10.De beslissing
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
- beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
gelast daarnaast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte:
1. Veroordeelde werkt mee met het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
a. Veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
b. Veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig legitimatiebewijs zien;
c. Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
d. Veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
e. Veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
f. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
g. Veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
h. Veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde als dat van belang is voor het toezicht;
2. Veroordeelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
3. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
4. Veroordeelde laat zich opnemen in CTP Veldzicht of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde werkt mee aan overbruggingszorg te indiceren door het NIFP-IFZ en te plaatsen door het DIZ. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
5. Veroordeelde laat zich behandelen en na het klinische behandeltraject ambulant begeleiden door een door de reclassering nader te bepalen instelling. De behandeling start aansluitend op het klinische behandeltraject. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
6. Veroordeelde verblijft in een passende woonvorm, hetgeen geïndiceerd wordt vanuit de klinische behandelsetting, of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op het klinische behandeltraject. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. Veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
8. Veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
9. Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect – contact met [slachtoffer] , zolang de reclassering dit verbod nodig vindt;
10. Veroordeelde wordt verplicht om de volgende bijkomende voorwaarden na te leven en zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering die in het kader van het toezicht op de naleving van deze voorwaarden noodzakelijk zijn:
a. Veroordeelde zal zich houden aan de behandelvoorschriften van de behandelaars van de instelling van verblijf. Dit geldt ook voor middelengebruik, vrijheden, urinecontroles, blaastesten en medicatiebeleid;
b. Veroordeelde zal toestaan dat de reclassering door de behandelende instelling over de behandeling wordt ingelicht;
c. Veroordeelde dient bijzonderheden, van welke aard dan ook, direct aan de reclassering te melden;
d. Veroordeelde zal zich constructief en open opstellen in het contact met de medewerker van de reclassering en zal inzicht geven in zijn psychosociaal functioneren;
e. Veroordeelde heeft een zinvolle dagbesteding;
f. Veroordeelde geeft toestemming aan de reclassering om contact op te nemen met relevante personen en/of instellingen, voor zover dit noodzakelijk is in het kader van het toezicht, door indien gewenst daarvoor een Verklaring van Geen Bezwaar te ondertekenen;
g. Veroordeelde zal iedere zes maanden een pasfoto, welke niet ouder is dan 6 maanden, afgeven aan de reclassering welke gebruikt kan worden voor opsporingsdoeleinden in het geval hij zich aan het toezicht van de reclassering onttrekt;
h. Veroordeelde dient te allen tijde telefonisch bereikbaar te zijn voor de reclassering.
11. Veroordeelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs aan als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;
geeft Tactus verslavingszorg opdracht verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
veroordeelt verdachte aan de benadeelde partij [slachtoffer] een bedrag te betalen van € 37.896,00, vermeerderd met de wettelijke rente:
- over de reis- en verblijfskosten vanaf 1 juni 2021;
- over de schade wegens het verblijf in het ziekenhuis vanaf 10 augustus 2020;
- over de kosten voor de kleding vanaf 3 augustus 2020;
- over de kosten vanwege de beperkingen in de zelfwerkzaamheid vanaf 3 augustus 2020;
- over de kosten vanwege de vaststelling van schade vanaf 6 mei 2021;
- over de immateriële schadevergoeding (smartengeld) vanaf 3 augustus 2020,
tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
verklaart de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk in zijn vordering;
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 37.896,00, vermeerderd met de wettelijke rente:
- over de reis- en verblijfskosten vanaf 1 juni 2021;
- over de schade wegens het verblijf in het ziekenhuis vanaf 10 augustus 2020;
- over de kosten voor de kleding vanaf 3 augustus 2020;
- over de kosten vanwege de beperkingen in de zelfwerkzaamheid vanaf 3 augustus 2020;
- over de kosten vanwege de vaststelling van schade vanaf 6 mei 2021;
- over de immateriële schadevergoeding (smartengeld) vanaf 3 augustus 2020.
tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 224 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de verplichting tot betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.R. Sonneveldt (voorzitter), mr. J.A.P. Bakker en mr. E.S.M. van Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Draaijers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 juni 2021.