3.1.[gedaagde partij] vordert, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad zal bepalen dat:
de woning binnen een week na datum van het in deze te wijzen vonnis dient te worden getaxeerd door de door partijen aangewezen NVM-makelaar;
[gedaagde partij] in de gelegenheid zal worden gesteld om te onderzoeken of hij de woning kan en wil financieren tegen de huidige taxatiewaarde;
indien [gedaagde partij] de woning kan en wil financieren, de woning aan [gedaagde partij] toe te scheiden voor de door de door partijen aangewezen NVM-makelaar getaxeerde waarde (onder de gehoudenheid van [gedaagde partij] dat hij de op de woning rustende hypothecaire schuld voor zijn rekening neemt en zich ervoor in zal spannen om [gedaagde partij] te doen ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze schuld) en te bepalen dat [gedaagde partij] aan deze toescheiding en het op naam van [gedaagde partij] stellen van de woning haar medewerking dient te verlenen en dat [gedaagde partij] met ingang van de datum van het in deze te wijzen vonnis, gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de woning;
indien [gedaagde partij] weigert haar medewerking te verlenen aan het onder i. en iii. genoemde, dit vonnis dezelfde kracht heeft als de door [gedaagde partij] te ondertekenen overeenkomst / notariële akte;
de aan de hypotheek gekoppelde levensverzekering aan [gedaagde partij] toe te scheiden;
de verkoopopbrengst van de woning (na aftrek van de hypothecaire schuld en de kosten gemoeid met de verkoop van de woning, zoals de makelaarskosten en notariskosten) gelijkelijk tussen partijen dient te worden verdeeld en een eventuele restschuld gelijkelijk door partijen zal worden gedragen;
indien blijkt dat [gedaagde partij] de woning niet kan of niet wenst te financieren, de woning dient te worden verkocht en dat partijen binnen twee weken na de dag waarop blijkt dat [gedaagde partij] de financiering niet rond krijgt, partijen de door hen aangewezen NVM-makelaar opdracht dienen te geven de woning te koop aan te bieden tegen een in onderling overleg vast te stellen vraag- en laatprijs (en bij gebreke van overeenstemming een door de NVM-makelaar vast te stellen vraag- en laatprijs) en [gedaagde partij] te veroordelen haar medewerking te verlenen aan alle handelingen die nodig zijn om de woning (conform het voorgaande) te verkopen en te leveren;
[gedaagde partij] te veroordelen in de kosten van deze procedure;
subsidiair, meer subsidiair en uiterst subsidiair
subsidiair (1) [gedaagde partij] te veroordelen tot nakoming van de gemaakte afspraken door haar medewerking te verlenen aan de verdeling van de woning,
althans meer subsidiair (4) de gevolgen van de overeenkomst te wijzigen en / of de overeenkomst te ontbinden wat het uitsluitende gebruik van de woning door [gedaagde partij] voor onbepaalde tijd betreft,
althans uiterst subsidiair de overeenkomst te vernietigen wat het uitsluitende gebruik van de woning door [gedaagde partij] voor onbepaalde tijd betreft,
en in dat kader (steeds)
te bepalen dat de woning binnen een week na datum van het in deze te wijzen vonnis dient te worden getaxeerd door de door partijen aangewezen NVM-makelaar;
te bepalen dat [gedaagde partij] in de gelegenheid zal worden gesteld om te onderzoeken of hij de woning kan en wil financieren tegen de huidige taxatiewaarde;
indien [gedaagde partij] de woning kan en wil financieren, de woning aan [gedaagde partij] toe te scheiden voor de door de door partijen aangewezen NVM-makelaar getaxeerde waarde (onder de gehoudenheid van [gedaagde partij] dat hij de op de woning rustende hypothecaire schuld voor zijn rekening neemt en zich ervoor in zal spannen om [gedaagde partij] te doen ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze schuld) en te bepalen dat [gedaagde partij] aan deze toescheiding en het op naam van [gedaagde partij] stellen van de woning haar medewerking dient te verlenen en dat [gedaagde partij] met ingang van de datum van het in deze te wijzen vonnis, gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de woning;
te bepalen dat indien [gedaagde partij] weigert haar medewerking te verlenen aan het onder i. en iii. genoemde, dit vonnis dezelfde kracht heeft als de door [gedaagde partij] te ondertekenen overeenkomst / notariële akte;
de aan de hypotheek gekoppelde levensverzekering aan [gedaagde partij] toe te scheiden;
te bepalen dat de verkoopopbrengst van de woning (na aftrek van de hypothecaire schuld en de kosten gemoeid met de verkoop van de woning, zoals de makelaarskosten en notariskosten) gelijkelijk tussen partijen dient te worden verdeeld en een eventuele restschuld gelijkelijk door partijen zal worden gedragen;
te bepalen dat indien blijkt dat [gedaagde partij] de woning niet kan of niet wenst te financieren, de woning dient te worden verkocht en dat partijen binnen twee weken na de dag waarop blijkt dat [gedaagde partij] de financiering niet rond krijgt, partijen de door hen aangewezen NVM-makelaar opdracht dienen te geven de woning te koop aan te bieden tegen een in onderling overleg vast te stellen vraag- en laatprijs (en bij gebreke van overeenstemming een door de NVM-makelaar vast te stellen vraag- en laatprijs) en [gedaagde partij] te veroordelen haar medewerking te verlenen aan alle handelingen die nodig zijn om de woning (conform het voorgaande) te verkopen en te leveren;
[gedaagde partij] te veroordelen in de kosten van deze procedure;