ECLI:NL:RBGEL:2021:2347
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op grond van de Opiumwet wegens drugshandel en de beoordeling van de voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 11 mei 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker A, die bezwaar had gemaakt tegen de sluiting van zijn woning door de burgemeester van Nijkerk. De burgemeester had op 1 april 2021 besloten de woning te sluiten voor de duur van drie maanden, omdat er aanwijzingen waren dat vanuit de woning drugs werden verhandeld. Dit besluit volgde op een doorzoeking van de woning op 30 december 2020, waarbij aanzienlijke hoeveelheden harddrugs, contant geld en wapens werden aangetroffen.
De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of het bezwaar van verzoeker een redelijke kans van slagen had. Hij concludeerde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, omdat de aangetroffen hoeveelheden drugs de gebruikershoeveelheid overschreden en er aanwijzingen waren voor drugshandel. De voorzieningenrechter oordeelde dat de sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen, ondanks de argumenten van verzoeker dat hij geen drugs verhandelde en dat de sluiting hem in een moeilijke positie zou brengen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de sluiting van de woning voor drie maanden door kon gaan. De burgemeester zal de ingangsdatum van de sluiting aan verzoeker meedelen, die twee tot drie weken na de uitspraak zal zijn. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft vastgesteld dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.