ECLI:NL:RBGEL:2021:3204

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juni 2021
Publicatiedatum
24 juni 2021
Zaaknummer
C/05/387919 / KZ ZA 21-76
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van gezamenlijke woning na beëindiging van relatie tussen ex-partners

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert de eiseres dat de gezamenlijke woning, die zij met haar ex-partner bewoonde, wordt verkocht. De eiseres stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij de verkoop van de woning, omdat zij gebruik wil maken van gemeentelijke schuldhulpverlening. De gedaagde, die in de woning blijft wonen, vordert dat hij de woning toebedeeld krijgt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de woning moet worden verkocht, omdat de gedaagde onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de woning kan overnemen. De rechter wijst erop dat de eiseres nog steeds hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire lening en dat zij recht heeft op een snelle oplossing. De rechter verleent de eiseres vervangende toestemming om de woning te verkopen, mocht de gedaagde niet meewerken. De vorderingen van de gedaagde worden afgewezen, evenals zijn verzoek om de honden terug te krijgen, omdat hij geen spoedeisend belang heeft aangetoond. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/387919 / KZ ZA 21-76
Vonnis in kort geding van 24 juni 2021
in de zaak van
[eis.conv./ged.reconv.],
wonende te [eis.conv./ged.reconv.] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. K.M. Kuipers-Ten Voorde te Almelo,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.M.H. Ceelen te Doetinchem.
Partijen zullen hierna [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, uitgebracht d.d. 21 mei 2021
  • de brief van [ged.conv./eis.reconv.] d.d. 8 juni 2021 met eis in reconventie en producties
  • de brief van [ged.conv./eis.reconv.] d.d. 8 juni 2021 met productie
  • de mondelinge behandeling d.d. 10 juni 2021
  • de pleitnota van [eis.conv./ged.reconv.]
  • de pleitnota van [ged.conv./eis.reconv.] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern van deze zaak en de beslissing van de rechter

2.1.
Deze zaak gaat over de woning die partijen samen hebben bewoond toen zij een relatie met elkaar hadden. [eis.conv./ged.reconv.] vordert dat de woning verkocht wordt. [ged.conv./eis.reconv.] vordert dat hij de woning toebedeeld krijgt. De rechter is van oordeel dat de woning verkocht moet worden. [ged.conv./eis.reconv.] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij de woning kan overnemen, terwijl [eis.conv./ged.reconv.] spoedeisend belang heeft bij verkoop van de woning.

3.De feiten

3.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad.
3.2.
Op 7 juli 2000 hebben partijen een samenlevingsovereenkomst met elkaar gesloten. Daarin hebben partijen onder meer afspraken gemaakt over de vraag wie na het eindigen van hun relatie in de door hen samen bewoonde woning mag blijven wonen. De samenlevingsovereenkomst luidt, voor zover relevant;
“(…)Artikel 14
1.
Indien de samenleving (…) eindigt, heeft ieder het recht nog gedurende drie maanden te wonen in de door hen tezamen bewoonde woning. (…)
2.
a. Gedurende voormelde periode zal in onderling overleg worden uitgemaakt wie in redelijkheid de meeste aanspraken heeft om de woning te blijven bewonen.
(…)
c. Ingeval van een woning in eigendom zal bij de verdeling de woning worden toebedeeld, tegen een waarde gebaseerd op de onbewoonde staat, aan degene die de woning blijft bewonen, onder de verplichting de eventuele geldlening(en), aangegaan ter financiering van de woning, geheel over te nemen.
3.
(…)
c. De toedeling van als sub 2.c bedoeld zal, tenzij in onderling overleg anders wordt overeengekomen, pas kunnen worden geëffectueerd nadat de vertrekkende partij door de (hypothecaire) financier(s) van die woning van iedere aansprakelijkheid voor de desbetreffende lening(en) is ontslagen. (…)”
3.3.
Partijen zijn op 17 augustus 2004 ieder voor de helft eigenaar geworden van de woning aan het adres [adres+plaats] (hierna: “de woning”).
3.4.
De koopsom van de woning bedroeg € 410.000,00. Ter financiering van de woning hebben partijen een hypothecaire geldlening afgesloten voor een bedrag van € 560.000,00. Voor deze geldlening zijn partijen hoofdelijk aansprakelijk. De restschuld bedraagt op dit moment € 560.000,00.
3.5.
Tijdens hun relatie hebben partijen honden in bezit gehad.
3.6.
In juli 2017 is de relatie van partijen geëindigd. [eis.conv./ged.reconv.] is toen uit de woning vertrokken. [ged.conv./eis.reconv.] is in de woning blijven wonen.
3.7.
Na het eindigen van de relatie zijn twee honden, genaamd [hond1] en [hond2] , bij [ged.conv./eis.reconv.] achtergebleven. [eis.conv./ged.reconv.] heeft de overige vier honden toen meegenomen, respectievelijk zijn die bij haar gebleven. In 2019 heeft [eis.conv./ged.reconv.] [hond2] en [hond1] bij [ged.conv./eis.reconv.] opgehaald.
3.8.
Op 18 oktober 2018 heeft [eis.conv./ged.reconv.] haar handtekening geplaatst onder een brief aan [ged.conv./eis.reconv.] . Deze brief luidt, voor zover relevant:
“(…) Beste [ged.conv./eis.reconv.] ,
We hebben samen enkele keren contact gehad over de verdere gang van zaken met de hypotheek en het huis.
Ik heb daarover nagedacht en ook geluisterd naar hetgeen jij daarover hebt gezegd en ik zou het liefst morgen overal vanaf willen zijn.
Hierbij laat ik je dan ook weten dat ik bij deze verklaar dat ik afzie van een verdeling van de waarde en/of de lusten en lasten van het huis (…) als ik zonder verdere kosten ontslagen kan worden uit mijn verplichtingen en rechten.
Ik denk dat ik dit het beste kan doen op basis van de ozb waarde als uitgangspunt voor een verrekenwaarde zoals de Rabobank dit heeft voorgesteld.
Ik hoop dat je hiermee uit de voeten kunt en als dit door een notaris of zo moet worden vastgelegd dan ben ik daarvoor beschikbaar. (…)”
3.9.
Nadien heeft [ged.conv./eis.reconv.] de woning niet van [eis.conv./ged.reconv.] overgenomen. Evenmin is [eis.conv./ged.reconv.] ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening. Partijen zijn nog steeds samen eigenaar van de woning.
3.10.
[ged.conv./eis.reconv.] is tot op heden woonachtig in de woning.

4.Het geschil in conventie

4.1.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad,
I. bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.] binnen één week na betekening van dit vonnis zijn medewerking dient te verlenen aan de verkoop en overdracht van de woning, via een door [eis.conv./ged.reconv.] aan te wijzen notaris, te weten Tap & Van Hoff Notarissen, waarbij onder verkoop mede moet worden begrepen het aanstellen van een makelaar, te weten Heilbron Makelaardij in de persoon van [betrokkene1] , middels het tekenen van de verkoopopdracht en het tekenen van het koopcontract door [ged.conv./eis.reconv.] ;
II. bepaalt dat [eis.conv./ged.reconv.] , indien [ged.conv./eis.reconv.] niet op eerste verzoek na afloop van de gestelde termijn van een week na betekening van dit vonnis zijn medewerking verleent, vervangende toestemming wordt verleend althans wordt gemachtigd om na betekening van dit vonnis tot verkoop en levering van de woning, zonder medewerking van [ged.conv./eis.reconv.] , over te gaan en bepaalt dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is, dan wel dat deze uitspraak in de plaats van de akte of een deel daarvan zal treden, zodat de beoogde makelaar, Heilbron Makelaardij, in de persoon van [betrokkene1] , zonder toestemming van [ged.conv./eis.reconv.] , tot verkoop van de woning aan een derde kan overgaan en de door [eis.conv./ged.reconv.] aan te wijzen, Tap & Van Hoff Notarissen, zonder toestemming van [ged.conv./eis.reconv.] , tot levering van de woning aan een derde kan overgaan, nu dit vonnis in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring van [ged.conv./eis.reconv.] ;
III. bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.] zijn medewerking dient te verlenen aan het laten taxeren van de woning door Heilbron Makelaardij evenals het verkoopklaar maken en houden van de woning, waaronder begrepen zijn medewerking verlenen aan het laten maken van foto’s voor de website van de makelaar en Funda, medewerking verlenen aan bezichtigingen en de woning en het perceel netjes houden in het kader van deze bezichtigingen, waarbij [ged.conv./eis.reconv.] de adviezen van de makelaar ten aanzien van de vraag- en laatprijs dient op te volgen, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [ged.conv./eis.reconv.] voor iedere handeling die [ged.conv./eis.reconv.] met inachtneming van vorenstaande niet of niet tijdig verricht, een en ander met een maximum van € 25.000,00;
IV. bepaalt dat de opbrengst van de woning na aftrek van de hypothecaire schuld, de kosten van de makelaar en de kosten van de notaris aan partijen bij helfte toekomt;
V. [ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt in de kosten van dit geding, daaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf twee weken na de dag waarop vonnis wordt gewezen tot de dag der algehele voldoening.
4.2.
Ter onderbouwing van haar vorderingen stelt [eis.conv./ged.reconv.] het volgende. Ten aanzien van de woning is sprake van een gemeenschap van eigendom. [eis.conv./ged.reconv.] wenst daarvan geen deel meer uit te maken. [ged.conv./eis.reconv.] is niet staat is om de woning over te nemen. [eis.conv./ged.reconv.] heeft er spoedeisend belang bij dat de woning verkocht wordt en de opbrengst bij helfte verdeeld wordt.
4.3.
[ged.conv./eis.reconv.] voert als volgt verweer. [eis.conv./ged.reconv.] heeft geen spoedeisend belang bij haar vorderingen. Deze zaak is ongeschikt voor behandeling in kort geding. Het belang van [ged.conv./eis.reconv.] bij behoud van de woning behoort zwaarder te wegen dan het belang van [eis.conv./ged.reconv.] bij verkoop. [ged.conv./eis.reconv.] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eis.conv./ged.reconv.] , althans tot afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van [eis.conv./ged.reconv.] in de proceskosten.

5.Het geschil in reconventie

5.1.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert dat de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad:
I. bepaalt dat de vordering tot verdeling van de woning door [eis.conv./ged.reconv.] voor ten hoogste drie jaren wordt uitgesloten te rekenen vanaf de datum van dit vonnis;
II. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis haar medewerking te leveren aan het passeren van een verdelingsakte c.q. akte van partiële verdeling en levering waarbij de woning zonder nadere verrekening met [eis.conv./ged.reconv.] c.q. zonder dat haar enig bedrag toekomt ter zake de verdeling van de woning, op naam van [ged.conv./eis.reconv.] wordt gesteld en [eis.conv./ged.reconv.] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen die op de woning rusten;
III. bepaalt dat indien [eis.conv./ged.reconv.] de benodigde medewerking aan het passeren van de akte binnen de gestelde termijn niet levert, dit vonnis in de plaats komt van de voor het passeren van deze akte benodigde medewerking, instemming en handtekening van [eis.conv./ged.reconv.] ;
IV. althans [ged.conv./eis.reconv.] machtigt ter zake het passeren van de verdelingsakte op te treden als vertegenwoordiger van [eis.conv./ged.reconv.] ;
V. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt om de twee honden, genaamd [hond2] en [hond1] , binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan [ged.conv./eis.reconv.] af te geven;
VI. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt om aan [ged.conv./eis.reconv.] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat zij niet voldoet aan de onder V uitgesproken veroordeling;
VII. althans zodanige voorzieningen treft als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
VIII. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
5.2.
Ter onderbouwing van haar vorderingen stelt [ged.conv./eis.reconv.] het volgende. Partijen zijn overeengekomen dat [ged.conv./eis.reconv.] de woning mag overnemen zonder dat hij daarbij iets verschuldigd is aan [eis.conv./ged.reconv.] . [ged.conv./eis.reconv.] heeft er spoedeisend belang bij dat [ged.conv./eis.reconv.] deze afspraak nakomt. De honden [hond1] en [hond2] behoren aan [ged.conv./eis.reconv.] in eigendom toe en [eis.conv./ged.reconv.] houdt hen zonder recht of titel. [ged.conv./eis.reconv.] heeft er spoedeisend belang bij dat [eis.conv./ged.reconv.] de honden aan hem teruggeeft.
5.3.
[eis.conv./ged.reconv.] voert als volgt verweer. [ged.conv./eis.reconv.] heeft [eis.conv./ged.reconv.] een onjuiste voorstelling van zaken voorgehouden toen partijen de afspraken maakten waarvan [ged.conv./eis.reconv.] nu nakoming vordert. [eis.conv./ged.reconv.] heeft de afspraak gemaakt terwijl zij onder druk stond van allerlei schuldeisers. [ged.conv./eis.reconv.] is niet in staat om de woning over te nemen. Het is naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat [ged.conv./eis.reconv.] overname van de woning blijft uitstellen. [eis.conv./ged.reconv.] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [ged.conv./eis.reconv.] , althans tot afwijzing van zijn vorderingen, met veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten.
5.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

6.De beoordeling

spoedeisend belang [eis.conv./ged.reconv.]

6.1.
Als eerste formele verweer voert [ged.conv./eis.reconv.] aan dat [eis.conv./ged.reconv.] geen spoedeisend belang heeft bij verkoop van de woning. Ter onderbouwing heeft [ged.conv./eis.reconv.] onder meer aangevoerd dat hij de hypotheeklasten elke maand voldoet. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] maakt de bank ook geen aanspraak op terugbetaling van de geldlening of uitwinning van het hypotheekrecht. Dat maakt volgens [ged.conv./eis.reconv.] dat hij in de woning kan blijven wonen, ook al heeft hij de woning nog niet van [eis.conv./ged.reconv.] overgenomen.
6.2.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft daarentegen aangevoerd dat zij spoedeisend belang heeft bij verkoop van de woning omdat zij schulden heeft en gebruik wenst te maken van gemeentelijke schuldhulpverlening. Om daarvoor in aanmerking te komen dient de woning eerst verkocht te worden, aldus [eis.conv./ged.reconv.] . Ter onderbouwing heeft [eis.conv./ged.reconv.] e-mails overgelegd met de schuldhulpverleningsinstanties.
6.3.
In reactie daarop heeft [ged.conv./eis.reconv.] aangevoerd dat [eis.conv./ged.reconv.] geen schulden heeft. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] heeft [eis.conv./ged.reconv.] die schulden althans niet aannemelijk gemaakt.
6.4.
Als wettelijk uitgangspunt geldt dat de voorzieningenrechter bevoegd is om een voorziening bij voorraad te geven in alle spoedeisende zaken waarin dat vereist is gelet op de belangen van partijen. Een spoedeisend belang bij een voorziening heeft de eiser van wie men niet kan vergen dat hij eerst een bodemprocedure afwacht. Of men van de eiser kan vergen dat hij een bodemprocedure afwacht, hangt af van (onder meer) het voorlopig karakter van het rechterlijk oordeel. Ook hangt dit af van de vraag hoe ingrijpend de gevolgen zijn van het uitblijven of verlenen van de voorziening.
6.5.
Geoordeeld wordt dat [eis.conv./ged.reconv.] haar spoedeisend belang voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De relatie van partijen is al geruime tijd geëindigd en [eis.conv./ged.reconv.] is in 2017 uit de woning vertrokken. Ondertussen is zij wel nog steeds voor de helft eigenaar van de woning en hoofdelijk aansprakelijk voor de hypothecaire geldlening. Het enkele feit dat [ged.conv./eis.reconv.] elke maand de hypotheeklasten voldoet maakt dit niet anders. Door de hoofdelijke aansprakelijkheid loopt [eis.conv./ged.reconv.] risico en dat hoeft zij gezien het eindigen van de relatie niet langer te dulden. Bovendien heeft [eis.conv./ged.reconv.] , anders dan [ged.conv./eis.reconv.] aanvoert, wel degelijk voldoende aannemelijk gemaakt dat zij gebruik wenst te maken van gemeentelijke schuldhulpverlening en dat de woning daarvoor verkocht moet worden. Dit staat immers met zoveel woorden in de e-mail van Stadsbank Oost-Nederland van 12 mei 2021 die [eis.conv./ged.reconv.] heeft overgelegd als productie 6 bij dagvaarding. Daarin valt te lezen: “…
Voor mevrouw [eis.conv./ged.reconv.] is het noodzakelijk dat de woning z.s.m. verkocht wordt en dat zij uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt gesteld. Eerder kunnen wij geen schuldhulpverlening bieden…”
geschiktheid voor kort geding
6.6.
Als tweede formele verweer voert [ged.conv./eis.reconv.] aan dat deze zaak ongeschikt is voor behandeling in kort geding. Ter onderbouwing heeft [ged.conv./eis.reconv.] aangevoerd dat het in deze zaak aankomt op een uitleg van de afspraken die partijen op 18 oktober 2018 met elkaar gemaakt hebben. Voor die uitleg is nadere bewijslevering nodig, aldus [ged.conv./eis.reconv.] , en daarvoor is in kort geding geen plaats. Verder heeft [ged.conv./eis.reconv.] aangevoerd dat de vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] neerkomen op een verdeling van de gemeenschap van eigendom van partijen. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] heeft dat een definitief karakter en daar is de kortgedingprocedure niet voor bedoeld, nog steeds aldus [ged.conv./eis.reconv.] .
6.7.
Bij de beoordeling van dit verweer geldt het volgende als uitgangspunt. Op grond van de wet kan een voorziening worden geweigerd indien een zaak niet geschikt is om in kort geding te worden beslist. Volgens de Hoge Raad moet de kortgedingrechter naar hedendaagse rechtsopvattingen met terughoudend van deze bevoegdheid gebruik maken (HR 24 februari 2006,
NJ2007, 37). Volgens de Hoge Raad kan in twee gevallen sprake zijn van ongeschiktheid voor behandeling in kort geding (HR 4 juni 1993,
NJ1993, 659). Ten eerste kan een zaak ongeschikt zijn indien de feiten binnen het beperkte kader van het kort geding niet voldoende tot klaarheid zijn gebracht. Ten tweede kan een zaak ongeschikt zijn indien de voorzieningenrechter de gevolgen van een door hem te geven beslissing niet voldoende kan overzien.
6.8.
Geoordeeld wordt dat het verweer van [ged.conv./eis.reconv.] faalt. De feiten zijn immers voldoende duidelijk: [ged.conv./eis.reconv.] woont nog steeds in de woning en [eis.conv./ged.reconv.] wenst dat de woning verkocht wordt. Ook zijn de gevolgen van de beslissing voldoende te overzien: bij verkoop van de woning zal [ged.conv./eis.reconv.] op zoek moeten naar woonruimte elders. Dat maakt dat deze zaak wel degelijk geschikt is om in kort geding te worden behandeld.
verkoop woning
6.9.
Tussen partijen is ten aanzien van de woning sprake van een gemeenschap van eigendom. Daarover bepaalt de wet dat elke deelgenoot te allen tijde verdeling daarvan kan vorderen. Dit is slechts anders indien dit uit de aard van de gemeenschap of uit de wet voortvloeit. De rechter kan op verzoek van een deelgenoot een vordering tot verdeling uitstellen, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. De wet bepaalt dat de rechter dit kan doen indien de door onmiddellijke verdeling getroffen belangen van een of meer deelgenoten aanmerkelijk groter zijn dan de belangen die door de verdeling worden gediend.
6.10.
Verder bepaalt de wet dat de rechter een deelgenoot op diens verzoek kan machtigen om het gemeenschappelijk goed te gelde te maken. Een dergelijke machtiging kan worden uitgesproken om een voor rekening van de gemeenschap komende schuld te voldoen of om andere gewichtige redenen. De wet bepaalt ook dat de rechter overneming door een deelgenoot kan bevelen indien het gemeenschappelijk goed voor deze deelgenoot een bijzondere waarde heeft. Deze overneming moet dan plaatsvinden tegen vergoeding van de geschatte waarde.
6.11.
Tot slot bepaalt de wet dat de rechter kan bepalen dat zijn uitspraak dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van diegene tot een bepaalde rechtshandeling gehouden is. Volgens de wet kan dit worden bepaald indien iemand jegens een ander gehouden is een rechtshandeling te verrichten, tenzij de aard van de rechtshandeling zich hiertegen verzet.
6.12.
Geoordeeld wordt dat de woning moet worden verkocht. Weliswaar hebben partijen bij aanvang van hun gedeelde huishouding een samenlevingsovereenkomst gesloten en bevat deze samenlevingsovereenkomst geen fatale termijn waarbinnen [ged.conv./eis.reconv.] de woning moet overnemen, maar dat doet in dit kort geding niet meer ter zake. [ged.conv./eis.reconv.] heeft namelijk onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij in staat is om de woning over te nemen. Zo stelt [ged.conv./eis.reconv.] wel dat hij op dit moment betaalde arbeid verricht bij een vastgoedonderneming, maar hij heeft daarvan geen arbeidsovereenkomst of een loonstrook overgelegd. Daarbij wordt ook meegewogen dat de thans resterende hypotheekschuld aanzienlijk is, namelijk
€ 560.000,00. Om een dergelijk hoge hypotheekschuld over te nemen zal [ged.conv./eis.reconv.] toch op zijn minst moeten beschikken over ofwel een goedbetaalde baan, ofwel een aanzienlijk financieel vermogen. Geen van beide is in dit kort geding aannemelijk geworden. Door [ged.conv./eis.reconv.] is erkend dat thans nog een enkele schuld van de vele schulden die partijen hadden opeisbaar is. Enig financieel vermogen heeft [ged.conv./eis.reconv.] dus niet. [ged.conv./eis.reconv.] doet een beroep op de door [eis.conv./ged.reconv.] ondertekende brief van 18 oktober 2018, stellende dat [eis.conv./ged.reconv.] akkoord is gegaan met het overnemen van de woning door [ged.conv./eis.reconv.] zonder dat daaraan enige tijdslimiet is verbonden. Weliswaar bevat die brief geen harde termijn waarbinnen [ged.conv./eis.reconv.] de woning moet overnemen, maar van [eis.conv./ged.reconv.] kan niet gevergd worden dat zij tot in de lengte der dagen daarop blijft wachten. Bovendien kan uit die brief worden afgeleid dat partijen voor oog hadden dat de woning binnen afzienbare termijn zou worden overgenomen door [ged.conv./eis.reconv.] . In de voorbije vier jaar is [ged.conv./eis.reconv.] daartoe niet in staat gebleken. Voldoende aannemelijk is dat een rechter na het voeren van een bodemprocedure tot het oordeel kan komen dat het naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [ged.conv./eis.reconv.] zonder enige termijn overname van de woning kan blijven uitstellen. Daarbij weegt ook mee dat [eis.conv./ged.reconv.] in de tussentijd hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de hypotheekschuld. Bovendien heeft [eis.conv./ged.reconv.] voldoende aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij verkoop van de woning. Uit de stukken die zij heeft overgelegd blijkt immers dat zij gebruik wenst te maken van gemeentelijke schuldhulpverlening en dat de woning daarvoor verkocht moet worden.
6.13.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] grotendeels zullen worden toegewezen. De woning zal verkocht moeten worden en [ged.conv./eis.reconv.] moet daaraan (in feitelijke zin) meewerken, op straffe van een dwangsom. Ook zal [eis.conv./ged.reconv.] worden gemachtigd om de woning namens [ged.conv./eis.reconv.] te verkopen en zal worden bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de namens [ged.conv./eis.reconv.] vereiste rechtshandeling om over te gaan tot levering van de woning. Ter zitting zijn partijen overeengekomen dat de verkoop zal plaatsvinden door verkoopmakelaar Eggink Maalderink. Afgewezen zal worden de vordering van [eis.conv./ged.reconv.] om overdracht van de woning te laten plaatsvinden via
Tap & Van Hoff Notarissen. Gebruikelijk is immers dat de koper van een woning de notaris uitkiest.
6.14.
De vorderingen van [ged.conv./eis.reconv.] gericht op toebedeling van de woning zullen, gelet op het voorgaande, worden afgewezen.
verdeling opbrengst woning
6.15.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert ook dat de verkoopopbrengst bij helfte moet worden verdeeld na aftrek van de hypotheekschuld en de verkoopkosten. Deze vordering zal worden afgewezen. De reden voor deze afwijzing is gelegen in de brief die [eis.conv./ged.reconv.] op
18 oktober 2018 heeft ondertekend. In deze brief staat dat [eis.conv./ged.reconv.] afziet van een verdeling van de waarde van de woning. Of deze afspraak tussen partijen thans nog geldt is een vraag die eventueel in een bodemprocedure moet worden beantwoord. Voor de precieze duiding van die afspraak is immers nadere bewijslevering nodig, waarvoor in kort geding geen plaats is.
[hond2] en [hond1]
6.16.
Tot slot vordert [ged.conv./eis.reconv.] dat [eis.conv./ged.reconv.] de honden [hond2] en [hond1] aan hem teruggeeft. Deze vordering zal bij gebrek aan spoedeisend belang worden afgewezen. Vast staat immers dat [eis.conv./ged.reconv.] de twee honden twee jaar geleden bij [ged.conv./eis.reconv.] heeft opgehaald. Ook staat vast dat [ged.conv./eis.reconv.] in de tussentijd geen aanspraak heeft gemaakt op de honden. Weliswaar volgt uit de jurisprudentie dat stilzitten er niet per definitie toe leidt dat men spoedeisend belang ontbeert, maar naarmate dat stilzitten langer duurt moet men wel redenen daarvoor aanvoeren. Dat laatste heeft [ged.conv./eis.reconv.] in dit kort geding niet gedaan. Wel wordt overwogen dat de wijze waarop [eis.conv./ged.reconv.] de honden heeft opgehaald bepaald niet de schoonheidsprijs verdient.
proceskosten
6.17.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.] binnen één week na betekening van dit vonnis zijn medewerking dient te verlenen aan verkoop van de woning, waarbij onder verkoop mede moet worden begrepen het aanstellen van Eggink Maalderink als verkoopmakelaar, middels het tekenen van de verkoopopdracht en het tekenen van het koopcontract door [ged.conv./eis.reconv.] ,
7.2.
verleent [eis.conv./ged.reconv.] , indien [ged.conv./eis.reconv.] niet op eerste verzoek na afloop van een week na betekening van dit vonnis zijn medewerking verleent, vervangende toestemming om tot verkoop van de woning over te gaan,
7.3.
bepaalt dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is, zodat de notaris, zonder toestemming van [ged.conv./eis.reconv.] , tot levering van de woning aan een derde kan overgaan, nu dit vonnis in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring van [ged.conv./eis.reconv.] ,
7.4.
bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.] zijn medewerking dient te verlenen aan het laten taxeren van de woning door Eggink Maalderink evenals het verkoopklaar maken en houden van de woning, waaronder begrepen zijn medewerking verlenen aan het laten maken van foto’s voor de website van de makelaar en Funda, medewerking verlenen aan bezichtigingen en de woning en het perceel netjes houden in het kader van deze bezichtigingen, waarbij [ged.conv./eis.reconv.] de adviezen van de makelaar ten aanzien van de vraag- en laatprijs dient op te volgen, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro) per dag of dagdeel dat [ged.conv./eis.reconv.] voor iedere handeling die [ged.conv./eis.reconv.] met inachtneming van vorenstaande niet of niet tijdig verricht, met een maximum van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintig duizend euro),
7.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.7.
wijst de vorderingen af,
voorts in conventie en in reconventie
7.8.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.H.A. Heenk en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2021.
KH/EH