Op 12 januari 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk inrijden op een verbalisant en wederspannigheid. De rechtbank heeft in deze zaak de verklaringen en processen-verbaal van de verbalisanten uitgesloten van het bewijs, omdat er onregelmatigheden waren die de betrouwbaarheid van deze verklaringen aantastten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldiging van opzettelijk inrijden op de verbalisant, omdat niet bewezen kon worden dat de verdachte het stopteken tijdig had gezien. Ook het verzet tegen de aanhouding kon niet worden vastgesteld, aangezien de rechtbank concludeerde dat de verdachte vooral reageerde op het buitensporige geweld van de verbalisanten. De enige bewezenverklaring was die van belediging van een verbalisant, waarvoor de rechtbank geen straf of maatregel oplegde, gezien de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd. De rechtbank oordeelde dat het geweld dat de verbalisanten tegen de verdachte hadden gebruikt, een belangrijke factor was in de beslissing om geen straf op te leggen. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van het meest ernstige feit.