ECLI:NL:RBGEL:2021:2620
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.J. Penning
- C.G.M. Kosman
- Rechtspraak.nl
Weigering drank- en horecavergunning op basis van verwijtbaarheid en zedelijk gedrag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 27 mei 2021 uitspraak gedaan over de weigering van een drank- en horecavergunning aan eiseres door de burgemeester van West Betuwe. De burgemeester had de vergunning geweigerd op grond van artikel 27, eerste lid, onder a, van de Drank- en Horecawet, omdat eiseres als (voormalig) leidinggevende van een inrichting die eerder gesloten was op grond van de Opiumwet, niet voldeed aan de eisen van zedelijk gedrag zoals gesteld in het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999. Eiseres had echter onbetwist meerdere maatregelen getroffen om drugsgebruik door bezoekers te voorkomen en betoogde dat haar geen verwijt kon worden gemaakt voor de aangetroffen drugs bij een bezoeker.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester ten onrechte had gesteld dat er geen sprake was van verwijtbaarheid in de zin van artikel 5 van het Besluit. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres voldoende maatregelen had genomen en dat de burgemeester niet had aangetoond in welk opzicht eiseres tekort was geschoten. De voorzieningenrechter vernietigde het bestreden besluit en droeg de burgemeester op om binnen twee weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de burgemeester ook het griffierecht en de proceskosten aan eiseres moest vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de zorgvuldigheid van bestuursorganen bij het beoordelen van vergunningaanvragen en de noodzaak om concrete argumenten te geven voor een weigering.