ECLI:NL:RBGEL:2021:3079
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Wasmann
- K.A.M. van Hoof
- E.J. Swiers
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot betaling van wederrechtelijk verkregen voordeel in drugszaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een 33-jarige vrouw en twee mannen van 39 en 46 en 55 jaar oud. De rechtbank heeft hen de verplichting opgelegd om ieder 12.000 euro aan de Staat te betalen, terwijl een 55-jarige man 10.500 euro moet terugbetalen. De officier van justitie had aanvankelijk het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde geschat op 138.904 euro, maar na een vrijspraak voor de verkoop van xtc-pillen, heeft de officier zijn vordering aangepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde betrokken was bij de productie van xtc-pillen en dat hij, samen met zijn medeveroordeelden, een beloning heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op 12.000 euro, gebaseerd op een schatting van 500 euro per week gedurende een periode van 24 weken. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen bewijs was voor kosten die in mindering moesten worden gebracht en dat de rol van de veroordeelde en zijn medeveroordeelden gelijkwaardig was. De rechtbank heeft de duur van de gijzeling vastgesteld op 95 dagen, conform artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering.