Uitspraak
15 februari en 10 mei 2021.
1.De inhoud van de tenlastelegging
- die [slachtoffer 2] meerdere malen, in elk geval eenmaal, met een mes en/of een handzeis, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de hals te steken en/of te snijden en/of te prikken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
“ik ben in mijn nek gestoken”Zonder dat een van de verbalisanten ernaar vroeg zei verdachte:
“ik heb haar in haar nek gestoken.”Onder de doeken zat een diepe snee ter hoogte van de aanhechting tussen hals en schouder. De snee was ongeveer 3 tot 4 centimeter lang. [23]
“jij kunt mij niet vertellen wat er is gebeurd, ik heb er geen zin meer in”.En ze vroeg of verdachte haar wilde helpen en of ze haar polsen wilde snijden om in warm water te zetten. Nu wilde verdachte dat wel doen. Toen zei [slachtoffer 2] :
“doe maar liever mijn hals”, waarop verdachte haar in haar hals sneed met een keukenmes. [28]
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 2 tot en met 3 november 2020 te Nijkerk [slachtoffer 1]
, al dan niet met voorbedachten rade,van het leven heeft beroofd, door:
, in elk geval eenmaal,met een mes
, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp,in de schouder en
/ofde rug en
/ofde
nek/hals van die [slachtoffer 1] te steken en
/ofte snijden en
/of
, in elk geval eenmaal,met een mes,
in elk geval een scherp en/of puntig voorwerpin het lichaam van die [slachtoffer 1] te steken en
/ofte snijden,
en/of te stompen,
keel/hals van die [slachtoffer 1] dicht te knijpen
en/of dicht te drukken (waardoor die [slachtoffer 1] geen lucht meer kreeg/de adem is ontnomen);
of omstreeks7 november 2020 te Nijkerk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk
, al dan niet met voorbedachten radevan het leven te beroven,
meerdere malen, in elk gevaleenmaal
,met een mes
en/of een handzeis, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerpin de hals heeft
gestoken en/ofgesneden
en/of geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
€ 4.564,68 aan materiële schade, € 10.000, - aan smartengeld (waarvan
€ 1.076,52 aan materiële schade en € 17.500, - aan affectieschade.
€ 5.000, - aan smartengeld (feit 1) en € 17.500, - aan affectieschade (feit 2);
- 1 december 2020 voor het inkomensverlies;
- 10 februari 2021 voor de reiskosten; en
- 3 november 2020 voor de affectieschade.
- 1 december 2020 voor het inkomensverlies;
- 15 februari 2021 voor de reiskosten; en
- 3 november 2020 voor de affectieschade.
- 7 november 2020 voor het smartengeld; en
- 3 november 2020 voor de affectieschade.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
de duur van acht (8) jaren;
- gelast dat verdachte
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
materiële schade, bestaande uitinkomensverlies (€ 4.333,10) vanaf 1 december 2020;
affectieschade (€ 20.000, -) vanaf 3 november 2020.
materiële schade, bestaande uitinkomensverlies (€ 944,70) vanaf 1 december 2020;
affectieschade (€ 17.500, -) vanaf 3 november 2020.
smartengeld (€ 5.000) vanaf 7 november 2020; en
affectieschade (€ 17.500, -) vanaf 3 november 2020.