Op 18 mei 2021 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 2 februari 2020 in Doetinchem, waar de verdachte de aangeefster, een vrouw, heeft gedwongen tot seksuele handelingen door gebruik te maken van geweld en zijn fysieke overwicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de billen van de aangeefster uit elkaar heeft getrokken en haar vaginaal en anaal heeft verkracht, ondanks haar herhaalde verzoeken om te stoppen. De aangeefster heeft een gedetailleerde verklaring afgelegd over de gebeurtenissen, die door de rechtbank als geloofwaardig werd beschouwd. Het DNA-onderzoek dat op de anus van de aangeefster is uitgevoerd, heeft een mengprofiel opgeleverd dat met grote waarschijnlijkheid aan de verdachte kan worden toegeschreven. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar, wat lager is dan de door de officier van justitie geëiste 3 jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de aangeefster, die langdurige gevolgen ondervindt van de verkrachting. De verdachte is strafbaar verklaard en het bewezenverklaarde feit is gekwalificeerd als 'verkrachting, meermalen gepleegd'.