Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks9 juli 2020 te Arnhem in de gemeente Arnhem, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gaande in de richting en ter hoogte van het winkelcentrum de Drieslag aangebrachte voetgangersoversteekplaats (zebra), daarmede heeft gereden over de weg,
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en
onder cvan voormelde reglement gestelde gebod of verbod, door met dat door hem, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) niet ingevolge het gestelde in artikel 79 van voormeld reglement voor de aldaar zich op het wegdek van die weg (de Huissensestraat), voor die voetgangersoversteekplaats (zebra) aangebrachte stopstreep te stoppen en
/of
n strijd met het gestelde in artikel 68 lid 1 onder c en/of lid 6 en/of artikel 49 lid 2 van voormeld reglement, zonder te stoppen, door rood te rijden en/ofeen op die voetgangersoversteekplaats (zebra) rijdende
en/ofgezien zijn, verdachtes rijrichting dicht van rechts genaderd zijnde bestuurster van een ander motorrijtuig (gehandicaptenvoertuig scootmobiel) niet voor te laten gaan en
/ofzonder te remmen die voetgangersoversteekplaats (zebra) is op- en overgereden en
/ofis gebotst tegen,
althans in aanrijding is gekomenmet dat over die voetgangersoversteekplaats (zebra) rijdende, toen voor hem, verdachte van rechts dicht genaderd zijnde andere motorrijtuig (gehandicaptenvoertuig, scootmobiel), ten gevolge waarvan de bestuurster van dat andere motorrijtuig (gehandicaptenvoertuig, scootmobiel)
werd geslingerd en/often val is gekomen,
(en
)van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt
, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen.
bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur van
4 (vier) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.