Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 augustus 2020,
- de producties 10, 11 en 12 van [eiser] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 2 december 2020.
2.De feiten
dr. [arts 1] en neuroloog dr. [arts 2] een rapport uitgebracht (hierna: het NOC Rapport). Orthopedisch chirurg dr. [arts 3] heeft het NOC rapport mede gezien en ondertekend. In het NOC Rapport is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
1. Vanuit neurologisch oogpunt heeft de heer [eiser] geen afwijkingen. De klachten en ervaren beperkingen vloeien niet voort uit een neurologische stoornis.
redelijke tijdalsnog een volledige genezing van de femurfractuur is bereikt. Daarbij geeft de expertise arts aan dat het onzorgvuldig handelen aanleiding heeft gegeven tot een zeer langdurige morbiditeit. Er zijn echter, gezien de goed eindsituatie geen functionele beperkingen vanwege primair onzorgvuldig handelen aan te geven.
€ 40.000,00 voor de schade en € 18.500,00 voor de buitengerechtelijke kosten. Bij brief van
e-mailbericht van 9 oktober 2018 heeft MediRisk laten weten haar standpunt te handhaven.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“vanuit neurologische optiek heeft het “onzorgvuldig handelen” geen gevolgen gehad”(vraag 2)
aangezien er immers geen gevolgen en beperkingen op neurologisch vakgebied bij betrokkene aanwezig zijn, hoe het medisch handelen verder ook gekwalificeerd wordt”(vraag 4) en
Neurologisch gezien zal er geen verandering in zijn toestand optreden. Beter dan het nu al is, kan het niet worden(…)”(vraag 5).
“de zeer langdurige morbiditeit”die zijn aanleiding vond in het onzorgvuldig handelen, zoals door u genoemd in het antwoord op vraag 2 van het NOC rapport, en de ‘
zeer sterk toegenomen morbiditeit zowel wat betreft de tijdsduur als de ernstige klachten en beperkingen’, zoals door u genoemd in het antwoord op vraag 4 van het NOC rapport?
- Was die extra morbiditeit, die niet ook zou zijn opgetreden zonder medische fout, in duur beperkt tot een periode van ongeveer een jaar, die gelijk is aan de periode tussen de eerste operatie (van 27 mei 2005) en de hersteloperatie (van 13 mei 2006), of betrof dit een langere periode?
- In het geval dat die extra morbiditeit langer duurde dan een jaar: wat was de extra duur?
5.De beslissing
19 mei 2021voor het nemen van een akte door beide partijen gelijktijdig met betrekking tot hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 4.9 en 4.10.