Op 29 april 2021 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een automobilist die betrokken was bij een verkeersongeval op 15 december 2019 op de A15 ter hoogte van Dodewaard. De verdachte werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval door onvoorzichtig rijgedrag, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel bij een andere verkeersdeelnemer. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, maar de rechtbank oordeelde dat het dossier onvoldoende bewijs bood om de schuld van de verdachte wettig en overtuigend vast te stellen.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte op de vluchtstrook handelingen had verricht zonder noodzaak, maar de rechtbank concludeerde dat de exacte toedracht van het ongeval niet kon worden vastgesteld. De verkeersanalyses en de sporen op de weg gaven geen eenduidig beeld van de gebeurtenissen. De rechtbank oordeelde dat het alternatieve scenario van de verdediging, waarin de aanrijding mogelijk op de vluchtstrook had plaatsgevonden, niet kon worden uitgesloten. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen voor de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen en verklaarde de benadeelde partij, die een schadevergoeding had geëist, niet-ontvankelijk in zijn vordering. Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.