Uitspraak
1.De inhoud van de tenlasteleggingen
05/281953-20is, na een toegewezen vordering tot wijziging van de tenlastelegging, aan verdachte ten laste gelegd dat:
05/220467-20is aan verdachte ten laste gelegd dat:
05/094655-20is aan verdachte ten laste gelegd dat:
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
stillnummer 6 en
stillnummer 8 is opschreven:
3.De bewezenverklaring
of omstreeks7 november 2020 te Arnhem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,in de richting van die [slachtoffer 1] heeft geschoten
(ter hoogte van zijn middel), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks7 november 2020 te Arnhem [slachtoffer 1] heeft mishandeld door:
, in elk geval eenmaal,met een vuurwapen
, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in elk geval een slagvoorwerp,op/tegen het hoofd te slaan;
of omstreeks7 november 2020 te Arnhem [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,door:
, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,op het gezicht van die [slachtoffer 1] te richten/ in de richting van het gezicht van die [slachtoffer 1] te bewegen en
/of
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
of omstreeks7 november 2020 te Arnhem een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.
al dan nietals bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Velp (Gelderland), binnen de gemeente Rheden, op/aan de Larensteinselaan en/of de Broekstraat, op
of omstreeks11 januari 2019 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] )
letsel en/ofschade was toegebracht;
of omstreeks11 januari 2019 te Velp, gemeente Rheden, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 590 microgram
, in elk geval hoger dan 220 microgram,alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
of omstreeks11 januari 2019 te Velp, gemeente Rheden als bestuurder van een voertuig (voertuig), daarmee rijdende op de weg, de Broekstraat,
(terwijl hij verkeerde onder invloed van alcoholhoudende drank
)met hoge snelheid, in elk geval met een voor die verkeerssituatie te hoge snelheid,
snelheid had verminderd en/oftot stilstand was gekomen, met het door hem bestuurde voertuig gebotst/aangereden tegen een voor hem, verdachte, op die weg stilstaand
, althans langzamer rijdend,ander voertuig (personenauto) en
/of (vervolgens
)met hoge snelheid/toeren is weggereden en
/of
(vervolgens
)op de Waterstraat op de weghelft/rijbaan, bestemd voor het tegemoetkomend verkeer, is gaan rijden en
/ofblijven rijden en
/ofaldus tegen het verkeer/de rijrichting in is gaan rijden en
/ofblijven rijden (zogenaamd spookrijden)
/of (bij nadering van de kruising van de voornoemde Waterstraat met de Larensteinselaan
)is gebotst/gereden tegen een voertuig (personenauto) dat doende was linksaf te slaan/linksaf sloeg naar, althans in de richting van, de Larensteinselaan,
letsel aan personen is ontstaan en/ofschade aan goederen is toegebracht, door welke gedraging
(en
)van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt
, althans kon worden veroorzaakt,en
/ofhet verkeer op die weg werd gehinderd
, althans kon worden gehinderd.
of omstreeks29 augustus 2019, te Velp, in de gemeente Rheden
, een goed te weteneen scooter heeft
verworven,voorhanden gehad
, en/of overgedragen,terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
of omstreeks29 augustus 2019, te Velp, in de gemeente Rheden, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer0,39 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende heroïne en
/of ongeveer0,26 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en
/ofcocaïne
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9. De vorderingen tot tenuitvoerlegging (parketnummers 05/720067-18 en 22/002983-19)
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
05/281953-20 als feit 1 primairen parketnummer
05/094655-20 als feit 2ten laste gelegde feiten;
zestien maanden;
hechtenis van twee weken;
benadeelde partij [slachtoffer 1]van € 568,38 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
- legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 568,38 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.) Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 40 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
benadeelde partij [slachtoffer 4](parketnummer 094655-20) niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële en immateriële schade;
tenuitvoerleggingvan de op 30 mei 2018 door de rechtbank voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf van vier maanden (parketnummer 05/720067-18);
tenuitvoerleggingvan de op 29 januari 2020 door het hof voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf van tien dagen (parketnummer 22/002983-19).