ECLI:NL:RBGEL:2021:3392

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juni 2021
Publicatiedatum
2 juli 2021
Zaaknummer
05-017820-21, 05-217178-20, 05-268634-20, 05-074931-21, 05-059150-21 (gev. ttz) + 05/064826-20 (tul bijz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor een reeks van diefstallen en helingen met gevangenisstraf en voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks van diefstallen en helingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van januari 2020 tot en met januari 2021 meerdere diefstallen heeft gepleegd, waaronder diefstal van levensmiddelen, fietsen, en auto’s, en dat hij betrokken was bij de heling van gestolen goederen. De verdachte is op verschillende data in de gemeente Ede en omgeving betrapt op het plegen van deze feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht bij de reclassering en opname in een zorginstelling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld en gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelden. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05-017820-21, 05-217178-20, 05-268634-20, 05-074931-21, 05-059150-21
(gev. ttz) + 05/064826-20 (tul bijz)
Datum uitspraak : 29 juni 2021
Tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats] , op dit moment gedetineerd en inschreven in de P.I. Grave aan de Muntlaan 1 (5361 ME) in Grave.
Raadsman: mr. Y. ten Tuijnte, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen van
14 juni 2021 en 15 juni 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer 05-217178-20:
1.
hij op of omstreeks 4 juli 2020 te Ede, in een woning en/of op een besloten erf
waarop een woning stond, [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten
of tegen de wil van de rechthebbende bevond, levensmiddelen en/of drinken, in elk
geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1]
, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 4 juli 2020 te Ede,
goederen te weten een of meer levensmiddelen en/of drinken (toebehorende aan [slachtoffer 1]
) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen
wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen
goederen betrof;
2.
hij op of omstreeks 3 of 4 juli 2020 te Ede, in een woning en/of op een besloten erf
waarop een woning stond, [adres 23] , alwaar verdachte zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond, een scooter (merk: Piaggo, kenteken
[kenteken 5] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde,
te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 3 of 4 juli 2020 te Ede,
een goed te weten een scooter (merk: Piagio, kenteken: [kenteken 5] ) heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof.
In de zaak met parketnummer 05-268634-20:
1.
hij op of omstreeks 26 oktober 2020 te Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
autsleutels (behorend bij een auto, merk Volvo, type 940(gekentekend [kenteken 4] )),
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat
het een door misdrijf verkregen goed betrof(zaak 1, aangifte 2020504890 pag. 29 PV);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 24 oktober 2020 te Ede, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, uit een woning, gelegen aan de [adres 22] ,
een mobiele telefoon, merk Samsung, type J6 en/of autosleutels, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(zaak 1 aangifte
2020504890 pag. 29 PV);
2.
hij op of omstreeks 26 oktober 2020 te Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een auto, merk Volvo, type 940 (gekentekend [kenteken 4] ), althans een goed heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat
het een door misdrijf verkregen goed betrof(zaak 1 aangifte 2020506745 pag. 39 PV);
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 24 oktober 2020 te Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een auto, merk Volvo, type 940 (gekentekend [kenteken 4] ), in elk geval enig goed, dat
geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen auto onder zijn/haar/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, immers
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader voornoemde auto weggenomen door
middel van een gestolen autosleutel (zaak 1, aangifte 2020506745 pag 39 PV);
3.
hij op of omstreeks 23 oktober 2020 te Ede,
een bakje met sleutels, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof(zaak 3, aangifte 2020503288 pag. 51 PV);
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeksde periode van 22 oktober 2020 tot en met 23 oktober 2020 te Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning,
gelegen aan de [adres 21]
-een accuboormachine van Bosch en/of
-twee accuboormachines van Panasonic en/of
-een klopboormachine van Panasonic op accu en/of
-een decoupeerzaag van Panasonic op accu en inclusief accu's en oplader en/of
-een DeWalt afkortzaag en/of
-een Festool invalzaag en/of
-een bakje met sleutels en/of
-een Festool gipsschroefmachine op accu,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming(zaak 3, aangifte 2020503288 pag. 51 PV.
In de zaak met parketnummer 05-059150-21:
1.
hij op of omstreeks 23 september 2020 te Bennekom, gemeente Ede,
een damesfiets, merk Cortina, type mamafiets, kleur antraciet(met [kenmerken]
), althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof (zaak 1 PV aangifte 2020452072 PV
pag. 37);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 22 of 23 september 2020 te Bennekom, gemeente Ede, in een
woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de
Swammerdamlaan, alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, een damesfiets, merk Cortina, type mamafiets, kleur
antraciet(met [kenmerken] ), in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen(zaak 1 PV aangifte 2020452072 PV pag. 37);
2.
hij op of omstreeks 26 mei 2020 te Ede, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een
woning stond, te weten de [adres 20] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s)
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
-een versterker, merk Kenwood en/of
-een zwarte Jas en/of
-een gereedschapskoffer, merk Stanley (met inhoud), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(zaak 2 PV aangifte
2020370369 PV pag. 64);
3.
hij op of omstreeks 25 juli 2020 te Ede,
een auto, merk Hyundai, Type Atos-Prime, kleur (licht)blauw(gekentekend
[kenteken 3] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,
althnas redelijker wijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof(zaak 3 PV aangifte 2020347544 PV pag. 87);
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 25 juli 2020 te Ede, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een
woning stond, te weten de [adres 19] , alwaar verdachte en/of zijn
mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
-een moutainbike, merk Btwin, kleur oranje en/of
-twee flesjes eau de toilette/parfum en/of
-2 (twee) voetballen) en/of
-2 (twee) sleutelbossen (met daaraan autosleutels en de reserve autosleutels),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen(zaak 3 PV aangifte 2020347544 PV pag. 87);
en/of
hij/zij op/in of omstreeks pleegdatum/pleegperiode te pleegplaats
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een auto, merk Hyundai, Type Atos-Prime, kleur (licht)blauw(gekentekend
[kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8]
, in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen auto voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel, welke bij gelegenheid van
een woninginsluiping is weggenomen(zaak 3 PV aangifte 2020347544 PV pag. 87);
4.
hij op of omstreeks 8 augustus 2020 te Ede, in een woning en/of op een besloten erf
waarop een woning stond, te weten de [adres 18] , alwaar verdachte zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
-een damesfiets, merk Cortina, typeU4d57, kleur zwart, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen(zaak 4 PV aangifte 2020372349 PV pag. 162);
5.
hij op of omstreeks 11 september 2020 te Ede in/bij een woning en/of op een
besloten erf waarop een woning stond, te weten de [adres 17] , alwaar
verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
een sleutelbos, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 26] , in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(zaak 5 PV aangifte
2020434749 PV pag. 180);
en/of
hij op of omstreeks 11 september 2020 te Ede uit een schuur en/of op een besloten
erf waarop een woning stond, te weten de [adres 17] , alwaar verdachte zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
-2 (twee) boormachines, merk Makita en/of
-2 (twee) schroefmachines, merk Metabo en/of
-een zaagmachine, merk Makita en/of
-een radio, merk Rockhart en/of
-een doosje schroeven/bevestigingsmateriaal
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] , in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn/haar bereik heeft gebracht door middel een valse sleutel,
te weten een sleutel, welke bij gelegenheid van een insluiping is weggenomen(zaak
5 PV aangifte 2020434749 PV pag. 180);
6.
hij op of omstreeks 13 september 2020 te Ede, in een woning en/of op een besloten
erf waarop een woning stond, te weten de/het [adres 16] , alwaar verdachte
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
-een Chromecast (met netwerkkabel) en/of
-een spijkerbroek en/of
-een lange sportbroek, merk Nike, kleur zwart,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 11] , in elk geval
aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen(zaak 6 PV aangifte 2020444641 PV pag. 200);
7.
hij op of omstreeks 5 oktober 2020 te Ede, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, in een of meer woning(en) en/of op een of meer
besloten er(f)ven waarop (een) woning(en) stond(en), te weten de [adres 14]
en/of de [adres 13] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten
weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
ten aanzien van de de [adres 14]
-3 (drie) sleutels (met een harige pompoensleutelhanger en/of
-1 (een) sleutel met een langwerpige sleutelhanger (zaak 1B PV 2020472501 PV pag.
121)
en/of
ten aanzien van de [adres 13]
uit een (op de oprit van die woning geparkeerde) bedrijfsbus
-5 (vijf) gereedschapskisten, merk Festool (met diverse elektrische gereedschappen)
en/of
-een zwarte kitspuit en/of
-een schuurmachine. kleur zwart en/of
-een sleutel van een garagebox (gelegen aan de [adres 15] te Ede)(zaak 1C PV
2020472544, PV pag. 131),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 12]
( [adres 14] ) en/of [slachtoffer 13] ( [adres 13] ), in elk geval aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
en/of
hij op of omstreeks 5 oktober 2020 te Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning
gelegen aan de [adres 12] ,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om enig goed van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 14] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 1A PV
2020472481, PV pag. 063);
8.
hij in de gemeente Ede, meermalen, althans eenmaal, goederen heeft verworven,
voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, te weten
op of omstreeks 16 oktober 2020 te Ede
een damesfiets, merk Gazelle, type Accent, kleur blauw, (zaak 7 PV 2020491763 PV
pag. 325)
en/of
op of omstreeks 11 december te Ede,
een damesfiets, merk Trek, type Tm200, kleur metallic, (zaak 12b PV aangifte
2020594718 PV pag. 513)
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze fiets(en)
voornoemd wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling leidt:
hij in de gemeente Ede met het oogmerk om het/deze zich wederrechtelijk toe te
eigenen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen , althans alleen, in
(een) woning(en) en/of op
(een) besloten er(f)ven waarop een woning(en) stond(en)
meerdere fietsen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de hieronder
genoemde personen, in elk geval aan een ander of anderen toebehoorde(n) heeft
weggenomen, te weten
-op 7 juni 2020 uit een achtertuin, behorende bij perceel [adres 11] , een
fiets, merk Gazelle, type Accent, kleur blauw, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 25]
(zaak 7 PV aangifte 2020264605 PV pag. 330)
en/of
-op 2 of 3 december 2020 uit een schuur/garage, behorende bij perceel [adres 24]
, een damesfiets, merk Trek, type Tm200, kleur metallic, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15] (zaak 12b PV 2020594718 PV pag. 513):
9.
hij op of omstreeks 26 oktober 2020 te Ede, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
-een zilveren armband en/of
-een ANWB-pas op naam van [slachtoffer 16] en/of
-een AH-bonuskaart en/of
-een studentenkaart op naam van [slachtoffer 16] , althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof (zaak 8 PV aangifte 2020513427 PV
pag. 342);
althans, indien het vorenstaande onder 9 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 24 oktober 2020 te Zwartebroek, gemeente Barneveld, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op
een besloten erf waarop een woning stond, [adres 10] , alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
bevond(en),
-een tas en/of
-een portemonnee en/of
-een Samsung Tablet,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan invullen1, in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft/hebben
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10.
hij in de gemeente Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, alwaar
verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond(en),
meerdere fietsen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de hieronder
genoemde personen, in elk geval aan een ander of anderen toebehoorde(n) heeft
weggenomen, te weten
-op 3 november 2020 uit een schuur, behorende bij perceel [adres 8] , een
elektrische fiets, merk Sparta, type Ion RX, kleur grijs, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 17] (zaak 9 PV aangifte 2020524665 PV pag. 356)
en/of
-op 25 november 2020 uit een schuur, behorende bij perceel [adres 9] , een
damesfiets, merk Sparta, type mamafiets, kleur wit, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 18] (zaak 11 PV aangifte 2020561384 PV pag. 418)
met het oogmerk om het/deze zich wederrechtelijk toe te eigenen:
11.
hij op of omstreeks 16 oktober 2020 te Ede, in een woning en/of op een besloten erf
waarop een woning stond, der [adres 7] , alwaar verdachte zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een zogenaamde Ring deurcamera, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 19] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen (zaak 10
PV aangifte 2020543703 PV pag. 399);
12.
hij op of omstreeks 11 december 2020 te Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
voorgenomen misdrijf
om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 6] ,
alwaar verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
enig goed van zijn/hun gading , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 20] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar
mededader(s)
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door
middel van braak, verbreking, inklimming, immers heeft hij –verdachte- met een
schroevendraaier getracht het raam open te breken ,terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid(zaak 12 PV aangifte 2020585752 PV pag.
479);
en/of
hij op of omstreeks 11 december 2020 te Ede, tezamen en
in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op
een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 6] ,
alwaar verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de
wil van de rechthebbende bevond(en),
-een rugtas en/of
-een accuboormachine en/of
-een acculader en/of
-4 (vier harde schijven (harddrives)),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 20] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen(zaak 12 PV aangifte 2020585752 PV pag. 479).
In de zaak met parketnummer 05-017820-21:
1.
hij op of omstreeks 2 januari 2021 te Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een auto, merk Toyota, type Yaris(Sport), althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat
het een door misdrijf verkregen goed betrof(Zaak 1A aangifte 2020423974 pag 036
PV);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 29 december 2020 tot en met 30 december 2020
te Renswoude
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een
woning(gelegen aan de [adres 5] )
een sleutel van een auto, merk Toyota, type Yaris (Sport) (gekentekend [kenteken 2] ) , in
elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 21] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen(Zaak 1A, aangifte 2020423974 pag. 036 PV);
en/of
hij op/in of omstreeks de periode van 29 december 2020 tot en met 30 december
2020 te Renswoude
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een auto, merk Toyota, type Yaris(Sport) (gekentekend [kenteken 2] ), in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 21] ,
heeft/hebben weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen
auto voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een valse sleutel, te weten een autosleutel, welke bij gelegenheid van een
woninginsluiping is weggenomen(Zaak 1A, aangifte 2020423974 pag. 036 PV);
2.
hij op of omstreeks 2 januari 2021 te Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
twee kentekenplaten(te weten twee kentekenplaten voorzien van het kenteken
[kenteken 1] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist(en), althans redelijerwijs hadeden moeten vermoeden, dat
het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (Zaak 1B, aangifte 2020617951
pag. 061 PV);
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks in of omstreeks de periode van 29 december 2020 tot en met 30
december 2020 te Spijk
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
twee kentekenplaten(voorzien van het kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 22] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(Zaak 1B, aangifte
2020617951 pag. 061 PV);
3.
hij op of omstreeks 2 december 2020 te Ede, uit een bedrijfsbus, welke geparkeerd
stond, op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de oprit van een
woning gelegen aan de [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond,
-een vlakschuurmachine, merk Makita en/of
-een boormachine, merk Festool en/of
-een scheerapparaat, merk Philips,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten
aan [slachtoffer 23] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen(Zaak 2, aangifte 2020579598 pag. 090 PV);
4.
hij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2020 tot en met 12 oktober 2020 te
Ede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit de
schuur gelegen op een besloten erf waarop (tevens) een woning stond, te weten de
schuur behorende bij een woning gelegen aan de [adres 3] ), alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
bevond(en),
-een decoupeerzaagmachine, merk Bosch en/of
-een hogedrukreiniger, merk Kärcher en/of
-een boormachine, merk Bosch en/of
-een verfspuit,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 24] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen(Zaak 3, aangifte 2020488882 pag. 115 PV).
In de zaak met parketnummer 05-074931-21:
hij op of omstreeks 27 februari 2021 te Tiel
-een verpakking mer Bifi mini's en/of
-een verpakking met Nivea dagcreme,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Albert Heijn, (filiaal
[adres 2] ) , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(PV aangifte
2021090719 PV pag. 3).

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

In de zaak met parketnummer 05-059150-21:
Ten aanzien van feit 5 overweegt de rechtbank dat op de camerabeelden, waarop verdachte is herkend, slechts te zien is dat verdachte in de bewuste nacht op de oprit loopt, schrikt als het licht aangaat en wegloopt. Nu niet zichtbaar is dat verdachte in of in de buurt van de schuur is geweest en ook daadwerkelijk iets heeft weggenomen, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder feit 9 ten laste gelegde feiten.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het door de verdediging gevoerde verweer met betrekking tot de herkenningen van verdachte op de camerabeelden door verbalisanten het volgende. De rechtbank stelt voorop dat de enkele stelling dat verbalisanten een herkenning hebben opgemaakt omdat ze het op verdachte hadden voorzien, onvoldoende is om deze herkenningen als bewijsmiddel ter zijde te schuiven. Om herkenningen door verbalisanten voor het bewijs te kunnen bezigen, is wel van doorslaggevend belang dat deze herkenningen betrouwbaar zijn. Voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van een herkenning aan de hand van camerabeelden en stills daarvan is onder meer van belang in hoeverre deze beelden en afbeeldingen voldoende duidelijk en helder zijn om een gezichtsherkenning op te baseren. Hierbij is van belang wat de kwaliteit van deze beelden is en in hoeverre hierop voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn.
Met betrekking tot de stills ten aanzien van feit 10, tweede gedachtestreepje, en feit 11 is de rechtbank van oordeel dat deze van onvoldoende kwaliteit zijn om specifieke en onderscheidende persoonskenmerken te kunnen waarnemen. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze stills niet met een voldoende mate van zekerheid leiden tot de herkenning van een persoon. Wellicht dat de camerabeelden op basis waarvan de herkenningen hebben plaatsgevonden duidelijker zijn (geweest) dan de stills suggereren, maar dat kan de rechtbank - nu deze beelden geen onderdeel uitmaken van het dossier en duidelijkere stills ontbreken - niet controleren. De rechtbank zal de herkenningen dan ook niet gebruiken voor het bewijs. Nu ten aanzien van deze feiten uit de overige bewijsmiddelen niet blijkt van betrokkenheid van verdachte bij deze ten laste gelegde feiten, spreekt de rechtbank verdachte daarvan vrij.
In de zaak met parketnummer 05-017820-21:
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank dat uit het dossier niet volgt dat verdachte deze auto heeft gestolen of dat hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze auto en de autosleutel van diefstal afkomstig waren. De rechtbank spreek verdachte daarom vrij van dit feit.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder feit 2 ten laste gelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de volgende tenlastegelegde feiten heeft begaan:
  • onder parketnummer 05-217178-20 de feiten 1 primair en 2 primair;
  • onder parketnummer 05-268634-20 de feiten 1 primair, 2 primair en 3 primair;
  • onder parketnummer 05-059150-21 de feiten 1 primair, 2, 3 primair, 4, 6, 7, 8, 10 en 12;
  • onder parketnummer 05-017820-21 de feiten 3 en 4;
  • het feit onder parketnummer 05-074931-21,
te weten dat:
In de zaak met parketnummer 05-217178-20:
1.
hij op
of omstreeks4 juli 2020 te Ede,
in een woning en/ofop een besloten erf
waarop een woning stond, [adres 1] , alwaar verdachte zich buiten weten
of tegen de wil van de rechthebbende bevond, levensmiddelen
en/of drinken, in elk
geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan een ander toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 1]
, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
2.
hij op of omstreeks
3 of4 juli 2020 te Ede,
in een woning en/ofop een besloten erf
waarop een woning stond, [adres 23] , alwaar verdachte zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond, een scooter (merk: Piaggo, kenteken
[kenteken 5] ),
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan een ander toebehoorde,
te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen.
In de zaak met parketnummer 05-268634-20:
1.
hij op
of omstreeks26 oktober 2020 te Ede,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
autosleutels (behorend bij een auto, merk Volvo, type 940 (gekentekend [kenteken 4] )),
althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader
(s)ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed
wist(en), althansredelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat
het een door misdrijf verkregen goed betrof (zaak 1, aangifte 2020504890 pag. 29 PV);
2.
hij op
of omstreeks26 oktober 2020 te Ede,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een auto, merk Volvo, type 940 (gekentekend [kenteken 4] ),
althans een goed heeft
verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden
krijgen van dit goed
wist(en), althansredelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat
het een door misdrijf verkregen goed betrof (zaak 1 aangifte 2020506745 pag. 39 PV);
3.
hij op
of omstreeks23 oktober 2020 te Ede,
een bakje met sleutels,
althans een goedheeft verworven
envoorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed
wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof (zaak 3, aangifte 2020503288 pag. 51 PV).
In de zaak met parketnummer 05-059150-21:
1.
hij op of omstreeks 23 september 2020 te Bennekom, gemeente Ede,
een damesfiets, merk Cortina, type mamafiets, kleur antraciet (met [kenmerken]
),
althans een goedheeft verworven
en
voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof (zaak 1 PV aangifte 2020452072 PV
pag. 37);
2.
hij op
of omstreeks26 mei 2020 te Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, in een woning en/ofop een besloten erf waarop een
woning stond, te weten de [adres 20] , alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s)
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
(en),
-een versterker, merk Kenwood en
/of
-een zwarte Jas en
/of
-een gereedschapskoffer, merk Stanley (met inhoud),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 7]
, in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft
/hebbenweggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen (zaak 2 PV aangifte
2020370369 PV pag. 64);
3.
hij op
of omstreeks25 juli 2020 te Ede,
een auto, merk Hyundai, Type Atos-Prime, kleur (licht)blauw (gekentekend
[kenteken 3] ),
althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad,
en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijker wijs had moeten vermoeden,dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof (zaak 3 PV aangifte 2020347544 PV pag. 87);
4.
hij op
of omstreeks8 augustus 2020 te Ede,
in een woning en/ofop een besloten erf
waarop een woning stond, te weten de [adres 18] , alwaar verdachte zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een damesfiets, merk Cortina, type U4d57, kleur zwart,
in elk geval enig goed,
dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 9] ,
in elk geval aan een ander dan aan
verdachtetoebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen (zaak 4 PV aangifte 2020372349 PV pag. 162);
6.
hij op
of omstreeks13 september 2020 te Ede,
in een woning en/ofop een besloten
erf waarop een woning stond, te weten de
/het[adres 16] , alwaar verdachte
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een Chromecast (met netwerkkabel) en
/of
- een spijkerbroek en
/of
- een lange sportbroek, merk Nike, kleur zwart,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 11]
, in elk geval
aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen (zaak 6 PV aangifte 2020444641 PV pag. 200);
7.
hij op
of omstreeks5 oktober 2020 te Ede,
tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen,in een
of meerwoning
(en)en
/ofop een
of meer
besloten er
(f
)venwaarop
(een
)woning
(en)stond
(en), te weten
de [adres 14]
en/ofde [adres 13] , alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s)zich buiten
weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
(en),
ten aanzien van de [adres 14]
-3 (drie) sleutels
(met een harige pompoensleutelhanger en
/of
-1 (een) sleutel met een langwerpige sleutelhanger (zaak 1B PV 2020472501 PV pag.
121)
en
/of
ten aanzien van de [adres 13]
uit een
(op de oprit van die woning geparkeerde
)bedrijfsbus
- 5 ( vijf) gereedschapskisten, merk Festool (met diverse elektrische gereedschappen)
en
/of
- een zwarte kitspuit en
/of
- een schuurmachine kleur zwart en/of
- een sleutel van een garagebox (gelegen aan de [adres 15] te Ede) (zaak 1C PV
2020472544, PV pag. 131),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 12]
( [adres 14] ) en/of [slachtoffer 13] ( [adres 13] ),
in elk geval aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)
heeft
/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
en
/of
hij op
of omstreeks5 oktober 2020 te Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning
gelegen aan de [adres 12] ,
ter uitvoering van het door verdachte
en/of zijn mededader(s)voorgenomen
misdrijf om enig goed van zijn
/hungading,
in elk geval enig goed,dat
/die geheel of
ten deleaan [slachtoffer 14] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 1A PV
2020472481, PV pag. 063);
8.
hij in de gemeente Ede,
meermalen, althans eenmaal,eengoed
eren heeft verworven,
voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,te weten
op
of omstreeks16 oktober 2020 te Ede
een damesfiets, merk Gazelle, type Accent, kleur blauw, (zaak 7 PV 2020491763 PV
pag. 325)
en/of
op of omstreeks 11 december te Ede,
een damesfiets, merk Trek, type Tm200, kleur metallic, (zaak 12b PV aangifte
2020594718 PV pag. 513)
terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van deze fiets
(en)
voornoemd wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het een door
misdrijf verkregen goed
(eren)betrof;
10.
hij in de gemeente Ede tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans
alleen, in een woning en/ofop een besloten erf waarop een woning stond, alwaar
verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond
(en
),
meerdereeenfiets
en, in elk geval enig goed,
dat/die
geheel of ten deleaan de hieronder
genoemde perso
on
en, in elk geval aan een ander of anderentoebehoorde
(n)heeft
weggenomen, te weten
- op 3 november 2020 uit een schuur, behorende bij perceel [adres 8] , een
elektrische fiets, merk Sparta, type Ion RX, kleur grijs,
geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 17] (zaak 9 PV aangifte 2020524665 PV pag. 356)
en/of
-
op 25 november 2020 uit een schuur, behorende bij perceel [adres 9] , een
damesfiets, merk Sparta, type mamafiets, kleur wit, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 18] (zaak 11 PV aangifte 2020561384 PV pag. 418)
met het oogmerk om
het/deze zich wederrechtelijk toe te eigenen:
12.
hij op of omstreeks 11 december 2020 te Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
voorgenomen misdrijf
om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 6] ,
alwaar verdachte en/of zijn/haar mededader(s) zich
buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
enig goed van zijn/hun gading , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 20] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar
mededader(s)
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door
middel van braak, verbreking, inklimming, immers heeft hij –verdachte- met een
schroevendraaier getracht het raam open te breken ,terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 12 PV aangifte 2020585752 PV pag.
479);
en/of
hij op
of omstreeks11 december 2020 te Ede,
tezamen en
in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/ofop
een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 6] ,
alwaar verdachte
en/of zijn/haar mededader(s)zich buiten weten of tegen de
wil van de rechthebbende bevond
(en),
- een rugtas en
/of
- een accuboormachine en
/of
- een acculader en
/of
- 4 ( vier harde schijven (harddrives)),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 20]
, in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde
(n
)heeft
/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen (zaak 12 PV aangifte 2020585752 PV pag. 479).
In de zaak met parketnummer 05-017820-21:
3.
hij op
of omstreeks2 december 2020 te Ede, uit een bedrijfsbus, welke geparkeerd
stond
,op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de oprit van een
woning gelegen aan de [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of
tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een vlakschuurmachine, merk Makita en
/of
- een boormachine, merk Festool en
/of
- een scheerapparaat, merk Philips,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan een ander toebehoorde
n, te weten
aan [slachtoffer 23] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen (Zaak 2, aangifte 2020579598 pag. 090 PV);
4.
hij in
of omstreeksde periode van 11 oktober 2020 tot en met 12 oktober 2020 te
Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,uit de
schuur gelegen op een besloten erf waarop
(tevens
)een woning stond, te weten de
schuur behorende bij een woning gelegen aan de [adres 3]
), alwaar verdachte
en/of zijn mededader(s)zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
bevond
(en),
- een decoupeerzaagmachine, merk Bosch en
/of
- een hogedrukreiniger, merk Kärcher en
/of
- een boormachine, merk Bosch en
/of
- een verfspuit,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s)toebehoorde
n, te weten aan [slachtoffer 24] ,
heeft
/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen (Zaak 3, aangifte 2020488882 pag. 115 PV).
In de zaak met parketnummer 05-074931-21:
hij op
of omstreeks27 februari 2021 te Tiel
- een verpakking met Bifi mini's en
/of
- een verpakking met Nivea dagcreme,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan de Albert Heijn, (filiaal
[adres 2] ),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen (PV aangifte
2021090719 PV pag. 3).
Voor zover er in de tenlasteleggingen kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer 05-217178-20:
feiten 1 primair en 2 primair, telkens:
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
In de zaak met parketnummer 05-268634-20:
feiten 1 primair en 2 primair, telkens:
medeplegen van schuldheling;
feit 3 primair:
schuldheling.
In de zaak met parketnummer 05-059150-21:
feiten 1 primair, 3 primair en 8, telkens:
opzetheling;
feiten 2, 4, 6 en 12, telkens:
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
feit 7:
diefstal in een woning;
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
poging tot diefstal in een woning;
feit 10:
diefstal door twee of meer verenigde personen op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
In de zaak met parketnummer 05-017820-21:
feiten 3 en 4, telkens:
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
In de zaak met parketnummer 05-074931-21:
diefstal.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht. Hieraan dient een proeftijd van drie jaren te worden verbonden en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd die gelijk is aan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en daarnaast een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden. Hiertoe is aangevoerd dat het van belang is dat verdachte zo spoedig mogelijk kan starten met zijn behandeling. De raadsman heeft daarnaast verzocht de voorlopige hechtenis van verdachte in de strafzaak met parketnummer 05-017820-21 te schorsen, zodat verdachte alvast kan beginnen met het uitzitten van twee maanden gevangenisstraf (parketnummer 05-064826-20) waarvan de tenuitvoerlegging reeds is bevolen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich in een periode van negen maanden schuldig gemaakt aan maar liefst negentien strafbare feiten. Hij heeft meerdere diefstallen gepleegd. Hierbij schuwde verdachte het niet om het erf van de eigenaar van de goederen te betreden of schuurtjes en woningen in te sluipen. Daarnaast heeft hij onder meer auto’s en fietsen geheeld.
Verdachte is in die periode zeer overlast gevend geweest en zijn handelen getuigt van geen enkel respect voor andermans eigendommen. Verdachte heeft bij het plegen van deze feiten alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
Verdachte was een gewaarschuwd mens. Uit zijn strafblad volgt namelijk dat hij eerder is veroordeeld wegens soortgelijke feiten. In november 2020 is hij onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor het plegen van meerdere diefstallen en opzet- en schuldhelingen. De rechtbank acht het in het bijzonder kwalijk dat verdachte een deel van de voorliggende feiten heeft gepleegd terwijl hij in een proeftijd liep.
De aard en hoeveelheid van de door verdachte gepleegde feiten in combinatie met zijn strafblad rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een langdurige (on)voorwaardelijke gevangenisstraf.
Uit het rapport van de reclassering van 21 mei 2021 volgt dat sprake is van instabiliteit en risicofactoren op meerdere leefgebieden. Er is sprake van langdurig middelengebruik, problemen met huisvesting, dagbesteding en financiën. Middelenproblematiek loopt als een rode draad door het leven van verdachte. Hij pleegt vermogensdelicten om zijn drugsgebruik te bekostigen. Wanneer verdachte ’s nachts onder invloed op straat is, wordt hij geprikkeld om delicten te plegen. Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld tot hoog. De reclassering geeft aan dat verdachte niet in staat lijkt te zijn om zijn problemen aan te pakken, maar dat hij tegelijkertijd de afgelopen jaren onvoldoende open stond voor de hem geboden hulpverlening. Eerder toezicht en ingezette (ambulante) trajecten hebben niet geleid tot gedragsverandering en recidivevermindering. De reclassering is daarom van mening dat een forensische klinische behandeling noodzakelijk is om stabiliteit te creëren en recidive te voorkomen. Verdachte heeft aangegeven hiervoor open te staan. Hij erkent dat hij dit nodig heeft om zijn leven op de rails te krijgen en wil zich hiervoor inzetten.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de verdediging bepleit, doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst van de feiten. De rechtbank ziet aan de andere kant het belang van verdachte bij een zo spoedig mogelijke behandeling. Echter, wanneer de rechtbank dit belang afzet tegen de grote hoeveelheid overlast gevende feiten die verdachte heeft gepleegd, is de rechtbank van oordeel dat een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt hierop in mindering gebracht. De rechtbank legt een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op, als forse stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Nu de rechtbank het van belang acht dat verdachte passende hulpverlening krijgt, verbindt zij aan het voorwaardelijke deel de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. De gevangenisstraf is lager dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank minder feiten bewezen acht.
Gelet op het voorgaande wijst de rechtbank het schorsingsverzoek van de verdediging af.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding:
In de zaak met parketnummer 05-217178-20:
1. [slachtoffer 1] € 30,00 (feit 1).
In de zaak met parketnummer 05-268634-20:
2. [slachtoffer 3] / € 1.840,16 (feiten 1 en 2).
[slachtoffer 4]
In de zaak met parketnummer 05-059150-21:
3. [slachtoffer 8] € 335,16 (feit 3);
4. [slachtoffer 9] € 980,00 (feit 4);
5. [slachtoffer 10] € 1.144,16 (feit 5);
6. [slachtoffer 25] € 70,00 (feit 8);
7. [slachtoffer 19] € 100,00 (feit 11);
8. [slachtoffer 20] € 300,00 (feit 12).
In de zaak met parketnummer 05-017820-21:
9. [slachtoffer 21] € 4.916,60 (feit 1);
10. [slachtoffer 23] € 526,00 (feit 3).
Alle benadeelde partijen verzoeken de rechtbank de gevorderde schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente en over te gaan tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de verschillende benadeelde partijen op het volgende standpunt gesteld.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] (1) ziet op twee diefstallen. Nu alleen de diefstal op 4 juli 2020 ten laste is gelegd, zou de vordering alleen voor het bedrag van de goederen die toen zijn weggenomen moeten worden toegewezen. Voor het overige dient de benadeelde niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] (2) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, nu uit de vordering volgt dat de schade nog moest worden opgegeven bij de verzekering en onduidelijk is of en wat de verzekering reeds heeft uitgekeerd.
[slachtoffer 8] (3) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, omdat de gevorderde schade samenhangt van de diefstal en in een te ver verwijderd verband staat van de heling die verdachte heeft gepleegd.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 9] (4) is niet onderbouwd, maar een bedrag van
€ 750,00 is passend en kan worden toegewezen. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 26] (5) is goed onderbouwd. Er dient echter rekening te worden gehouden met afschrijving. Een bedrag van € 1.000,00 is niet bovenmatig en kan worden toegewezen. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
[slachtoffer 19] (7) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, nu verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 20] (8) kan worden toegewezen voor wat betreft de immateriële schade (€ 150,00). Ten aanzien van de materiële schade dient benadeelde niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, nu deze schade samenhangt met braak en niet vaststaat dat verdachte hiervoor verantwoordelijk is.
De benadeelde partij [slachtoffer 21] (9) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, omdat geen sprake is van rechtstreekse schade die voortvloeit uit het handelen van verdachte.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 23] (10) dient integraal te worden toegewezen. Ten aanzien van de bedragen die kunnen worden toegewezen, heeft de officier van justitie verzocht de wettelijke rente toe te kennen en heeft hij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de verschillende benadeelde partijen op het volgende standpunt gesteld.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] (1) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, omdat de vordering onvoldoende onderbouwd is. Meer subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat er geen rechtstreeks verband is tussen het ten laste gelegde en de op 29 juni 2020 weggenomen goederen.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] (2) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de vordering op punten niet is onderbouwd en de bedragen hoog voorkomen. Nu de gevorderde schade met betrekking tot de auto niet overeenkomt met de factuur in het dossier dient dit deel van de vordering te worden afgewezen.
De benadeelde partij [slachtoffer 8] (3) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, omdat de vordering niet is ondertekend. Het bedrag van € 85,16 is bovendien niet onderbouwd.
De benadeelde partij [slachtoffer 9] (4) dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, omdat de vordering niet is onderbouwd.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 26] (5) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van de Metabo accu machineset rekening dient te worden gehouden met afschrijving.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 25] (6) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat de vordering niet is onderbouwd en de fiets in beslag is genomen door de politie en dus aan de rechthebbende kan worden teruggegeven.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 19] (7) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak, dan wel het feit dat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 20] (8) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak, dan wel het feit dat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 21] (9) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat geen sprake is van een rechtstreeks verband tussen de schade en de heling en voorts dat de vordering onvoldoende onderbouwd is.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 23] (10) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op het pleidooi tot vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
Overweging van de rechtbank
1.
Vordering van [slachtoffer 1]
  • € 10,00 levensmiddelen weggenomen op 29 juni 2020;
  • € 20,00 levensmiddelen weggenomen op 4 juli 2020.
De rechtbank wijst een bedrag van € 20,00 voor de weggenomen goederen op 4 juli 2020 toe, nu alleen ten aanzien van deze schadepost sprake is van een rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte en dit bedrag bovendien redelijk voorkomt. Verdachte is vanaf 4 juli 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
2.
Vordering van [slachtoffer 3] / [slachtoffer 4]
Uit het schadeformulier volgt dat de gevorderde schade nog ingediend zou worden bij de verzekering. Nu niet duidelijk is geworden of dit is gebeurd en of de verzekering de schade reeds heeft vergoed, zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
3.
Vordering van [slachtoffer 8]
De rechtbank overweegt dat de gevorderde schade het rechtstreeks gevolg is van de diefstal. Verdachte wordt niet veroordeeld voor deze diefstal, maar voor de heling. Nu de schade in een te ver verwijderd verband staat tot het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
4.
Vordering van [slachtoffer 9]
De rechtbank overweegt dat de vordering niet is onderbouwd met (bewijs)stukken. De rechtbank kan daarom niet vaststellen of de sloten daadwerkelijk zijn vervangen. Vast staat wel dat verdachte de fiets van benadeelde heeft weggenomen. Nu een bedrag van € 600,00 voor deze fiets de rechtbank redelijk voorkomt, zal zij de vordering tot dit bedrag toewijzen. Verdachte is vanaf 8 augustus 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
5.
Vordering van [slachtoffer 10]
Verdachte is vrijgesproken van dit feit. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
6.
Vordering van [slachtoffer 25]
De rechtbank overweegt dat de gevorderde schade het rechtstreeks gevolg is van de diefstal. Verdachte wordt niet veroordeeld voor deze diefstal, maar voor de heling. Nu de schade in een te ver verwijderd verband staat tot het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
7.
Vordering van [slachtoffer 19]
Verdachte is vrijgesproken van dit feit. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
8.
Vordering van [slachtoffer 20]
Verdachte is vrijgesproken van de diefstal met braak. Nu de gevorderde materiële schade het gevolg is van dit feit zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. Ten aanzien van het gevorderde smartengeld overweegt de rechtbank dat de benadeelde partij volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek recht op vergoeding hiervan heeft in het geval dat:
  • verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
  • de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
  • de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
  • de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht. De rechtbank overweegt dat van het voorgaande uit de vordering niets is gebleken, zodat voor het gevorderde smartengeld geen wettelijke basis bestaat. Daarom zal zij de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van de vordering.
9.
Vordering van [slachtoffer 21]
Verdachte is vrijgesproken van dit feit. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
10.
Vordering van [slachtoffer 23]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet inhoudelijk zijn betwist. De schadeposten zijn verder voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen. Verdachte is vanaf 2 december 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de rechtbank de benadeelde partijen
niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen. De benadeelde partijen kunnen in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank ziet aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van de toegewezen bedragen ten behoeve van alle voornoemde benadeelde partijen.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05-064826-20)

De politierechter heeft verdachte op 3 november 2020 onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
De officier van justitie vordert afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging, met dien verstande dat de bijzondere voorwaarden worden gewijzigd naar de bijzondere voorwaarden zoals in het kader van de onderhavige strafzaak door de reclassering geadviseerd.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen. Hiertoe is aangevoerd dat in januari 2021 reeds de tenuitvoerlegging van twee maanden van deze straf is bevolen en verdachte deze straf nog niet heeft uitgezeten. Daarnaast zou de tenuitvoerlegging van het overige deel van deze voorwaardelijke straf tot gevolg hebben dat het langer duurt voordat verdachte behandeld kan worden.
Gelet op de straf die aan verdachte voor de voorliggende feiten wordt opgelegd en het feit dat verdachte een deel van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf nog moet uitzitten, acht de rechtbank toewijzing van de vordering niet opportuun. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 47, 57, 311, 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 05-059150-21 onder 5, 9, 10 (tweede gedachtestreepje), 11 en onder parketnummer 05-017820-21 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 12 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij de reclassering Iriszorg op het adres Nieuwe Oeverstraat 65 in Arnhem en zich zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte zich laat opnemen in de FVA Piet Roordakliniek of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- verdachte zich laat behandelen door Iriszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- verdachte verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start na de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- Verdachte werkt mee aan controle van het gebruik van drugs en alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. Tevens kan de Ruma-marker, een cliëntvriendelijk en fraudebestendig controlemiddel, worden ingezet. De reclassering bepaalt hoe en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
 wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 25] tot materiële schade af;
 verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 3] / [slachtoffer 4] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 25] , [slachtoffer 19] , [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21] niet-ontvankelijk in de vorderingen tot materiële schade/smartengeld;
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen
[slachtoffer 1](feit 1 onder parketnummer 05-217178-20),
[slachtoffer 9](feit 4 onder parketnummer 05-059150-21) en
[slachtoffer 23](feit 3 onder parketnummer 05-017820-21) van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente
1. [slachtoffer 1] € 20,00juli 2020
2. [slachtoffer 9] € 600,00augustus 2020
3. [slachtoffer 23] € 526,00december 2020
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [slachtoffer 1] € 20,001 dag
2. [slachtoffer 9] € 600,00dagen
3. [slachtoffer 23] € 526,00dagen
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 9] voor het overige niet-ontvankelijk in de vorderingen tot materiële schade.
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging
 wijst de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter van 3 november 2020 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden af (parketnummer 05-064826-20).
Dit verkort vonnis is gewezen door mr. dr. G.M. van den Broek (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. J.M. Graat, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.I. Warringa, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juni 2021.
mr. dr. G.M. van den Broek en mr. A.I. Warringa zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.