Uitspraak
1.De inhoud van de vordering
2.De procedure
3.De beoordeling van de vordering
€ 6.143,07 van [naam] .
Rechtbank Gelderland
In deze ontnemingszaak heeft de rechtbank Gelderland op 17 juni 2021 uitspraak gedaan over de verplichting van een 33-jarige vrouw en twee mannen van 39 en 46 en 55 jaar oud om ieder 12.000 euro aan de Staat te betalen. Daarnaast moet een 55-jarige man 10.500 euro terugbetalen. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde zou vaststellen op 138.904 euro, maar na een schriftelijke ronde en de inhoudelijke behandeling ter zitting, werd dit bedrag herzien. De verdediging stelde dat er geen wederrechtelijk verkregen voordeel was, omdat de veroordeelde was vrijgesproken van de verkoop van xtc-pillen. De officier van justitie betoogde echter dat de veroordeelde wel degelijk voordeel had genoten en schatte dit op 500 euro per week, wat leidde tot een totaal van 12.000 euro over een periode van 24 weken. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde uit de bewezenverklaarde productie van xtc-pillen wederrechtelijk voordeel had genoten en stelde het bedrag vast op 12.000 euro. De rechtbank verwierp het verweer van de raadsvrouw dat de betalingsverplichting op nihil moest worden gesteld, omdat onvoldoende was onderbouwd dat de veroordeelde geen draagkracht had. De rechtbank legde de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat en bepaalde de duur van de gijzeling op 95 dagen.