Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
directbij binnenkomst zeer fors geweld tegen aangever gebruikten. Concluderend, is de rechtbank van oordeel dat de handelingen van verdachte essentieel zijn geweest voor de gepleegde vrijheidsberoving en de poging tot afpersing en van zodanig gewicht zijn dat deze tezamen kunnen worden aangemerkt als medeplegen. Daarbij neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat de feiten in zijn woning en voor het overgrote deel in zijn aanwezigheid hebben plaatsgevonden. Dat verdachte zelf geen geweldhandelingen jegens aangever heeft verricht, maakt zijn bijdrage niet anders. De overige door de verdediging gevoerde verweren worden weerlegd door de bewijsmiddelen. De rechtbank komt dan ook tot bewezenverklaring van feit 1 primair en feit 2 primair.
3.De bewezenverklaring
05.119868.20heeft begaan, te weten dat:
of omstreeks29 april 2020 te Bennekom
, althans in Nederland,
een ander ofanderen
, althans alleen,
/hebbenberoofd en
/ofberoofd gehouden, door
/of
die [slachtoffer 1] (tegen zijn wil) in die woning (vast) te houden, althanseen dreigende sfeer te creëren waardoor die [slachtoffer 1] werd belet/belemmerd die woning te verlaten en
/of
/of
/ofte schoppen en
/ofeen knietje
ste geven en
/of
/ofeen schroevendraaier,
en/of zijn lichaamte slaan en
/of
/of
ofte trekken en
/of
en/of
alcohol en/of zout in de ogen en/of wonden van die [slachtoffer 1] te gieten;
of omstreeks29 april 2020 te Bennekom
, althans in Nederland,
een ander ofanderen,
althans alleen,
en/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag
, in elk geval enig goed,dat geheel
of ten dele aan die [slachtoffer 1]toebehoorde,
in elk gevalaan een ander
of anderendan aan verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)
/of
die [slachtoffer 1] (tegen zijn wil) in die woning (vast) heeft gehouden, althanseen dreigende sfeer heeft gecreëerd waardoor die [slachtoffer 1] werd belet/belemmerd die woning te verlaten en
/of
/of
/ofgeschopt en
/ofeen knietje
sgegeven en
/of
/ofeen schroevendraaier
, althans een of meerdere voorwerpenop/tegen zijn hoofd
en/of zijn lichaamheeft geslagen en
/of
/of
/ofgetrokken en
/of
en/of
alcohol en/of zout in de ogen en/of wonden van die [slachtoffer 1] heeft gegoten,
of omstreeks27 april 2020 te Bennekom,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
of meerderegoed
eren, te weten een
of meerderegeldbedrag
en, heeft verworven, voorhanden gehad en
/ofovergedragen, terwijl hij en zijn mededader
(s
)ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit
/dezegeldbedrag
(en)wist
(en
),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 28 april 2020 tot en met 29 april 2020
te Bennekom, althansin Nederland,
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
05.020533.21heeft begaan, te weten dat:
en/of bedreiging met geweld,
(een)ambtena
(a
)r(en
), [slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] , werkzaam in de rechtmatige uitoefening van
zijn/hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte
te slaan en/ofte stompen
/of op/tegen een been van die [slachtoffer 4] te trappen
en/
of teschoppen,
en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een stekende pijn aan oor en
/ofkaak bij die [slachtoffer 5] en
/ofeen pijnlijk been bij die [slachtoffer 4] ten gevolge heeft gehad;
of omstreeks21 januari 2021 te Arnhem opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 5] (buitengewoon opsporingsambtenaar), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem het woord toe te voegen:
vuilekankerjuut,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
05.119868.20
05.020533.21
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- Reiskosten: € 59,28;
- Handgemaakte ketting met hanger; € 130,00;
- Bril: € 367,00;
- Koptelefoon: € 284,70;
- Ringen: € 30,00;
- Portemonnee: € 12,50;
- Ov-chipkaart: € 11,00;
- Autipas: € 29,75.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
benadeelde partij
benadeelde partij [slachtoffer 1]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
[slachtoffer 1]in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 71,76;
benadeelde partij [aangever]van € 1.560,11 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
benadeelde partij [aangever]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade/smartengeld;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een totaalbedrag te betalen van € 4.316,65 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 53 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 4] , een bedrag te betalen van € 150,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 3 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 5] , een bedrag te betalen van € 150,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 3 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.