In deze zaak vordert de moeder vervangende toestemming van de voorzieningenrechter om haar kinderen, [kind 1] en [kind 2], in te schrijven op basisschool [school 1] in [plaats 2]. De vader weigert zijn schriftelijke toestemming te geven, ondanks herhaald verzoek van de moeder. De moeder heeft de echtelijke woning verlaten en woont nu in [plaats 2], wat de reisafstand naar de oude school in [plaats 1] praktisch onhaalbaar maakt. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder en het is in hun belang om in de nabijheid van hun nieuwe woonomgeving naar school te gaan. De voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de feitelijke situatie leidend is. De vader heeft geen argumenten aangedragen dat [school 1] geen goede school zou zijn voor de kinderen. De voorzieningenrechter wijst de subsidiaire vordering van de moeder toe en verleent vervangende toestemming voor de inschrijving van de kinderen op [school 1]. De proceskosten worden gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familierechtelijke procedures.