In deze zaak vordert eiser, die lijdt aan huidproblemen, vergoeding van zorgkosten voor Betamethason crème met zwavel, een niet-geregistreerd geneesmiddel dat door zijn dermatoloog is voorgeschreven. Eiser heeft een zorgverzekering bij VGZ Zorgverzekeraar N.V. en stelt dat de crème in de periode van 1 maart 2015 tot 16 oktober 2018 als rationele farmacotherapie had moeten worden vergoed. VGZ heeft de vergoeding van de crème echter stopgezet, omdat deze niet onder de dekking van de zorgverzekering viel. Eiser heeft diverse brieven van dermatologen overgelegd waarin wordt verzocht om vergoeding van de crème, maar VGZ betwist dat de crème voldoet aan de voorwaarden voor vergoeding.
De kantonrechter oordeelt dat VGZ niet gehouden was om de kosten van de crème te vergoeden, omdat deze niet als rationele farmacotherapie kan worden aangemerkt. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de crème in de relevante periode effectief was en dat VGZ tekortschiet in haar verplichtingen. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van VGZ.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgverzekeraars om zorgvuldig te beoordelen of apotheekbereidingen voldoen aan de criteria voor vergoeding, en dat het aan de verzekerde is om voldoende bewijs te leveren voor zijn vorderingen.