In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 26 april 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie kinderen. De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing afgewezen, terwijl de ondertoezichtstelling is verlengd tot 17 april 2022. De kinderrechter oordeelde dat de ouders in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen, en dat een langere uithuisplaatsing niet in het belang van de kinderen is. De GI (gecertificeerde instelling) had geen concreet alternatief plan voor de terugplaatsing van de kinderen en de kinderrechter vreesde dat een onwenselijk lange uithuisplaatsing zou ontstaan zonder dat de situatie van de kinderen verbeterde. De kinderrechter adviseerde de ouders om hun communicatie te verbeteren en gas terug te nemen in hun eigen wensen en opvattingen, zodat de kinderen beter kunnen wennen aan de nieuwe situatie. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ouders hebben het recht om binnen drie maanden hoger beroep aan te tekenen.