ECLI:NL:RBGEL:2021:2166

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 april 2021
Publicatiedatum
29 april 2021
Zaaknummer
05/720348-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Groot drugslab met productie van amfetamine en MDMA, diefstal van elektriciteit en voorhanden hebben van een stroomstootwapen

Op 15 april 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die wordt beschuldigd van het medeplegen van de productie van harddrugs, diefstal van elektriciteit en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] samen met medeverdachten een drugslab heeft opgezet op een perceel in Zuidwolde, waar in de periode van 1 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017 amfetamine en MDMA zijn geproduceerd. Tijdens het onderzoek zijn aanzienlijke hoeveelheden chemicaliën en apparatuur aangetroffen die gebruikt werden voor de productie van deze drugs. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er illegaal elektriciteit is afgetapt voor het drugslab, wat resulteerde in een diefstal van elektriciteit. Daarnaast werd een stroomstootwapen aangetroffen in de auto van [verdachte]. De rechtbank heeft [verdachte] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoon bevolen. De rechtbank heeft de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, en de teruggave van andere in beslag genomen goederen aan [verdachte] gelast.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/720348-17
Datum uitspraak : 15 april 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .
Raadsman: mr. R. Lonterman, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen op
15 april 2021, 25 maart 2021, 26 maart 2020, 30 augustus 2018 en 6 februari 2018.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
(zaaksdossier 2)
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan [adres 2] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
-een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
-een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van:
-een hoeveelheid MDMA en/of
-een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan [adres 2] ),
chemicaliën en/of stoffen te weten:
-218 liter piperonylmethylketon (PMK), in elk geval een grote hoeveelheid piperonylmethylketon (PMK) en/of
-54 liter benzylmethylketon (BMK), in elk geval een grote hoeveelheid benzylmethylketon (BMK) en/of
-zoutzuur en/of
-zwavelzuur en/of
-methanol en/of
-caustic soda en/of
-mierenzuur en/of
-fosforzuur en/of
citroenzuur en/of
-sassafrasolie,
goederen en/of voorwerpen te weten:
-een of meerdere (verschillende soorten) ketels en/of
-een elektrische verwarmingsdeken en/of
-een of meerdere (vacuüm)destillatieopstellingen en/of
-een of meerdere opslagtanks (800 liter) en/of
-vijf glazen scheitrechters en/of
-een of meerdere (propaan) gasflessen en gasbranders en/of
-een afzuiginstallatie,
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die chemicaliën en/of stoffen en/of goederen en/of voorwerpen bestemd waren en/of benodigd waren, althans konden worden gebruikt voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van middelen vermeld op
de bij de opiumwet behorende lijst I;
2.
(zaaksdossier 8)
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen: een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3.
(zaaksdossier 4)
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2017 tot en met 28 oktober 2017 te Wageningen en/of Arnhem en/of Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad:
-20 liter GHB, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB en/of
-ongeveer 2000 gram amfetamine (speed), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (speed),
zijnde GHB en/of amfetamine (speed) (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; en/of hij in of omstreeks de periode van 3 september 2017 tot en met 28 oktober 2017 te Wageningen en/of Arnhem en/of Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zonder registratie een hoeveelheid van ongeveer 1000 gram ketamine, in elk geval een werkzame stof, heeft bereid en/of ingevoerd en/of afgeleverd en/of uitgevoerd en/of verhandeld;
4.
(zaaksdossier 6)
hij op of omstreeks 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden, althans in Nederland, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen (Heavy Duty Stun Gun Police 100000W), zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten 1 tot en met 4.
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft primair bepleit dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om te concluderen dat in de ten laste gelegde periode amfetamine en MDMA is geproduceerd. Daarnaast ontbreekt het opzet van verdachte op het aanwezig hebben van de ten laste gelegde hoeveelheden amfetamine en MDMA, nu de amfetamine in de sasafrasolie eerder lijkt te duiden op vervuiling en de MDMA in het afvalwater niet geduid kan worden. De raadsman is dan ook van mening dat verdachte van de onder feit 1 ten laste gelegde productie dient te worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de zaak aan te houden en [naam 1] , werkzaam bij het NFI, te benoemen als deskundige teneinde duidelijkheid te verschaffen over de vraag onder welke omstandigheden de stoffen zijn aangetroffen en hoe deze moeten worden geduid.
Ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde voorbereidingshandelingen heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 2
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 3
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de multi-interpretabele WhatsApp-gesprekken in combinatie met de verklaring van [naam 2] onvoldoende wettig en overtuigend bewijs opleveren voor een bewezenverklaring van de handel in verdovende middelen. Beide bewijsmiddelen leveren geen bewijs op aangaande de samenstelling van de over en weer geleverde stoffen. Over de werkzaamheid van de stoffen is door [naam 2] niets verklaard. De raadsman is dan ook van mening dat verdachte van feit 3 dient te worden vrijgesproken.
Feit 4
De raadsman heeft betwist dat de verbalisant die het wapen heeft onderzocht een wapendeskundige of zogenaamde taakaccenthouder is. Zijn bevindingen kunnen volgens de verdediging niet voor het bewijs worden gebruikt. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat het stroomstootwapen niet functioneerde en dat de oorzaak daarvan niet kon worden achterhaald, waardoor niet kan worden bewezen dat het een wapen betreft met behulp waarvan een persoon weerloos kan worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht. De raadsman is dan ook van mening dat verdachte van feit 4 dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Verdachte [verdachte] (hierna: [verdachte] ) wordt verweten dat hij samen met een ander of anderen amfetamine en MDMA heeft geproduceerd alsmede de voorbereidingshandelingen daartoe heeft gepleegd in de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017. Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld.
Ook de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden hierna aangeduid met hun achternamen.
Aantreffen drugslab
Op 31 oktober 2017 was naar aanleiding van verkregen informatie een onderzoek ingesteld op het perceel aan [adres 2] . Op dit perceel is een woonboerderij met meerdere opstallen gelegen. Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) werden in de diverse opstallen en in de woonboerderij op diverse plaatsen opslagplaatsen van chemicaliën en productieapparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs en precursoren aangetroffen. In een tuinhuis en in een grote schuur werden twee productieplaatsen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en precursoren aangetroffen. [2]
Hieronder volgt een opsomming van de goederen en stoffen die een relatie hadden met de bereiding c.q. bewerking en verwerking van precursoren en synthetische drugs, zoals aangetroffen door het LFO. Ten behoeve van de voorlopige vaststelling van de aanwezige stoffen is onder andere gebruik gemaakt van een identificatieapparaat dat werkt op basis van Raman-technologie, de Uhura First Defender (hierna: FD). Ook zijn diverse monsters onderzocht door het NFI.
Ruimte W (Woonboerderij, in gebruik als opslagruimte):
3 verrijdbare onderframes [code W1] ten behoeve van een 200 liter vat. [3]
- Een blauwe jerrycan van 20 liter met daarin een restant vloeistof (onbekende hoeveelheid) [SIN AAJL1081NL; code W2A]. [4] De bemonstering, een lichtgele vloeistof met gering bruine olieachtige resten, bevat
PMKin een zure waterige vloeistof. [5] PMK is een precursor (grondstof) voor MDMA. [6]
- Een pannetje met ongeveer 2 liter bruine olie [code W3]. [7]
- Een vacuümsealmachine met 3 kunststof inlegplaten [code W4]. [8]
- Een elektronisch weegschaal [code W5]. [9]
4 metalen blauwe vaten van 200 liter, gevuld [SIN AAJL1079NL; code W6A]. [10] De inhoud bevat aceton. [11]
- Een nieuwe vrieskist. [12]
Ruimte SW (Schuur naast de woonboerderij, in gebruik als opslagruimte):
  • 6 glazen melkflessen [code SW], alle gebruikt of beschadigd.
  • 2 nieuwe verwarmingsdekens [code SW-2], met een maximum temperatuurstelling tot 90 graden, ten behoeve van Intermediate Bulc Containers (EBC) van l.000 liter.
Ruimte B (Bouwkeet, in gebruik als opslagruimte):
- Een deksel van een metalen ketel [code B1], voorzien van 3 doorvoeropeningen, die past op de metalen ketels zoals aangetroffen in beide laboratoria in het tuinhuis en de grote schuur. [14]
Ruimte L (Tuinhuis, in gebruik als laboratorium):
- Een witte jerrycan van 20 liter, gevuld met circa
18 litergele vloeistof [AAJD6786NL/ code L1A]. De FD wijst uit dat de bemonstering
PMKbevat. [15]
6 blauwe jerrycans van 20 liter, alle geheel gevuld met ongeveer 20 liter gele vloeistof (totaal
120 liter) [AAJL1093NL/code L1B]. De bemonstering, bestaande uit een lichtbruine olieachtige vloeistof, bevat
PMK. [16]
  • Een elektrische verwarmingsdeken [code L2], met een temperatuurstelling tot
  • Een ongebruikte industriële RVS reactieketel [code L3], voorzien van een elektrische roermotor.
  • Een geel gekleurde gascilinder van 50 liter [code L4].
  • Een propaan gascilinder [code L6].
- Destillatieopstelling voorzien van een destillatieketel van 50 liter, een koelbuis/ opvangtank van 50 liter, een vacuümpomp en een gasbrander. In de destillatieketel bevond zich een restant olie (onbekende hoeveelheid). De gasbrander was aangesloten op een gasfles (propaan). Onder de uitloop van de destillatieketel stond een 3000 ml plastic maatbeker met daarin circa 1000 ml troebele vloeistof. De vacuümpomp was aangesloten op de opvangtank. Er is een monster uit de destillatieketel genomen [AAJL1017NL; code L7A]. De bemonstering, een bruine olieachtige vloeistof, bevat
PMK. [18]
  • 2 blauwe 20 liter jerrycans, een voorzien van een witte trechter. Een jerrycan was leeg, de andere bevatte circa
  • Een metalen pan met daarin een metalen kannetje, één kunststof maatbeker van 1 liter met daarin een dunne laag gele vloeistof [code L9].
  • Een blauwe krat met daarin 2 trechters en een zeef [code L10].
  • Een witte jerrycan van 20 liter, leeg [code L11].
  • Een metalen deksel, voorzien van 3 doorvoeropeningen [code L12].
4 plastic zakken van 20 kg. Een van deze zakken is bemonsterd [AAJL1019NL/ code L13A]. De bemonstering, bestaande uit witte korreltjes, bevat natriumhydroxide. [20]
- Een witte kunststof tank van 800 liter op een metalen frame. Aan de bovenzijde voorzien van een elektromotor met roerwerk. De elektromotor was aangesloten op een frequentieregelaar. De tank was tevens voorzien van een elektronisch T-sensor. In de tank was een vloeistofpomp aangebracht. De vloeistof in de tank (onbekende hoeveelheid) is bemonsterd [AAJL1020NL/code L14A]. De bemonstering, bestaande uit een lichtgele vloeistof op een lichtbruine olieachtige vloeistof, bevat
PMK. De bovenlaag is een sterk zure waterige vloeistof. [21]
  • 4 blauwe jerrycans van 20 liter, geheel gevuld met opschrift ‘Z’ [AAJL1095NL/code L15A]. De bemonstering bevat (geconcentreerd) zoutzuur.
  • Een blauwe jerrycan van 20 liter geheel gevuld met een heldere vloeistof met opschrift IPA [AAJ097NL/code L15B]. De bemonstering bevat 2-propanol (isopropylalcohol, IPA).
  • 14 witte jerrycans van 25 liter. Alle geheel gevuld met een heldere vloeistof [AAJL1096NL/code L16A. De FD wijst uit dat de bemonstering methanol bevat.
  • Een metalen vat op wieltjes van ongeveer 203 dm3 [code L17], voor de helft gevuld met een heldere vloeistof.
- Drukreactievat van ongeveer 175 dm3 [code L18]. Drukreactievat was in de zijkant voorzien van 4 vloeistofpompen welke het reactiemengsel van de onderzijde naar de bovenzijde rondpompte. Op de bovenzijde was het drukreactievat aangesloten op een 50 liter waterstofgascilinder. Naast het drukreactievat stond een inlaatbuis die in het drukreactievat kon worden gestoken. Deze inlaatbuis was aangesloten op een grijze gascilinder. [24]
  • Een grijze gascilinder met vermoedelijk methylamine [code L19]. De gascilinder was geplaatst op een weegschaal met aanduiding 65,10 kg.
  • 4 rode gascilinders van 50 liter met waterstof [code L20].
  • 13 blauwe jerrycans van 30 liter, opschrift “UN1779. pH”; waarvan 12 geheel gevuld met heldere vloeistof en één met ongeveer 25 liter heldere vloeistof [AAJL1091NL/code L21A]. De bemonstering bevat mierenzuur.
  • Een metalen vat, van ongeveer 203 dm3, aan de onderzijde voorzien van wieltjes. Het vat bevat een restant gele vloeistof van ongeveer
  • Een vacuümpomp [code L23].
  • 4 flessen vacuümpompolie [code L24].
- Een jerrycan van 5 liter met daarin ongeveer
3,5 literdonkere olie. Van de inhoud is een monster genomen [AAJL1089NL/code L25A]. Het monster, een bruine olieachtige vloeistof, bevat
PMK. [28]
  • Een rode en een zwarte brandstof jerrycan van
  • 5 jerrycans van 5 liter, waarvan 3 met opschrift zoutzuur; één jerrycan gevuld met ongeveer 2,5 liter heldere vloeistof en één jerrycan gevuld met 5 liter lijvige vloeistof. Van de inhoud is een monster genomen [AAJL1087NL/code L27A]. Deze bemonsterd. De FD wijst uit dat de bemonstering methanol bevat.
  • 2 witte jerrycans van 5 liter [code L28], gevuld met een vloeistof. De FD wijst uit dat de bemonstering methanol bevat.
  • 3 jerrycans van 5 liter, waarvan er twee halfvol zijn met het opschrift “Asch” en één geheel gevuld met een heldere vloeistof. De FD wijst uit dat de bemonstering [AAJL1086NL/code L29A]
  • Een blauwe rechthoekige bak met ongeveer 5 kg wit poeder-brokken [code L30A].
  • 2 glazen flessen van elk 2,5 liter, beide geheel gevuld en met het opschrift: “methylamine” [code L31A].
2 keukenrollen en 6 flesjes met elk 500 gram caustic soda [code L32].
  • Een glazen pot gevuld met witte kristallen [code L33].
  • 2 blauwe klemdeksel vaatjes van 30 liter [code L34], één geheel gevuld met afvalwater, ruikend naar
  • Een glazen rondbodemkolf van 20 liter.
  • Een gasbrander.
  • 3 dozen met wegwerp handschoenen, 2 kunststof trechters, diverse lab klemmen en een metalen zeef.
  • Een elektronische weegschaal.
  • 2 jerrycans van 5 liter, beide geheel gevuld met een heldere vloeistof, met opschrift: ‘fosforzuur’.
- Een jerrycan van 5 liter met opschrift: “aceton”. Gevuld met circa 4,5 liter heldere vloeistof. [32]
- Zwavelzuur. [33]
Ruimte P (Grote schuur op het achterterrein, onderverdeeld in een grote en een kleine ruimte, in gebruik als laboratorium):
Grote ruimte (7.10 bij 4,82 meter):
  • Een maatbeker van 3 liter [code P1], gevuld met 2800 ml waterige vloeistof. De pH is 7.
  • Een rvs vat/ketel met een inhoud van 190 liter [code P-2], met daaronder een gasbrander middels een gasslang aangesloten op een propaan gasfles. Het vat was gevuld met
  • Diverse stukken gereedschap [code P-3], gebruiksgoederen ten behoeve van de opbouw van de productieplaats, koppelingen ten behoeve van gasleidingen en waterleidingen.
  • 2 maatbekers van 5 liter [code P-4], elk deels gevuld met vloeistof [code P-4]. Een van de maatbekers is bemonsterd [AAIY5700NL/code P-4A]. Het monster bevat een kleurloze vloeistof (200 ml) op een lichtbruine olieachtige vloeistof (
2 maatbekers [code P-5], een van 500 ml en één van 1000 ml, respectievelijk gevuld met een bodem en
450 mlwaterige vloeistof met een geel kleurig olieachtig bezinksellaagje. De FD wijst uit dat de inhoud
PMKbevat. [37]
3 glazen scheitrechters [code P6] met daarin vloeistof (gelijk aan de vloeistof in de maatbekers van P-4). De onderlaag van de vloeistof in de scheitrechters bestaat uit ongeveer
100 mlokergele olieachtige vloeistof, vermoedelijk
PMK. De scheitrechters waren nog warm bij 1ste verkenning. [38]
  • 2 stapels nieuwe trechters [code P-7].
  • 2 witte jerrycans van 5 liter [code P-8], met opschrift “methanol”, één geheel gevuld en één gevuld met 3 liter heldere vloeistof. De FD wijst uit dat de inhoud methanol bevat.
  • 2 elektronische Ph/temp-meters en een thermometer (max 240 graden Celsius) [code P-9].
  • Een (lege) gebruikte scheitrechter [code P-10].
- Een scheitrechter gevuld met
14 literdonker bruine olieachtige vloeistof [code P-11], ruikend naar de geur van BMK. De vloeistof is bemonsterd [AAIY5701NL/code P11-A]. De bemonstering bestaat uit een donkerbruine olieachtige vloeistof op een lichtgroene vloeistof. De bovenlaag bevat
BMK; de onderlaag is een sterk zure waterige vloeistof. [40] De scheitrechter was nog warm tijdens 1ste verkenning. [41] BMK is een precursor (grondstof) voor (met)amfetamine. [42]
  • 9 lege jerrycans van 20/25 liter [code P-12].
  • Een verpakt/nieuw volgelaatsmasker met nieuwe filters; een onderdeel van een vacuümpomp en een elektronische watermeter [code P-13].
2 nieuwe blauwe 220 liter dopvaten [code P-14], geheel gevuld met organoleptisch dezelfde heldere vloeistof [AAIY5702NL/code P-14A]. De kleurloze vloeistof bevat formamide. [44]
  • Een gebruikte elektromotor [code P-15] voorzien van een stang met roermechanisme vermoedelijk gebruikt voor het mengen van een vloeistof van de vaten/ketels P2 en/of P16.
  • Een rvs vat/ketel van 190 liter [code P16], gevuld met 32 liter melkwitte vloeistof met een okergele dunne drijflaag, organoleptisch gelijk aan P6; geplaatst op een verrijdbaar onderstel.
  • Een kookopstelling (reflux) [code P-17], bestaande uit een gemodificeerde rvs melkketel van 432 liter, voorzien van een rvs koeler loodrecht (reflux) geplaatst op het deksel (gemodificeerd) van de ketel. De rvs koeler was aangesloten op het waternetwerk en was gevuld met water (koeling). De ketel was leeg, volgens de rapporteur mogelijk schoongemaakt.
  • 2 witte doorzichtige jerrycans van 20 liter [code P-18], beide geheel gevuld met organoleptisch dezelfde donker bruine olieachtige vloeistof. Een van de 2 jerrycans is bemonsterd [AAIY5703NL/code P-18A]. De inhoud (totaal
  • Een witte doorzichtige jerrycan van 25 liter [code P-19], waarvan de vulmond was voorzien van een trechter, gevuld met
  • 2 losse propaan gasflessen [code P-20].
  • Een rvs pan met deksel van 98 liter [code P-21], gevuld met restant dikke geel kleurige olieachtige vloeistof. De pan was aan de onderzijde voorzien van inbrandsporen (gebruikt). De FD wijst uit dat de vloeistof in de pan
  • Een rvs koeler, gebruikt en vervuild; een doos met een gasbrander een kartonnen doos met daarin onderdelen ten behoeve van het bouwen c.q. aanpassen van ketel, vaten, pannen, namelijk: gasbranders, afsluiters, koppelingen, bochten, klemmen, doorvoeringen, stukken rvs pijp/stangen [code P-22].
  • Een blauwe waterpomp; een kartonnen doos inhoudende een kleine koolstoffilter/een krat met gereedschap en onderdelen (koppelingen) voor het waternetwerk [code P-23].
  • Een watervoorziening [code P-24]. Er is een waternetwerk aangelegd vanaf het begin van het pad naar de schuur [ruimte P] en aangesloten op het aangelegde waterleidingnetwerk in deze schuur.
  • Een maatbeker van 5 liter gevuld met een licht gele vloeistof [code P-25]. De pH is groter dan 7.
  • Een (stoom) destillatieopstelling [code P-26] bestaande uit een gemodificeerde rvs melk(kook)ketel van 95 liter, voorzien van een rvs koeler. De ketel was schoon.
  • Een grote zwarte sealzak [code P-27] in gebruik als vuilniszak gevuld met o.a. huishoudelijk afval, een pH-meter en 2 dubbele plasticzakken beide gevuld met resten beige poeder. De FD wijst uit dat het poeder APAA betreft.
  • Een gaswasser-kast [code P-28]. De afvoer van het water van de rvs koeler [P-17] liep naar deze kast. In de kast worden de afgevoerde gassen met een sproeisysteem met water neergeslagen/opgelost. In de gaswasser-kast stond een opvangbak. In de bak was een pvc-pijp aanwezig ten behoeve van het afvoeren (overloop) van het overtollige water. De pijp liep naar een ingegraven kliko/container op het perceel.
- Een vuurwapen en twee magazijnhouders. [48]
Kleine ruimte (3,58 bij 4,82 meter; in gebruik voor de omzetting van een pre-precursor en 4 reflux opstellingen van laboratorium glaswerk):
1ste opstelling ten behoeve van de omzetting van een preprecursor (APAA-BMK) [code P-29], bestaande uit een rvs vat/ketel van 190 liter, met deksel (met klem) voorzien van een elektromotor aangesloten op een frequentieregelaar en een slang ten behoeve van de afvoer van dampen. Het vat/ketel was geplaatst op een metalen frame met daaronder 2 gasbranders middels een gasslang aangesloten op een gasfles (propaan). Het vat/ketel was gevuld met een rokende zure waterige vloeistof (98 liter) voorzien van
12 literdonker bruine olieachtige drijflaag (gelijk aan P11). Van deze vloeistof werd een monster genomen [AAIY5705NL/code P-29A]. De vloeistof was op het moment van ontdekking warmer dan 100 °C. De bovenlaag van de vloeistof bevat
BMK; de onderlaag is een sterk zure waterige vloeistof. [49]
  • 2de opstelling ten behoeve van de omzetting van een preprecursor [code P-30], bestaande uit een rvs vat/ketel, afmetingen van 190 liter, met deksel (met klem) voorzien van een elektromotor aangesloten op een frequentieregelaar en een slang ten behoeve van de afvoer van dampen. Het vat/ketel was geplaatst op een metalen frame met daaronder 2 gasbranders middels een gasslang aangesloten op een gasfles(propaan). De ketel was gebruikt en vervuild met een restant donkerbruine olie. De FD wijst uit dat het restant
  • Een wit kunststof verzamelvat van 900 liter [code P-31], geplaatst in een metalen frame en voorzien van een aftapkraan aan de onderzijde. Het vat was gevuld met 500 liter zure waterige vloeistof voorzien van een dunne donker bruine drijflaag, ruikend naar de geur van BMK, organoleptisch gelijk aan de inhoud van P29. Vermoedelijk werd dit vat gebruikt voor de opslag van het afval van de omzetting van APAA naar BMK, de inhoud van de ketels P29 en P30. Onder de aftapkraan stond een gebruikte maatbeker met daarin vloeistof.
- Een zwarte sealzak en een gele zak [code P-32], inhoudende in totaal
4 plasticzakken (dubbel), inhoudsmaat 25 kg, alle geheel gevuld met organoleptisch hetzelfde gele/crèmekleurige poeder. Uit een van de vier zakken is een monster genomen [AAEJ1468NL/code P-32A]. Het monster bevat APAA (totaal 100 kg). [52]
16 witte doorzichtige jerrycans van 25 liter [code P-33], alle gevuld met organoleptisch dezelfde sterk ruikende zure vloeistof, totaal 390 liter. Er is een monster genomen van de vloeistof uit een van de 16 witte doorzichtige jerrycans [AAEJ1469NL/code
P-33A]. Het monster, lichtgele vloeistof, bevat (geconcentreerd) zoutzuur. [53]
  • Een rvs vat/ketel van 190 liter [code P-34], half gevuld water, pH=7, met daarin een dompelpomp. De dompelpomp was aangesloten op een dikke gele slang welke het water verpompte naar de gaswasser-kast [P-28]. Dit vat was in gebruik als gaswasser voor de refluxopstellingen [P-36]. In het deksel van dit vat waren gaten gemaakt waardoor waterslangen liepen. De gele waterslangen waren aangesloten op de afvoer van de spiraalkoelers van de refluxopstellingen en de doorzichtige slangen op de dampafvoer van de spiraalkoelers. Op het deksel was een dikke doorzichtige slang aangesloten voor de afvoer van de vrijkomende dampen van de gaswasser welke naar de boven gelegen koolstoffilters liep. Het vat was geplaatst op een verrijdbaar onderstel.
  • Een rvs vat/ketel van 190 liter [code P-35], gevuld met een restant zuur water met daarin geplaatst een elektrische vloeistofpomp, vermoedelijk gebruikt voor het aftappen van de omzettingsvaten/ketels P29-30.
  • Kookopstelling vermoedelijk ten behoeve van de 2de kookstap van amfetamine
- Een houten “werkbank” [code P-37] met daarop een geel bakje inhoudende stukken laboratorium glaswerk (o.a. koppelingen, verloopstukken, bochten) en temperatuur sensoren. Een vervuilde digitale weegschaal, 2 gebruikte maatbekers van 5 liter, een pollepel. [55]
5 zwarte jerrycans van 5 liter en 2 witte doorzichtige flessen van 1 liter [code P-38], alle gevuld met organoleptisch dezelfde geelkleurige olieachtige vloeistof, geur safrol,
totaal 21 liter(3x 5 L, 1x 2 L, 1x 3 L, 1x 0,25 L en 1x 0,75 L). De FD wijst uit dat de vloeistof
sasafrasoliebevat. Van deze vloeistof werd een monster genomen [AAEJ1470NL/code P-38A]. Het monster, een kleurloze vloeistof op een lichtbruine olieachtige vloeistof, bevat
amfetamine en safrol. De bovenlaag is een alkalische waterige vloeistof. [56]
  • Een aangebroken witte plastic zak van 25 kg [code P-39], met opschrift: “Caustic soda” gevuld met ongeveer 13 kg wit poeder (natriumhydroxide).
  • Een lasmachine [code P-40] geplaatst op een kar voorzien van een gascilinder gevuld met Argon + een reserve cilinder Argon. Op de kar lagen alle benodigde materialen voor het lassen. Volgens de rapporteur kennelijk gebruikt om de aanwezige ketels aan te passen en voorzien van de nodige doorvoeren enz.
Ruimte PS (Schuur achter de grote schuur, in gebruik als opslagruimte):
4 witte kunststof verzamelvaten van 900 liter [code PS-1], geplaatst in een metalen frame (+ een los frame) en een vat voorzien van een aangepaste aftapkraan aan de onderzijde. Vaten gelijk aan verzamelvat P-31. [57]
2 nieuwe papieren zakken van 25 kg [code PS-2], beide voorzien van het opschrift: “Citric Acid” (watervrij citroenzuur), beide geheel gevuld met organoleptisch hetzelfde witte kristallen/poeder, totaal 50 kg. Van deze kristallen werd een monster genomen [AAEJ1471NL/code PS-2A]. Het monster, witte kristallen, bevat citroenzuur. [58]
34 (nieuwe) plastic zakken van 25 kg met opschrift “caustic soda” [code PS-3], alle geheel gevuld met hetzelfde witte poeder, totaal 850 kg. Uit een van de 34 zakken is een monster genomen [AAEJ1476NL/code PS-3A]. Het monster, witte korrels, bevat natriumhydroxide. [59]
2 nieuwe, niet gebruikte, elektromotoren [code PS-4], beide gekoppeld aan een roerstang; 2 nieuwe afzuigunits (slakkenhuis); 6 lengtes metalen afvoerpijp, bochten, diverse lengtes waterslangen en een metalen opvangbak. [60]
Water aan- en afvoer
Voor het koelen van de koelbuizen en de gaswasser werd grondwater gebruikt. Dit grondwater werd via een grondwaterpomp opgepompt en via leidingen getransporteerd naar beide laboratoria. De overloop van de gaswasser in de grote schuur kwam uit in een pvc-buis die naar de buitenzijde van het laboratorium liep. Deze pvc-buis was verbonden met een ingegraven pvc-buis die aan de andere zijde van het grasveld uitkwam in een ingegraven gele kliko/afvalcontainer. In deze kliko zat geen bodem waardoor het water direct in de bodem werd geloosd. [61]
De verbalisant van het LFO komt naar aanleiding van wat hij heeft aangetroffen tot de volgende bevindingen.
In de diverse ruimtes werden de volgende activiteiten verricht:
  • opslag van chemicaliën en apparatuur;
  • grootschalige productie van benzylmethylketon (BMK) en piperonylmethylketon (PMK);
  • productie van MDMA.
Tevens waren apparatuur en chemicaliën aanwezig ten behoeve van:
  • de grootschalige kristallisatie van waarschijnlijk MDMA;
  • de grootschalige productie van (met)amfetamine.
In totaal zijn aan precursoren aangetroffen:
  • 218 liter PMK. Deze 218 liter kan worden omgezet in 218 liter MDMA-olie. Na kristallisatie levert dit ongeveer 261 kg MDMA-hcl (vast stof op). Uitgaande van een gemiddelde hoeveelheid van 140 mg MDMA per tablet kunnen uit 261 kg MDMA-hcl ongeveer 1.864.000 MDMA tabletten worden geproduceerd;
  • 54 liter BMK. Deze 54 liter kan worden omgezet in circa 108 kg amfetamine pasta.
De beide laboratoria waren volgens de verbalisant zeer professioneel opgezet en geschikt voor de langdurige en grootschalige productie van precursoren en synthetische drugs. [62]
De deskundigen van het NFI hebben de volgende conclusies getrokken uit bovengenoemd onderzoeksmateriaal.
In het onderzoeksmateriaal is amfetamine, MDMA, BMK, PMK, safrol, aceton en zoutzuur aangetoond.
Classificerend is het onderzoeksmateriaal terug te voeren op drie processen:
1. de vervaardiging van BMK uit APAA(N) [63] met zoutzuur;
2. de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckart-methode;
3. de vervaardiging van MDMA uit PMK met methylamine en natriumboorhydride.
Daarnaast werd er ook PMK bewerkt (gedestilleerd), maar een relatie met de vervaardiging van PMK kon niet eenduidig worden gelegd op basis van de onderzoeksresultaten. [64]
De rechtbank sluit zich aan bij de conclusies van het LFO en het NFI en maakt deze tot de hare.
De rechtbank overweegt verder het volgende.
In het laboratorium in de grote schuur (ruimte P) werd in totaal ten minste 54 liter BMK en daarnaast in totaal ten minste 218 liter PMK aangetroffen. In de woonboerderij (ruimte W) werd eveneens PMK aangetroffen, namelijk in een restant vloeistof in een jerrycan.
Verder is in het laboratorium in de grote schuur amfetamine en in het laboratorium in het tuinhuis MDMA aangetroffen, beide in restafval. In het monster [SIN AAEJ1470NL/P-38A] waarin de amfetamine is aangetroffen is namelijk tevens safrol aangetroffen. Safrol is een grondstof voor PMK, wat op zijn beurt een grondstof voor MDMA is (en niet voor amfetamine). In het monster [SIN AAJL1084NL/L34A] waarin de MDMA is aangetroffen is ook gereduceerd PMK in aceton/2-propanol aangetroffen. De afvalachtige stoffen wijzen er op dat er reeds amfetamine en MDMA is geproduceerd.
Observatie 30 en 31 oktober 2017
Op 30 en 31 oktober heeft er een observatie plaatsgevonden bij het perceel aan [adres 2] . Hier werd - onder meer - het volgende waargenomen. Vanaf 20:00 uur is er zicht genomen op het voornoemde perceel. Tussen 20:00 uur en 02:05 uur zien verbalisanten dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] op het perceel aanwezig zijn. Verbalisanten zagen dat [medeverdachte 1] en [verdachte] diverse keren met jerrycans, vaten en/of metalen ketels uit (het laboratorium in) de grote schuur kwamen en uit beeld verdwenen in de omgeving van de kleine schuur/boerderij. Vervolgens zagen verbalisanten [medeverdachte 1] en [verdachte] enige tijd later weer met jerrycans, vaten en/of metalen ketels de grote schuur binnengaan. Zij zagen dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] bij een metalen keten stonden, waar damp uitkwam. Zij zagen dat [medeverdachte 2] in deze metalen ketel roerde. Zij zagen dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] met enige regelmaat vanuit de grote schuur kwamen en een metalen ketel of vat(en) ter hoogte van de deur leeg lieten lopen op de open tuinbodem. [65]
Verbalisanten hebben verder het volgende waargenomen, waarbij diverse foto’s zijn gemaakt door het observatieteam.
21:02 uur: [medeverdachte 1] gaat met een metalen ketel de grote schuur binnen. [66]
21:09 uur: [medeverdachte 2] leegt de inhoud van een vat voor de deur van de grote schuur op de open tuinbodem. [67]
21:19 uur: [medeverdachte 2] en [verdachte] komen met een ketel uit de deur van de grote schuur. De inhoud van de ketel werd geleegd voor de deur op de open tuinbodem. [68]
22:07 uur: [medeverdachte 1] en de rechter arm van [medeverdachte 2] zijn te zien in de grote schuur. Verbalisanten zagen dat er damp uit de ketel kwam en dat [medeverdachte 2] in de ketel roerde met zijn rechter arm. [69]
22:08 uur: [verdachte] komt met een blauwe gevulde jerrycan uit de grote schuur. [70]
22:09 uur: [verdachte] komt met twee blauwe jerrycans en een lamp uit de grote schuur. Verbalisanten zagen dat er damp uit de ketel in de grote schuur kwam en dat [medeverdachte 2] in de ketel roerde. [71]
22:09 uur: Verbalisanten zagen [medeverdachte 1] en (de rechter arm van) [medeverdachte 2] in de grote schuur. Verbalisanten zagen dat er damp uit de ketel kwam en dat [medeverdachte 2] in de ketel roerde. [72]
  • 00:49 uur: [verdachte] komt met twee blauwe jerrycans en een lamp uit de grote schuur.
  • 2:05 uur: [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] verlieten de grote schuur. Het licht ging uit en [verdachte] sloot de deur af. Verbalisanten zagen vervolgens dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] de boerderij [de rechtbank begrijpt: de woonboerderij] binnengingen.
  • 2:21 uur: [medeverdachte 1] stapte in de [merk auto 1] [kenteken 1] en vertrok vanaf het perceel. Verbalisanten zagen dat de [merk auto 1] [kenteken 1] enige tijd stil stond bij het hek op de oprit, waarna de auto verder reed.
Tussenconclusie
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat op 31 oktober 2017 een inwerking zijnd drugslaboratorium werd aangetroffen ten behoeve van de bewerking van PMK en de vervaardiging van BMK, amfetamine en MDMA. De PMK in de ketel in de grote schuur [code P-2/P-2A] was nog warm tijdens het onderzoek door het LFO (foto’s 68 t/m 71 [73] ). Gelet op het feit dat er amfetamine en MDMA is aangetroffen in restafval ziet de rechtbank, anders dan de verdediging, geen reden om te twijfelen aan het feit dat in het drugslab op een eerder moment amfetamine en MDMA (eindproduct) is geproduceerd. Dit vindt wat betreft de amfetamine ook ondersteuning in de omstandigheid dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich in deze periode bezig hebben gehouden met de handel in een grote hoeveelheid amfetamine (2 kg) - waarover hierna meer bij de beoordeling van feit 3. Tevens heeft de rechtbank hierbij in aanmerking genomen dat in het drugslab diverse goederen zijn aangetroffen die vervuild waren dan wel waaraan te zien was dat zij zijn gebruikt.
Gelet hierop ziet de rechtbank geen noodzaak een deskundige te benoemen en gaat zij aan het in verband daarmee gedane verzoek tot schorsing van het onderzoek voorbij.
Aanhouding verdachten
[medeverdachte 1] werd op 31 oktober 2017 aangehouden op de [adres 2] , terwijl hij op dat moment als bestuurder van een [merk auto 1] met kenteken [kenteken 1] het perceel aan het verlaten was. [74] In de woonboerderij zijn op diezelfde dag [verdachte] en [medeverdachte 2] aangehouden. [75]
[merk auto 1] [kenteken 2]
Op 31 oktober 2017 wordt op het perceel aan [adres 2] een personenauto [merk auto 1] met kenteken [kenteken 2] aangetroffen. Navraag bij de Rijksdienst voor het wegverkeer wees uit dat de auto op naam staat van [naam 3] Autoverhuur. [76] In het dashboard van de auto werd een bon/ticket aangetroffen waarop staat dat de auto van 28 september 2017 tot en met 28 oktober 2017 door [naam 3] Autoverhuur verhuurd is aan [verdachte] / [bedrijf 1] , adres: [adres 1] . In het dashboard van de auto werd ook een geperforeerd (verlopen) Nederlands paspoort op naam van [verdachte] aangetroffen. [77] De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat de auto, gehuurd door [verdachte] , ook door hem als zodanig werd gebruikt.
Onderzoek telefoons
Op de bijrijdersstoel van de [merk auto 1] [kenteken 2] werd een [kleur 1] mobiele telefoon van het merk [merk 1] aangetroffen en in de achterbak een mobiele telefoon van het merk [merk 2] . [78] Na onderzoek bleek dat de [merk 1] telefoon gebruik maakte van telefoonaansluiting [telefoonnummer 1] . In de telefoon zijn diverse telefoonnummers aangetroffen, waaronder de getapte telefoonaansluitingen [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [medeverdachte 1] . Deze telefoonnummers waren opgeslagen onder respectievelijk de namen “ [naam 4] ” en [naam 5] ”. Telefoonnummer [telefoonnummer 4] , onder vermelding van “ [naam 6] ”, staat op naam van [naam 7] , gevestigd aan de [adres 3] . Dit betreft het woonadres van [medeverdachte 2] . [naam 8] is de vriendin van [medeverdachte 2] en is eveneens woonachtig aan de [adres 4] . Verder werd het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , opgeslagen onder “ [naam 9] ”, aangetroffen, welk nummer op naam staat van [naam 10] , wonende aan de [adres 5] . Dit betreft de echtgenoot van [verdachte] . [79]
Ook op een aan [verdachte] gerichte factuur [bedrijf 2] - waarover hierna meer - staat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] vermeld.
Op grond van het bovenstaande stelt de rechtbank vast dat de [merk 1] telefoon met telefoonaansluiting [telefoonnummer 1] in gebruik was bij [verdachte] .
In de fouillering van [medeverdachte 1] is een mobiele telefoon van het merk [merk 1] aangetroffen. [80] In de telefoon zijn diverse telefoonnummers aangetroffen.
Telefoonnummer [telefoonnummer 4] , onder vermelding van [naam 8] , staat op naam van [naam 7] , gevestigd aan de [adres 3] . Dit betreft het woonadres van [medeverdachte 2] . [naam 8] is de vriendin van [medeverdachte 2] en is eveneens woonachtig aan de [adres 4] . Telefoonnummer [telefoonnummer 5] , onder vermelding van [naam 11] , staat op naam van [naam 10] , woonachtig aan de [adres 1] . Het betreft de echtgenoot van [verdachte] . Telefoonnummer [telefoonnummer 1] , onder vermelding van [verdachte] , staat niet op naam geregistreerd. [81]
Observaties en tapgesprekken
De telefoonaansluitingen [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , zijn getapt in de periode van respectievelijk 29 juni 2017 tot en met 31 oktober 2017 en 6 oktober 2017 tot en met 31 oktober 2017. [82] In de getapte periode zijn er vijf belcontacten geweest tussen [telefoonnummer 1] , in gebruik bij [verdachte] , en de getapte telefoonaansluitingen in gebruik bij [medeverdachte 1] . [83] Uit telefoondata blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , op 1 juni 2017 een inkomend en op 4 juni een uitgaand gesprek heeft met [medeverdachte 2] . [84]
Het getapte telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , heeft op 13 en 15 augustus 2017 telefonisch contact met telefoonnummer [telefoonnummer 6] , waarbij een gesprek plaatsvindt tussen [medeverdachte 1] en “NNM 0019”. De gesprekken zijn op 10 januari 2018 uitgeluisterd door verbalisant [naam 1] . Hij herkent ambtshalve aan stemgebruik, taalgebruik, stemhoogte en intonatie “NNM 0019” als zijnde [verdachte] . [85]
Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat de verdachten in de ten laste gelegde periode meermaals met elkaar contact onderhielden via de telefoon.
Tussen het getapte telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , en [telefoonnummer 7] worden de volgende sms-berichten verstuurd:
[medeverdachte 1] aan [telefoonnummer 7] op 8 augustus 2017 om 1:44:33 uur
:
“ik heb er een hier liggen maar durf niet te sturen man op vewone[de rechtbank begrijpt: gewone]
telefoon”
[medeverdachte 1] aan [telefoonnummer 7] op 8 augustus 2017 om 1:45:26 uur:
“nee ik bedoel monster maat”
[telefoonnummer 7] aan [medeverdachte 1] op 8 augustus 2017 om 12:14:37 uur:
“hoe laat kan je mij monster geven?”
[telefoonnummer 7] aan [medeverdachte 1] op 10 augustus 2017 om 20:50:02 uur:
“Kan je nog een monster brengen van die heb iemand die ook moet hebben” [86]
Op 28 september 2017 om 11:13 uur wordt door het observatieteam waargenomen dat in de [adres 6] een bestelauto met kenteken [kenteken 3] en een personenauto, merk [merk auto 2] , met kenteken [kenteken 4] geparkeerd staan. Om 11:50 uur is te zien dat de [merk auto 2] vertrekt en dat [verdachte] de bestuurder is. Om 11:54 uur rijdt de bestelauto met kenteken [kenteken 3] uit de richting van de [adres 6] met [medeverdachte 1] als bestuurder. Om 14:13 uur wordt waargenomen dat [medeverdachte 1] bij een roldeur van bedrijf “ [bedrijf 3] ” parkeert en diverse buizen achter in de bestelbus laadt. Vervolgens wordt waargenomen dat [medeverdachte 1] vertrekt en dat hij na diverse stops het perceel aan [adres 2] op rijdt. [87]
Op 2 oktober 2017 wordt door het observatieteam waargenomen dat een [kleur 2] bestelauto, merk [merk auto 3] , met kenteken [kenteken 5] naar de [tankstation 1] , gelegen aan de [adres 7] rijdt. [88] De auto is gehuurd door [medeverdachte 1] . [89] [medeverdachte 1] wordt herkend als de bestuurder. [medeverdachte 1] blijft ongeveer 45 minuten bij de [tankstation 1] . Daarna rijdt [medeverdachte 1] naar de [tankstation 2] , gelegen aan de [adres 8] . Bij de [tankstation 2] wordt waargenomen dat een onbekende man (NN1, later herkend als [naam 13] [90] ) uit een donkerkleurige [merk auto 1] met kenteken [kenteken 2] stapt (zoals hiervoor vermeld is dat de door [verdachte] gehuurde auto). Hij ontmoet [medeverdachte 1] bij de [tankstation 2] en stapt als bijrijder in de bestelauto [kenteken 5] . Verder wordt waargenomen dat er nog drie andere personen in de [merk auto 1] met kenteken
[kenteken 2] zitten. [91] Bij het uitkijken van de camerabeelden van de [tankstation 2] wordt gezien dat [verdachte] op de bijrijdersstoel van de [merk auto 1] met kenteken [kenteken 2] had plaatsgenomen. Verder wordt gezien dat een onbekende man, NN1, achter in de [merk auto 1] plaats nam. [92] Dit bleek later [medeverdachte 2] te zijn. [93] De [merk auto 1] en de bestelauto vertrekken achter elkaar. Vervolgens wordt waargenomen dat beide auto’s de afslag richting [plaats 1] nemen op de A28 en dat beide voertuigen aan het eind van de afslag linksaf gingen. Waargenomen wordt dat de [merk auto 1] met kenteken [kenteken 2] , na een korte stop op een carpoolplaats aan de [adres 2] , in de richting van perceel [adres 2] reed. [94] Beide voertuigen zijn op het perceel aangekomen. [95]
Op 21 oktober 2017 belt [medeverdachte 1] met zijn vriendin [naam 14] . De locatie van [medeverdachte 1] is op dat moment de [adres 9] . [96]
Aantreffen drugs bij verdachten
In de fouillering van [medeverdachte 1] is een gripzakje met een vijftal blauwe rechthoekige pillen aangetroffen (goednummer: PL0600-2016525695-1576642; SIN AAKS3340NL). De pillen zijn indicatief positief getest op XTC (MDMA). [97]
In de woning van [verdachte] werd daarnaast een wikkel aangetroffen met daarin kristalachtig poeder van totaal 0,17 gram (goednummer PL0600-2016525695-1587653, SIN AAKQ1568). [98] Het poeder is indicatief positief getest op amfetamine. [99]
Aantreffen diverse andere goederen gerelateerd aan drugs
In de woning van [verdachte] werd een [merk laptop] aangetroffen. Van de [merk laptop] is een ‘image’ gemaakt. Verbalisant [verbalisant 1] trof op de image een aantal afbeeldingen aan die met verdovende middelen te maken hebben, namelijk een foto met een notitie
“suikerachtige apaa 20 kg zakken. Water loog en zwavel”.Het is verbalisant [verbalisant 1] ambtshalve bekend dat voor de productie van amfetamine de in de notitie genoemde producten gebruikt worden volgens de zogenaamde Leuckart-procedure [100] . Op de image zijn ook een foto van een kaartje met een nummer van een drugtestbedrijf [101] en een foto van een getypt bericht waarin iemand “5 liter sap en 500 klavertjes” besteld en het een week later [verdachte] ophalen, aangetroffen. Het is verbalisant [verbalisant 1] ambtshalve bekend dat GHB ook wel sap wordt genoemd en dat met klavertjes XTC (MDMA) wordt bedoeld. [102]
In de fouillering van [medeverdachte 1] is op 31 oktober 2017 - onder meer - een PGP-safe (encrypted) telefoon, namelijk een [merk telefoon 1] , aangetroffen en een kassabon van de [bedrijf 4] te [plaats 2] met daarop de aankoop van een Sera Quick-test 50st en een Sera PH-test 5 ml. De goederen met een totale waarde van € 24,48 zijn contant betaald op 30 oktober 2017. De aangekochte goederen kunnen worden gebruikt voor het meten/testen van de zuurgraad in vloeistoffen. [103]
In de auto van [verdachte] ( [merk auto 1] met kenteken [kenteken 2] ) werd een factuur van 19 oktober 2017 [bedrijf 2] aangetroffen op naam van [verdachte] , adres [adres 2] , met telefoonnummer [telefoonnummer 1] , voor het leveren en aanbrengen van een waterput met onderwaterpomp. [104] Ook werd een factuur van 30 oktober 2017 aangetroffen ten aanzien van de aanschaf van kunststof maatbekers, een kookpan van 50 cm hoog, een opscheplepel van 12 cm en een afvalcontainer. [105] Op het perceel aan [adres 2] zijn een ingebouwde grondwaterpomp [106] en een ingegraven afvalcontainer [107] aangetroffen (zie ook eerder). Ook de overige goederen op de facturen zijn in een van de laboratoria dan wel in de opslagruimten aangetroffen. De aankopen op de facturen die zijn aangetroffen in de auto van [verdachte] kunnen daarmee in verband worden gebracht met het aangetroffen drugslab.
Verhuur [adres 2]
Uit de gegevens van het Kadaster blijkt dat het perceel aan [adres 2] eigendom is van [naam 15] . [108] [verdachte] woont samen en is getrouwd met [naam 10] . Uit het bevolkingsregister blijkt dat de moeder van [naam 10] de zus van [naam 15] is. [109] Bij onderzoek van het facebook-account van [verdachte] bleek dat [naam 15] een facebook-contact was. [110] [naam 15] heeft verklaard dat zijn zus in juni of juli 2017 aan hem heeft gevraagd of haar schoonzoon, [verdachte] , de boerderij als opslag mocht gebruiken. In goed vertrouwen had hij gezegd dat dit kon. Hij had dit gedaan zonder het afsluiten van een huurcontract. Hij kreeg € 1.150,- per maand voor de huur in een enveloppe in de brievenbus. Hij had de huur vier keer ontvangen. [naam 15] heeft verder verklaard dat hij de sleutel aan zijn zus had gegeven, nooit meer op de boerderij was geweest en zelf geen goederen meer in de schuren had staan. [111] Uit de bankafschriften van [naam 15] blijkt dat er vier keer een storting van € 1.150,- heeft plaatsgevonden, twee keer op 3 augustus 2017; één keer op 8 september 2017 en één keer op 6 oktober 2017. [112]
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat het perceel aan [adres 2] in elk geval vanaf 1 juli 2017 (vier maanden) werd gehuurd door [verdachte] .
De rol van verdachte
[medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] waren op 30 en 31 oktober 2017 gedurende vijf uren alle drie druk in de weer in het drugslaboratorium in de grote schuur op het perceel aan [adres 2] . Zij sjouwden alle drie met jerrycans, ketels en/of vaten, zij leegden ketels en vaten buiten de grote schuur op de bodem en er werd door [medeverdachte 2] geroerd in een ketel waar damp vanaf kwam.
Zoals gezegd, gaat de rechtbank ervan uit dat het perceel aan [adres 2] in elk geval vanaf 1 juli 2017 is gehuurd door [verdachte] en dat vanaf dat moment het drugslab is opgebouwd. Ten behoeve van de opbouw zijn er goederen/voorwerpen en chemicaliën/stoffen zoals hierboven benoemd aangevoerd en geplaatst. Er is een illegale aansluiting op het elektriciteitsnetwerk gemaakt en er zijn elektriciteitskabels gelegd naar de twee laboratoria en naar een van de opslagplaatsen (waarover hierna meer ten aanzien van feit 4). Er is een afvalcontainer ingegraven en een grondwaterpomp ingebouwd, beide aangesloten op het laboratorium. Gelet op de factuur op naam van [verdachte] voor het leveren en aanbrengen van de waterput met grondwaterpomp van 19 oktober 2017 en de overige facturen in zijn auto met daarop goederen die in verband kunnen worden gebracht met en zijn aangetroffen in het drugslab kan worden vastgesteld dat [verdachte] bezig is geweest met de opbouw van het drugslab. [verdachte] is ook voor zijn aanhouding, in elk geval op 2 oktober 2017, op het perceel aan [adres 2] geweest.
[medeverdachte 1] is vóór zijn aanhouding op 31 oktober 2017 op meerdere momenten op het perceel aan [adres 2] geweest. [medeverdachte 1] heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. Gelet op zijn aanwezigheid kan het niet anders dan dat ook hij zich heeft bezig gehouden met de opbouw van het drugslab en met de productie van amfetamine en MDMA. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat [medeverdachte 1] blijkens de berichten van 8 en 10 augustus 2017 de beschikking heeft over monsters van drugs en dat hij deze aan een ander levert dan wel kan leveren. Bij [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn bovendien (gebruikershoeveelheden) harddrugs aangetroffen en andere goederen die met het vervaardigen van drugs dan wel drugshandel in verband kunnen worden gebracht. De rechtbank verwijst onder andere naar de aangetroffen aankoopbon van een zuurgraadtester, de encrypted telefoon en het vuurwapen.
[verdachte] heeft zich bij de politie beroepen op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting heeft [verdachte] ontkend dat hij amfetamine en MDMA heeft geproduceerd. Hij heeft verklaard dat hij niet wist dat sprake was van een drugslab. Ook wist hij niet wat er in de jerrycans zat die hij aan het verplaatsen was. Gezien bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank deze verklaring van verdachte volstrekt ongeloofwaardig.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] een grote betrokkenheid heeft gehad bij de opbouw van het drugslab en bij de werkzaamheden ten behoeve van de productie van amfetamine en MDMA. Hij heeft dat samen met [medeverdachte 1] gedaan en voor wat betreft de voorbereidingshandelingen op 2, 30 en 31 oktober 2017 ook samen met [medeverdachte 2] . Er is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 1] en dus sprake van het medeplegen van het bereiden, bewerken en/of verwerken van amfetamine en MDMA en voorbereidingshandelingen daartoe. Voor de voorbereidingshandelingen is er tevens sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 2] . Uit verdachtes handelen leidt de rechtbank zijn opzet op de productie van amfetamine en MDMA en de genoemde voorbereidingshandelingen af.
Conclusie
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich samen met een andere in de periode van 1 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017 schuldig heeft gemaakt aan het bereiden, bewerken en/of verwerken van amfetamine en MDMA op het perceel aan [adres 2] en aan het samen met anderen treffen van voorbereidingshandelingen daartoe in diezelfde periode, alsook tot het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren, in diezelfde periode.
Feit 2
[verdachte] wordt verweten dat hij samen met een ander/anderen stroom heeft gestolen door middel van braak of verbreking. De rechtbank neemt het volgende in aanmerking.
Op 31 oktober 2017 is er een onderzoek ingesteld door [bedrijf 5] (hierna: [bedrijf 5] ) aan [adres 2] . In de hoofdaansluitkast werd een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging aangetroffen. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om naar de installatie in het pand liep en die de aangesloten installatie geheel of gedeeltelijk van elektriciteit voorzag. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat de door de [bedrijf 5] verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door [bedrijf 5] aangebrachte zegels zijn daarbij verwijderd, vervangen en/of gemanipuleerd. Hiervoor had [bedrijf 5] geen toestemming verleend. [113]
De elektriciteit was illegaal voor de meter aangesloten en verbonden met het tuinhuis (laboratorium, ruimte L), de grote schuur (laboratorium, ruimte P) en de schuur achter de grote schuur (opslagruimte, ruimte PS). [114] Op de foto’s met nummer 36 en 37 in de fotomap van het LFO is te zien dat de elektriciteitskabels zichtbaar over de grond lopen. [115] Het totaalbedrag van de weggenomen energie buiten de meter om bedraagt € 48,60. [116]
De elektriciteits- en gasrekening stond op naam van en werd voldaan door de eigenaar van de woning, [naam 15] . [naam 15] betaalde € 35,- per maand voor elektriciteit en gas. [117] [verdachte] huurde het perceel van [naam 15] en daarmee ook de elektriciteitsmeter. [verdachte] is daarmee verantwoordelijk voor de elektriciteitsmeter. De elektriciteitsmeter met de illegale aansluiting bevond zich in de woning. De elektriciteitskabels liepen zichtbaar van de woning over de grond naar de laboratoria en de opslagruimte PS. De rechtbank overweegt dat in de laboratoria én in de opslagruimte PS dus illegaal stroom werd verbruikt voor het drugslab. Het is niet ongebruikelijk dat bij het vervaardigen van drugs, elektriciteit buiten de meter om wordt getapt. Het is een feit van algemene bekendheid dat hiermee kan worden voorkomen dat de elektriciteitsleverancier ziet dat er een grote hoeveelheid stroom wordt verbruikt. Daarnaast levert dit een financieel voordeel op.
De rechtbank heeft onder feit 1 bewezen verklaard dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in het inwerking zijnde drugslab zijn aangetroffen op 31 oktober 2017, dat zij zich in de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 oktober 2017 samen hebben bezig gehouden met de opbouw van het drugslab en dat er op enig moment in die periode amfetamine en MDMA in het lab is geproduceerd. Gelet op deze nauwe en bewuste samenwerking bij het opbouwen van en het in werking zijn van het drugslab, acht de rechtbank eveneens bewezen dat [verdachte] samen met [medeverdachte 1] ten behoeve van het drugslab illegaal stroom heeft weggenomen in de periode van 1 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017. Het tenlastegelegde onder feit 4 is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
[verdachte] wordt verweten dat hij samen met een ander in de periode van 3 september tot en met
28 oktober 2017 GHB en amfetamine heeft bereid en/of verkocht en/of dat hij samen met een ander zonder registratie ketamine heeft bereid en/of verkocht. De rechtbank neemt het volgende in aanmerking.
Op 31 oktober 2017 is op het perceel aan [adres 2] een personenauto, te weten een [merk auto 1] , met kenteken [kenteken 2] aangetroffen. Op de bijrijdersstoel van de [merk auto 1] is een mobiele telefoon merk [merk 1] aangetroffen en inbeslaggenomen. [118] Onder feit 3 heeft de rechtbank reeds vastgesteld dat de personenauto en deze [merk 1] telefoon in gebruik waren bij [verdachte] .
In de telefoon van [verdachte] zijn een aantal contacten aangetroffen, waaronder telefoonnummer [telefoonnummer 2] , opgeslagen als “ [naam 4] ”, en [telefoonnummer 3] , opgeslagen als [naam 5] ”. Beide nummers betreffen getapte telefoonaansluitingen van [medeverdachte 1] . [119]
Onder de bestelauto (merk [merk auto 3] , met kenteken [kenteken 5] ) in gebruik bij [medeverdachte 1] , bevond zich een baken waaruit blijkt waar (de auto van) [medeverdachte 1] zich bevond. [120] [medeverdachte 1] is woonachtig in [plaats 2] .
In de telefoon van [verdachte] zijn ook WhatsApp-gesprekken aangetroffen tussen telefoonnummer [telefoonnummer 1] , in gebruik bij [verdachte] , en telefoonnummer [telefoonnummer 8] , onder vermelding van “ [naam 16] ”. [121] Het telefoonnummer [telefoonnummer 8] staat op naam van [naam 17] e/v [naam 2] , [adres 10] . [122] Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer van [naam 16] staat geregistreerd op naam van de vrouw van [naam 2] . [naam 2] staat geregistreerd aan de [adres 11] . [naam 2] is een facebook-contact van [verdachte] . [123] [verdachte] is woonachtig in [plaats 3] .
De rechtbank acht de volgende WhatsApp-gesprekken in combinatie met gegevens van de getapte telefoonaansluiting van [medeverdachte 1] en de bakengegevens van de bestelauto van [medeverdachte 1] van belang.
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 5 september 2017:
[naam 16] : Kom je morgen rond half 4 een bakkie doen ik moet nog werken
(17.56 uur)
[verdachte] : Ik ben er zelf niet. .. ik ga ff planning maken als ik straks thuis ben..
kun je niet later ...
ik kan na 1800 pas bij ed terecht. Hoeveel
smoest u ook alweer
[naam 16] :
2
[naam 16] : en
1 k
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 6 september 2017 :
[naam 16] : Hoe laat kwam hij koffie drinken? [124]
[verdachte] : Denk pas rond 1900. De
Kis nog niet binnen.
Leverancier komt zelf nog aanbrengen als zo nog binnenkomt
[naam 16] : Lukt het wel vandaag?
[verdachte] :
Kniet ...helaas. Ik app hem nu nog keer
[naam 16] : Had eigenlijk wel nodig
[verdachte] : Ja begrijp ik ..maar hij is niet uitgeleverd.
Ik w8 ff op zijn ante miss dat hij al meer weet
[naam 16] : Weet je al iets?
[verdachte] : Heb niets meer gehoord.. .is er morgen niet pak ik elders
[naam 16] : Ja als het kan maat ik heb morgen nodig, ik had het in combinatie met me
Simonade naar [plaats 4] moeten brengen.
[verdachte] : Kijk uit makker.... Ze zijn niet makkelijk daar.
[naam 16] : Ja weet ik.. Ik neem niets mee, ik rijd voor iemand die het mee neem.
Daarom anders moet ik 2 keer iemand laten rijden als het er morgen niet is
[verdachte] : Ik doe echt mien best [125]
Getapt telefoongesprek tussen [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte 1] ) en [telefoonnummer 9] (onbekend) op 6 september 2017, om 20:35 uur:
Locatie beller: [adres 12] .
[medeverdachte 1] zegt tegen de onbekende dat hij nog in [plaats 5] is en dat hij straks terug belt. [126]
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 7 september 2017 :
[naam 16] : Dank je vriend. Ik moet enkel om 14.00 uur met me moeder naar het ziekenhuis tot ongeveer 16.00 uur. ik moet kijken hoe ik ga doen...
chauffeur en ik zijn er beide niet vanmiddag
(10.44 uur)
[verdachte] : ik ga kijken of de man zelf [verdachte] brengen
[naam 16] : Zou top zijn, ik ben nu werken tot 13.00 uur en daarna naar het ziekenhuis met me moeder. Ik [verdachte] ook ergens afspreken dat ik daarna toe komt rond 17.00 uur.
[verdachte] : Ik laatje weten als hij zo heeft. Hij appt net dat het er is om 15uur. ..
[naam 16] : Oké en kom hij naar mij toe?
[verdachte] : Hij laat weten wat hij kan straks… ben bang van niet. [127]
[naam 16] : Kut allemaal zo. Ik wit het ergens ophalen
[verdachte] : Zal [plaats 6] worden dan. Ik betaal
72 voor de k... pak op
hele 500..
nu
400. 7600. Ik stuur je zo adres. Hij kan tussen half 5 en 5 uur in [plaats 6] zijn. Maat.
Ik heb k man jou telnmr ff gegeven
[naam 16] : Ja geen probleem dan laat ik me broertje rijden
[verdachte] : Ik ga hem adres vragen. Die ik er 100 af voor zelf rijden
[naam 16] : Oké hoeveel moet hem meegeven
[verdachte] : Wat hadden we afgesproken
[naam 16] : Totaal
96met dat andere erbij [128]
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 23 september 2017:
[naam 16] : Doe er maar
2bij
[verdachte] : Wacht ik nog ff een dag miss komen er weer
2bij
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 25 september 2017:
[naam 16] : Lukt het nog deze week maat ik ben zaterdag met vakantie
[verdachte] : Deze week komt goed… denk morgen
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 27 september 2017:
[verdachte] : Ja vandaag amigo, Kan pas 15 uur halen hoor ik net. [129]
Rond 15.45 uur bij jou maat [130]
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 7 oktober 2017:
[verdachte] : Heb je iets nodig dan laat ik het maken
[naam 16] :
20
[verdachte] : Dinsdag! Maandag is de dokter zelf thuis
[naam 16] : Ja das beste
[verdachte] : Geen gelul....k hedde goede spul
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 9 oktober 2017:
[naam 16] : Kan morgen
3x10
[verdachte] : Ik voel dat er weer misbruik gemaakt wordt van mijn goedheid nu ik weer
terug ben van me vakantie.
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 10 oktober 2017:
[naam 16] : Hoe laat kom je koffie drinken?
[verdachte] : Miene
maatkomt. Als goed is rond 1700
[naam 16] : Stuur berichtje als hij er is. Ik ben nu bij mijn moeder.
[verdachte] : Hij is er bijna
(19.33 uur)
[naam 16] : Whaa hij is al meer dan 2 uur weg. [131]
Getapt telefoongesprek tussen [telefoonnummer 3] ( [medeverdachte 1] ) en een onbekend telefoonnummer op 10 oktober 2017, om 17.33 uur:
Duur: 00:00:00.
Locatie beller: [adres 13] . [132]
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 10 oktober 2017:
[verdachte] : Kon je nog wat met die andere kleintjes
(19.34 uur)
[naam 16] : Ik heb ze nog niet verkocht ze leggen hier nog.
Een zaterdag komt er iemand voor.
Hoeveel E waren ze ook weer p. st.
Weet echt niet meer.
55
[verdachte] : Ouwe zakkenvuller.
Kijk maar makker
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 23 oktober 2017:
[verdachte] : 750
(18.28 uur)
[naam 16] : Ja doe maar. Wanneer denk je
[verdachte] : Wordt wel einde week ben ik bang
[naam 16] : Ok. En heb een groot deel van dingetjes weg. [133]
WhatsApp-gesprek tussen [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) en [telefoonnummer 8] ( [naam 16] ) op 28 oktober 2017:
[verdachte] :
1400 uuris hij er....
Kun je voor dinsdag miss dan 20 klaar hebben aub.
(11.28 uur)
[naam 16] : ik doe me best maat
(11.31 uur) [134]
Getapt telefoongesprek tussen beller telefoonnummer [telefoonnummer 10] (op naam van [naam 19] ) [medeverdachte 1] , de zoon van [medeverdachte 1] ) en gebelde [telefoonnummer 3] ( [medeverdachte 1] )
op 28 oktober 2017, om 14:09 uur:
Duur: 00:01:04.
Locatie beller: x
Locatie gebelde: [adres 14] . [135]
Bakengegevens bestelauto met kenteken [kenteken 5] op 28 oktober 2017 om 14:16 uur:
De bestelauto staat geparkeerd op de
[adres 15]. [136]
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] zich op 10 oktober 2017 op hetzelfde tijdstip in [plaats 5] bevindt als het tijdstip waarop ‘de maat van [verdachte] ’ ‘koffie komt drinken’. [medeverdachte 1] bevindt zich ook op 28 oktober 2017 in [plaats 5] en wel op het tijdstip 14:00 uur, waarop ‘hij’ bij [naam 16] zal zijn. [naam 16] is woonachtig aan de [adres 11] . De bestelauto van [medeverdachte 1] staat om 14:16 uur twee woningen verder geparkeerd.
Uit de WhatsApp-gesprekken leidt de rechtbank af dat [naam 2] in versluierde taal verdovende middelen bestelt bij [verdachte] . Dit wordt bevestigd door de verklaring van [naam 2] .
[naam 2] (hierna: [naam 2] ) heeft verklaard dat hij al jaren in het bezit is van het telefoonnummer [telefoonnummer 11] en dat hij een keer of 10 XTC-pillen bij ‘ [verdachte] ’ heeft gekocht. [137] [naam 2] herkent op een foto van [verdachte] de man die hij ‘ [verdachte] ’ noemt. [138] [naam 2] heeft daarnaast verklaard dat [verdachte] af en toe zelf bij hem langs kwam om verdovende middelen te brengen en dat er soms een ander kwam. Die ander noemde hij ‘de grote’. Hij dacht dat hij [medeverdachte 1] of [medeverdachte 1] heet. [naam 2] herkent op een foto van [medeverdachte 1] de man die hij ‘de grote’ noemt. [139]
Aan [naam 2] zijn de WhatsApp-berichten uit de telefoon van [verdachte] getoond. Hij heeft vervolgens verklaard dat hij bij [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) XTC-pillen (MDMA) heeft gekocht. Hij ruilde dat tegen GHB. Met ‘G’ wordt GHB bedoeld. Met ‘K’ wordt ketamine en met ‘S’ wordt speed bedoeld volgens [naam 2] . Hij betaalde 2 euro per XTC-pil en 7 à 8 euro per gram ketamine. Voor de speed betaalde hij één euro per gram. [140]
Ten aanzien van de hoeveelheden overweegt de rechtbank het volgende.
[naam 2] heeft verklaard dat hij enkel gebruikershoeveelheden bij [verdachte] afnam. Door de Afdeling Specialistische Ondersteuning van de Landelijke Recherche zijn op basis van diverse bronnen gemiddelde drugsprijzen vastgesteld. In 2017 lagen de prijzen voor ketamine tussen de € 7.000,- en € 11.000,- per kilo en voor amfetamine (speed) in poedervorm tussen de € 1.000,- en € 2.000,- per kilo.
In de WhatsApp-berichten wordt voor ‘1’ ketamine een bedrag van 7200 en 7600 gerekend en voor ‘2’ speed een bedrag van (96 minus de prijs voor de ketamine 7600 =) 2000. De bedragen komen overeen met de gemiddelde kiloprijzen, zoals berekend door de Landelijke Recherche. De rechtbank stelt dan ook vast dat in de berichten wordt gesproken over één kilo ketamine en twee kilo speed.
Gelet op de verklaring van [naam 2] , bezien in samenhang met hetgeen bewezen is verklaard onder feit 3, ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de samenstelling en werkzaamheid van de stoffen die aan [naam 2] zijn geleverd.
Ketamine mag alleen worden vervoerd of geleverd door een persoon die geregistreerd is als bedoeld in artikel 38 lid 2 van de Geneesmiddelenwet. [medeverdachte 1] en [verdachte] beschikten niet over een dergelijke registratie. [verdachte] heeft ter terechtzitting op 25 maart 2021 bevestigd dat hij niet in het register stond ingeschreven. [141]
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat aan [naam 2] een kilo ketamine is afgeleverd en dat aan hem twee kilo amfetamine is verkocht, verstrekt en geleverd en dat de ketamine en amfetamine daartoe zijn vervoerd.
Conclusie
De rechtbank leidt uit voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, af dat [verdachte] zich samen met een ander in de periode van 3 september 2017 tot en met 28 oktober 2017 schuldig heeft gemaakt aan het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van amfetamine en het zonder registratie leveren van ketamine. [verdachte] onderhield daarbij voornamelijk de contacten met de afnemer. Hij leverde ook de verdovende middelen af. Daarnaast werd [medeverdachte 1] ingezet om de verdovende middelen af te leveren bij de afnemer. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen bij de handel in amfetamine en de levering zonder registratie van ketamine.
Vrijspraak
Op grond van
de bewijsmiddelen ten aanzien van dit feitkan naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen worden dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de verkochte hoeveelheid amfetamine ook hebben bereid. Van dat deel van de tenlastelegging zal [verdachte] worden vrijgesproken.
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, niet bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte 1] samen ook GHB hebben bereid, bewerkt, verkocht, vervoerd, geleverd, verstrekt dan wel aanwezig hebben gehad. Het dossier bevat hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Uit het dossier volgt niet meer dan dat [naam 2] GHB voor [verdachte] aanwezig heeft (WhatsApp-gesprek van 3 september 2017), waaruit niet kan worden afgeleid dat [verdachte] (samen met [medeverdachte 1] ) GHB heeft verhandeld en/of verkocht dan wel aanwezig heeft gehad. [verdachte] zal dan ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 4
[verdachte] wordt verweten dat hij een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad.
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling wegens het voorhanden hebben van een wapen of munitie in de zin van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie allereerst is vereist dat de verdachte een wapen of munitie bewust aanwezig heeft gehad. Die bewustheid hoeft zich niet uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
Verder is voor de bewezenverklaring van dat voorhanden hebben nodig dat de verdachte feitelijke beschikkingsmacht over het wapen of de munitie heeft kunnen uitoefenen.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 31 oktober 2017 wordt op het perceel aan [adres 2] een personenauto van het merk [merk auto 1] met kenteken [kenteken 2] aangetroffen. Onder feit 1 is reeds vastgesteld dat [verdachte] deze auto zelf gebruikte, gelet op de in de auto aangetroffen goederen die met hem in verband kunnen worden gebracht. Verder heeft de rechtbank onder feit 1 vastgesteld dat [verdachte] op het perceel aanwezig was op 31 oktober 2017. Die bewijsmiddelen dienen als hier ingelast te worden beschouwd.
In de kofferbak van de auto van [verdachte] werd een op een zaklamp gelijkend stroomstootwapen van het merk Heavy duty stun gun aangetroffen. [142] Het wapen is onderzocht door verbalisant [verbalisant 2] . Hij heeft daarbij de volgende bevindingen gedaan: Het voorwerp doet voorkomen alsof het een zaklamp is. Op het voorwerp staat:
“HEAVY DUTY STUN GUN POLICE 10000W”. Het voorwerp is zwart van kleur en gemaakt van kunststof en metaal. Er zitten meerdere schakelaars op het voorwerp om de zaklamp te bedienen en om de stroomstootfunctie te gebruiken. Aan de lampzijde van het voorwerp zitten duidelijk de metalen plaatjes van het stroommechanisme. Het betreft volgens de Wet wapens en munitie een wapen waarmee een persoon weerloos gemaakt zou kunnen worden of pijn kan worden toegebracht. Daarmee betreft het voorwerp een stroomstootwapen; een wapen als bedoeld in artikel 2, lid 1, categorie 2, onder 5 van de Wet wapens en munitie. [143]
Aan de raadsman kan worden toegegeven dat uit het door verbalisant [verbalisant 2] opgemaakte proces-verbaal niet blijkt dat hij specifieke kennis heeft op het gebied van wapens. Gelet op de aard van het te beoordelen wapen, met op het eerste oog al duidelijk zichtbare kenmerken van een stroomstootwapen, ziet de rechtbank echter geen reden om te twijfelen aan zijn conclusie.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat sprake is van een stroomstootwapen als bedoeld in artikel 2, lid 1, categorie 2, onder 5 van de Wet wapens en munitie. Dat het stroomstootwapen ten tijde van het onderzoek niet functioneerde (mogelijk vanwege een te zwakke batterij), zoals [verbalisant 2] nog opmerkt, doet aan deze kwalificatie (en daarmee de strafbaarheid) niet af.
Gelet op de plaats waar het stroomstootwapen is aangetroffen, namelijk in de bij [verdachte] in gebruik zijnde auto, en de plaats waar verdachte zich ten tijde van het aantreffen daarvan bevond - namelijk op het perceel waar de auto stond geparkeerd - is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat [verdachte] zich bewust was van de aanwezigheid van het stroomstootwapen daarover ook heeft kunnen beschikken. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat verdachte geen verklaring heeft afgelegd die tot een andere conclusie zou moeten leiden; hij heeft zich ter zake van het stroomstootwapen beroepen op zijn zwijgrecht.
Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder feit 4 tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 t/m 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
(zaaksdossier 2)
hij in
of omstreeksde periode van 1 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)opzettelijk
(in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan [adres 2]
)heeft
geteeld en/ofbereid en/of bewerkt en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
-een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en
/of
-een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde MDMA en
/ofamfetamine
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en
/of
hij in
of omstreeksde periode van 1 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde
of vijfdelid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren
en/of buiten het grondgebied van Nederland brengenvan:
-een hoeveelheid MDMA en
/of
-een hoeveelheid amfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine,zijnde MDMA en
/ofamfetamine
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
voor te bereiden
en/of te bevorderen,hebbende verdachte en
/of (een of meer van)verdachtes mededader(s)
(in een of meerdere panden gelegen op het perceel aan [adres 2]
),
chemicaliën en/of stoffen te weten:
- 218 liter piperonylmethylketon (PMK),
in elk geval een grote hoeveelheid piperonylmethylketon (PMK)en
/of
- 54 liter benzylmethylketon (BMK),
in elk geval een grote hoeveelheid benzylmethylketon (BMK)en
/of
-zoutzuur en
/of
-zwavelzuur en
/of
-methanol en
/of
-caustic soda en
/of
-mierenzuur en
/of
-fosforzuur en
/of
-citroenzuur en
/of
-sassafrasolie,
goederen en/of voorwerpen te weten:
-
een ofmeerdere
(verschillende soorten
)ketels en
/of
-een elektrische verwarmingsdeken en
/of
-
een ofmeerdere (vacuüm)destillatieopstellingen en
/of
-een of meerdere opslagtanks (800 liter) en
/of
-vijf glazen scheitrechters en
/of
-
een ofmeerdere (propaan) gasflessen en gasbranders en
/of
-een afzuiginstallatie,
voorhanden gehad, waarvan verdachte en
/ofverdachtes mededader(s) wist
(en
)of ernstige redenen had
(den
)te vermoeden, dat die chemicaliën en/of stoffen en
/ofgoederen en/of voorwerpen bestemd waren en/of benodigd waren,
althans konden worden gebruiktvoor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van middelen vermeld op
de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
(zaaksdossier 8)
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2017 tot en met 31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
-een hoeveelheid stroom/elektriciteit,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [bedrijf 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
szich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/of die/dat weg te nemen goed
erenonder
zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van
braak en/ofverbreking.
3.
(zaaksdossier 4)
hij in
of omstreeksde periode van 3 september 2017 tot en met 28 oktober 2017 te Wageningen en/of Arnhem en/of Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen
/ althans alleen,meermalen
/ althans eenmaal, (telkens
)opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en/of verstrekt en
/ofvervoerd,
in elk gevat (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad:
-20 liter GHB/ in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB en/of
-ongeveer 2000 gram amfetamine (speed),
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (speed),
zijnde
GHB en/ofamfetamine (speed)
(telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst l, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en
/of
hij in
of omstreeksde periode van 3 september 2017 tot en met 28 oktober 2017 te
Wageningen en/of Arnhem en
/ofBreda,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meer anderen,
althans alleen,zonder registratie een hoeveelheid van ongeveer 1000
gram ketamine,
in elk geval een werkzame stof, heeft
bereid en/of ingevoerd en/of
afgeleverd
en/of uitgevoerd en/of verhandeld;
4.
(zaaksdossier 6)
hij op
of omstreeks31 oktober 2017 te Zuidwolde, gemeente De Wolden,
althans
in Nederland,een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen (Heavy Duty Stun Gun Police 100000W), zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
De eendaadse samenloop van medeplegen van:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 3:
Medeplegen van:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, lid 1, van de Geneesmiddelenwet;
feit 4:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het
feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld voor de feiten 1, 2, 3 en 4 tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en daarnaast tot betaling van een geldboete van € 60.000,-, te vervangen door 318 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft tevens opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd en daartoe aangevoerd dat de persoonlijke belangen van verdachte bij het voortduren van de schorsing ondergeschikt zijn aan de strafvorderlijke belangen en het belang dat de samenleving heeft bij het hervatten van de voorlopige hechtenis, dit gezien de aard, ernst en omvang van de bewezen te verklaren feiten en de daarbij behorende strafmaat/-modaliteit, afgezet tegen de relevante recidive, bovendien in de proeftijd van een soortgelijk feit, die aanleiding geeft om de recidivegrond (onverminderd) van kracht te achten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de omstandigheden dat verdachte ten tijde van deze ten laste gelegde feiten een first offender was, dat er na het aantreffen van het drugslab in [plaats 7] in 2019 geen justitie-contacten meer zijn geweest, dat er niets substantieels is geproduceerd in het drugslab in [plaats 8] , dat er geen drugsafval is gedumpt en dat verdachte een ondergeschikte rol heeft gespeeld in de zaak. De raadsman heeft verzocht aan de verdachte een onvoorwaardelijk strafdeel op te leggen dat niet groter is dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Ten aanzien van de modaliteit en de hoogte van de overige strafonderdelen heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman heeft verder aangevoerd dat hij de strafeis van de officier van justitie disproportioneel hoog en draconisch vindt. De richtlijn van 1 oktober 2020, waarop de officier van justitie zich baseert, bestond niet ten tijde van het plegen van de onderhavige feiten. Eerdere richtlijnen waren er niet en er is, anders dan de officier van justitie stelt, geen sprake van een codificatie van de rechtspraak in de richtlijn.
De verdediging heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich in een periode van 4 maanden samen met anderen schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van amfetamine en MDMA. Ook heeft verdachte samen met in ieder geval één ander opzettelijk amfetamine en MDMA geproduceerd. Vanaf 1 juli 2017 heeft verdachte zich bezig gehouden met de opbouw van het drugslab. Twee gebouwen zijn ingericht als laboratorium. In andere opstallen op het perceel was sprake van opslagruimtes. De beide laboratoria waren zeer professioneel opgezet en zijn geschikt voor de langdurige en grootschalige productie van precursoren en synthetische drugs. In het drugslab is in de periode van vier maanden op zijn minst één keer amfetamine en MDMA geproduceerd. In het drugslab werd in totaal minimaal 218 liter PMK aangetroffen dat kan worden omgezet in 218 liter MDMA-olie. Na kristallisatie kunnen hiervan ruim 1,8 miljoen XTC-pillen worden geproduceerd. Daarnaast werd er minimaal 54 liter BMK aangetroffen dat kan worden omgezet in ongeveer 108 kg amfetamine pasta. Het drugslab was dus niet alleen geschikt voor grootschalige productie, uit de aangetroffen precursoren kan ook worden afgeleid dat het de bedoeling was om grote hoeveelheden MDMA en amfetamine te produceren. Verdachte runde dit drugslab samen met zijn mededader [medeverdachte 1] .
Voor de productie van synthetische drugs, in dit geval amfetamine en MDMA, wordt gebruik gemaakt van chemische grondstoffen die bijzonder schadelijk zijn voor de volksgezondheid en het milieu. De productie vindt gewoonlijk plaats in daarvoor niet bestemde ruimten, zoals in dit geval een tuinhuisje en een schuur. Bij het ondeskundig opslaan en bewerken van dergelijke grondstoffen kan ontploffingsgevaar optreden. Het productieproces levert bovendien grote hoeveelheden schadelijke afvalstoffen op die, zo leert de praktijk, illegaal onder andere in natuurgebieden worden gedumpt. In dit geval werden er chemische vloeistoffen op en in de bodem van het perceel gedumpt. Verder is algemeen bekend dat synthetische drugs schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze drugs. Van de productie van synthetische drugs is ook algemeen bekend dat dit steeds meer gepaard gaat met andere vormen van (zware en georganiseerde) criminaliteit. Verdachte heeft kennelijk slechts zijn eigen financiële gewin voor ogen gehad en daarbij geen acht geslagen op de hiervoor beschreven schadelijke effecten.
Verdachte heeft zich daarnaast samen met een ander schuldig gemaakt aan de handel in een aanzienlijke hoeveelheid amfetamine. De handel in zowel synthetische drugs brengt diverse vormen van (zware) criminaliteit en overlast met zich. Verdachte heeft zich ook samen met een ander schuldig gemaakt aan het leveren van een aanzienlijke hoeveelheid ketamine, zonder over de daartoe vereiste registratie te beschikken. Artikel 38 lid 1 van de Geneesmiddelenwet beoogt met name de volksgezondheid te beschermen en mede daarom de legale productieketen van geneesmiddelen te versterken.
Verder heeft verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal van stroom en heeft hij een stroomstootwapen voorhanden gehad.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 1 februari 2021. Daaruit volgt dat verdachte niet eerder, voorafgaande aan de pleegperiode van de bewezenverklaarde feiten, onherroepelijk is veroordeeld wegens opiumwetdelicten.
Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het advies van 9 februari 2021 van Reclassering Nederland, waarin is geadviseerd tot afdoening zonder reclasseringsbemoeienis omdat er geen mogelijkheden worden gezien om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op de gepleegde strafbare feiten niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De oplegging van een dergelijke straf is ook noodzakelijk om een voldoende afschrikwekkend effect te bewerkstelligen en recidive te voorkomen.
Alles afwegend en ook in aanmerking genomen de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar op zichzelf passend en geboden.
De rechtbank houdt er echter rekening mee dat in deze zaak sprake is van overschrijding van de redelijke termijn van berechting. Elke verdachte heeft recht op afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn, te weten twee jaar nadat de termijn een aanvang heeft genomen. De vervolging is aangevangen op 31 oktober 2017, toen de aanhouding en inverzekeringstelling plaatsvond. Het heeft vervolgens 3 jaren en 6,5 maanden geduurd voordat de rechtbank vonnis wijst. De redelijke termijn is daarom met 18,5 maanden overschreden. De rechtbank zal om die reden een korting van 10% (6 maanden) toepassen. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een gevangenisstraf voor de duur van 4,5 jaar opleggen met aftrek van voorarrest.
De rechtbank acht het niet passend en geboden om, naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur, ook een geldboete op te leggen. Vast staat wel dat met de productie van synthetische drugs grote hoeveelheden geld worden verdiend. In het onderhavige geval is echter sprake van een relatief beperkte pleegperiode van vier maanden, die deels ook is gebruikt voor de opbouw van het drugslab. Er zijn weliswaar drugs geproduceerd in deze periode, maar de precieze hoeveelheid kan niet worden vastgesteld. Daarbij komt dat de richtlijn van het Openbaar Ministerie, waarop de officier van justitie zijn eis heeft gebaseerd, na de onderhavige pleegperiode tot stand is gekomen, terwijl niet zonder meer gezegd kan worden dat deze richtlijn een codificatie is van toentertijd gedane uitspraken in gelijke gevallen als hier aan de orde. De rechtbank heeft daarvoor in de voorhanden zijnde jurisprudentie geen bevestiging gevonden.
De rechtbank zal het verzoek van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis afwijzen. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding om thans een andere belangenafweging te maken, in die zin dat het strafvorderlijk belang bij hervatting van de voorlopige hechtenis thans zwaarder zou dienen te wegen dan het persoonlijk belang van verdachte bij het in vrijheid mogen afwachten van de (onherroepelijke) uitkomst van de strafzaak.

8.De beoordeling van het beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten twee horloges, merk [merk 3] , een geldbedrag van € 13.365,- en een telefoon (merk: [merk telefoon 2] , beslagcode A2000-02-001) verbeurd worden verklaard. Hij heeft daarbij aangevoerd dat de horloges en het geld zijn verkregen uit de baten van strafbare feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
De beoordeling door de rechtbank
Verbeurd verklaring
De rechtbank beslist dat het voorwerpen – te weten: een mobiele telefoon, [merk telefoon 2] – die aan verdachte toebehoort als volgt.
Het in bezit hebben van een encrypted telefoon brengt op zich nog niet mee dat het ongecontroleerde bezit daarvan strijdig is met de wet of het algemeen belang. Immers, dergelijke telefoons worden ook door andere beroepsgroepen zoals journalisten gebruikt.
Verdachte is aangetroffen in een drugslaboratorium en aangenomen mag worden dat hij over de opbouw van en werkzaamheden in dat drugslaboratorium met zijn medeverdachten heeft getelefoneerd via de encrypted telefoon. Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat de bewezenverklaarde feiten onder 1 en 3 met behulp van deze telefoon zijn gepleegd. Daarom wordt de encrypted telefoon, merk [merk telefoon 2] (beslagcode A2000-02-001), verbeurd verklaard.
Teruggave aan verdachte
Naar het oordeel van de rechtbank dienen de in beslag genomen voorwerpen, te weten twee horloges van het merk [merk 3] en een geldbedrag van € 13.365,-, te worden teruggegeven aan verdachte, nu niet kan worden vastgesteld dat deze goederen zijn verkregen door middel van of uit de baten van een strafbaar feit.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
  • 33, 33a, 47, 55, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 2, 3, 10, 10a, 11 en 13 van de Opiumwet;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
  • 38 van de Geneesmiddelenwet;
  • 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4,5 (viereneenhalf) jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 wijst af het verzoek tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis;
Ten aanzien van het beslag:
 verklaart verbeurd de telefoon, merk [merk telefoon 2] ;
 gelast de teruggave aan verdachte van de twee horloges, merk [merk 3] , en het geldbedrag van € 13.365,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Wasmann (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en mr. L.M. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2021.
mr. M.J. Wasmann is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam 1] van de politie Eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Arnhem, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016525695 onderzoek Knaak ON4R016162GLM, gesloten op 25 juli 2018, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1613.
3.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
4.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. p. 1679.
5.NFI-rapport, p. 1714.
6.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615;
7.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679; Fotomap, p. 1665 (foto 90).
8.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
9.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
10.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
11.NFI-rapport, p. 1714.
12.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614;
13.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1614; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
14.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615; Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
15.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677.
16.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677; NFI-rapport, p. 1713.
17.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677;
18.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677; NFI-rapport, p. 1711.
19.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677.
20.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677; NFI-rapport, p. 1713.
21.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677; NFI-rapport, p. 1713.
22.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677; NFI-rapport, p. 1713.
23.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677.
24.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1677-1678.
25.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678.
26.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678; NFI-rapport, p. 1713.
27.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678.
28.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678; NFI-rapport, p. 1713.
29.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678.
30.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678; NFI-rapport, p. 1714.
31.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1678.
32.Inventarislijst Ruimte L, S, SW en B, p. 1679.
33.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615.
34.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1669; NFI-rapport, p. 1711.
35.Fotomap, p. 1654-1655.
36.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1669; NFI-rapport, p. 1711.
37.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1669.
38.Fotomap, p. 1651.
39.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670, en Fotomap, p. 1651.
40.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670; NFI-rapport 1712.
41.Fotomap, p. 1651.
42.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615.
43.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670.
44.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670; NFI-rapport 1712.
45.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1670;
46.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1671; NFI-rapport 1712.
47.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1672.
48.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1615; proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, p. 2496-2498.
49.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673; NFI-rapport, p. 1712.
50.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673.
51.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673; NFI-rapport, p. 1712.
52.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1673-1674; NFI-rapport, p. 1712.
53.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1674; NFI-rapport, p. 1712.
54.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1674.
55.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675.
56.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675; NFI-rapport, p. 1712.
57.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675.
58.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675; NFI-rapport, p. 1713.
59.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1675-1776; NFI-rapport, p. 1713.
60.Inventarislijst Ruimte P en PS, p. 1676.
61.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1616.
62.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1616.
63.Het is niet vastgesteld of APAAN danwel APAA is gebruikt als grondstof voor de vervaardiging van de aangetroffen BMK.
64.NFI-rapport, p. 1706-1709.
65.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1395.
66.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1396.
67.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1397-1402.
68.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1404.
69.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1405.
70.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1406.
71.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1407-1408.
72.Proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1409.
73.Fotomap, p. 1654-1655.
74.Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 1] , PD p. 213; proces-verbaal van observatie d.d. 30 oktober 2017, p. 1410.
75.Proces-verbaal van aanhouding verdachte [verdachte] , PD p. 389; proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 2] , p. 554.
76.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] p. 1756.
77.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] , p. 1756, 1757 en 1762.
78.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] p. 1757.
79.Proces-verbaal van bevindingen, nr. 208, p. 1527-1528; proces-verbaal van bevindingen, nr. 205, p. 1756a-1757a.
80.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1517.
81.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1520.
82.Stamproces-verbaal Algemeen Dossier, p. 29; stamproces-verbaal zaaksdossier 2 drugslab [plaats 8] , p. 1097.
83.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1520; overzicht gesprekken m.b.t. nummer [telefoonnummer 1] , p. 1536-1537.
84.Overzicht telefoondata, p. 1892.
85.Tapgesprek, p. 1240, 1250 en 1251; proces-verbaal stemherkenning [verdachte] , p. 1253.
86.Tapgesprek, p. 1227-1230.
87.Proces-verbaal van observatie 28 september 2017, p. 1266-1271.
88.Proces-verbaal van observatie 2 oktober 2017, p. 1285.
89.Gegevens [naam 3] autoverhuur, p. 1291.
90.Proces-verbaal van bevindingen herkenning [naam 13] , p. 1903-1904.
91.Proces-verbaal van observatie 2 oktober 2017, p. 1286.
92.Proces-verbaal bevindingen tankstation [tankstation 2] , p. 1298-1300.
93.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1351; proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 10 januari 2018, p. 1603.
94.Proces-verbaal van observatie 2 oktober 2017, p. 1286.
95.Proces-verbaal camerabeelden helikopter, p. 1289.
96.Tapgesprek van 21 oktober 2017, p. 1348.
97.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1539; KvI, p. 1540; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 1544.
98.Kennisgeving van inbeslagname, p. 1787.
99.Proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen, p. 1805-1806, 1808.
100.Proces-verbaal bevindingen afbeeldingen [merk laptop] , p.1916. Foto, p. 1919.
101.Proces-verbaal bevindingen afbeeldingen [merk laptop] , p.1916. Foto, p. 1920.
102.Proces-verbaal bevindingen afbeeldingen [merk laptop] , p.1917. Foto, p. 1921.
103.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1517-1519.
104.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] , p. 1756-1757, 1763 en 1770.
105.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] , p. 1763 en 1771.
106.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1616; Fotomap LFO, foto 35-36, p. 1637.
107.Proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 1616; fotomap LFO, foto 56-59, p. 1648-1649.
108.Uittreksel kadaster, p. 1277.
109.Proces-verbaal van bevindingen [verdachte] / [naam 15] , p. 1276.
110.Proces-verbaal van bevindingen [verdachte] / [naam 15] , p. 1276; screenshots facebook-account, p. 1281-1283.
111.Proces-verbaal verhoor getuige [naam 15] , p. 1896-1897.
112.Printscreens bankafschriften [naam 15] , p. 1899.
113.Factuur van [bedrijf 5] d.d. 27 november 2017, p. 2556 (bijlage bij Brief van [bedrijf 5] d.d. 15 januari 2018 met aangifteformulier, p. 2555-2568).
114.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2570; Fotomap LFO, p. 2594, 2623 en 2624.
115.Fotomap LFO, p. 2594.
116.Brief van [bedrijf 5] d.d. 15 januari 2018 met aangifteformulier, p. 2556.
117.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 15] , p. 1895-1897.
118.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] , p. 2249, 2250, 2252 en 2254; Kennisgeving van inbeslagname, p. 2257.
119.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2258.
120.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2265-2266.
121.Extract van de WhatsApp-gesprekken, p. 2283-2291.
122.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2258-2266.
123.Proces-verbaal van bevindingen [naam 2] , p. 2275-2280.
124.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2259.
125.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2260.
126.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2261.
127.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2261.
128.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2262.
129.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2262.
130.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2263.
131.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2263.
132.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2264.
133.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2263.
134.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2263-2264.
135.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2265.
136.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek mobiele telefoon, p. 2265-2266.
137.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , p. 2294-2295.
138.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , p. 2295 en 2299.
139.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , p. 2295 en 2300.
140.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , p. 2296-2297.
141.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting d.d. 25 maart 2021.
142.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [merk auto 1] [kenteken 2] , p. 2453; kennisgeving van inbeslagname, p. 2472.
143.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2474.