het causaal verband tussen de door Transparent gestelde tekortkoming (‘on hold’ zetten) en de vermeende schade. Ook als de Gemeente medewerking zou hebben verleend aan verificatie en invordering, zou Transparent geen recht op een vergoeding hebben omdat de Gemeente over 2015-2016 niets meer te vorderen had van GGNet omdat reeds lang voor ontdekking was verrekend. Wel erkent de Gemeente dat zij de zorgaanbieders van het door Transparent uit te voeren onderzoek had moeten uitsluiten omdat de voorschotfacturen in CODA verrekend moesten worden met de declaraties in GWS, een systeem waar Transparent geen toegang toe had. De Gemeente heeft daarvoor haar excuses aangeboden en bereidheid getoond om aan Transparent een kostenvergoeding te betalen voor de verrichte werkzaamheden.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In de dagvaarding en de conclusie van antwoord is het partijdebat toegespitst op de uitleg van (bepaalde begrippen in) de overeenkomst. Transparent stelt dat zij bij haar onderzoek in het CODA systeem en na navraag bij GGNet een ‘claim’ van € 1.208.578,73 van de Gemeente op GGNet heeft ontdekt, die thans is verrekend en daarmee ‘daadwerkelijk is geïncasseerd’ zodat Transparent aanspraak kan maken op 23% fee. De Gemeente voert aan dat er gelet op de feitelijke gang van zaken met de voorschotbetalingen in CODA geen sprake is van een ‘onverschuldigde betaling’ aan GGNet, omdat tegenover de in CODA geregistreerde en door de Gemeente betaalde voorschotfacturen de door GGNet geleverde jeugdzorg stond, ware het niet dat deze in een ander systeem werd geregistreerd.
4.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Gemeente aan haar verweer toegevoegd dat tussen haar en GGNet hoe dan ook zou zijn verrekend omdat gepland stond om medio 2018 een totaalafrekening over de DBC-periode (2015, 2016 en 2017) op te maken. Met andere woorden, terugbetaling van de aan GGNet betaalde voorschotten was verzekerd ongeacht de bevindingen van Transparent, aldus de Gemeente. Hiermee verschuift het partijdebat van uitleg van de overeenkomst naar de vraag of als gevolg van de dienstverlening van Transparent door GGNet (terug)betalingen zijn gedaan die de Gemeente anders zou zijn misgelopen omdat GGNet niet van plan was (terug) te betalen. Transparent heeft immers de opdracht gekregen om onverschuldigde betalingen van de Gemeente op te sporen en te incasseren, zodat moet komen vast te staan dat onverschuldigde betalingen door toedoen van Transparent zijn ontdekt.
4.3.
Vast staat dat de betalingsafspraken tussen de Gemeente en de jeugdzorgverleners van tijdelijke aard waren. Transparent heeft de door de Gemeente in haar conclusie van antwoord gegeven uitleg van het declaratiesysteem in de jeugdzorg voor de jaren 2015, 2016 en 2017 (zoals hiervoor weergegeven onder 3.3.) niet weersproken. Dat na afloop van deze periode de balans zou worden opgemaakt en een totaalafrekening zou worden opgesteld, zoals de Gemeente tijdens de mondelinge behandeling heeft betoogd, heeft Transparent eveneens onvoldoende weersproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.4.
Transparent stelt dat de verrekening jaarlijks had moeten plaatsvinden. Zij verwijst daarvoor allereerst naar een e-mailwisseling tussen de Gemeente en GGNet van 23, 24 en 25 maart 2016 (productie 16 bij dagvaarding). Hieruit blijkt weliswaar dat de Gemeente en GGNet na afloop van het eerste jaar een poging hebben gewaagd om over 2015 tot een afronding te komen maar dat dit erg lastig bleek te zijn kennelijk als gevolg van de twee gescheiden systemen en de niet verholpen kinderziektes in GWS. De Gemeente schrijft ook dat de door GGNet ingediende facturen nog niet op rechtmatigheid zijn gecontroleerd en dat na controle kan blijken dat creditfacturen aan de orde zijn. Uit de bij akte door de Gemeente overgelegde bankafschriften, zoals toegelicht tijdens de mondelinge behandeling, blijkt weliswaar dat GGNet op 7 september 2016 een betaling aan de Gemeente heeft gedaan onder vermelding van ‘
OHW jeugdwet Afhandeling 2015 WMO/EREF/NOTPROVIDED’, maar uit de omschrijving bij de betaling op 2 augustus 2018 (zie hiervoor onder 2.12.) blijkt dat 2015 (wederom) is meegenomen en nog niet was afgerond. Over 2016 en 2017 hebben de Gemeente en GGNet kennelijk niet eens geprobeerd tot een jaarlijkse afronding te komen wat het standpunt van de Gemeente dat na afloop van de tijdelijke werkwijze een totaalafrekening zou worden opgemaakt, ondersteunt. Ook de stelling van Transparent dat uit de e-mail van 22 mei 2018 van GGNet zou blijken dat er jaarlijks had moeten worden afgerekend, kan de rechtbank niet volgen. Een jaarlijkse afrekening wordt hierin niet genoemd. Deze e-mail onderstreept echter wel het standpunt van de Gemeente dat er na afloop van de tijdelijke periode (2015 tot en met 2017) een algehele eindafrekening moest plaatsvinden. GGNet verwijst in die e-mail immers naar de in het begin gestuurde voorschotfacturen, de werkelijke facturen waar de Gemeente betalingen op heeft ingehouden en de creditfacturen tot en met 2017. GGNet neemt de gehele periode tot en met eind 2017 in haar berekening mee. Hieruit blijkt de bedoeling van GGNet om na afloop van de tijdelijke werkwijze een totaalafrekening te maken.
Tot slot heeft Transparent met haar enkele opmerking tijdens de mondelinge behandeling dat het uitgangspunt is dat een boekjaar steeds moet worden afgesloten, onvoldoende weersproken dat eerst na afloop van de tijdelijke periode een totaalafrekening zou worden opgemaakt. Afsluiting van een boekjaar bepaalt immers niet dat een debiteur dat jaar moet betalen. Gemaakte betalingsafspraken kunnen tot gevolg hebben dat betaling eerst in een volgend boekjaar wordt voldaan.
4.5.
Kortom, gelet op de feitelijke gang van zaken met twee gescheiden systemen met bewust niet verholpen kinderziektes, de tijdelijkheid van de wijze van factureren (2015 tot en met 2017) en de onvoldoende weersproken afspraken tussen de Gemeente en GGNet, kan niet gezegd worden dat Transparent met de ontdekking van (nog) niet gecrediteerde voorschotfacturen in CODA onverschuldigde betalingen van de Gemeente heeft ontdekt. Het door Transparent uitgevoerde onderzoek naar onverschuldigde betalingen vond plaats in de periode dat tussen de Gemeente en GGNet afspraken bestonden over een tijdelijke wijze van factureren en nog vóór de totale eindafrekening. Hoewel de Gemeente niet betwist dat de creditfacturen van GGNet uit 2015 en 2016 niet in CODA waren verwerkt, kan gelet op de afspraak om aan het eind van de tijdelijke periode af te rekenen niet gezegd worden dat Transparent daarmee onverschuldigde betalingen heeft ontdekt die GGNet niet van plan was terug te betalen. De enkele stelling van Transparent dat de Gemeente een voordeel heeft verkregen omdat Transparent aan de bel heeft getrokken, is gelet op deze feitelijke gang van zaken onvoldoende om vast te kunnen stellen dat sprake was van onverschuldigde betalingen. De primaire vordering moet dan ook worden afgewezen.
4.6.
Ditzelfde geldt voor de subsidiaire vordering die is gebaseerd op een tekortschieten van de Gemeente door het verbod aan Transparent om contact op te nemen met GGNet (zie hiervoor onder 2.11.). Omdat er gelet op de lopende afspraken (nog) geen te incasseren vordering van de Gemeente op GGNet bestond in de periode die het onderzoek van Transparent bestreek, was de Gemeente niet gehouden tot het verlenen van medewerking aan het incasseren daarvan.
4.7.
Transparent zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- griffierecht € 4.131,00
- salaris advocaat
4.804,00(2,0 punten × tarief € 2.402,00)
Totaal € 8.935,00
4.8.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Transparent in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 8.935,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Transparent in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Transparent niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2021.
Coll: PM