Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 december 2020
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 23 maart 2021.
2.De feiten
[eisende partij] heeft tegenover de toedrachtsonderzoeker van Achmea, de heer [betrokkene1] , (hierna: “ [betrokkene1] ”) op 4 februari 2020 een verklaring afgelegd. Op verzoek van Achmea heeft de heer [betrokkene2] van het bureau Post-Crash Voertuig Diagnose (P-CVD) op 20 januari 2020 nader onderzoek gedaan naar de data van het voertuig. [betrokkene2] heeft zijn bevindingen neergelegd in een rapport van 1 april 2020 (hierna: “het rapport P-CVD”). Kern van het rapport is dat de partiële diefstal technisch gezien kan hebben plaatsgevonden, maar dat de registraties in de parkeercylcus kort voor én na de gemelde diefstalperiode opvallend zijn omdat hieruit te herleiden valt dat de auto verbonden was met een extern diagnosesysteem. Op het moment dat het extern diagnosesysteem was aangesloten, was eveneens het contactslot ingeschakeld en de sleutel in ruststand in het contactslot, zo volgt uit het rapport.
- Dat het opmerkelijk is dat alle onderdelen zeer netjes waren losgekoppeld en dat er uit het voertuig zelf geen onderdelen waren weggenomen;
- Dat de heer [eisende partij] richting Achmea vaag is gebleven over waar het voertuig ten tijde van de inbraak geparkeerd gestaan heeft en over het niet aanwezig zijn van camerabeelden;
- Dat de heer [eisende partij] pas nadat hij op 16 januari 2020 met Achmea sprak over de locatie van zijn Mercedes met de politie contact opnam over de in het proces verbaal vermelde foutieve locatie;
- Dat omwonenden niets hebben gehoord of gezien van de geclaimde inbraak ondanks dat uit het onderzoek is gebleken dat het alarm van de Mercedes op 9 januari 2020 tussen 23:48 en 23:50 uur tot zeven keer toe werd geactiveerd;
- Dat de heer [eisende partij] geen verklaring heeft over het op 9 januari 2020 tussen half vijf en vijf uur tot drie keer toe starten van de Mercedes zonder dat de tellerstand is opgelopen;
- Dat de heer [eisende partij] geen verklaring heeft voor het feit dat er op 9 januari 2020 om 16:58 uur een diagnosesysteem op de Mercedes werd aangesloten;
- Dat, gezien het feit dat het contactslot ten tijde van het aangesloten zijn van een diagnosesysteem ingeschakeld was, er tijdens deze cyclus uitleeswerkzaamheden plaatsvonden;
- Dat hetgeen de heer [eisende partij] verklaard heeft over het gebruik van de Mercedes op9 januari 2020 niet overeenstemt met de bevindingen uit het ingestelde technische onderzoek.
3.De vordering en het verweer in conventie
4.De vordering en het verweer in reconventie
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
9 maart 2020 verklaard (zoals volgt uit rapport [betrokkene1] ) dat hij op donderdag 9 januari 2020 in de ochtend naar De Meern is geweest en in de middag naar het winkelcentrum in [woonplaats] . Nadat hij bij het winkelcentrum was geweest, is hij naar vrienden gegaan die aan de [adres] in [woonplaats] wonen. Hij heeft de auto in de buurt van de [adres] geparkeerd op de parkeerplaats ter hoogte van de [adres] [eisende partij] woont aan de [adres] . De [adres] grenst aan de [adres] . [eisende partij] verklaart de auto met de afstandsbediening afgesloten te hebben waarmee gelijk het alarm aan staat. Hij is tussen 22:30 en 23:00 uur naar huis gelopen en meent de auto nog (met alle onderdelen) gezien te hebben. Omdat hij gedronken had, heeft hij de auto laten staan. Op vrijdag 10 januari 2020 is [eisende partij] rond 7:45 uur naar de auto gelopen en toen ontdekte hij de diefstal. Hij heeft gelijk tegen zijn partner verteld wat er was gebeurd. Hij heeft een autohoes opgehaald om deze over de auto te trekken zodat alles droog bleef. Daarna heeft hij [betrokkene3] gebeld, die tussen 9:15 en 9:30 uur de auto heeft opgehaald met een oprijwagen. De auto is rond 9:30 uur één keer gestart om op de oprijwagen te rijden. [eisende partij] heeft de politie niet gebeld, maar heeft op 10 januari 2020 om 19:15 uur digitaal aangifte gedaan.
(19.787 km) is opgelopen, waarbij de auto om 16:58 uur drie minuten aangesloten is geweest op een extern diagnosesysteem. Om 17:01 uur is de auto vervolgens in parkeerstand gezet voor 985 minuten. P-VCD komt in het rapport P-CVD dan ook tot de conclusie dat het opvallend is dat er een extern diagnosesysteem aangesloten was, terwijl het contactslot ingeschakeld stond en de sleutel in ruststand in het contact. [betrokkene1] heeft daaraan toegevoegd dat het opmerkelijk is dat alle onderdelen zeer netjes waren losgekoppeld en dat er uit het voertuig zelf geen onderdelen waren weggenomen. Daarnaast heeft niemand iets gezien of gehoord en zijn er ook geen foto’s gemaakt op locatie na ontdekking door [eisende partij] .
Ik heb daar een rondje gemaakt en ben toen terug naar huis gegaan”. Op vraag van de rechtbank of het juist is dat [eisende partij] bij een vriend is geweest en daar geparkeerd heeft, antwoordt [eisende partij] : “
het was rond 5 uur op vrijdagmiddagdat ik daar geparkeerd was. We gaan vaker een drankje doen. Het is standaard op vrijdagmiddag. We hebben een drankje gedaan en een hapje gegeten. Het werden meer drankjes en toen ben ik lopend naar huis gegaan.”Ook de vrouw van [eisende partij] was daarbij aanwezig volgens [eisende partij] ; zij zou na het winkelcentrum zijn gekomen. Over de volgende ochtend verklaart [eisende partij] : “
De volgende ochtend werd ik wakker. Rond een uur of 8 ben ik naar de auto gelopen. Ik was vroeg eruit en had geen afspraak. Toen zag ik dat mijn auto gestript was. Als eerste ben ik een afdekhoes gaan halen om de auto af te schermen. Toen ben ik teruggelopen naar de garage, heb ik een hoes gehaald en toen heb ik mijn maat gebeld waar ik de auto heb gehaald. Onderweg, toen ik naar de garage liep om de hoes te halen, ben ik niemand tegengekomen.Ik heb mijn vrouw ook niet wakker gemaakt.”Ten aanzien van het diagnosesysteem heeft [eisende partij] tijdens de zitting aangegeven dat hij geen verklaring heeft voor het feit dat een diagnosesysteem rond 17.00 uur op 9 januari 2020 aangesloten is geweest op de auto. [eisende partij] heeft er wel navraag over gedaan bij technische kennissen, maar zij konden hem geen zinnig antwoord geven. Als de rechtbank het tijdsbestek met [eisende partij] doorneemt, geeft [eisende partij] opnieuw aan:
“Ik ben eerst naar huis gegaan, toen naar het winkelcentrum,toen ben ik teruggereden en toen ben ik naar mijn maat gereden.”Als de rechtbank [eisende partij] vraagt waarom hij de auto niet thuis heeft geparkeerd, omdat hij heeft verklaard eerst naar huis te zijn gegaan, geeft [eisende partij] aan: “
Na het winkelcentrum ben ik naar mijn maat gegaan.”. (onderstrepingen rechtbank)
- [eisende partij] verklaart wisselend over waar (winkelcentrum / thuis / bij zijn kennis) hij die dag en met name in welke volgorde hij daar is geweest in het tijdsbestek voorafgaand aan het parkeren ter hoogte van de [adres] 306 te [woonplaats] ,
- [eisende partij] kan geen verklaring geven voor het diagnosesysteem dat op 9 januari 2020 om 16.58 uur aangesloten was op de auto, terwijl het contactslot ingeschakeld stond en de sleutel in ruststand in het contact zat,
- [eisende partij] verklaart wisselend over het wel of niet wakker maken / informeren van zijn vrouw over de diefstal gelijk die ochtend na zijn ontdekking,
- [eisende partij] verklaart ter zitting dat het een vrijdag betrof en hij standaard op vrijdag bij deze kennis een borrel drinkt. De rechtbank stelt echter vast dat 9 januari 2020 op een donderdag viel.