Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 oktober 2020,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 11 maart 2021,
- de brief van Interchem van 7 mei 2021,
- het rolbericht van Zimmermann van 12 mei 2021.
2.De feiten
was 6.000.000 tegen € 600.000,- verwerkingskosten welke opgebouwd zijn uit te: € 550.000,- + € 50.000,- (Gertjan(Pot, bestuurder van Zimmermann,
rb)wilde een € 10,- p/ton als management fee daarboven op) zijnde en zeg maar € 100,- p/ton als verwerkingskosten welke als zodanig door Zimmermann aan InterCheM doorbelast werden en welke ik ook al vanaf zomer 2016! Naar Gertjan gecommuniceerd heb.
waarbij InterCheM “met alle toetsers en bellen” erbij ca € 300.000,- over bovengenoemde periode betaald heb.
3.Het geschil
in conventie
rb), en voorts schade van € 89.129,48 omdat de afsluiting heeft geleid tot 1) vertraging bij de afvoer van afval die Interchem heeft genoopt tot extra werkzaamheden ad € 4.764,38, 2) het stilvallen van de destillatie gedurende 7 dagen ad € 12.100,00 en 3) een tariefstijging van 10% over de overgenomen voorraad ad € 72.265,00.
4.De beoordeling
5.De beslissing
4 augustus 21 juli 2021voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 4.8, 4.10., 4.14. en 4.30,