ECLI:NL:RBGEL:2021:240

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 januari 2021
Publicatiedatum
18 januari 2021
Zaaknummer
C/05/382169 / FA RK 20-63
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz na beoordeling van de actuele toestand van betrokkene

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 januari 2021 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die op 7 januari 2021 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2021, die via beeldbellen plaatsvond vanwege COVID-19, werd de psychiater gehoord. Deze had echter nog niet met betrokkene kunnen spreken over haar actuele toestandsbeeld, waardoor hij niet kon beoordelen of er nog sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank besloot de zaak aan te houden tot de volgende dag om de psychiater de gelegenheid te geven met betrokkene te overleggen.

Bij de voortzetting van de mondelinge behandeling op 12 januari 2021 bleek dat er inmiddels afspraken waren gemaakt over de veiligheid van betrokkene, en dat alle betrokken partijen het erover eens waren dat betrokkene terug kon naar het gezinshuis, waar de ambulante behandeling zou worden voortgezet. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake meer was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voortzetting van de crisismaatregel niet langer noodzakelijk was. Daarom werd het verzoek van de officier van justitie afgewezen.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter L.J.P. Lambooij en in het openbaar uitgesproken. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 18 januari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/382169 / FA RK 20-63
Datum mondelinge uitspraak: 12 januari 2021
Beschikking machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] ,
verblijfadres: Pro Persona De Riethorst te Ede,
op grond van een crisismaatregel verleend tot en met 10 januari 2021,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.A. Smits te Nijmegen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 8 januari 2021, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 7 januari 2021 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden, in eerste instantie op 11 januari 2021. Tijdens deze mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
[naam] , als psychiater verbonden aan Pro Persona.
1.3.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.
1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2021 heeft de psychiater aangegeven dat hij nog niet in de gelegenheid is geweest om met betrokkene te praten over haar actuele toestandsbeeld en de noodzaak van het voortduren van haar opname. De psychiater kon om die reden niet goed beoordelen of er nog sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Er stond een gesprek voor later in de middag gepland. De rechtbank heeft hierin aanleiding gezien om de zaak aan te houden tot 12 januari 2021, om zo de psychiater de gelegenheid te geven eerst een gesprek met betrokkene te voeren.
1.5.
De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft middels videobellen plaatsgevonden op 12 januari 2021, waarbij zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
[naam] als arts verbonden aan Pro Persona.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar betrokkene verblijft te bezoeken. Dit levert voor betrokkene en de medebewoners en verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
De arts heeft tijdens de voortgezette mondelinge behandeling aangegeven dat er tijdens het gesprek dat betrokkene heeft gehad met de psychiater, de psycholoog van Karakter en een persoonlijk begeleider op 11 januari jl., afspraken zijn gemaakt over de veiligheid van betrokkene. Alle partijen staan er achter dat betrokkene weer teruggaat naar het gezinshuis en dat van daaruit de ambulante behandeling wordt voortgezet. Het is niet nodig dat de crisismaatregel wordt voortgezet.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat nu er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en betrokkene met (veiligheids)afspraken weer terug naar het gezinshuis kan, de voortzetting van de crisismaatregel niet langer noodzakelijk is. De rechtbank zal het verzoek van de officier van justitie om die reden dan ook afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst af het verzoek \tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2021 door mr. L.J.P. Lambooij, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 januari 2021.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.