ECLI:NL:RBGEL:2021:2522

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 mei 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
C/05/375735 / HZ ZA 20-343
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van zonnepanelen en eigendomsrecht in het kader van eigendomsvoorbehoud en recht van reclame

In deze zaak vordert de besloten vennootschap SolarDistri B.V. dat de rechtbank de gedaagden veroordeelt om 1240 zonnepanelen af te geven, die zij aan NoCo2 had geleverd. SolarDistri beroept zich op een eigendomsvoorbehoud dat zij met NoCo2 zou hebben afgesproken. De gedaagden, die de zonnepanelen hebben ontvangen, betwisten dit en stellen dat zij de zonnepanelen rechtmatig hebben verkregen. De rechtbank heeft de feiten en de procedure in detail onderzocht, waarbij het verloop van de procedure, de feiten rondom de levering van de zonnepanelen en de juridische argumenten van beide partijen aan bod komen. De rechtbank concludeert dat SolarDistri niet kan bewijzen dat er een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen met NoCo2, en dat de zonnepanelen daadwerkelijk aan de gedaagden zijn geleverd. De rechtbank wijst de vorderingen van SolarDistri af en verklaart dat de gedaagden rechthebbende zijn van de zonnepanelen. Tevens heft de rechtbank de conservatoire derdenbeslagen op die door SolarDistri zijn gelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/375735 / HZ ZA 20-343
Vonnis van 26 mei 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOLARDISTRI B.V.,
gevestigd te Middelharnis, Goeree-Overflakkee,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. S.K. Setz te Rotterdam,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde]
gevestigd te [woonplaats],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. N.G. Cornelissen te Lichtenvoorde.
Partijen zullen hierna SolarDistri B.V. en [gedaagden] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 23 december 2020 en het bericht van 15 februari 2021
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 4 mei 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
SolarDistri is een leverancier van zonnepanelen die zij met name levert aan ondernemingen die de zonnepanelen op hun beurt bij derden plaatsen. [gedaagde] drijft een onderneming onder meer gericht op het fokken en houden van varkens en rundvee.
2.2.
Op 28 oktober 2018 heeft NoCo2, een bedrijf dat zich toelegde op verkoop van zonnestroomsystemen, de opdracht van [gedaagde] bevestigd tot het Turn Key leveren van een zonnestroom installatie inclusief de verkoop en levering van, aanvankelijk 1770 en later 1620, daartoe benodigde zonnepanelen. De opdracht zag op de levering en de installatie van de zonnepanelen maar ook op het verzwaren van de aansluiting door Liander. De totaalprijs voor de installatie bedroeg € 364.400,00 exclusief btw.
2.3.
NoCo2 heeft begin 2020 zonnepanelen ten behoeve van [gedaagde] besteld bij SolarDistri voor een bedrag van € 175.741,85. SolarDistri heeft op verzoek van NoCo2 1240 zonnepanelen afgeleverd bij [gedaagde]. Het was de bedoeling dat NoCo2 die zonnepanelen (en de resterende 380 zonnepanelen die niet meer geleverd zijn) zou monteren op het dak van de varkensschuren van [gedaagde].
2.4.
Op 2 april 2020 heeft SolarDistri een factuur gestuurd aan NoCo2 voor genoemd bedrag. Op die factuur staat, voor zover hier relevant:

Reference: Orderbevestiging 02/04/2020
Amount Product Price Total Price
1612 Jinko Cheetah HC 60M-V340 € 90,10 € 145.241,20
(…)
100% advance payment IBAN (…)
(…)
Algemene voorwaarden gedeponeerd bij Kamer van Koophandel Zuid-West Nederland
2.5.
Op 3 juni 2020 is NoCo2 in staat van faillissement verklaard. Bij brief van 5 juni 2020 heeft SolarDistri zich tegenover de curator en tegenover [gedaagde] beroepen op het eigendomsvoorbehoud dat zij met NoCo2 zou zijn overeengekomen.
2.6.
[gedaagde] heeft in totaal een bedrag van € 220.461,20 aan NoCo2 betaald voor de zonnestroom installatie, zulks uiteraard voorafgaand aan het faillissement van NoCo2. Op
5 juni 2020 heeft [gedaagde] de zonnepanelen in de opslag gezet.
2.7.
Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft SolarDistri op 14 juli 2020 conservatoir derdenbeslag doen leggen ten laste van [gedaagde] onder meerdere banken.

3.De vordering in conventie

3.1.
SolarDistri vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[gedaagde] c.s. veroordeelt om aan haar af te geven de 1240 zonnepanelen binnen 14 dagen na het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, dat [gedaagde] c.s. niet aan die veroordeling voldoet,
[gedaagde] c.s. veroordeelt tot betaling van de schade van SolarDistri, een en ander nader op te maken bij staat,
[gedaagde] c.s. veroordeelt in de kosten van de procedure, alsmede in de kosten van de gelegde beslagen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis, alsmede veroordeelt in de nakosten met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis.
3.2.
SolarDistri legt, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, de volgende stellingen ten grondslag aan haar vorderingen. SolarDistri heeft meerdere partijen zonnepanelen geleverd aan NoCo2 die onbetaald zijn gebleven. Voor zover de zonnepanelen zijn afgeleverd bij een derde, zoals in dit geval bij [gedaagde], betwist SolarDistri dat de panelen aan [gedaagde] zijn geleverd. Overigens heeft SolarDistri zich beroepen op haar eigendomsrecht voortvloeiend uit de algemene voorwaarden en heeft zij het recht van reclame ingeroepen. Omdat [gedaagde] de 1240 zonnepanelen heeft verduisterd, heeft SolarDistri conservatoir derdenbeslag doen leggen ten laste van [gedaagde]. Voor het geval [gedaagde] niet in staat is de 1240 zonnepanelen af te geven, wordt subsidiair schade gevorderd nader op te maken bij staat.

4.Het verweer in conventie

4.1.
[gedaagde] concludeert dat de vorderingen bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis worden afgewezen en/of ongegrond worden verklaard met veroordeling van SolarDistri in de kosten van de procedure met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis.
4.2.
[gedaagde] voert de volgende verweren aan. De zonnepanelen zijn door middel van bezitsverschaffing aan haar geleverd en zij heeft daar ook voor betaald. Er is voldaan aan de vereisten voor overdracht in de zin van artikel 3:84 van het Burgerlijk Wetboek, BW. Bij gebrek aan wetenschap wordt betwist dat SolarDistri haar algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard op de overeenkomst die SolarDistri met NoCo2 heeft gesloten. Voor zover die algemene voorwaarden, met daarin een eigendomsvoorbehoud, al van toepassing zouden zijn, komt SolarDistri daarop geen beroep toe omdat de panelen met medeweten en kennelijke instemming van SolarDistri direct bij [gedaagde] zijn afgeleverd en aldus direct zijn doorgeleverd door NoCo2, terwijl [gedaagde] geen wetenschap had van een bedongen eigendomsvoorbehoud en daar ook geen rekening mee hoefde te houden.

5.De vordering in reconventie

5.1.
[gedaagde] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
voor recht verklaart dat [gedaagde] rechthebbende/eigenaar is van de in april 2020 aan [gedaagde] geleverde 1240 zonnepanelen van de typeaanduiding ‘Jinko Cheetah HC 60M-V340’, althans een beslissing neemt in goede justitie,
voor recht verklaart dat SolarDistri voor een geheel ongegronde vordering en/of zonder deugdelijke grondslag op 14 juli 2020 conservatoire (derden)beslagen heeft gelegd ten laste van Lammes, althans een beslissing neemt in goede justitie,
opheft de door SolarDistri op 14 juli 2020 gelegde conservatoire derdenbeslagen, althans de beslagen onder de ING Bank en de Rabobank, althans een beslissing neemt in goede justitie,
SolarDistri veroordeelt in de (na)kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis.
5.2.
[gedaagde] legt het volgende ten grondslag aan haar vorderingen. Beslaglegging is onnodig en onterecht geweest. Het wekt verontwaardiging dat SolarDistri in het verzoekschrift stelt dat [gedaagde] de zonnepanelen zou hebben verduisterd; dat is niet het geval. Zij heeft de panelen als goed huisvader opgeslagen.

6.Het verweer in reconventie

6.1.
SolarDistri concludeert dat uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen, althans deze moeten worden afgewezen met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
6.2.
SolarDistri voert als verweer aan dat tussen haar en NoCo2 eerder een rechtsverhouding bestond waarop haar algemene voorwaarden van toepassing waren. Daarom was zij niet gehouden om voor de overeenkomst die betrekking had op de zonnepanelen ten behoeve van [gedaagde] nogmaals de algemene voorwaarden ter hand te stellen.

7.De beoordeling

in conventie en in reconventie

7.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze hierna tegelijk worden behandeld.
7.2.
SolarDistri baseert haar vordering jegens [gedaagde] op een eigendomsvoorbehoud dat zij overeengekomen zou zijn met NoCo2. In artikel 7 van de volgens SolarDistri op die overeenkomst toepasselijke algemene voorwaarden staat dat SolarDistri het eigendom behoudt van de goederen tot betaling van al haar vorderingen is voldaan. [gedaagde] heeft betwist dat NoCo2 SolarDistri niet heeft betaald voor de aan hem geleverde 1240 zonnepanelen, maar het oordeel daarover kan in het midden blijven. Ervan uitgaande dat NoCo2 die vordering niet (volledig) heeft betaald, zou SolarDistri zich jegens NoCo2 op haar eigendomsvoorbehoud kunnen beroepen als komt vast te staan dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn. Vast staat in ieder geval dat in de overeenkomst van NoCo2 met [gedaagde] geen eigendomsvoorbehoud is opgenomen.
7.3.
SolarDistri heeft nagelaten de overeenkomst met NoCo2 – voor zover die al schriftelijk zou zijn aangegaan – in het geding te brengen zodat niet komt vast te staan dat SolarDistri zich jegens NoCo2 de eigendom van de 1612 aan NoCo2 verkochte zonnepanelen heeft voorbehouden. De enkele verwijzing naar de algemene voorwaarden op de factuur, waarop overigens niet is vermeld dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn maar enkel is vermeld dat de algemene voorwaarden zijn gedeponeerd, is onvoldoende om tot toepasselijkheid te komen. Weliswaar heeft SolarDistri gesteld dat de algemene voorwaarden in het verleden zijn overeengekomen met NoCo2 en dat van een bestendige relatie sprake is, maar ook met betrekking tot eerdere leveranties heeft zij geen overeenkomst met NoCo2 in het geding gebracht waarin uitdrukkelijk de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Door SolarDistri is ter zitting er nog op gewezen dat ook de curator heeft erkend dat de algemene voorwaarden van SolarDistri op de overeenkomst met NoCo2 van toepassing zijn, maar dit standpunt van de curator bindt [gedaagde] uiteraard niet.
Aan de discussie tussen partijen over de vraag of de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld, kan gelet op het feit dat niet vast staat dat zij overeengekomen zijn voorbij worden gegaan. Er wordt dan ook van uitgegaan dat tussen SolarDistri en NoCo2 geen eigendomsvoorbehoud is overeengekomen zodat SolarDistri dit ook niet jegens [gedaagde] kan inroepen.
7.4.
SolarDistri heeft voorts betoogd dat de zonnepanelen niet zijn geleverd omdat niet bedoeld is [gedaagde] het bezit te verschaffen van de zonnepanelen. Volgens SolarDistri blijkt uit de pakbon dat SolarDistri aan zichzelf levert, zijn de zonnepanelen geplaatst op een bouwplaats van [gedaagde] waar NoCo2 werkzaamheden verrichtte en is volgens de overeenkomst tussen NoCo2 en [gedaagde] pas sprake van levering na de installatie van de zonnepanelen op het dak. Nu de vierde termijn, die daarop ziet, nog niet door [gedaagde] is betaald, zijn de zonnepanelen niet in juridische zin geleverd. [gedaagde] heeft hier tegenin gebracht dat er geen afspraak is gemaakt dat de zonnepanelen gehouden zouden worden voor SolarDistri, dat zij er zonder meer van uit mocht gaan dat sprake was van bezitsoverdracht en dat NoCo2 en [gedaagde] zijn afgeweken van de in de overeenkomst vermelde termijnbetalingen.
7.5.
Voor eigendomsoverdracht van roerende zaken is nodig een geldige titel, een beschikkingsbevoegde vervreemder en een leveringshandeling. De koopovereenkomst tussen NoCo2 en [gedaagde] is een geldige titel en NoCo2 was een beschikkingsbevoegde vervreemder nu hiervoor reeds is geoordeeld dat de zonnepanelen niet onder eigendomsvoorbehoud door SolarDistri aan NoCo2 zijn geleverd. Vast staat dat SolarDistri NoCo2 ook niet heeft gehouden aan haar voorwaarde van “100% advance payment”. Dat betekent ook dat NoCo2 de zonnepanelen niet is gaan houden voor SolarDistri. SolarDistri heeft in opdracht van NoCo2 1240 zonnepanelen bij [gedaagde] zijn geplaatst. Aldus heeft SolarDistri de feitelijke macht over deze zonnepanelen aan [gedaagde] verschaft zonder daarbij te vermelden dat zij niet de wil had de eigendom van de zonnepanelen over te dragen. Er is dus sprake van bezitsverschaffing, terwijl vast staat dat [gedaagde] meer heeft betaald aan NoCo2 dan de zonnepanelen waard waren. Aan alle vereisten voor eigendomsoverdracht van de zonnepanelen is voldaan, zodat de argumenten van SolarDistri in wezen niet behoeven te worden besproken. Omdat de discussie hierover echter op de zitting is gevoerd, zal hier toch nader op in worden gegaan.
7.6.
Vast staat dat op de pakbon van SolarDistri van 15 april 2020 als shipping en billing address SolarDistri is vermeld. Het gaat hierbij om een levering van 434 zonnepanelen in plaats van de overeengekomen 1620 zonnepanelen. Omdat NoCo2 niet reageerde op een vraag van [gedaagde] over het aantal geleverde zonnepanelen en op de opmerking dat het om andere (type) zonnepanelen gaat dan overeengekomen, heeft [gedaagde] direct contact opgenomen met SolarDistri over deze levering. Namens SolarDistri is als volgt gereageerd op 18 april 2020: “
Dit is vreemd en er lijkt iets mis te zijn gegaan met de logistiek. Normaliter hadden er 806 op jullie locatie geleverd moeten zijn en de andere 806 aan het magazijn van NoCo2, gezien de beperkte ruimte die we op hadden gekregen. (…)” Nadien heeft SolarDistri, in afwijking van wat zij hierover heeft vermeld, meer zonnepanelen op het terrein van [gedaagde] geplaatst. Gelet op deze feitelijke gang van zaken, waarbij SolarDistri nimmer heeft aangegeven dat de zonnepanelen onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd of dat NoCo2 nimmer enig bedrag voor die panelen aan SolarDistri heeft betaald, terwijl SolarDistri wel heeft gemeld dat het om levering gaat, wordt niet ingezien dat [gedaagde] op basis van een adres op de pakbon had moeten beseffen dat de zonnepanelen enkel aan hem als houder werden geleverd.
7.7.
Ook het argument van SolarDistri dat de zonnepanelen zijn geplaatst op een bouwplaats van een grote(re) ondernemer zodat reeds daarom geen sprake kan zijn van bezitsverschaffing, gaat niet op. Door [gedaagde] is betaald voor de levering van materialen, waaronder de zonnepanelen, terwijl de installatie van het systeem al was voorzien. Van een bouwplaats, wat daar ook de gevolgen van zouden zijn, is geen sprake.
7.8.
Ten slotte gaat ook het argument dat niet gefactureerd en betaald is voor de vierde termijn niet op. De overeenkomst tussen [gedaagde] en NoCo2 is op 28 oktober 2018 gesloten. Op 16 november 2018 heeft NoCo2 de eerste termijn factuur ter grootte van € 88.184,80 inclusief btw aan [gedaagde] gezonden, die de factuur heeft voldaan. Vervolgens is er grote vertraging ontstaan in de levering van materialen en de aanleg van het systeem. Op 31 januari 2020 heeft NoCo2 een nieuwe planning aan [gedaagde] gestuurd voor het zonnestroomsysteem waarbij de bouw van de installatie werd gezet op 2 maart 2020 (productie 6 [gedaagde]), welke planning overigens niet wordt gehaald.
Op 2 februari 2020 heeft NoCo2 aan [gedaagde] een factuur gestuurd ter grootte van € 132.277,20 waarop staat vermeld “Wij factureren u nu de 30% bij levering van de materialen”, terwijl de zonnepanelen op die datum nog niet waren geleverd. In april 2020 is tussen NoCo2 en [gedaagde] blijkens de door [gedaagde] overgelegde emailcorrespondentie (productie 11 [gedaagde]) overeengekomen dat [gedaagde] 60% van de factuur zou betalen, waarna NoCo2 de overige materialen direct zou uitleveren (het gaat dan om de resterende panelen en de onderconstructie) en de dag erna zou starten met installatie. Niet alleen de planning en de wijze van factureren maar ook het aantal zonnepanelen en het type zonnepanelen is gewijzigd. Onder die omstandigheden kan niet worden beweerd dat NoCo2 en [gedaagde] zich hebben gehouden aan de (termijnbetalingen in de) opdrachtbevestiging van 28 oktober 2018 en dat SolarDistri daarop een beroep kan doen.
7.9.
Meer subsidiair heeft SolarDistri zich jegens [gedaagde] nog beroepen op het recht van reclame ex artikel 7:42 BW. Dit artikel geeft de verkoper jegens de koper de mogelijkheid de koopovereenkomst te ontbinden (met een schriftelijke verklaring waaraan eisen zijn gesteld) als de koper niet heeft betaald. [gedaagde] heeft niet van SolarDistri gekocht maar van NoCo2 zodat het beroep op het reclamerecht SolarDistri reeds om die reden niet toekomt. SolarDistri heeft overigens niet onderbouwd waarom haar een beroep op het reclamerecht toekomt jegens [gedaagde]. De roerende zaken, de zonnepanelen, zijn anders dan om niet – [gedaagde] heeft hier immers voor betaald – door NoCo2 overgedragen aan [gedaagde] die redelijkerwijs niet behoefde te verwachten dat het recht zou worden uitgeoefend. Dit beroep wordt dan ook gepasseerd.
7.10.
De vorderingen van SolarDistri zullen dan ook worden afgewezen. SolarDistri zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
1.126,00(2 punten x tarief € 563,00)
Totaal € 1.782,00
7.11.
De vordering van [gedaagde] in reconventie om voor recht te verklaren dat [gedaagde] rechthebbende is op de 1240 zonnepanelen, zal worden toegewezen.
7.12.
[gedaagde] vordert daarnaast opheffing van de door SolarDistri ten laste van haar gelegde conservatoire derdenbeslagen. Beslaglegging is volgens [gedaagde] onnodig, onterecht en ook zeer hinderlijk omdat zij niet volledig kan beschikken over de liquide middelen en het bancaire krediet, nodig voor de bedrijfsvoering. SolarDistri heeft gesteld dat, mocht zij in het ongelijk worden gesteld, zij er toch belang bij heeft om haar beslagen tijdens de appeltermijn dan wel gedurende het hoger beroep te laten rusten ter verzekering van haar vorderingen zodat de vordering van [gedaagde] zou moeten worden afgewezen.
7.13.
Ingevolge artikel 705 lid 2 Rv wordt een conservatoir beslag opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt. Hiervoor is reeds geoordeeld dat de door SolarDistri gepretendeerde vorderingen ondeugdelijk zijn. De vraag is echter ook of het voortduren van het beslag niet om andere redenen kan worden gerechtvaardigd. Deze beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen. Een conservatoir beslag strekt er naar zijn aard toe om te waarborgen dat, zo een vooralsnog niet vaststaande vordering in de hoofdzaak wordt toegewezen, verhaal mogelijk zal zijn, terwijl de beslaglegger bij afwijzing van de vordering voor de door het beslag ontstane schade zal kunnen worden aangesproken. Het belang van [gedaagde] bij onmiddellijke opheffing van de ten laste van haar gelegde conservatoire derdenbeslagen weegt zwaarder dan het belang dat SolarDistri heeft om zekerheid te houden voor betaling van haar vordering mocht dit vonnis worden vernietigd. [gedaagde] exploiteert immers al sinds 2012 een varkenshouderij en fokbedrijf in [woonplaats] en gesteld noch gebleken is dat zij niet goed voor haar geld zou zijn mocht de vordering van SolarDistri (eventueel) in hoger beroep worden toegewezen, terwijl het grote belang van [gedaagde] om tot afronding van het zonnestroomsysteem te komen, een gegeven is. De vordering van [gedaagde] om voor recht te verklaren dat SolarDistri voor een geheel ongegronde vordering en/of zonder deugdelijke grondslag beslag heeft doen leggen, zal evenwel worden afgewezen nu deze vordering geen zelfstandig belang meer heeft.
7.14.
SolarDistri zal zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op
€ 563,00.

8.De beslissing

De rechtbank
in conventie
8.1.
wijst de vorderingen af,
8.2.
veroordeelt SolarDistri in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.782,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling onder 8.2. uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
8.4.
verklaart voor recht dat [gedaagde] rechthebbende/eigenaar is van de in april 2020 aan [gedaagde] geleverde 1240 zonnepanelen van de typeaanduiding ‘Jinko Cheetah HC 60M-V340’,
8.5.
heft op de door SolarDistri op 14 juli 2020 ten laste van [gedaagde] gelegde conservatoire derdenbeslagen,
8.6.
veroordeelt SolarDistri in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 563,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.7.
veroordeelt SolarDistri in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 255,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SolarDistri niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.8.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordelingen onder 8.5. tot en met 8.7. uitvoerbaar bij voorraad,
8.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.H.A. Heenk en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2021.
KH/PB